Annie
Annie en ik speelden heel graag met elkaar.
Telkens als we van onze bewaarschool afkwamen, probeerde ze me mee naar haar huis te
krijgen. Maar ik moest eerst moeder goedendag zeggen. Ze vroeg me dan met haar heel hoog
stemmetje: "Doruske, waar ga je naartoe?" En ik antwoordde dan met voor een kind
lage stem: "Naar huis". Later hoefde ik het onderwerp van gesprek met één of
meerdere zussen maar op Annie of haar ouders te brengen, of daar ging het weer, Berte met
haar hoge sopraanstem en Arina antwoordde met haar Sara Leanderstem: hoog: Doruske waar ga
je naartoe? laag: naar huis. Ofschoon ik niet zo goed tegen plagen kan en zelfs nu nog
niet, vertel ik dit, omdat mijn zusjes het zo leuk vinden.
Ondanks dit geplaag dus, ging ik graag bij
Annie thuis spelen: het was er zo intens rustig, geen zaak, geen in- en uitlopende
klanten, geen werk aan huis; haar moeder was ook jonger dan de mijne en zo kleurrijk
gekleed. En dan het kleine babytje, Annies zusje. Ik had nog nooit een heel
klein kind zien voeden, ik was immers de jongste. Ik zag dat voor het eerst bij Annie
thuis. We zaten op onze knietjes ieder aan een kant van moeder, onze handjes op moeders
schoot. We keken vol bewondering naar haar en haar kindje. Verwoorden konden we die
bewondering niet over de wijze waarop de voeding van een babytje geregeld is, maar
onze gevoelens waren zuiver en op kinderlijke wijze religieus. Toen we de volgende dag
naar de bewaarschool liepen, zei ik tegen Annie: "Wat is dat eten van een
babytje toch mooi geregeld, volgens mij heeft Jezus daar iets mee te maken".
Annie keek of ze verliefd op me werd, maar dat kon toen nog niet.
De stuw werd door prins Bernard
plechtig geopend op 13 maart 1936. Ik was 6 jaar en moest thuis blijven bij moeder; vader
ging met de andere kinderen naar deze plechtigheid kijken. Om me te troosten, bakte moeder
lekkere pannenkoeken voor mij alleen. Ze waren zo lekker, dat ik me de geur nog kan
herinneren. Annie mocht wel naar de stuw met haar ouders en zusje; haar vader had een
leidinggevende functie bij het bouwen van de stuw. Ons gezin was weer eens opgedeeld.
Annie Plenter, wat zou ik haar nu graag
ontmoeten.
Ze zijn verhuisd, naar waar haar vader weer
bij de bouw van een stuw betrokken was. Maar al de gemeenten met een stuw langs de Maas
hadden Annie niet in de burgerlijke stand staan ook niet in hun oud-archief. Ook Anna van
Egmond, presentatrice van het K.R.O.-radioprogramma Adres onbekend kon me niet
verder helpen bij mijn speurtocht naar Annies adres, evenals het tv-programma
Spoorloos; ze konden of wilden me niet helpen.
Toen ik met mijn oudste dochter de kerk
bezocht, waarin zij en ik gedoopt waren, vertelde de koster Truus me, terwijl we over het
Marktplein wandelden: "Ik meen me te herinneren, dat mijn moeder wel eens zei, dat de
Plenters van Joodse afkomst waren." Zou Annie hetzelfde lot beschoren zijn als die
andere Anne die gelijktijdig met mij geboren was? Maar mijn oudste zus Berte, die de
Plenters goed kende, vertelde me, dat zij van geloof protestant waren. Nog steeds zou ik
Annie willen ontmoeten, maar ik durf niet goed, mijn herinneringen zijn zo vaag en het is
al zo lang geleden. Ze moet nu zeker 65 of ouder zijn. |