INHOUD DE PAAP VAN GRAMSCHAP
HOME CUBRA

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K
L
M
N

O

P
R
S
T

U

V

W

 

Ronald Peeters

Inleiding bij de eerste editie (1992)

"...en ik stont alleen onder dien hoop, als onder rasende Wolven:

nogtans en deeden sy my niet quaats,

hoewel de Paap van Gramschap raasde [...]

so hief hy sijn vuyst op,

seggende, dat hy my slaan soude,

so sijn handen niet te hylig waaren..."

 

...woorden die dominee Paulus Arleboutius in 1633 in Tilburg opschreef, nadat hij geconfronteerd werd met de uit de kerk verdreven pastoor Augustinus Wichmans. De hervorming had in Tilburg zijn intrede gedaan. Arleboutius was een van de eersten die over Tilburg schreef. Tilburg en Tilburgers hebben vele 'literaire' produkten voortgebracht. Dit boek geeft een inventarisatie van schrijvers, bibliotheken, uitgevers, drukkers, boekhandelaren, boeken en literaire curiosa. 

 

lezen al dan niet onder voorbehoud
Omstreeks 1600 moet er in Tilburg al een Latijnse school zijn geweest. Uit bewaard gebleven archiefstukken blijkt dat voor de pupillen boeken werden aangeschaft, zoals een Catechismus, een Evangelieboek en delen van de bekende leergang "Grammatica Latina" van de Bosschenaar Simon Verepaeus. In die boekenrekeningen duikt de oudst bekende Tilburgse boekhandelaar op: Janneke Berys van Oerle. De beter gesitueerden en de geestelijkheid hebben in die tijd ook boeken gelezen. De 17e-eeuwse Tilburgse pastoor Augustinus Wichmans, die het tot abt van de norbertijnenabdij van Tongerlo heeft gebracht, had op zijn pastorie Moerenburg een voor die tijd omvangrijke bibliotheek van ruim 200 banden. Hij was een verdienstelijk auteur. Zijn bekendste werk is "Brabantia Mariana" uit 1632, dat een eeuw later zelfs in Napels werd herdrukt.

De Tilburgse jeugd werd sinds het midden van de vorige eeuw onderwezen via de leer- en leesboeken en de pedagogische werken van de fraters. En dat zijn er honderden geweest. Een in 1846 in Westmalle gekochte drukpers vormde de basis voor de Drukkerij van het Roomsch-Katholiek Jongens-Weeshuis. Initiator mgr. Joannes Zwijsen heeft met de oprichting van een eigen drukkerij een vooruitziende blik gehad. De persen hebben meer dan een eeuw op volle toeren gedraaid. Het archief van de fraters bezit rekken vol 'eigen' uitgaven. De invloed van de Tilburgse fraters op het katholiek onderwijs in Nederland (en destijds ook in Oost- en West-Indië) is van grote betekenis geweest. Tientallen fraters hebben boeken geschreven. Vele verschenen in seriewerken als de "Klasbibliotheek-serie", "Vroolijk Volkje", de "Roomsche Reeks" en de "Opvoedkundige Brochurenreeks". En wie heeft er niet de boeken van "Puk en Muk" gelezen, of het tijdschrift "De Engelbewaarder"

In het begin van deze eeuw deden de fraters lustig mee aan de publikatiegolf van sterk opvoedkundige zogenaamde anti-alcoholische literatuur. In Tilburg had je de R.K. Drankbestrijdersvereeniging. In De Engelbewaarder stonden regelmatig artikelen over drankbestrijding. Het was vooral fr. Caecilius Dieks die er boeken over schreef, zoals "Koning Alcohol. Leesboek voor de hoogste klassen der R.K. School", en "Drie kinderrampen" (snoepen, roken en alcoholgebruik).Voor het onderwijs in de Nederlandse taal- en letterkunde was er bijvoorbeeld de leesmethode "Ik lees al" uit 1910, die tot ver in de jaren vijftig vele herdrukken beleefde. In 1883 werd zelfs een eigen letterkundig tijdschrift "Bloemkrans" uitgegeven, waaraan de Vlaamse priesterdichter Guido Gezelle nog heeft meegewerkt.

De fraters gingen ook bepalen wát er door de opgroeiende jeugd gelezen mocht worden. In 1924 werd er speciaal de Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur voor opgericht. Tot 1960 heeft de Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis jaarlijks de "Rafaëlcatalogus" uitgegeven, waarin de goedgekeurde jeugdboeken te vinden waren. Die droegen overigens alle een Keurraadstempel. Tegen St. Nicolaas verzorgde de Keurraad tentoonstellingen van goedgekeurde boeken op de scholen. In 1957 fuseerde de Keurraad met de vanaf 1937 hier ter stede bestaande IDIL, de Informatie Dienst Inzake Lectuur van de 'paus van Tilburg' Gerard Verbiest. Hij had een leger recensenten in dienst, die voor hem boeken volgens een beoordelingsschaal van I tot en met V beoordeelden: I verboden lectuur, tot V lectuur voor allen.

Voor degenen die niet regelmatig een boek kochten maar toch wilden lezen, ontstond eind 18e eeuw, vooral voor de betere stand, het fenomeen leesgezelschappen. Het zou nog tot omstreeks 1900 duren voordat er in Tilburg sprake was van een uitleenbibliotheek. In het gebouw van de R.K. Gildenbond in de Tuinstraat werd voor het 'leesgrage volk' - bedoeld werd voor de katholieke arbeiders - de eerste R.K. Leesbibliotheek opgericht. In de boekhandel van Antoon Bergmans aan de Heuvelstraat, werd in 1909 een boekenkast ingericht door de Nieuwe Tilburgsche R.K. Leesbibliotheek 'St. Dionysius', waaraan in 1913 een leeszaal werd verbonden: de eerste volwaardige openbare bibliotheek was
een feit. In bijna tachtig jaar is deze bibliotheek, die sinds maart 1992 in het tweede stadskantoor is gehuisvest, uitgegroeid tot een van de grootste openbare bibliotheken van Nederland. Tilburg heeft nog twee belangrijke bibliotheken: de bibliotheek van de Theologische Faculteit, en de dit jaar te openen ultramoderne KUB-bibliotheek, met onder meer de belangrijke Brabantica-collectie. Door de geavanceerde computersystemen en zoekmethodes, is het lezen van boeken thans steeds meer 'elektronisch' lezen geworden.

boeken drukken en verkopen

Pas in de eerste helft van de 19e eeuw kwamen er in Tilburg boekhandels, zoals die van de wed. J. van Gemert en zonen (1818), A. van der Voort (1840), Gebroeders De Kanter (ca. 1844) en Willem Bergmans (1847). Van een boekhandel alleen kon je destijds niet leven. Ze deden er allen iets bij: Van Gemert was ook goud- en zilversmid, Arnoldus van der Voort was drukker en uitgever (onder andere van de eerste krant in Tilburg in 1840), de Gebroeders De Kanter waren respectievelijk leerlooier en wollenstoffenfabrikant annex koster, en Willem Bergmans handelde in kerkboeken, devotionalia, hosties, wierook, kerkmuziek en Bossche koek; vanaf 1875 was hij ook drukker. 

In de tweede helft van de 19e eeuw waren onder meer als boekhandelaar hier gevestigd: M.G. Vattier Kraane (1874) in de Willem II-straat (later T. de Wekker, respectievelijk Tuerlings) en 'Jan Plek' van Laarhoven (1875), die in 1863 als boekbinder was begonnen. In 1907 verbond hij ook een drukkerij aan zijn bedrijf aan het Wilhelminapark. In feite waren de vroegere boekhandels kantoorboekhandels zoals we die nu nog kennen. Ze verkochten papier en schrijfbenodigdheden, en waren vaak ook advertentiebureaus voor (inter)nationale kranten. In de jaren twintig en dertig van deze eeuw ontstonden nieuwe boekhandels zoals Boek- en kunsthandel Triborgh in de Stationsstraat, de Zuid Nederlandse Boekhandel in de Noordstraat en Het Nederlandsche Boekhuis van Gerard Verbiest in de Industriestraat. Uit Triborgh is in 1947 Boekhandel Gianotten ontstaan, en uit de Zuid Nederlandse Boekhandel, in 1928 Boekhandel Pillot (tot 1934 als Boekhandel en Uitgeverij De Kempen). Boekhandel W. Bergmans heeft tot 1972 bestaan. Drukkerij Bergmans drukte tussen 1916 en 1970 het weekblad "Roomsch Leven". De drukkerij ging in 1985 failliet.

De Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis (1846), veranderde in 1959 de naam in Uitgeverij Zwijsen (sinds 1982 drukkerij PABO-Print). Een andere bekende drukkerij in Tilburg is Drukkerij Gianotten. In 1898 vestigde de kleinzoon van een Italiaanse voerman, Hendricus Gianotten, zich vanuit Zutphen in Tilburg. Hij begon er in 1904 een drukkerijtje in zijn huis aan de Leonardstraat in de Besterd. Gianotten was aanvankelijk in 1917 een jaar drukker van "Het Nieuwsblad van het Zuiden". De cultureel-literaire tijdschriften "Roeping" (1922-1963) en "Raam" (1963-1975), en het maanblad "Economie" (1934-1991) zijn de bekendste tijdschriften die Gianotten drukte. 

schrijvers

Tot de eerste Tilburgse schrijvers behoren de reeds genoemde pastoor Augustinus Wichmans (1596-1661) en Dionysius Mutsaerts (1578-1635). Mutsaerts was een groot geschiedschrijver. Zijn belangrijkste werk is de uit twee dikke delen bestaande "Kerckelycke Historie", die in 1622 bij Verdussen in Antwerpen werd gepubliceerd. De titelbladen zijn in koper gegraveerd naar ontwerp van de schilder Peter Paul Rubens. In 1763 werd door Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) een verhaal gepubliceerd dat handelt over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in 1669 in Tilburg op de Heuvel was begonnen. Lijske is als Tobias Morello in Spaanse dienst terechtgekomen. Een geval van travestie om bestwil. Een geromantiseerde versie van dit verhaal werd in 1840 door mr. J.I.D. Nepveu gepubliceerd. Eind 18e, begin 19e eeuw, waren in Tilburg de patriottische dichter, politicus en wollendekenfabrikant Pieter Vreede (1750-1837) en drossaard, toneel- en reisschrijver Adriaan van der Willigen (1766-1841)
hier actief.

Uit het midden van de 19e eeuw kennen we twee bevriende schrijvers: dominee dr. G.D.J.Schotel (1807-1892) en Elise van Calcar-Schiotling (1822-1904). Elise van Calcar bezocht haar vriend dominee Schotel in de Heuvelstraat in Tilburg in 1850, en schreef daar het boek "Tilburgsche mijmeringen" over. Schotel, die bevriend was met koning Willem II, was van 1846-1862 predikant te Tilburg. Als cultuurhistoricus schreef hij talloze boeken, onder andere in 1850 zijn "Tilburgsche avondstonden". De titel doet niet vermoeden, dat dit werk alleen twee verhandelingen bevat over de Gallische bisschop Martinus en over de geschiedenis van met name het Dordrechts toneel.

Uit de eerste helft van de 20e eeuw zijn vooral de Tilburgse dichters van belang. Priester-dichters en componisten zoals Antonius van Delft (1876-1958), Adriaan Hamers (1871-1929), Henri Donders (1870-1932) en Willem Smulders (1879-1942), maakten furore met bundels als de Sacramentsgedichten "Eucharistica" (Van Delft, 1909) en de seminariegedichten "Cantica Graduum" (Smulders, 1906). De ex-jezuïet Henricus Dolmans (1840-1899) verbleef eind vorige eeuw in Tilburg. Hij rentenierde van zijn familiefortuin, dat hij uiteindelijk "in den maalstroom des levens" erdoorheen zou jagen. Hij schreef onder andere twintig jaar lang voor de Tilburgsche Courant gelegenheidsgedichten en liederen. Zijn overlijdensakte vermeldt als beroep: dichter, niets meer en niets minder.

Geheel vernieuwend is de stroming van De Stijl, waarvan de bakermat in Tilburg ligt. Toen Theo van Doesburg (1883-1931) in 1914 werd gemobiliseerd en tussen Alphen en Riel werd gelegerd, kwam hij in contact met de sinds 1908 in Tilburg wonende spoorwegambtenaar Antony Kok (1882-1969). In 1915 organiseerden zij met een vriendenclub in café Jansen tegenover het station hun 'soirées intime', waar muziek werd gemaakt en experimentele gedichten werden voorgedragen. Van Doesburg (later kunstschilder) maakte in die periode veel gedichten en proza, waarvan vooral zijn typografische en klankgedichten grote bekendheid kregen. Met Kok ontwikkelde hij plannen voor de oprichting van een nieuw, internationaal befaamd tijdschrift: "De Stijl". In 1923 was Van Doesburg een van de medewerkers van de zogenaamde Dadaïstische veldtocht, die ook Tilburg moet hebben aangedaan.

De intellectuele emancipatie van de katholieken kreeg in Noord-Brabant gestalte in het Brabants Studenten Gilde van Onze Lieve Vrouw, de studentenvereniging St. Leonardus van de Tilburgse R.K. Leergangen, en de in 1935 opgerichte beweging "Brabantia Nostra" (Brabant aan ons), die een gelijknamig tijdschrift in Tilburg uitgaf. Een van de voormannen was de Tilburger Frans van der Ven (1907), de latere hoogleraar sociaal recht, die onder het pseudoniem Frank Valkenier vele dichtbundels publiceerde. Onder de dichters die regelmatig bijdragen leverden aan Brabantia Nostra bevonden zich bijvoorbeeld Luc van Hoek (1910-1991), Maria Dietse (1916), Joep Naninck (1914), Charles Bressers (1917-1963), Frans Siemer (1887-1966), Anton Eijkens (1920) en Paul Vlemminx (1907-1972). Zij hebben ook veel gedichtenbundels gepubliceerd. Toen eind 1945 het tijdschrift verdween, nam Jan Bechtold (1892-1971), de toenmalige hoofdredacteur van de Nieuwe Tilburgsche Courant, het initiatief om een nieuw gezinsblad, "Edele Brabant", op te richten. Het werd gedrukt bij Bergmans in Tilburg. Hoofdredacteur was de Hilvarenbeekse onderwijzer en auteur Jan Naaijkens (1919). In 1950 hield het blad op te bestaan. Er werd nog een poging gedaan om Brabantia Nostra weer te laten
verschijnen. Dit lukte, maar na twaalf nummers was het toch gedaan. In 1952 is toen "Brabantia" opgericht, voortgekomen uit Brabantia Nostra en het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Dit culturele tijdschrift, dat jarenlang bij Bergmans werd gedrukt, bestaat nog steeds.

Dr. H.W.E. Moller (1869-1940), oprichter van de R.K. Leergangen, en groot Vondel- kenner, richtte in 1922 in Tilburg het literaire tijdschrift "Roeping" op. In 1963 is de naam van dit maandblad, dat nog tot 1975 heeft bestaan, gewijzigd in "Raam". Dr. P.C. Brouwer (1874-1961), rector van het R.K. Gymnasium in Tilburg, was in 1927 een van de oprichters van het katholieke literaire tijdschrift "Wij". Het werd uitgegeven door de Zuid Nederlandse Boekhandel in Tilburg (later door Antoine Arts), en het hield slechts een jaar stand. Auteurs waren onder meer de Tilburgers Jos Panhuijsen (1900), Norbert Heerkens (1906-1991) en Uri Nooteboom (1903-1945).

Typische volksdichters heeft Tilburg ook gekend. Pater Piet Heerkens S.V.D. (1897-1944) publiceerde naast romans over de missie van Flores, een zestal gedichtenbundels in het Tilburgs dialect: "Den örgel" (1938), de "Mus" (1939), de "Kinkenduut" (1940), "Brabant" (1941), "Vertesselkes" (1941) en postuum "De Knaorrie" (1949). De bekendste schrijver van het Tilburgse dialect, is ongetwijfeld Cees Robben (1909-1988) geweest, die met zijn "Prent van de Week" vanaf 1953 onafgebroken tot 1970 in Rooms Leven, en daarna in Het Nieuwsblad van het Zuiden, zijn karakteristieke tekeningen publiceerde met een tekst of gedicht in dialect. Tussen 1958 en 1988 verschenen zeven "Prentebuukskes" en drie andere bundels.

Een aantal landelijk bekende romanschrijvers is in Tilburg geboren, of heeft er lange tijd gewoond. Walter Breedveld (pseudoniem van Piet van den Bogaert; 1901-1977), personeelschef bij V & D, schreef de meeste van zijn tientallen romans in de Tuinstraat. Boeken van hem werden vertaald in het Duits en het Pools. Mr. Anton Roothaert (1896-1967) werd aan de toenmalige Bosscheweg geboren, en groeide op in de Telefoonstraat 22, waar zijn vader een biljartfabriek had. Hij werd bekend door zijn trilogie "Doctor Vlimmen". Het eerste boek werd drie keer verfilmd, en er verschenen zes vertalingen van. Er werden ongeveer een miljoen exemplaren van verkocht. Ed de Nève (pseudoniem van Jean Lenglet; 1889-1961), Wim Hornman (1920) en Jos Panhuijsen (1900) publiceerden talloze romans. 

Tot de moderne literatuur rekenen we romans van bijvoorbeeld de in Tilburg geboren Maartje Luccioni (1935), Jacq. Firmin Vogelaar (pseudoniem van Frans Broers; 1944) en de werken van de sinds 1968 in Tilburg woonachtige schrijver/dichter Tymen Trolsky (pseudoniem van Jasper Mikkers; 1948), die in 1974 debuteerde met de roman "Hyacintha en Pasceline". De bekende Tilburgse columnist en literatuur-criticus Ed Schilders (1951) is in geen enkel hokje van de literatuur te plaatsen. Hij schreef onder meer "Vergeten boeken" over literaire curiosa, "De voorhuid van Jezus, en andere roomse wonderen", de Tilburgse bestseller "Moordhoek", en hij gaf in eigen beheer het tijdschrift "The Brooklyn Bridge Bulletin" uit. De dichtbundels van de in Tilburg geboren cabaretier Ivo de Wijs (1945), zoals "Ollekebollekes" en "Potverdriedubbeltjes", die hij samen met Drs. P. en KUB-docent Pieter Nieuwint schreef, behoren tot de zogenaamde light verse. Actieve hedendaagse dichters zijn onder anderen Jace van de Ven (1949), Cees Verraak (pseudoniem van Cees van Raak; 1954) en de onlangs overleden Kees van Kalmthout (1948-1991).

Tilburg heeft twee bibliofiele uitgeverijtjes. In 1971 stichtte prof. dr. Frans van der Ven zijn Brandon Pers. Tot 1989 verzorgde hij een veertigtal dichtbundels in beperkte oplagen. De pers wordt nu draaiende gehouden door Looi Naaijkens. Jos Kerkhof en Frans de Kock, verbonden aan het Tilburgse Cobbenhagencollege, hebben op hun school de bibliofiele drukkerij Cobbenhagenpers, waar drukwerk in de marge wordt gemaakt, van vertalingen van vroeg-middeleeuwse gedichten uit Wales, tot bijvoorbeeld de ondeugende bundel met klassiek©erotische gedichten "'t Braandt".

In 1981 heeft zes nummers lang het literaire tijdschrift "Komplement" bestaan. Op initiatief van Peter IJsenbrant en Ton van Zeeland, ontstond in 1986 het nog steeds bestaande, en landelijk bekende, literaire tijdschrift "SIC". De in 1980 voor de literatuurliefhebbers opgerichte Stichting J.H. Leopold, is actief met het maandelijkse literaire café en de jaarlijkse Nacht van het Boek.Tilburg is een stad met een behoorlijk literair potentieel, dat zich soms ver buiten de gemeentegrens heeft uitgestrekt. De recente nota letterenbeleid van de gemeente Tilburg, die een verbetering van het literaire klimaat in de stad voorstaat, nodigt uit tot grootse prestaties.

 

Aanvulling 2001

Dit voorwoord verscheen ook als: Ronald Peeters, 'De Paap van Gramschap. Vier eeuwen schrijven en drukken in Tilburg', in: Tilburg Magazine, III (1992), nr. 1, p. 47-51.

Besprekingen in: DTK van 13-2, 20-2, 27-2, 5-3, 12-3, 19-3, 26-3-1992; HN van 17-2, 25-3, 30-3-1992, Tilburg Vrij Uit van 1-4-1992, De Volkskrant van 11--4-1992, Brabantia mei 1992, p. 7; Literatuur. Tijdschrift over Nederlandse letterkunde, 10, 1993, nr. 1, p. 61; Tilburg, 10, 1992, nr. 1, p. 23, Noordbrabants Historisch Nieuwsblad, juli 1992, nr. 3, p. 16; Kerkklokje (Oisterwijk) van 1-7-1992.


Naar het begin van de pagina Inhoud De paap van gramschap CuBra Home