|
|
Ronald Peeters & Ed Schilders
Ad Haans - J.-K. Huysmans Haans, Ad (22 juli 2015)
Bron: Brabant Cultureel/Brabant literair. Fotograaf niet bekend
Ad Haans werd in Tilburg geboren
op 14 september 1939. Aan de Katholieke Leergangen studeerde hij
Nederlands, gevolgd door een studie algemene taalwetenschap en
taalpsychologie aan de Universiteit van Nijmegen. Van1963 was Ad
Haans als docent werkzaam in het HBO-onderwijs, van 1972 tot 1993
aan de Nieuwe Lerarenopleiding van het Mollerinstituut in Tilburg.
Vanaf 1993 is hij, zoals hij het zelf noemt, 'een wegbezuinigde
‘vrijgestelde’ met veel aandacht voor poëzie'. Dat laatste uitte
zich in de publicaties vanaf 1997 over dichters als Rainer Maria
Rilke, Gerrit Achterberg en Martinus Nijhoff, uitgegeven door het
door Haans opgerichte Bureau Pragmatekst. In 2015 publiceerde hij
onder het pseudoniem Reinier de Wolf een openhartige beschrijving
van de problematische relatie die hij had met zijn aan kanker
overleden zoon: Grawitz.
Ad Haans - Lezing over Rainer Maria Rilke Ad Haans - Mystiek in de poëzie Ad Haans - Over Jasper Mikkers Ad Haans - Columns uit het Brabants Dagblad
Haans, A. F. J. (1999). Mystieke ervaringen in de Nederlandse poëzie in de eerste helft van de twintigste eeuw. Tilburg: Haans. Rilke, R. M., & Haans, A. F. J. (2008). Rainer Maria Rilke: Bloemlezing. Den Dungen: Tilia Levis. Haans, A. F. J. (2012). Verzamelde bijdragen aan het letterkundig tijdschrift 'Leydraden': 1998-2012. Tilburg: Bureau Pragmatekst. Rilke, R. M., & Haans, A. F. J. (2013). Mijn levensjaren met Paula Modersohn-Becker: Requiem Für Eine Freundin. Tilburg: Bureau Pragmatekst. Haans, A. F. J. (2013). GeDICHTen van Gerrit Achterberg GeOPENd. Tilburg: Bureau Pragmatekst. Haans, A. F. J. (2014). Nooit meer fouten tegen -d,-t, of -dt. Tilburg: Uitgeverij Bureau Pragmatekst. Haans, A. F. J., & Nijhoff, M. (2014). Martinus Nijhoff en 'Het uur u'. Tilburg: Bureau Pragmatekst. Rilke, R. M., & Haans, A. F. J. (2015). Rainer Maria Rilke: Tweetalige bloemlezing met verantwoording en biografie. Tilburg: Bureau Pragmatekst.
Omslagtekening: Frans Mandos
Exlibrissen voor Frits Haans gemaakt
Cees Andriessen, 1975. Rechts: Miroslav Matous, z.j.
Ap. Boema, 1970. Rechts: Jan Battermann, z.j.
Vojtech Cinybulk, z.j.
Clichédruk (200 exemplaren) door Frits Haans gemaakt voor een onbekende uitgave.
Kleingrafiek vervaardigd door Frits Haans
Lijntekening met de hand ingekleurd (links). Ex Libris voor Piet Haans.
Geboortekaartje.
Bron: Meijnecke (2009)
Stephanus Hanewin(c)kel werd op 5 oktober 1766 te Nuenen gedoopt. Hij was de zoon van Hermanus Christianus Hanewinkel, predikant te Nuenen, en van Catharina Elisabeth Sluiter. Stephanus Hanewinkel was predikant te Bakel in 1790, te Aarle, Beek en Lieshout in 1791, te Oost-Graftdijk in 1798, te Vierlingsbeek in 1802, in combinatie met Sonsbeek in 1806, te Warns en Scharl in 1811, te Ravenstein in 1818, in combinatie met Dieden in 1825. Hij ging op 1 juli 1841 met emeritaat. Hij trouwde te Bakel in 1798 met Alida von Schmidt auf Altenstadt (1779-1858). Zijn
eerste werk dat hij naamloos publiceerde, was Reize door de Majorij
van 's Hertogenbosch in den jaare 1798-1799 (in brieven) in twee delen
(Amsterdam, 1799-1800; reprint 's-Hertogenbosch, 1973). Het gaat over de
houding van protestanten tegenover het katholieke volksdeel in de
Meijerij van 's-Hertogenbosch. Het bevat een schat aan informatie over
de volkscultuur in de Meijerij en het is sterk anti-katholiek
geschreven. Over zijn bezoek aan Tilburg schrijft hij (op p. 107-109 in
het eerste deel):
Over
de dichtkunst van de Tilburgers heeft hij ook al geen goed woord over
als hij spreekt over de intocht van Antonius van Gils in 1779 in
Tilburg:
18 mei 2015:
Frank C. Meijneke, Op reis door de Meierij met Stephanus Hanewinckel.
Voettochten en bespiegelingen van een dominee, 1789-1850 (Stichting
Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg, 2009).
Mr. Herman Hardenberg, geboren op 11 juli 1901 te 's-Gravenhage, was
algemeen rijksarchivaris te 's-Gravenhage (1953-1966). Hij publiceerde
archiefinventarissen, diverse boeken en vele artikelen in tijdschriften
en jaarboeken, bijvoorbeeld het artikel Het ontstaan van de vrijheid
Tilburg dat hij in de bundel Van heidorp tot industriestad
(Tilburg, Henri Bergmans, 1955) schreef. Zijn verhaal over Hermanus
Harten, in de geromantiseerde historische verhalenbundel Uit oude
papieren (Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon N.V., z.j.), speelt zich
gedeeltelijk af in Tilburg op het eind van de 18e eeuw. Hardenberg
overleed op 18 april 1976 te Brussel.
Enkele auteurs hebben zich door dit devote kapelletje, dat ter ere van Onze Lieve Vrouw werd gebouwd, in historische en literaire zin laten inspireren. De eerste was Edmond Meelis, die omstreeks 1900 in zijn bundel Uit Tilburg's verleden een hoofdstuk aan deze kapel wijdde. Willem van Mook publiceerde in 1930 de brochure Beknopte folkloristisch-historische beschrijving van het Tilburgsch genade-oord der 'Hasseltsche Kapel' of 'Kapelle van onze Lieve Vrouwe ter Hasselt'. Lamb. G. de Wijs schreef in 1939 de eerste uitvoerige historische schets: De geschiedenis van de Hasseltsche kapel. Het beste historische werk werd in 1972 onder redactie van dr. F.J.M. van Puijenbroek gepubliceerd onder de titel Eeuwen en uren in de Hasseltse kapel, dat in 1987 in populaire vorm bewerkt zou worden door zijn echtgenote Nel van Puijenbroek-van Mierlo onder de titel De Hasseltse kapel te Tilburg troost en toeverlaat voor velen.
Jehan Kuypers beschreef in zijn boekje Lieve Vrouwkes van Brabant of
eenen krans van Maria-legenden (Maastricht/Vroenhoven, 1940) de
legende van Winus Monkels:
In
2013 verscheen de bloemlezing De kapel op de Hasselt als deel
2 in de reeks InTilburg (redactie Ed Schilders, Ronald Peeters,
Gianotten Printed Media) ter ondersteuning van een restauratie van
de kapel. Het boek bevat werk van veertig Tilburgse schrijvers en
beeldend kunstenaars:
Pierre van Beek,
A.J.A.C. van Delft, Harrie
Janssens, Gerard de Croon, Uri
Nooteboom, Lodewijk van den Bredevoort, Elie van Schilt, Harry
Corvers, Henriëtte Vunderink, Piet Brok,
Piet van Beers, Frans en
Kees Mandos, Lechim, Cees Robben, Frank
Klaroen, Joep Eijkens, Jan Swolfs,
Ed Schilders.
De legende van Winus Monkels in De Stad als Museum van Luc Verschuuren en Ed Schilders (Tilburg, Woonzorgcentrum Padua 2013)
De Hasseltse kapel in de Rijmkroniek van Tilburg (1946). Tekst Anton Eijkens, kalligrafie Kees Mandos.
Audiobestand: 'De Hasseltse Kapel' door Tony Ansems
Bron: Rolf Jansen, We hebben gezongen en niks gehad (1984)
Leo Adrianus Cornelus Heerkens werd op 17 januari 1904 te Tilburg
geboren als zoon van Johannes Heerkens (1860-1916) en Petronella Maes
(1872). Hij was de broer van Piet Heerkens (zie verder). Leo Heerkens
had een houtwerkplaats aan de Korvelseweg. In 1928 vertrok hij naar
Helmond, waar hij in 1929 trouwde met Catharina Wilhelmina Vernoy. In
Helmond begon hij een wasserij, en in zijn vrije tijd hield hij zich
bezig met schilderen, boetseren, dichten, componeren, piano- en
orgelspelen. Leo schreef de muziek bij gedichten van zijn broer Piet in
de zangbundel Nederlands Volkslied. Hij schreef verder nog zo'n
120 liederen, waarvan 45 op teksten van hemzelf of Piet. De overige zijn
op teksten van B. van Meurs, Guido Gezelle en anderen. In 1949 maakte
hij de dichtbundel De Knaorrie van zijn broer Piet af, die in 1944
overleden was. Leo Heerkens overleed op 11 maart 1966.
- Rolf Janssen over Leo Heerkens - Inhoudsopgave Leo Heerkens op CuBra
De wolwevers
gaat over de bewustwording van de arbeiders in de Tilburgse wolindustrie
en hun strijd tegen de absolute macht van de fabrikanten en de
toenmalige pastoors. Heerkens heeft voor deze roman een uitvoerig
literatuuronderzoek gedaan, wat dit boek tot een herkenbare Tilburgse
roman maakt.
Eerste aflevering van De Uitkijk na de capitulatie van Duitsland. Bron: Delpher
Een van zijn laatste publicaties is Hilvarenbeek van de hak op de tak, eigenlijk bijschriften bij historische foto's (Hilvarenbeek, De Hilverbode, 1976)
Nor Heerkens in de reeks 'Kwartjesboek'
Omslagtekening van Nor Heerkens; volgende illustraties: Charles Boost
Het vervolg op Koning der zandbaan; illustraties Charles Boost
Met afbeeldingen van Frans Mandos Tzn - Over Jimmy, een jonge vliegmachinefanaat uit Udenhout die in Tilburg op de Rijks-HBS zit, en uitgroeit tot een van de beste piloten van de KLM.
Met afbeeldingen van Frans Mandos Tzn., onder andere dit portret van de auteur:
Nor Heerkens geportretteerd door Gerrit de Morée, die veel van Heerkens' jeugdboeken illustreerde. Bron: Noordbrabants Schrijversboek 1981.
In 1933 werd hij pastoor in de oude
parochie Sika op Midden-Flores. Pater Heerkens had grote belangstelling
voor de gewoonten, tradities, folklore en verhalen van de inlandse
bevolking, waardoor hij vele gegevens kon verzamelen voor zijn literaire
arbeid. In 1936 moest hij om gezondheidsredenen naar Nederland
terugkeren. Toen hij weer wat op krachten was gekomen, gaf hij op
missieavonden aanvankelijk nog vele lezingen met films of lichtbeelden.
Spoedig ging hij zich toeleggen op het schrijven. Op 28 januari 1944 is
hij na een maagoperatie in het ziekenhuis te Eindhoven overleden. Hij
werd op 1 februari begraven op het kerkhof van het missiehuis St.
Lambertus te Helvoirt.
Twee gedichten in het tijdschrift
Brabantia Nostra (jrg. 2, 1936), die onder het pseudoniem Piet
Körvel (Den örgel; p. 217) en Piet van Tilborgh (De boeremeid; p.
284) verschenen, werden opgenomen in de bundel Den örgel. In de
bundel De Mus (1939) staan ook enkele 'liekes' van zijn broer Leo
Heerkens. De Kinkenduut (1940), waaraan wederom zijn broer
bijdroeg, werd uitgegeven als 'busselke drie'. Zijn vierde bundel
Brabant (1941; in 1978 te Tilburg herdrukt bij gelegenheid van het
50-jarig bestaan van Pillot Standaard Boekhandel) droeg hij op aan dr.
P.C. de Brouwer. Bekend is het gedicht Brabantse scheldprocessie,
waarin hij een scala van spotnamen van de inwoners van Brabantse steden
en dorpen opsomt: In Tilburg (wonen) Turken en Kruiken. Op de eerste
zondag van september 1968 trok in Heeze een Brabantse scheld- en
spotprocessie door de straten, geïnspireerd door dit gedicht. Ook het
gedicht As Tilburg zingt.. komt uit deze bundel (fragment):
Onder het pseudoniem Jan Jaansen schreef hij (1939) voor de Nieuwe Tilburgsche Courant het feuilleton ‘Groeten uit Baozel’ (18 afleveringen). Het betreft verhalen die Heerkens baseerde op werk van de populaire Duitse dialectschrijver Augustin Wibbelt. In dezelfde krant verschenen in 1940-41 dialectverhalen op naam van Augustin Wibbelt met Heerkens als vertaler.
In
1941 publiceerde Heerkens in het ‘Bijblad’ van de Nieuwe
Tilburgsche Courant wekelijks een gedicht. De helft daarvan is
opgenomen in zijn bundel Vertesselkes en De Knaorrie,
het geheel is door Ben van de Pol ontsloten op CuBra.
Ex libris: door Kees Mandos, 1942
Kerst- en nieuwjaarswens van Piet Heerkens, 1942, getekend door Frans Mandos Tzn.
Brabantia Nostra, jaargang 2, nummer 9, 1936
Brabantia Nostra, jaargang 2, nummer 10, 1936
Rijmprent. Tekst Piet Heerkens, tekening Henk Potters
Bron: Internet, met dank aan Lauran Toorians
Fotograaf niet bekend
Het afscheidsfeest van Piet Heerkens aan de vooravond van zijn vertrek naar Flores, Tilburg 1927.
Het graf van Piet Heerkens op de kloosterbegraafplaats in Teteringen achter het voormalige kloostergebouw. Foto's Ed Schilders
Jan Jaansen & Augustin Wibbelt - feuilleton Groeten uit Baozel (redactie Ben van de Pol) - Meer over Lieder der Florinesen - Lauran Toorians over Piet Heerkens - Ed Schilders over Piet Heerkens en de toren van de kerk van Korvel – 2 columns uit Brabants Dagblad - In memoriam uit de Nieuwe Tilburgsche Courant, 29 januari 1944 - Ed Schilders over zijn speurtocht naar het graf van Piet Heerkens - Alle gedichten in ‘De Zaaier’ (redactie Ben van de Pol) - De Brabantse Scheldprocessie geannoteerd door Ed Schilders - Inhoudsopgave Piet Heerkens op CuBra
|
Heijden, Rinus van der (3 september 2015)
Bron: website Brabant Cultureel. Foto: Gemma van der Heyden.
Journalist, kunstredacteur en publicist Rinus van der Heijden werd in 1945 geboren in Helmond maar woont al sinds 1952 in Tilburg. Gedurende veertig jaar werkte hij bij het Nieuwsblad van het Zuiden en het Brabants Dagblad, redactie Tilburg. Als kunstredacteur waren de jazzmuziek, de theaterdans, en klassieke muziek zijn specialismen. In 1978 was hij een van de grondleggers van het magazine JazzNu, waarvan hij ook zes jaar uitgever was en gedurende negen jaar redacteur. Van der Heijden trad in 2006 toe tot de redactie van Jazzenzo, waarvan hij van 2011 tot begin 2015 hoofdredacteur was. In mei 2015 startte hij een eigen website onder de naam JazzNu. Daarnaast is hij hoofdredacteur van het online tijdschrift Brabant Cultureel - Brabant Literair.
Van der Heijden is co-auteur (met Henk van Belkom, Ruud Erich, en
Jan van Rijthoven) van Jazz in Tilburg: Honderd jaar avontuurlijke muziek
(2010), en hij verzorgde de teksten in de fotoboeken Tilburg in de jaren
’60 (2007), Tilburg in de jaren ’80 (2008) en Tilburg
in de jaren ’70, alle gevuld met journalistiek fotowerk van het
Tilburgse persbureau Van Eijndhoven (2009,
Uitgeverij Nieuwland).
Hij was
ook mederedacteur van
Cultureel lexicon Tilburg, 1945 – 2008 (Oisterwijk,
Wolf Publishers). Zijn passie voor wielrennen is terug te vinden in
zijn teksten voor De kanonbol, over de legendarische
Tilburgse baanrenner Jan Pijnenburg
(2003, teleXpress) en het
gedenkboek
'Ne Heer
fietst nie: jubileumboek T & WC Pijnenburg
(Toer-
en Wielerclub "Pijnenburg", 1986).
Homepagina van JazzNu
Met Ruud Erich, Jan van
Rijthoven, en Gemma van der Heyden (fotografie) publiceerde Van
der Heijden: Henk van Belkom Van 'Beren-Temmer' tot jazzmuzikant
(Tilburg 2015), een gedetailleerde biografie van de Tilburgse
bandleider van The South Jazzband, inspirator en gangmaker, en
ambassadeur van de jazzmuziek. Het boek bevat een chronologisch
beeld van het leven en de carrière van Henk van Belkom en een
gedegen discografie.
Heijst, A.N.P. van(25 november 2015)
Adrianus
Nicolaas Petrus van Heijst werd op 19 juni 1922 geboren aan de
Bredaseweg 117 in Tilburg. In 1968 promoveerde hij aan de
Universiteit van Utrecht waar hij hoogleraar was in Reanimatie en
klinische toxicologie. Daarnaast was hij hoofd van het Nationaal
Vergiftigingen Informatie Centrum, en van de afdeling Reanimatie en
toxicologie van de Kliniek voor inwendige geneeskunde in Utrecht.
Van Heijst schreef een tiental werken op zijn vakgebied, waaronder
Vademecum vergiftigingen (met S. A. Pikaar; 1978).
Helligers, Han (2014)
Bron: Cubra
Han Helligers, pseudoniem voor de Tilburgse dichter Johan de Kok (1951-
31 december 2011). In 2000 verscheen bij Uitgeverij The Flame Publishing
te Tilburg zijn eerste dichtbundeltje Vier gedichten vanwege de Vader
(onder de naam Johan de Kok).
En ook in zijn tweede bundel, Der verdammte Krieg (Tilburg, eigen
beheer, 2005), speelt de vaderfiguur weer een belangrijke rol. De
auteur draagt de gedichtenbundel op aan zijn in 1999 overleden vader,
die als een rode draad door al de gedichten loopt. Pas na zijn dood
begreep de dichter dat zijn vader ‘onvrijwillig Frontarbeider’ was. Zijn
tochten naar het Oostfront en zijn ontberingen worden gereconstrueerd.
En ergens schrijft de dichter ‘Ik heb geërfd zijn oorlog en vrede’,
waarmee hij kennelijk aangeeft hoe het, voor hem vrij onbekende verhaal
van zijn vader, hem nog steeds intrigeert en emotioneel aangrijpt.
Hest, drs. J. (Joost) H.J. van (3 oktober 2015)
Bron: website Munumentenadviesbureau
Joost van Hest werd in 1962 geboren in Tilburg. Hij studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (Radboud Universiteit). Zijn afstudeerscriptie was gewijd aan de inventaris van de Heilige Lambertuskerk in Udenhout. Na zijn afstuderen werkte hij als inventarisator van het kerkelijk kunstbezit in het bisdom Den Bosch (Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland). Vervolgens was hij docent kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing bij Instituut Posterheide. Na in 1997-2014 in de monumentensector te hebben gewerkt is hij nu werkzaam voor Museum Catharijneconvent in Utrecht. Hier richt hij zich op de inventarisatie en herbestemming van het kloosterlijk erfgoed. Van Hest heeft verschillende publicaties op zijn naam staan, onder meer over het katholieke erfgoed in Tilburg.
- Hest, Joost van, ´Gids voor het gebouw en de inventaris van de Sint
Dionysius kerk, ´t Heike te Tilburg´, VIII (1990), nr. 3, p. 77-80. &
Hest, Joost van, ´De huidige kerk van ´t Heike´, VIII (1990), nr. 3, p.
81-94.
Hest, J.H.J. van. 1989. De neobarokke preekstoel in de St.-Lambertuskerk te Udenhout: kunst- en cultuurhistorische aspecten van een kerkmeuhbel. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen. Hest, Joost van. 1989. Beknopte gids voor de St. Dionysiuskerk, 't Heike te Tilburg. S.l: s.n.]. Hest, Joost van. 1999. "De kapel van het voormalig St.-Elisabeths gasthuis te Arnhem". Bulletin : Bulletin Van De Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, Tevens Orgaan Van De Rijksdiensten Voor De Monumentenzorg En Voor Het Oudheidkundig Bodemonderzoek, En Van De Nederlandse Museumvereniging. 98 (2): 75-85. Hest, Joost van. 1999. "De kapel van het voormalige St.-Elisabeths gasthuis te Arnhem". Bulletin KNOB / Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond. 75-87. Hest, Joost van. 2001. St.-Elisabeths Gasthuis: bouwgeschiedenis van een Arnhems ziekenhuis. Utrecht: Matrijs. Hest, J.H.J. van. 2006. "De kerk van het Goddelijk Hart van Jezus in De Horst: een zorgvuldig gecomponeerd voorbeeld van 'vroeg-christelijke kerkbouw'". Venster : Kwartaalblad Van De Stichting Oude Gelderse Kerken. 4: 8-13. Frank, Ceesjan, and J.H.J. van Hest. 2007. "Jonge kerkarchitectuur uit de twintigste eeuw". Venster : Kwartaalblad Van De Stichting Oude Gelderse Kerken. 5 (4): 10-16. Hest, J.H.J. van. 2009. "De voormalige kapel van het Sint-Elisabeths Gasthuis in Arnhem: verval, restauratie en behoud van religieus erfgoed". Venster : Kwartaalblad Van De Stichting Oude Gelderse Kerken. 7 (1): 10-16. Hest, Joost van, and Gerard Steijns. 2011. 'Bewijs van ontwaakten kunstzin': de Heikese kerk in Tilburg: geschiedenis, gebouw en inventaris. Tilburg: Parochie De Goede Herder. Hest, J.H.J. van. 2014. "Het derde Blijde Geheim: een kerstraam vertelt over Erfgoed in Kerken en Kloosters". Catharijne : Magazine Van Museum Catharijneconvent Utrecht. 32 (3): 26-27. Hest, J.H.J. van. 2014. "De registratie van kloosterlijk erfgoed". Bulletin KNR : Konferentie Nederlandse Religieuzen. 17 (3): 26. Hest, J.H.J. van. 2015. "Vraag & aanbod religieus erfgoed". Zusters Van Liefde : Informatieblad. (49): 14-15. Hest, Joost van, and Ronald Peeters. 2015. 'O, prachtig huis!': de Goirkese kerk in Tilburg: geschiedenis, gebouw en inventaris. Tilburg: Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed.
Heumakers,
Arnold (18 september 2015)
Hoecken, Christian (19 augustus 2015)
Links: portret van een door Google gecachte website (2015). Rechts: gedenkteken voor de missiepost in Sugar Creek, opgericht in 1988. Foto door Dolores Grizzell, Winamac, Indiana. Bron: http://www.potawatomi-tda.org/kansas/stphilip.htm Over Christian Hoecken is op het internet veel te vinden maar niet dat hij in 1808 in Tilburg werd geboren. Zijn Engelstalige wikipediapagina vermeldt geen geboortejaar, als geboorteplaats slechts ‘Upper Brabant’, en schaart die regio onder België (dat toen nog niet bestond). Dat het Tilburg 1808 was, daar kwam ik slechts bij toeval achter. Hoecken trad in bij de jezuïeten, vertrok in september 1832 naar de Amerikaanse missie, en deed vanaf 1836 met succes bekeringswerk onder indianenstammen als de Kickapoos, de Ottawas, en de Sioux. Hij bestreed hun drankgebruik, bekeerde stamhoofden tot het katholicisme, en gaf les in landbouw. Daarnaast heeft hij ook enige boekwerkjes gepubliceerd waarin de katholieke grondbeginselen (zoals onder andere vastgelegd in de katechismus) in de taal van de Potawatomi-indianden (het Algonkisch) gedrukt zijn. Die drukwerken hebben hem een plaats gegeven in de gedetailleerde bibliografie van publicaties van leden van de orde der jezuïeten: Bibliothèque des écrivains de la Compagnie de Jésus, ou Notices bibliographiques de tous les ouvrages publiés par les membres de la Compagnie de Jésus, deel 2, door de gebroeders Augustin en Aloïs de Backer,Luik, 1851. Daarin staat het vermeld: 1808, Tilbourg. Hoecken overleed op 19 juni 1851 aan cholera aan boord van een boot op de Missouri.
Kinderboek in het Pottowatomie, ten gebruike van Katholieke Christenen.
Kinderboek in het Pottowatomie, ten gebruike van Katholieke Christenen. De Tien geboden.
Potewatomi Missinoikan Catechisme ipi nemconin echiteck Wayowat Kwiyuk enemadjik, Catholique echinika-sidjik. (Katechismus en gebedenboek van de Pottowatomies, ten gebruiike van de ware Christenen, genaamd Katholieken). Cincinnati, Montfort en Conahans, 1844. Pewani ipi Potewatomi Missinoikan , Eyowat Nemadjik Catholiques endjik. (Kinderboek in het Pottowatomie, ten gebruike van Katholieke Christenen. Baltimoinak, John Murphy, Okimissinakisan Ote Missinoikan, 1846. Potewatomi Nememissinoikan Ewiyawat nemadjik Catholiques enjick. (Gebedenboek van de Pottowatomies , ten gebruike van Katholieke Christenen. Baltimoinak John Murphy, Okimissinakisan Ote Missinoikan, 1846. Lettre du P. Hoecken , missionnaire de la Compagnie de Jésus près les Pottowatomies, à un Père Général de la même Compagnie (vertaald uit het Italiaans). Résidence de St.-Stanislas, 27 december 1839. —Bevindt zich in : Annales de la Propagation de la Foi, dl. 13, Lyon, 1841, pag. 60-65. Lettre du R. P. P. J. de Smet , de la Compagnie de Jésus à MM. les Membres des Conseils centraux de Lyon et de Paris. Universiteit vanSt. Louis, 16 januari 1852. — Deze brief, op pagina 236-242 van de Annales de la Propagation de la Foi , dl. 14, Lyon, 1852, is een verslag van het overlijden van pater Hoecken.
Kinderboek in het Pottowatomie op Archive.org Brief van P.J. de Smet over het overlijden van Christian Hoeckens (bron: Gallica)
Zijn vroegste gedichten (1933) zijn
in het katholieke letterkundige tijdschrift Roeping geplaatst. In
1934 werd hij mede-redacteur van Roeping en in 1935 van
Brabantia Nostra. Hierin publiceerde hij veel gedichten en
essayistisch werk.
Van zijn hand verschenen drie
gedichtenbundels: Tussen Demer en Dommel (Tilburg, Boekhandel
Triborgh, 1935), De Roothoorn (Tilburg, Boekhandel Triborgh,
1938) en Grisaille (Tilburg, W. Bergmans, 1947). Van Hoek schreef
vijf prozawerken: Ridder-Joris (Averbode, 1931), Legenden van
God den Almachtigen Vader (Tilburg, Boekhandel Triborgh, 1939),
Het Gezegende Land. Een Brabants spel van Sint Willibrord
(Antwerpen, Het Speyker, 1939), Het jaar van de late nachtmis
(Bussum, Paul Brand, 1946) en onder het pseudoniem van Barend Ballinck
het boek Het leven van Peter Pauwel Rubens. Uitgave voor de jeugd
(Brussel, De Pijl, 1946). Hij publiceerde daarna nog zeer sporadisch. In
het Noordbrabants Schrijversboek 1980 ('s-Hertogenbosch, 1980, p.
52-57) staat zijn korte verhaal Omgekeerd perspektief.
AANVULLING 23-12-2017: In september en oktober 2017 organiseerde Heemkundekring De vyer Heertganghen Goirle in Heemerf De Schutsboom een tentoonstelling met een grote keuze uit alle disciplines waarin Van Hoek werkzaam is geweest. Bij die gelegenheid verscheen een uitgebreide catalogus -- Leven en werk van Luc van Hoek -- met teksten van Jan van Eijck, Norbert de Vries, Ed. Gouverneur en Jace van de Ven.
Op de genoemde tentoonstelling was onder andere een portret te zien zoals Van Hoek zichzelf zag in de tijd dat hij in Vlaanderen ondergedoken zat.
Verlovingskaart (architect) Jo Bedaux met Mien Willekens, houtsnede Luc van Hoek 1936.
'Om een Brabants feest mee te beginnen en te eindigen', rijmprent van het Brabants Studentengilde van O-L-Vrouw; tekst Luc van Hoek, linosnede Kees Mandos, 1941.
Brabants Volkslied. Tekst: Luc van Hoek, muziek: B. van Gool. In Brabantia Nostra, 1936
Advertentie voor Tussen Demer en Dommel. Brabantia Nostra, 1935.
Kerstprent in Brabantia Nostra, 1935.
Devotieprentje, gedrukt bij Bergmans, 1939.
De bestandsnamen bevatten de precieze gegevens.
Lauran Toorians over Luc van Hoek Nico Verhoof over de kleingrafiek van Luc van Hoek
Het stroo en het licht - Kerstverhaal
Gijsbert-Karel Graaf van Hogendorp. De schilder is niet met volledige zekerheid bekend: Jean-François Valois of Cornelis Cels. Bron: Wikipedia.
Wilhelmus Johannes Maria ('Wim') Hornman, geboren op 21 juni 1920 te Tilburg, begon zijn loopbaan als journalist bij Het Nieuwsblad van het Zuiden en vertrok in 1952 als oorlogscorrespondent naar Korea. Als enige Nederlander maakte hij daar de wapenstilstandsonderhandelingen in Panmoenjon mee. Daarvoor schreef hij zijn oorlogsromans Ik wil leven (Amsterdam, De Bezige Bij, 1952) over de 'Tjotten-oorlog' in Korea, en daarna De hele hap (Amsterdam, De Bezige Bij, 1953), over de tweede politionele actie in Indonesië, hoofdzakelijk door de mariniers. Later woonde hij in Zaandam. Samen met zijn echtgenote Joke maakte hij in 1955-1956 een autoreis van anderhalf jaar door Afrika; daarover schreef hij een reportagereeks voor het Dagblad voor de Zaanstreek en voor de Nieuwe Tilburgsche Courant. Hij maakte er ook vier boeken over: de factnovel Het masker af (Leiden, Sijthoff, 1957) over de opstand van de Zuidsoedanese rebellen tegen de regering van Khartoem en de Mau-Mau-opstand in Kenya, de factnovel Sobonjo, de onstuimige (Leiden, Sijthoff, 1958) over de legendarische reuzenstam van de Masai, de reisbeschrijving De gesel van de angst (Leiden, Sijthoff, 1959) over Zuid-Afrika en de toenmalige Belgische Kongo en ten slotte de factnovel Simba's sterven niet (Klaroen, 1960), over de opstand van de Simba-rebellen in de Kongo.
In 1959 zou hij wederom met zijn
vrouw Joke voor anderhalf jaar op reis gaan, dit keer naar Zuid-Amerika.
Hij trok met zijn Landrover door de landen Venezuela, Colombia, Ecuador,
Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Paraquay, Uruguay en Brazilië. Hij
schreef er vele artikelen en boeken over: de reisbeschrijving
Carnaval der tegenstellingen (Leiden, Sijthoff, 1961), de roman
Helden en dwazen (Leiden, Sijthoff, 1962), de reisbeschrijving
Zuid-Amerika opnieuw ontdekt ('s-Gravenhage, Albani, 1962),
Rioolratten (Haarlem, Spaarnestad, 1965) over de verschopte jeugd in
Brazilië, zijn bekende roman De rebel (Haarlem, Gottmer, 1968)
over het leven van de priester Camilo Torres Restrepo (1927-1966), die
in Columbia de stengun verkoos, de roman Wij willen leven
(Haarlem, Gottmer, 1969) over Agua de Dios, de roman De rode bisschop
(Haarlem, Gottmer, 1970) een geromantiseerde biografie van de
Braziliaanse bisschop Dom Helder Camara over de periode dat hij bisschop
van Recife was, de roman In de greep van de Tupamaros (Haarlem,
Gottmer, 1971) over de stadsguerilla in Uruguay en ten slotte de roman
Tranen van God (Haarlem, Gottmer, 1979).
Hij zou na al zijn wereldreizen zijn
geboorteplaats Tilburg niet vergeten. In 1982 publiceerde hij een reeks
van zes romans over de op- en ondergang van de Tilburgse
textielindustrie gedurende de periode 1933 tot deze tijd, onder de
verzameltitel Het geslacht Van Galen (Amsterdam, Impuls, 1982, en
bij Albini, 1983). De titels (van de editie 1983) zijn: De glazen
villa, In vuur en vlam, Het kwaad, Erop of eronder,
Eindelijk wapperen weer de vlaggen en Door de wol geverfd.
Wim Hornman met zijn vrouw Joke kort voor hun vertrek naar Afrika voor het pand van de Nieuwe Tilburgsche Courant op de Heuvel, 1955.
- Aan de verschijning en inhoud van Hornmans boek over de oorlogshandelingen in Korea, Ik wil leven, kleven een paar misverstanden dan wel misvattingen. LEES MEER - De foto op het omslag van Ik wil leven werd niet in Korea gemaakt. LEES MEER
Wim Hornman placht veel aandacht te besteden aan de opdrachten die hij in zijn boeken voor de lezer schreef, getuige de volgende voorbeelden.
1978
Jan Horsten schreef verder de romans Bels Marieke (Laren, A.G. Schoonderbeek, 1961) onder het pseudoniem van J. Conradi (de naam van zijn moeder) en De stroper van het Mariënbos (Maasbree, Corrie Zelen, 1980). Hij laat al zijn boeken in Tilburg spelen. De 'Prinsenbuurt' in het laatste boek bijvoorbeeld, is de Koningswei. Jan Horsten is de eerste Tilburgse arbeider-schrijver.
Joannes Laurentius Horsten werd op 5 september 1879 te Tilburg geboren. Hij trad op 8 september 1896 in de Congregatie van de Fraters van Tilburg als fr. M. Tharcisio Horsten, en werd op 28 augustus 1900 geprofest. Fr. Tharcisio Horsten was twintig jaar lang in het onderwijs werkzaam als leraar Nederlandse taal- en letterkunde, eerst aan de Bisschoppelijke Kweekschool te 's-Hertogenbosch, en daarna vanaf 1914 aan de kweekschool te Tilburg.
Hij was samensteller van
verschillende handboeken voor de middelbare school, de kweekschool en de
hoofdaktestudie. Genoemd kunnen worden de uit enkele delen en vele
drukken bestaande series Stemmen van verre en dichtebij (vanaf
1914) en Keurlessen (vanaf 1915, samen met fr. J. Reynders en fr.
S. Rombouts). Hij publiceerde veel artikelen in tijdschriften, zoals in
De Beiaard, Tijdschrift voor Taal- en Letterkunde,
Opvoeding en Onderwijs, en Ons Eigen Blad. Fr. Tharcisio
Horsten was een groot kenner van de werken van Vondel, waarover hij ook
veel publiceerde, onder andere het boek Vondels kleine gedichten
(Zutphen, W.J. Thieme & Cie, 1918). Hij schreef ook onder het pseudoniem
F.C. Rath.
Hij correspondeerde ten behoeve van
Bloemkrans, in de periode 1891-1893, met de Vlaamse
priester-dichter Guido Gezelle. Fr. Ludovicus was zelf ook dichter en
hij schreef vele Latijnse gezangen, cantates en feestliederen. Bij de
drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis verschenen De kleine
taalvriend. Taaloefeningen voor de lagere school (1882-1898; vier
delen), Geschiedenis van het Oude Testament (1892; herziene 2e
druk van uitgave door fr. Modestus de Bont uit 1859) en
Vijftigtallen. Leesboek voor de Volksschool, zes deeltjes met elk
vijftig stukjes (1904-1905; in 1907 2e sterk gewijzigde herdruk en in
1914 werd het zesde deeltje in drie delen A, B en C gesplitst). In 1919
schreef fr. Ludovicus anoniem het omvangrijke werk Levensschets van
den hoogeerw. pater Maria Franciscus Salesius de Beer. In het
Archief van het Generalaat van de Fraters bevindt zich nog een bundel
gelegenheidsgedichten in manuscript (1894-1923).
Jef van Kempen over Ludovicus van den Houdt (Tilburg Tijdschrift)
Constantinus Cornelis ('Constant') Huijsmans werd op 1 januari 1810 geboren te Breda als zoon van de fijnschilder/drogist Jacobus Carolus Huijsmans en Maria Elisabeth Beens. Zijn broer Victor Godfried Huijsmans is de vader van de bekende Franse schrijver Joris-Karl Huysmans. Constant Huijsmans studeerde aan de academies van beeldende kunsten te Antwerpen en Parijs, en volgde in 1836 zijn inmiddels blind geworden vader op als directeur van het Stads Teeken Instituut en als tekenleraar aan de Koninklijke Militaire Academie, beide in Breda. De schilder en tekenleraar Huijsmans heeft ook enkele publikaties op zijn naam staan. In 1840 publiceerde hij de tekenmethode Het Landschap (Dordrecht, H.J. Backer) en in 1852 de tekenmethode Grondbeginselen der Teekenkunst (Amsterdam, P.N. van Kampen.
In het tijdschrift De Gids
schreef hij drie artikelen over tekenen en het kunstambacht: De
kunstbeschaving van den nijverheidsstand en de middelen om haar te
bevorderen (1853, jrg. 17, p. 583-617), Het teekenen beschouwd in
betrekking tot de nijverheid (1858, jrg. 22, p. 743-779) en Eene
vraag des tijds. Kunst en industrie (1863, jrg. 27, p. 23-62 en
1864, jrg. 28, p. 254-296). Huijsmans voorzag met zijn
Grondbeginselen der Teekenkunst in een bij het tekenonderwijs
bestaande behoefte. In 1852 werd hij, mede door zijn publikaties,
benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te
Amsterdam.
In de Stads- of Atheneumbibliotheek
te Deventer zijn nog zes brieven van Constant Huijsmans aan de
Shakespeare-vertaler Leendert Burgersdijk (1828-1900) bewaard gebleven;
een uit Breda (1864), vier uit Tilburg (1869-1877) en een uit
's-Gravenhage (1880). Burgersdijk, die Huijsmans nog van de KMA in Breda
kende, heeft regelmatig Shakespeare-vertalingen aan Huijsmans om
commentaar voorgelegd. In 1879 vertrok hij naar 's-Gravenhage. Op
73-jarige leeftijd ondernam hij een tiendaagse reis naar Zuid-Nederland
(onder andere naar Tilburg en Turnhout) om vrienden, familie en
kennissen te bezoeken. Hiervan maakte hij een reisverslag dat zich thans
in het Bredase Stadsarchief bevindt. In 1989 werd dit handschrift,
voorzien van talloze annotaties, uitgegeven door Ad. C.
Willemen onder
de titel Constant Huijsmans' laatste reis. Schier ultieme exercities
in voyeurisme (Tilburg, Thomas Leeuwenberg). Huijsmans overleed te
's-Gravenhage op 28 november 1886.
Grondbeginselen der Teekenkunst
1852 en drie litho’s uit zijn tekenmethoden.
Het woonhuis van C.C. Huijsmans aan het Piusplein (huidige hoek met Emmapassage), 1918.
Ad Willemen over Constant Huijsmans Wilma van Giersbergen over Huijsmans
Hulsenboom, Martin (17 mei 2015)
Martin Hulsenboom (links) ontvangt het eerste exemplaar van Doctor Syntax uit handen van uitgever Willem Donker. Foto: Peter IJsenbrant.
Martin Hulsenboom werd in 1958 geboren in Tilburg. Hij studeerde Kunstgeschiedenis in Nijmegen en is werkzaam als senior consultant in de ICT-sector. Uit liefhebberij vertaalt Hulsenboom literaire teksten uit het Pools, Frans en Engels. Zijn debuut maakte hij in 1994 met de vertaling van Zofia Nalkowska’s Medaillons, een verhalenbundel die beschouwd wordt als een klassieker uit de antifascistische literatuur. Daarna volgde een aantal uitgaven van curieuze en vrijwel vergeten teksten, in kleine oplagen in eigen beheer of in samenwerking met vrienden. In 2015 verscheen zijn magnum opus, de vertaling van William Combe’s The Tour of Doctor Syntax in Search of the Picturesque (Doctor Syntax op zoek naar het pittoreske), een humoristische, berijmde vertelling uit 1812 over de Engelse dominee Syntax, die naam hoopt te maken met de geïllustreerde beschrijving van zijn reis door Engeland. In 2016 verscheen zijn vertaling van de 'Bibliosonnetten' van Paul Verlaine, waarbij Peter IJsenbrant een biografisch portret van de Franse dichter schreef en Ed Schilders de geschiedenis van de uitgave in kaart bracht; de uitgever is Stichting Cultureel Brabant.
Op 27 augustus 2017 verscheen
Boeken uit de doeken, een verzameling bespiegelingen over
schilderijen met de lezer of het lezen en het boek als onderwerp,
ter gelegenheid van de twintigste Tilburgse boekenmarkt 'Boeken rond
het paleis', in samenwerking met Peter IJsenbrant (Stichting dr.
P.J. Cools, Tilburg 2017).
Martin Hulsenboom: De Warschause veduteserie van Bernardo Bellotto. Een iconologische interpretatie, in: Kunstlicht, 1991, no. 2/3 (pag. 43-49). Nałkowska, Z., & Hulsenboom, M. (1994). Medaillons. 's-Hertogenbosch: Aldus. Uzanne, O., Robida, A., Hulsenboom, M., & IJsenbrant, P. (2011). Het einde van het boek. Tilburg: Op dreef voor Purcell. Gresset, Jean Baptiste Louis, & Boxtel, H. van, & Bullinga, M. & Engelsman, W. & Hulsenboom, M. & Schilders, E. & Swiers, J. (2013). Ver-Vert of de reizen van de papegaai van de visitatie van Nevers. Amsterdam, Breda, La Haye, Ooij, Tilburg: Académie Ver-Vert. Combe, William, & Hulsenboom, M. (2013). Doctor Syntax op zoek naar het pittoreske. Een gedicht [Bloemlezing]. Z.pl. [Tilburg], z.u. [Bibliomachia]. Moore, Clement C. & Hulsenboom, M. (2014). Een bezoek van Sint Nicolaas – Het was de avond voor het Kerstfeest. Tilburg, Papier van Purcell / Bibliomachia. Boileau-Despréaux, N., & Hulsenboom, M. (2014). De Lutrijn: Komisch epos in zes zangen. Tilburg: Bibliomachia. Combe, W., Rowlandson, T., & Hulsenboom, M. (2015). Doctor Syntax op zoek naar het pittoreske. Rotterdam, Ad. Donker.
2021 - De bibiomaan, Charles Nodier. Met Peter IJsenbrant en Ed Schilders. Uitgave: Stichting Desiderata, Genootschap van Boekenvrienden, Tilburg.
- Volledige vertaling van Een bezoek van Sint Nicolaas - Volledige versies van Ver-Vert - Vertaling van Le Lutrin / De Lutrijn van Boileau
Bron: Nos contemporains chez eux; www.Gallica
Zigeuners getekend door C.C. Huijsmans.
- Vertaling door Jef van Kempen van Huysmans' Un campement de bohémiens - De bekering van J.-K. Huysmans, artikel uit De Parelduiker door Jef van Kempen en Ed Schilders
Artikel over Huysmans in Tilburg, door Jef van Kempen, uit Tilburg Tijdschrift (1988)
Haans,
Frits
Helligers,
Han
Hoek, Luc van |