INLEIDING THEO VAN DOORN

OVERZICHT LEESTEKSTEN

HOME

De grote school
De oogarts
De melkboer
De dames Meesters
Zusjes en amandelen
Misdienaar
Fietsen
Kermis
De slagers
Andreetje
Verstrooid
De oude meester
De nieuwe meester
De Jonge Wacht
Het mes
Het hoofd
Spelling
Eerste liefde
De pastoor
"Misdienaar"
De oorlog

Doruske 2 - Lagereschoolkind

Theo van Doorn

vignetleaf.jpg (789 bytes)

Zusjes en amandelen

In ons gezin nam mijn oudste broer Gerard een geïsoleerde positie in; hij was de oudste, dan volgden vier meisjes, en ten slotte Harri en ik. Ik beschouwde hem als een jonge variant van vader, ofschoon de verhouding tussen vader en hem, nota bene samen werkend in dezelfde bakkerij, niet zo rooskleurig was. Ze verschilden heel vaak van mening over de uitoefening van hun vak, zelfs de vaktermen waren verschillend en dat wekte irritatie op; bijvoorbeeld vader sprak van kan en lood, Gerard van liter en kilo. Gerard had een degelijke opleiding gehad, was ook theoretisch goed geschoold in zijn vak. Vader dankte zijn hele vakkennis aan de praktijk van elke dag, met vallen en opstaan. Ze hielden allebei meestal koppig vol, totdat er soms handgemeen dreigde of stukken deeg door de bakkerij vlogen. Moeder voelde feilloos aan wanneer de bliksem insloeg, ze ging dan in de deur van de bakkerij staan, keek beiden aan. Dat was meestal al voldoende. De spanning tussen mijn vader en oudste broer heb ik nauwelijks meegemaakt en eigenlijk alleen maar van horen zeggen. De afstand in leeftijd was eigenlijk te groot om Gerard goed te leren kennen.

De drie jongsten van ons gezin kenden elkaar beter, speelden veel samen, deden tussen de middag boodschappen en werden alle drie op dezelfde dag amandelen geknipt. Moeder ging met ons drieën naar Den Bosch. De verpleegzuster zette ons één voor één op de schoot van een forse non, die ons stevig tegen zich aan drukte; we kregen een grote witte slab voor. De dokter keek in onze keel, verdoofde ons, wachtte een paar minuten, voor ons een eeuwigheid, en knipte onze amandelen. Daarna nam moeder ons weer naar huis en stopte ons in bed, met zijn drieën op de grote meisjeskamer beneden, die moesten maar voor een paar weken op zolder slapen. Toen de verdoving was uitgewerkt kwam de pijn. Na een uur verloor ik mijn stem en ik kon niets meer zeggen. Voor mij was dat nog het ergste, want toen Harri en Arina al het bed uit mochten en in de woonkamer spelen, moest ik nog in bed blijven, zo had de huisarts beslist; alleen in die grote meisjeskamer, normaal sliepen Harri en ik op het zolderkamertje.

Op een dag, ik zat in een boekje te lezen, kwam Petra binnensluipen. Haar tong zat dubbel tussen haar tanden, ze siste; ze had een schaar in haar hand. Uit de bovenste la van de klerenkast, de la van Berte, rukte ze een aantal kousen en knipte er gaten in. "Zo", zei ze. Ik wilde zo iets zeggen als: waarom doe je dat nou, daar krijg je spijt van, maar ik zei niets, want ik kon niet praten. Ze liep de kamer uit zonder mij gezien te hebben.

Een uur of wat later kwam Berte binnen. Ze keek en rommelde wat in haar la en vroeg mij: "Wie heeft dat gedaan?" Ze stak een kous omhoog met haar arm erin, heel haar hand piepte door een groot gat. Ik wees naar mijn keel en schudde van neen. "O, je wilt niks zeggen, ook goed, maar ik kom het wel te weten." Berte woedend af. Ik was heel even blij, dat ik mijn stem kwijt was, want klikken mocht toch niet. Uit het geschreeuw en gekrijs vanuit de woonkamer maakte ik op dat ze de ‘knipster’ gevonden had. Moeder strafte Petra met het stoppen van alle kousen die ons gezin bezat, ook die van Berte. Zonder een klacht begon ze aan haar strafwerk, zo was ze nu ook wel weer. Wat Berte voor straf gekregen had, weet ik niet, ik mag niet veronderstellen dat zij niks gedaan zou hebben, zo is zij nu ook weer niet, en moeder was strikt rechtvaardig.

vignetleaf.jpg (789 bytes)