"...en
ik stont alleen onder dien hoop, als onder rasende Wolven:
nogtans en deeden sy my
niet quaats,
hoewel de Paap van
Gramschap raasde [...]
so hief hy sijn vuyst op,
seggende, dat hy my slaan
soude,
so sijn handen niet te
hylig waaren..."
...woorden die dominee Paulus Arleboutius in 1633 in Tilburg
opschreef, nadat hij geconfronteerd werd met de uit de kerk
verdreven pastoor Augustinus Wichmans. De hervorming had in
Tilburg zijn intrede gedaan. Arleboutius was een van de
eersten die over Tilburg schreef. Tilburg en Tilburgers
hebben vele 'literaire' produkten voortgebracht. Dit boek
geeft een inventarisatie van schrijvers, bibliotheken,
uitgevers, drukkers, boekhandelaren, boeken en literaire
curiosa.
lezen al dan niet onder voorbehoud
Omstreeks 1600 moet er in Tilburg al een Latijnse
school zijn geweest. Uit bewaard gebleven archiefstukken
blijkt dat voor de pupillen boeken werden aangeschaft, zoals
een Catechismus, een Evangelieboek en delen van de bekende
leergang "Grammatica Latina" van de Bosschenaar Simon
Verepaeus. In die boekenrekeningen duikt de oudst bekende
Tilburgse boekhandelaar op: Janneke Berys van Oerle. De
beter gesitueerden en de geestelijkheid hebben in die tijd
ook boeken gelezen. De 17e-eeuwse Tilburgse pastoor
Augustinus Wichmans, die het tot abt van de
norbertijnenabdij van Tongerlo heeft gebracht, had op zijn
pastorie Moerenburg een voor die tijd omvangrijke
bibliotheek van ruim 200 banden. Hij was een verdienstelijk
auteur. Zijn bekendste werk is "Brabantia Mariana"
uit 1632, dat een eeuw later zelfs in Napels werd herdrukt.
De Tilburgse jeugd werd sinds het midden van de vorige eeuw
onderwezen via de leer- en leesboeken en de pedagogische
werken van de fraters. En dat zijn er honderden geweest. Een
in 1846 in Westmalle gekochte drukpers vormde de basis voor
de Drukkerij van het Roomsch-Katholiek Jongens-Weeshuis.
Initiator mgr. Joannes Zwijsen heeft met de oprichting van
een eigen drukkerij een vooruitziende blik gehad. De persen
hebben meer dan een eeuw op volle toeren gedraaid. Het
archief van de fraters bezit rekken vol 'eigen' uitgaven. De
invloed van de Tilburgse fraters op het katholiek onderwijs
in Nederland (en destijds ook in Oost- en West-Indië) is van
grote betekenis geweest. Tientallen fraters hebben boeken
geschreven. Vele verschenen in seriewerken als de
"Klasbibliotheek-serie", "Vroolijk Volkje", de
"Roomsche Reeks" en de "Opvoedkundige Brochurenreeks".
En wie heeft er niet de boeken van "Puk en Muk"
gelezen, of het tijdschrift "De Engelbewaarder" ?
In het begin van deze eeuw deden de fraters lustig mee aan
de publikatiegolf van sterk opvoedkundige zogenaamde
anti-alcoholische literatuur. In Tilburg had je de R.K.
Drankbestrijdersvereeniging. In De Engelbewaarder stonden
regelmatig artikelen over drankbestrijding. Het was vooral
fr. Caecilius Dieks die er boeken over schreef, zoals
"Koning Alcohol. Leesboek voor de hoogste klassen der R.K.
School", en "Drie kinderrampen" (snoepen, roken
en alcoholgebruik).Voor het onderwijs in de Nederlandse
taal- en letterkunde was er bijvoorbeeld de leesmethode
"Ik lees al" uit 1910, die tot ver in de jaren vijftig
vele herdrukken beleefde. In 1883 werd zelfs een eigen
letterkundig tijdschrift "Bloemkrans" uitgegeven,
waaraan de Vlaamse priesterdichter Guido Gezelle nog heeft
meegewerkt.
De fraters gingen ook bepalen wát er door de opgroeiende
jeugd gelezen mocht worden. In 1924 werd er speciaal de
Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur voor opgericht. Tot 1960
heeft de Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis jaarlijks de
"Rafaëlcatalogus" uitgegeven, waarin de goedgekeurde
jeugdboeken te vinden waren. Die droegen overigens alle een
Keurraadstempel. Tegen St. Nicolaas verzorgde de Keurraad
tentoonstellingen van goedgekeurde boeken op de scholen. In
1957 fuseerde de Keurraad met de vanaf 1937 hier ter stede
bestaande IDIL, de Informatie Dienst Inzake Lectuur van de
'paus van Tilburg' Gerard Verbiest. Hij had een leger
recensenten in dienst, die voor hem boeken volgens een
beoordelingsschaal van I tot en met V beoordeelden: I
verboden lectuur, tot V lectuur voor allen.
Voor
degenen die niet regelmatig een boek kochten maar toch
wilden lezen, ontstond eind 18e eeuw, vooral voor de betere
stand, het fenomeen leesgezelschappen. Het zou nog tot
omstreeks 1900 duren voordat er in Tilburg sprake was van
een uitleenbibliotheek. In het gebouw van de R.K. Gildenbond
in de Tuinstraat werd voor het 'leesgrage volk' - bedoeld
werd voor de katholieke arbeiders - de eerste R.K.
Leesbibliotheek opgericht. In de boekhandel van Antoon
Bergmans aan de Heuvelstraat, werd in 1909 een boekenkast
ingericht door de Nieuwe Tilburgsche R.K. Leesbibliotheek
'St. Dionysius', waaraan in 1913 een leeszaal werd
verbonden: de eerste volwaardige openbare bibliotheek was
een feit. In bijna tachtig jaar is deze bibliotheek, die
sinds maart 1992 in het tweede stadskantoor is gehuisvest,
uitgegroeid tot een van de grootste openbare bibliotheken
van Nederland. Tilburg heeft nog twee belangrijke
bibliotheken: de bibliotheek van de Theologische Faculteit,
en de dit jaar te openen ultramoderne KUB-bibliotheek, met
onder meer de belangrijke Brabantica-collectie. Door de
geavanceerde computersystemen en zoekmethodes, is het lezen
van boeken thans steeds meer 'elektronisch' lezen geworden.
boeken drukken en verkopen
Pas in de eerste helft van de 19e eeuw kwamen er in
Tilburg boekhandels, zoals die van de wed. J. van Gemert en
zonen (1818), A. van der Voort (1840), Gebroeders De Kanter
(ca. 1844) en Willem Bergmans (1847). Van een boekhandel
alleen kon je destijds niet leven. Ze deden er allen iets
bij: Van Gemert was ook goud- en zilversmid, Arnoldus van
der Voort was drukker en uitgever (onder andere van de
eerste krant in Tilburg in 1840), de Gebroeders De Kanter
waren respectievelijk leerlooier en wollenstoffenfabrikant
annex koster, en Willem Bergmans handelde in kerkboeken,
devotionalia, hosties, wierook, kerkmuziek en Bossche koek;
vanaf 1875 was hij ook drukker.
In de tweede helft van de 19e eeuw waren onder meer als
boekhandelaar hier gevestigd: M.G. Vattier Kraane (1874) in
de Willem II-straat (later T. de Wekker, respectievelijk
Tuerlings) en 'Jan Plek' van Laarhoven (1875), die in 1863
als boekbinder was begonnen. In 1907 verbond hij ook een
drukkerij aan zijn bedrijf aan het Wilhelminapark. In feite
waren de vroegere boekhandels kantoorboekhandels zoals we
die nu nog kennen. Ze verkochten papier en
schrijfbenodigdheden, en waren vaak ook advertentiebureaus
voor (inter)nationale kranten. In de jaren twintig en dertig
van deze eeuw ontstonden nieuwe boekhandels zoals Boek- en
kunsthandel Triborgh in de Stationsstraat, de Zuid
Nederlandse Boekhandel in de Noordstraat en Het
Nederlandsche Boekhuis van Gerard Verbiest in de
Industriestraat. Uit Triborgh is in 1947 Boekhandel
Gianotten ontstaan, en uit de Zuid Nederlandse Boekhandel,
in 1928 Boekhandel Pillot (tot 1934 als Boekhandel en
Uitgeverij De Kempen). Boekhandel W. Bergmans heeft tot 1972
bestaan. Drukkerij Bergmans drukte tussen 1916 en 1970 het
weekblad "Roomsch Leven". De drukkerij ging in 1985
failliet.
De Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis (1846), veranderde
in 1959 de naam in Uitgeverij Zwijsen (sinds 1982 drukkerij
PABO-Print). Een andere bekende drukkerij in Tilburg is
Drukkerij Gianotten. In 1898 vestigde de kleinzoon van een
Italiaanse voerman, Hendricus Gianotten, zich vanuit Zutphen
in Tilburg. Hij begon er in 1904 een drukkerijtje in zijn
huis aan de Leonardstraat in de Besterd. Gianotten was
aanvankelijk in 1917 een jaar drukker van "Het Nieuwsblad
van het Zuiden". De cultureel-literaire tijdschriften
"Roeping" (1922-1963) en "Raam" (1963-1975), en
het maanblad "Economie" (1934-1991) zijn de bekendste
tijdschriften die Gianotten drukte.
schrijvers
Tot de eerste Tilburgse schrijvers behoren de reeds
genoemde pastoor Augustinus Wichmans (1596-1661) en
Dionysius Mutsaerts (1578-1635). Mutsaerts was een groot
geschiedschrijver. Zijn belangrijkste werk is de uit twee
dikke delen bestaande "Kerckelycke Historie", die in
1622 bij Verdussen in Antwerpen werd gepubliceerd. De
titelbladen zijn in koper gegraveerd naar ontwerp van de
schilder Peter Paul Rubens. In 1763 werd door Franciscus
Lievens Kersteman (1728-1792) een verhaal gepubliceerd dat
handelt over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar
bewogen carrière in 1669 in Tilburg op de Heuvel was
begonnen. Lijske is als Tobias Morello in Spaanse dienst
terechtgekomen. Een geval van travestie om bestwil. Een
geromantiseerde versie van dit verhaal werd in 1840 door mr.
J.I.D. Nepveu gepubliceerd. Eind 18e, begin 19e eeuw, waren
in Tilburg de patriottische dichter, politicus en
wollendekenfabrikant Pieter Vreede (1750-1837) en drossaard,
toneel- en reisschrijver Adriaan van der Willigen
(1766-1841)
hier actief.
Uit het midden van de 19e eeuw kennen we twee bevriende
schrijvers: dominee dr. G.D.J.Schotel (1807-1892) en Elise
van Calcar-Schiotling (1822-1904). Elise van Calcar bezocht
haar vriend dominee Schotel in de Heuvelstraat in Tilburg in
1850, en schreef daar het boek "Tilburgsche mijmeringen"
over. Schotel, die bevriend was met koning Willem II, was
van 1846-1862 predikant te Tilburg. Als cultuurhistoricus
schreef hij talloze boeken, onder andere in 1850 zijn
"Tilburgsche avondstonden". De titel doet niet
vermoeden, dat dit werk alleen twee verhandelingen bevat
over de Gallische bisschop Martinus en over de geschiedenis
van met name het Dordrechts toneel.
Uit de eerste helft van de 20e eeuw zijn vooral de Tilburgse
dichters van belang. Priester-dichters en componisten zoals
Antonius van Delft (1876-1958), Adriaan Hamers (1871-1929),
Henri Donders (1870-1932) en Willem Smulders (1879-1942),
maakten furore met bundels als de Sacramentsgedichten
"Eucharistica" (Van Delft, 1909) en de
seminariegedichten "Cantica Graduum" (Smulders,
1906). De ex-jezuïet Henricus Dolmans (1840-1899) verbleef
eind vorige eeuw in Tilburg. Hij rentenierde van zijn
familiefortuin, dat hij uiteindelijk "in den maalstroom
des levens" erdoorheen zou jagen. Hij schreef onder
andere twintig jaar lang voor de Tilburgsche Courant
gelegenheidsgedichten en liederen. Zijn overlijdensakte
vermeldt als beroep: dichter, niets meer en niets minder.
Geheel vernieuwend is de stroming van De Stijl, waarvan de
bakermat in Tilburg ligt. Toen Theo van Doesburg (1883-1931)
in 1914 werd gemobiliseerd en tussen Alphen en Riel werd
gelegerd, kwam hij in contact met de sinds 1908 in Tilburg
wonende spoorwegambtenaar Antony Kok (1882-1969). In 1915
organiseerden zij met een vriendenclub in café Jansen
tegenover het station hun 'soirées intime', waar
muziek werd gemaakt en experimentele gedichten werden
voorgedragen. Van Doesburg (later kunstschilder) maakte in
die periode veel gedichten en proza, waarvan vooral zijn
typografische en klankgedichten grote bekendheid kregen. Met
Kok ontwikkelde hij plannen voor de oprichting van een
nieuw, internationaal befaamd tijdschrift: "De Stijl".
In 1923 was Van Doesburg een van de medewerkers van de
zogenaamde Dadaïstische veldtocht, die ook Tilburg moet
hebben aangedaan.
De
intellectuele emancipatie van de katholieken kreeg in
Noord-Brabant gestalte in het Brabants Studenten Gilde van
Onze Lieve Vrouw, de studentenvereniging St. Leonardus van
de Tilburgse R.K. Leergangen, en de in 1935 opgerichte
beweging "Brabantia Nostra" (Brabant aan ons), die
een gelijknamig tijdschrift in Tilburg uitgaf. Een van de
voormannen was de Tilburger Frans van der Ven (1907), de
latere hoogleraar sociaal recht, die onder het pseudoniem
Frank Valkenier vele dichtbundels publiceerde. Onder de
dichters die regelmatig bijdragen leverden aan Brabantia
Nostra bevonden zich bijvoorbeeld Luc van Hoek (1910-1991),
Maria Dietse (1916), Joep Naninck (1914), Charles Bressers
(1917-1963), Frans Siemer (1887-1966), Anton Eijkens (1920)
en Paul Vlemminx (1907-1972). Zij hebben ook veel
gedichtenbundels gepubliceerd. Toen eind 1945 het
tijdschrift verdween, nam Jan Bechtold (1892-1971), de
toenmalige hoofdredacteur van de Nieuwe Tilburgsche Courant,
het initiatief om een nieuw gezinsblad, "Edele Brabant",
op te richten. Het werd gedrukt bij Bergmans in Tilburg.
Hoofdredacteur was de Hilvarenbeekse onderwijzer en auteur
Jan Naaijkens (1919). In 1950 hield het blad op te bestaan.
Er werd nog een poging gedaan om Brabantia Nostra weer te
laten
verschijnen. Dit lukte, maar na twaalf nummers was het toch
gedaan. In 1952 is toen "Brabantia" opgericht,
voortgekomen uit Brabantia Nostra en het Provinciaal
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Dit culturele
tijdschrift, dat jarenlang bij Bergmans werd gedrukt,
bestaat nog steeds.
Dr. H.W.E. Moller (1869-1940), oprichter van de R.K.
Leergangen, en groot Vondel- kenner, richtte in 1922 in
Tilburg het literaire tijdschrift "Roeping" op. In
1963 is de naam van dit maandblad, dat nog tot 1975 heeft
bestaan, gewijzigd in "Raam". Dr. P.C. Brouwer
(1874-1961), rector van het R.K. Gymnasium in Tilburg, was
in 1927 een van de oprichters van het katholieke literaire
tijdschrift "Wij". Het werd uitgegeven door de Zuid
Nederlandse Boekhandel in Tilburg (later door Antoine Arts),
en het hield slechts een jaar stand. Auteurs waren onder
meer de Tilburgers Jos Panhuijsen (1900), Norbert Heerkens
(1906-1991) en Uri Nooteboom (1903-1945).
Typische volksdichters heeft Tilburg ook gekend. Pater Piet
Heerkens S.V.D. (1897-1944) publiceerde naast romans over de
missie van Flores, een zestal gedichtenbundels in het
Tilburgs dialect: "Den örgel" (1938), de "Mus"
(1939), de "Kinkenduut" (1940), "Brabant"
(1941), "Vertesselkes" (1941) en postuum "De
Knaorrie" (1949). De bekendste schrijver van het
Tilburgse dialect, is ongetwijfeld Cees Robben (1909-1988)
geweest, die met zijn "Prent van de Week" vanaf 1953
onafgebroken tot 1970 in Rooms Leven, en daarna in
Het Nieuwsblad van het Zuiden, zijn karakteristieke
tekeningen publiceerde met een tekst of gedicht in dialect.
Tussen 1958 en 1988 verschenen zeven "Prentebuukskes"
en drie andere bundels.
Een aantal landelijk bekende romanschrijvers is in Tilburg
geboren, of heeft er lange tijd gewoond. Walter Breedveld
(pseudoniem van Piet van den Bogaert; 1901-1977),
personeelschef bij V & D, schreef de meeste van zijn
tientallen romans in de Tuinstraat. Boeken van hem werden
vertaald in het Duits en het Pools. Mr. Anton Roothaert
(1896-1967) werd aan de toenmalige Bosscheweg geboren, en
groeide op in de Telefoonstraat 22, waar zijn vader een
biljartfabriek had. Hij werd bekend door zijn trilogie
"Doctor Vlimmen". Het eerste boek werd drie keer
verfilmd, en er verschenen zes vertalingen van. Er werden
ongeveer een miljoen exemplaren van verkocht. Ed de Nève
(pseudoniem van Jean Lenglet; 1889-1961), Wim Hornman (1920)
en Jos Panhuijsen (1900) publiceerden talloze romans.
Tot
de moderne literatuur rekenen we romans van bijvoorbeeld de
in Tilburg geboren Maartje Luccioni (1935), Jacq. Firmin
Vogelaar (pseudoniem van Frans Broers; 1944) en de werken
van de sinds 1968 in Tilburg woonachtige schrijver/dichter
Tymen Trolsky (pseudoniem van Jasper Mikkers; 1948), die in
1974 debuteerde met de roman "Hyacintha en Pasceline".
De bekende Tilburgse columnist en literatuur-criticus Ed
Schilders (1951) is in geen enkel hokje van de literatuur te
plaatsen. Hij schreef onder meer "Vergeten boeken"
over literaire curiosa, "De voorhuid van Jezus, en andere
roomse wonderen", de Tilburgse bestseller "Moordhoek",
en hij gaf in eigen beheer het tijdschrift "The Brooklyn
Bridge Bulletin" uit. De dichtbundels van de in Tilburg
geboren cabaretier Ivo de Wijs (1945), zoals
"Ollekebollekes" en "Potverdriedubbeltjes", die
hij samen met Drs. P. en KUB-docent Pieter Nieuwint schreef,
behoren tot de zogenaamde light verse. Actieve hedendaagse
dichters zijn onder anderen Jace van de Ven (1949), Cees
Verraak (pseudoniem van Cees van Raak; 1954) en de onlangs
overleden Kees van Kalmthout (1948-1991).
Tilburg heeft twee bibliofiele uitgeverijtjes. In 1971
stichtte prof. dr. Frans van der Ven zijn Brandon Pers. Tot
1989 verzorgde hij een veertigtal dichtbundels in beperkte
oplagen. De pers wordt nu draaiende gehouden door Looi
Naaijkens. Jos Kerkhof en Frans de Kock, verbonden aan het
Tilburgse Cobbenhagencollege, hebben op hun school de
bibliofiele drukkerij Cobbenhagenpers, waar drukwerk in de
marge wordt gemaakt, van vertalingen van vroeg-middeleeuwse
gedichten uit Wales, tot bijvoorbeeld de ondeugende bundel
met klassiek©erotische gedichten "'t Braandt".
In 1981 heeft zes nummers lang het literaire tijdschrift
"Komplement" bestaan. Op initiatief van Peter IJsenbrant
en Ton van Zeeland, ontstond in 1986 het nog steeds
bestaande, en landelijk bekende, literaire tijdschrift
"SIC". De in 1980 voor de literatuurliefhebbers
opgerichte Stichting J.H. Leopold, is actief met het
maandelijkse literaire café en de jaarlijkse Nacht van het
Boek.Tilburg is een stad met een behoorlijk literair
potentieel, dat zich soms ver buiten de gemeentegrens heeft
uitgestrekt. De recente nota letterenbeleid van de gemeente
Tilburg, die een verbetering van het literaire klimaat in de
stad voorstaat, nodigt uit tot grootse prestaties.
Aanvulling 2001
Dit voorwoord verscheen ook als: Ronald Peeters,
'De Paap van Gramschap. Vier eeuwen schrijven en drukken
in Tilburg', in: Tilburg Magazine, III
(1992), nr. 1, p. 47-51.
Besprekingen in: DTK van 13-2, 20-2, 27-2, 5-3, 12-3,
19-3, 26-3-1992; HN van 17-2, 25-3, 30-3-1992,
Tilburg Vrij Uit van 1-4-1992, De Volkskrant van
11--4-1992, Brabantia mei 1992, p. 7; Literatuur.
Tijdschrift over Nederlandse letterkunde, 10, 1993, nr.
1, p. 61; Tilburg, 10, 1992, nr. 1, p. 23,
Noordbrabants Historisch Nieuwsblad, juli 1992, nr. 3,
p. 16; Kerkklokje (Oisterwijk) van 1-7-1992.
Naar
het begin van de pagina
Inhoud De paap van gramschap
CuBra Home
|