Geloofscrisis
In onze kleuterklas waren Cor en ik
de grootste jongens. Wij moesten de stoeltjes en tafeltjes verzetten en ook de ladder
tegenhouden, wanneer zuster Ignacio naar de vliering klom om fröbelmateriaal te halen.
Daar stonden we dan één voetje en één handje tegen de ladderstijl. Op een dag dat onze
zuster weer de steile ladder beklom en Cor en ik weer steun verleenden, keek ik omhoog, ik
wist niet wat ik zag, ik viel bijna van mijn geloof. Zo zag moeder of een van de meiden er
niet vanonder uit. Dat wisten we precies. Als we op de grond aan het spelen waren en één
van de vrouwen over ons heen stapte, keken we wel eens omhoog. Zodoende. Wat zuster
Ignacio aan had leek meer op een dubbele visfuik, die ik wel eens op de uiterwaarden te
drogen had zien staan. Wat erger was deze inkijk trof mijn geloofsovertuiging. Ik geloofde
tot voor kort, dat nonnen, paters, pastoors er vanonder net zo uitzagen als ons
Gerardusbeeldje op de schoorsteenmantel, vanonder in de buurt van de enkels helemaal dicht
en zwart. Bij Ignacio klopte dat niet. Had ik nou maar niet naar boven gekeken, Cor zou
dat beslist niet gedaan hebben. Ik voelde me niet lekker, ging vroeg naar bed. De volgende
morgen voelde ik, dat moeder me tijdens het ontbijt bezorgd aankeek. "Er is wat, hè
Doruske?". Ik knikte. En toen barstte het eruit het hele verhaal, met tranen over mij
wangen. Moeder glimlachte. "Nonnen, paters, pastoors zijn ook mensen zoals wij. Ze
zijn wel wat anders gekleed, maar hun lijf ziet eruit als het onze". "En gaan
die ook naar de wc als wij?" vroeg ik aarzelend. "Net als wij". Vanaf dit
gesprekje met moeder heb ik zuster Ignacio met andere ogen bekeken dan daarvoor. "Ze
ziet er hetzelfde uit als ons moeder", had ik Cor gezegd voor we de klas ingingen. En
tijdens het fröbelen, keek ik een paar keer naar haar; ik vond ze veel liever, bijna net
zo lief als ons moeder.
Ik was vijftien toen zuster Ignacio
overleed. Op haar sterfbed, zo zei men in ons dorp, had ze bepaald wat er op haar kruisje
moest staan: "Ik heb als maagd geleefd en ben als maagd gestorven" Onze koster,
die ook postbode was en een tabakswinkel had, kon met geen mogelijkheid die tekst op dat
grafkruisje krijgen, of hij was zo klein geschilderd, dat niemand hem lezen kon. Zijn
kennis van de P.T.T.-vaktermen bracht voor hem de oplossing. De uiteindelijke tekst op het
kruisje luidde: hier rust Zr. Ignacio op de horizontale balk en op de verticale: OR. De
koster vertelde me later, toen ik ernaar vroeg: "In de posttaal betekent OR
ongeopend retour Niet verder zeggen", zei hij nog. |