INLEIDING THEO VAN DOORN

OVERZICHT LEESTEKSTEN

HOME

De grote school
De oogarts
De melkboer
De dames Meesters
Zusjes en amandelen
Misdienaar
Fietsen
Kermis
De slagers
Andreetje
Verstrooid
De oude meester
De nieuwe meester
De Jonge Wacht
Het mes
Het hoofd
Spelling
Eerste liefde
De pastoor
"Misdienaar"
De oorlog

Doruske 2 - Lagereschoolkind

Theo van Doorn

vignetleaf.jpg (789 bytes)

De slagers

Met zo’n groot gezin en ook nog knechts en meiden die elke dag meeaten, bleven er etensresten genoeg over om één varken per jaar vet te mesten. Bovendien hielden we elke dag wel oudbakken brood over in de winkel. Elk jaar in de slachtmaand kwam Albert van den Heuvel, de slager, met zijn dertienjarige zoon Gerard dat varken slachten. Ze liepen achterom bij ons binnen. Vader haalde een wasmand die Albert om de kop van het varken stak en zo duwden de slagers het naar het plaatsje bij de bijkeuken. Harri en ik stonden ‘op de eerste rij’ nieuwsgierig te kijken, bovendien wilden we de blaas hebben. Harri wilde uitdrukkelijk dat ik er de slager dit keer om zou vragen.

Een schot, het varken viel bewusteloos, een steek en een diepe snee in de keel; moeder ving het bloed op in een emmer. "Voor moeders bloedworst", zei ze tegen ons. Gerard begon het varken te ontharen, Albert trok de nagels van de tenen. Het was een hele, weliswaar gruwelijke ceremonie. Albert keek even naar mij en ik maakte gauw van de gelegenheid gebruik hem om de blaas te vragen. "Goed", zei hij, "maar voor wat hoort wat. Je zult dan eerst de kont van het varken moeten kussen, anders is de blaas niets waard." Ik had daar geen bezwaar tegen, die kont zag er schoon uit. Ik deed een stap naar voren, knielde, reikte met mijn hoofd naar de achterkant van het varken, toen moeder vanuit de bijkeuken riep: "Daar komt niets van in, slager. Ik ben niet van plan hem daarna helemaal te wassen en verschonen." Ik veerde terug, stond weer naast Harri. "Waarom mag dat niet van moeder, weet jij dat?" Hij aarzelde even, tenslotte antwoordde hij: "Het vorig jaar ben ik er ingestonken. Toen ik kuste viel de slager met zijn knie op de buik van het varken en ik zat vanonder tot boven vol; de meiden hebben me met emmers water uit de regenput schoon gespoeld. Koud dat dat was." "O, daarom moest ik deze keer, je bent ook een mooie!" Ik was blij dat moeder geroepen had.

Albert reeg een touw door elke achterpoot, achter de achillespees. Samen trokken ze het varken op de ladder, bonden het stevig aan de uiteinden vast en zetten de ladder met varken en al tegen de muur. Sterk waren die slagers toch. Albert zette het mes aan op de strekel. In een kaarsrechte lijn overal even diep sneed hij de buik van het varken open. Gerard stond met een mand klaar om de darmen en bepaalde organen op te vangen. "Kijk, "zei Albert tegen ons, "daar zit nou de blaas." Hij sneed hem er vakkundig uit, drukte hem leeg en gaf hem aan mij. "Omdat je van goeie wil was; nou opblazen en laten drogen."

Op vastenavond hebben we met twee perfecte rommelpotten, met de liedjes gemaakt door Harri op de bekende wijsjes, en de kleding waarbij moeder ons geholpen had, driemaal zoveel opgehaald als andere jaren.

vignetleaf.jpg (789 bytes)