INLEIDING THEO VAN DOORN

OVERZICHT LEESTEKSTEN

HOME

De grote school
De oogarts
De melkboer
De dames Meesters
Zusjes en amandelen
Misdienaar
Fietsen
Kermis
De slagers
Andreetje
Verstrooid
De oude meester
De nieuwe meester
De Jonge Wacht
Het mes
Het hoofd
Spelling
Eerste liefde
De pastoor
"Misdienaar"
De oorlog

Doruske 2 - Lagereschoolkind

Theo van Doorn

vignetleaf.jpg (789 bytes)

De oogarts

Moeder ging met mij naar de oogarts in Den Bosch. Het was een zeer merkwaardig man. Ik hoorde in de wachtkamer duidelijk zijn blikkerige stem; tegen elke patiėnt zei hij zo ongeveer hetzelfde: "Ga maar zitten in die stoel met de rug in de leuning, niet bewegen!" Hij ging dan ook zitten en als het lukken wilde, liet hij een wind, of was het toch het leren kussen op zijn stoel dat leegliep, zoals moeder veronderstelde. Toen ik aan de beurt was, volgde hetzelfde ritueel. "Ga maar zitten…." Ik begon te twijfelen aan datgene wat in de spreekkamer zo zeker was. Had moeder toch gelijk? Het was toch die grote leren stoel. De uitslag van zijn onderzoek was -3½ linker, -4 rechter. Tegen moeder zei hij nog: "U had al veel eerder moeten komen, verdorie nog an toe." Toen we de wachtkamer uit gingen, hoorde ik hem roepen: "Ga maar zitten in die stoel, met je rug in de leuning, niet bewegen", prrrt.

Die bril heeft me trouwens in mijn lagere schooltijd veel kinderverdriet berokkend. Ze scholden me uit voor brillejood, niet de kinderen van het Marktplein of de Dijk, maar die van de Achterstraat, de boeren, of die van de Hamdijk, het zootje. Ik moest onder het jeugdvoetballen uit. Ik was keeper en had er nog aanleg voor ook, zei onze coach. Maar vader was niet van plan voor mijn bril te gaan werken. Drie waren er gesneuveld in een maand tijd. Sjaak de ijscoman, soldeerde de breuken dan weer aan elkaar voor een paar gulden; maar Sjaak gebruikte daarbij naalden, ijzerdraad en nog wel meer rommel, je hield een gedrocht van een bril over en dat bezorgde me weer nieuwe bijnamen.

In de Maas zwemmen was er ook niet meer bij. Zonder bril was ik niet in staat de afstand tot de zandplaat goed in te schatten en dat was heel belangrijk. Bij behoorlijke stroom zwommen we langs de oever schuin tegen stroom op en zwommen terug van stroom af. Je moest de zandplaat daarbij goed in de gaten houden. Deed je dat niet of zag je de plaat niet, dan dreef je naar de steile basaltoever verder stroomafwaarts; je kwam er dan zonder hulp van een ander niet meer uit. Met je bril op zwemmen was een te groot risico. Als hij door de golfslag werd afgeslagen, kreeg je hem nooit meer terug, al kon je nog zo goed duiken. Dus bleef er van alle spelletjes niet veel meer over dan piepelenHeuvelen, zoals wij in ons dorp verstoppertje spelen noemden, hinken, knikkeren, repen of hoepelen en nog wat van die flauwe spelletjes.

vignetleaf.jpg (789 bytes)