INHOUD DE PAAP VAN GRAMSCHAP
REGISTER
HOME CUBRA

La Haye, Fred
Laarhoven, Jan van
Laat, Hendrik de

Laat, Ko de
Laerhoven, Baptista van

Landell, Olaf J. de

Landeren, Leo van

Landveld, Onias
Latijnse school in Tilburg eind 16e eeuw
Lauret, dr. A.M.
Lauwers. J.M.

Lechim (ps. van Michel van de Ven)

Leeuw, Jacques de

Leeuwen, Ivo van

Leijer, Jeroen de
Leonardus, St.
Leopold, Stichting J.H. / Nacht van het Boek
Letteren, Faculteit der
Ley, Silva
Lied van Minne
Liederenhandschrift uit Tilburg

Linde, Jacobus van der
Lindeboom, de Tilburgse
Lion en zonen, Drukkerij E.
Literaire beeldende kunst in Tilburg
Literaire cafés

Literaire wandelroutes

Lloyd Trumpstein, S.

Lommen, J.F.H.

Looijkens, Frans
Lotsij, mr. J.S.

Lowie van Dorrus Misters

Loyola, fr.
Luccioni, Maartje
Luijten, Drukkerij N.

Luycks, Ingrid


© Ronald Peeters 1992-2015 & Ed Schilders 2015 & Stichting Cultureel Brabant 2015


 

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K
L
M
N

O

P
R
S
T

U

V

W

 

Ronald Peeters & Ed Schilders

Fred La Haye - Ingrid Luycks


La Haye, Fred

 

Bron: www.CuBra


Fred La Haye werd op 11 april 1948 te Tilburg geboren. Hij studeerde rechten aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg. Twee gedichten van hem werden opgenomen in de literaire bundel Het Hoogsteschoolwoord, ter gelegenheid van het tiende lustrum in 1977 van de Katholieke Hogeschool te Tilburg. In 1981 werd in een oplage van 110 exemplaren zijn gedichtenbundel Gras, en in 1987 in een oplage van 150 exemplaren de gedichtenbundel Ierse gedichten uitgegeven door de Tilburgse bibliofiele uitgeverij Brandon Pers. Fred La Haye vertrok in 1982 naar het Ierse Dunmanway.

NvhZ van 19-12-1981.

Ronald Peeters

 

Laarhoven, Jan van


Regionaal Archief Tilburg


De tegenwoordige boekhandel, kantoorboekhandel, kantoormeubelzaak en sneldrukkerij Jevel-Jan van Laarhoven B.V. aan het Wilhelminapark 7, is ontstaan uit de firma Jan van Laarhoven die op 13 augustus 1863 werd opgericht door Jan van Laarhoven. Hij werd geboren op 16 maart 1828 te Tilburg, was oorspronkelijk huiswever van beroep en begon in zijn huis aan de Hoeksestraat met het inbinden van boeken. In 1875 verhuisde hij naar het Smidspad, waar hij de boekbinderij met een papierhandel uitbreidde. Hij kreeg vanwege het inbinden van boeken in de stad al gauw de populaire bijnaam 'Jan Plek'. Daarna vestigde hij zijn bedrijf aan het Wilhelminapark. In 1893 traden twee van zijn neven toe tot het bedrijf. De eerste drukpers werd in 1907 geplaatst en in 1913 ontstonden de zetterij, linieerinrichting en de fabricage-afdeling van kantoorboeken. Jan van Laarhoven overleed op 24 mei 1915 te Tilburg.
In 1986 werd Jevel-Jan van Laarhoven overgenomen door Welpeja Holding B.V. Belangrijke activiteit is het inbinden van boeken voor meer dan 130 bibliotheken in onze provincie.

DTK van 28-1-1988 en 22-9-1988; GAT, Collectie bidprentjes.
juli 2001: Drukkerij Van Laarhoven verhuisde in juni 1993 naar de Jan Asselbergsweg op industrieterrein Het Laar. Begin 1993 is de drukkerij verkocht aan JCT BV Klundert. De drukkerij werd failliet verklaard in juli 1995 en werd toen overgenomen door de Thieme-groep uit Den Haag. 
Geheel los van de drukkerij staat  Jan van Laarhoven Boeken BV, gevestigd op industrieterrein Loven aan de Jules Verneweg 5-5a. Deze bibliotheek-boekhandel werd in 1987 door de PW Groep (Pieter Jan Wassing Groep) overgenomen en is gespecialiseerd in het inkopen en met harde geplastificeerde kaften inbinden van boeken voor de Provinciale Bibliotheek Centrale (PBC). 
Zie: DTK van 6-8-1992, HN van 5-6-1993, BD van 19, 20 en 29-7-1995, BD van 4-12-1998.

Ronald Peeters

 

Vloeiblad met reclameopdruk

 

 

Regionaal Archief Tilburg

juni 2015

Als gespecialiseerde boekbinder voor bibliotheken gaf Van Laarhoven jaarlijks een boekje uit voor relaties onder redactie van Riki Slenders, als monografie of als thematische bundel met bijdragen van diverse Brabantse auteurs. Deze uitgaven kwamen niet in de handel. Auteurs die aan de reeks meewerkten zijn onder anderen: Jan Naaijkens, Cor Swanenberg, Cornelis Verhoeven, Michel de Koning, Paul Spapens, Jan Carstens, Ed Schilders, A.F.Th. van der Heijden, Jace van de Ven. De uitgaven werden geïllustreerd door Nelleke de Laat.

Ed Schilders

 

Laat, Hendrik de / graficus (9 december 2015)

 

Bron: website Hendrik de Laat

 

Graficus Hendrik de Laat (Den Bosch 1900 – Den Bosch 1980) werd vooral bekend door zijn talloze tekeningen en etsen van Nederlandse stadsgezichten, met name van zijn geboortestad Den Bosch.  Er is één bijzondere gemeentelijke opdracht bij, namelijk van Tilburg. In 1927 boden raadsleden aan  F.N.  Mannaerts een in perkament gebonden verzamelband aan met daarin elf etsen van verschillend formaat ingebonden. De rug van het album is van rood leer met blindstempel versiering en de band kan gesloten worden door twee zeemlederen sluitbandjes. Voorin het album zit een fraai gekalligrafeerd titelblad met de tekst: ‘Huldeblijk in dankbare herinnering aangeboden aan den heer F.N. Mannaerts  door de leden van de RK  Raadsfractie ter gelegenheid van zijn 25 jarig lidmaatschap van den Gemeenteraad van Tilburg. Tilburg 25 Augs. 1927’.

 

Regionaal Archief Tilburg

 

 

 

 

Franciscus (Frans) Norbertus Mannaerts (Tilburg 1852 – Tilburg 1937) was naast raadslid ook schoenfabrikant op het Lijnsheike (Schoenfabrieken J. Mannaerts), bestuurslid van het College van Zetters, secretaris-penningmeester van de RK Kiesvereniging, lid van de Voogdijraad en voorzitter van de commissie van toezicht op de exploitatie van gemeentewoningen. In 1924 werd hij gekozen tot voorzitter van de Tilburgse Gezondheidscommissie. Ook was hij regent van de Stichting Het RK Gasthuis. Mannaerts was in 1896 medeoprichter en firmant van steenfabriek Stevens & Co.
 

Regionaal Archief Tilburg tenzij anders vermeld.


De elf etsen zijn voorstellingen van:

De Leij met fabriek van Pieter van Dooren,

 

molen Boomstraat,

 

Kloosterstraat,

 

Zomerstraat,

 

Heuvelstraat,

 

Wilhelminakanaal (Piushaven),

 

Emmastraat (straatje van Bronsgist),

 

(Oude) Markt gezicht op stadhuis,

 

(Oude) Markt richting Heuvelstraat (met De Gruijter),

 

Laarstraat (door De Laat Laagstraat genoemd)

 en een panorama op de stad.

 

Deze elf etsen zijn gedrukt in een oplage van 50 stuks. De Mannaerts-set is van uitzonderlijk goede kwaliteit en de etsen daarin zijn van de 7de, 8ste, 10de en 11de staat (drukgang).
 

Grotere weergaven


In 1928 maakte De Laat ook een aquatint van de Oude Toren van Enschot

 

 

en in 1927 een ets van de Hasseltse kapel, die overigens in het album van Mannaerts ontbreekt.

 

Ronald Peeters

 

De etsen van de Emmastraat en de Hasseltse kapel zijn in de jaren zeventig door de zoon van De Laat herdrukt, wat eigenlijk niet gebruikelijk is omdat de oplage op 50 stuks al was gedrukt. Maar Hendrik de Laat heeft ze uit commercieel oogpunt nog wel eigenhandig gesigneerd.
Van de ets van de Markt met stadhuis is een identieke potloodtekening uit ca. 1927 als voorstudie van de ets bekend (in collectie Stadsarchief Den Bosch).
Alle etsen, berustend in de collectie van Regionaal Archief Tilburg, zijn veelvuldig afgebeeld in publicaties over Tilburg.

 Jan Schellekens (red,), Hendrik de Laat 80 jaar (Den Bosch, 1979), p. 124-125; F.J.M. van de Ven, Hendrik de Laat graficus uit Brabant (Rotterdam, 1987), p. 29, 150-153; Berry van Oudheusden, Ronald Peeters, Paul Spapens en Jan Stads, Encyclopedie van Tilburg (Tilburg, 2008), p. 306; Regionaal Archief Tilburg, prentencollectie doos 222 (album Mannaerts).

 

Laat, Ko de

 

5 maart 2024: Ko de Laat overleed op 22 februari 2024 in Tilburg aan de gevolgen van een hersentumor. Op 2 maart 2024 vond zijn uitvaartdienst plaats in het crematorium  aan de Karel Boddenweg. Zijn laatste rustplaats bevindt zich op begraafplaats Korvel.

Uit het overlijdensbericht in het Brabants Dagblad blijkt dat zijn juiste geboortedatum is: 27 september 1969.

 

Ko de Laat (Goirle, 1970), woont in Tilburg en is student Nederlands aan het Moller-Instituut. Hij noemt zich performer-dichter en treedt onder andere op in literaire cafés en in de hal van het Noorderligt. Geeft sinds 1989 in eigen beheer het handgeschreven kwartaalblad Tegengas uit, dat hij overigens ook zelf vol schrijft. In kleine oplages verschenen eveneens in eigen beheer de dichtbundels Dichter in Las Vegas en Alle dagen van de week, beide in 1991. Hij laat zich vooral inspireren door de dichters Vinkenoog, Deelder en Van Doorn.

 

De kern

Na ruim
twintig jaar
toch al één ding
geleerd:
m'n geest
is groot maar
m'n handen staan
verkeerd.

 

HN van 24-4-1991; Stadsnieuws van 22-9-1991.

juli 2001: Ko de Laat schreef mij op 29-8-1992: 'Er klopte namelijk geen jota van het stukje dat aan mij gewijd is. Nu is dit niet Uw schuld, omdat de kranteberichten die U als enige bron ter beschikking had eenvoudigweg niet deugden'. Uit zijn meegestuurde folder: Ko de Laat (Goirle, 1969) houdt de traditie van de performing poetry in stand. Sinds 1990 verschijnt hij in heel het land op de meest uiteenlopende podia zoals jongerencentra, studentenverenigingen, al dan niet literaire café's, manifestaties en popfestivals. In februari 1989 publiceert hij zijn eenmansblad Tegengas, dat na enkele proefnummers driemaandelijks zou gaan verschijnen. In 1992 verscheen de bundel Dichter in Las Vegas en in 1992 Uit de gelijknamige bundel.
Zie voorts: Tilburg Vrij Uit van 3-2-1993, SN van 21-3-1993, 19-11-1995, 30-10-1996 en 21-10-1998, HN van 16-3-1993, DTK van 22-9-1994, BD van 1-11-1996 en Allee. Straatmagazine Tilburg 2e jrg., nr. 7, augustus 1998, p.8-9.
Sinds 1991 column (KoLumn) in Pop 'n Cast, Muziekblad voor de regio Tilburg. Hij schreef voorts de gedichtenbundels Ongemerkt voorbij in 1993, Een naamgenoot uit Osdorp in 1994, Vinketering in 1995, De Alwetende Verteller in 1996, Op het randje van de dansvloer in 1997, Aloë Vera in 1998, Van voor de dubbelvla in 1999. Alle bundels werden in eigen beheer uitgegeven bij zijn Low Budget Foundation. In 1998 (Van AaBe tot PC) en in 2001 was Ko de Laat mede-auteur van de Tilburgse Revue.
2002: Op 3 november 2002 verscheen zijn nieuwe gedichtenbundel Alleen deze week.
1-11-2003: Op 9 november 2003 verscheen zijn dertiende gedichtenbundel Zonder Botox.

Ronald Peeters & Ed Schilders

 


 

 

Laerhoven, Baptista van


Ronald Peeters


Baptista van Laerhoven werd in 1929 in Tilburg geboren. Zij was onder meer lid van de literaire vereniging Opwenteling te Eindhoven en nam deel aan de schrijversgemeenschap Het Vrije Woord, eveneens te Eindhoven. Zij schreef gedichten in diverse literaire tijdschriften in Nederland en België. In enkele afleveringen van Naar Morgen van Opwenteling, publiceerde zij gedichten onder het pseudoniem Baptista Verhagen, te weten in de nummers 8 (1972), 35 (1979) en 42/43 (1981). Bij Het Vrije Woord verscheen een bundel gedichten van haar hand. In 1988 publiceerde zij een bundel met twaalf korte verhalen onder de titel Baptista bij uitgeverij De Vier Seizoenen te Leende.

Joop Oversteegen in: Baptista, Leende, De Vier Seizoenen, 1988.
 

Landell, Olaf J. de (12 oktober 2015)

 

Bron: Lectuurrepertorium

 

Olaf J. de Landell werd op 16 mei 1911 geboren in Cirebon op Java (Nederlands-Indië) en overleed op 26 april 1989 in Hilversum. Zijn schrijversnaam is het pseudoniem van Jan Bernard Wemmerslager van Sparwoude. Hij debuteerde in 1935 met Wij moderne menschen maar brak pas na de Tweede Wereldoorlog door naar een groter publiek toen in 1951 zijn roman De porseleintafel werd uitverkozen tot Boekenweekgeschenk. Sindsdien schreef De Landell een groot oeuvre dat vooral in de smaak viel bij katholieke lezers in het zuiden van het land en in Vlaanderen. Daarnaast schreef hij verhalen voor populaire tijdschriften als Margriet, Libelle, Katholieke Illustratie, Revue, Vrouw en haar huis. De Landell verwierf ook bekendheid als auteur van toneelstukken en hoorspelen (uitgezonden door de Avro), en dat is waarschijnlijk de reden waarom hij in 1960 werd uitgenodigd om in Berkel-Enschot-Heukelom te komen adviseren bij de productie van een openluchtspel dat opgevoerd zou worden ter afronding van de restauratie van de ‘Oude Toren’: Haat en liefde, een bewerking van twee verhalen uit zijn boek Nachtfluistering (1944). In die tijd verbleef De Landell dus enige tijd in Berkel-Enschot, en dat is niet onopgemerkt gebleven. Op zijn pagina in Wikipedia lezen we: ‘Het was voor een Brabants dorp in die tijd een hele cultuurschok toen De Landell daar verbleef.’ Over zijn belevenissen in Berkel-Enschot publiceerde hij in 1966 Ter ere van (De Boekerij, Baarn, zes drukken).

 

Deze lezing van de gebeurtenissen vinden we gedetailleerder, en misschien beter, terug op een anonieme website, waarin de feiten als volgt luiden:

'Ter gelegenheid van de opening van de geasfalteerde Berkelseweg in 1958 hadden A. Elissen en J. Korthout een openluchtspel gemaakt. Burgemeester Panis wilde daarna ook een openluchtspel nadat de oude toren gerestaureerd zou zijn en de Mariakapel geopend kon worden. Op basis van de novelle Nachtfluistering van Olaf J. de Landell schreven Korthout en Elissen in 1960 het toneelstuk Haat en Liefde. Met steun van Landell werd het spel opgevoerd bij de inhuldiging van de oude toren als gedachteniskapel. Na deze succesvolle uitvoering werd een 'comité openluchtspel' opgericht. Landell werd aangezocht als regisseur voor het in 1961 op te voeren Maria-spel De duivel in het dorp. Als buitenstaander en (toendertijd) niet-katholiek kwam Landell terecht in een wereldje waar boeren, middenstanders en arbeiders elkaar naar de strot vlogen als het ging om de samenstelling van het comité en de rolverdeling. Die rolverdeling werd na ampele overwegingen tenslotte uitgebalanceerd naar tien arbeiders, tien boeren, negen middenstanders en twaalf kinderen. De boeren gaven Landell echter te kennen dat zij vonden dat ze meer dan tien rollen moesten krijgen, omdat ze getalsmatig ver uitstaken boven de arbeiders en middenstanders. In zijn in 1966 uitgegeven boek Ter ere van doopte Landell Berkel-Enschot om tot 'Rennevoirt' en deed hij op kostelijke wijze verslag van de met het toneelstuk gepaard gaande dorpsrel. Het boek beleefde in 1980 reeds een zesde druk. De dorpsrel kon niet verhinderen dat het openluchttoneel vaste voet aan de grond zou krijgen in Berkel-Enschot. In 1965 ontving toneelvereniging De Torenspelers gemeentelijke subsidie.'

Uit: De geschiedenis van Berkel-Enschot / XIII. (anonieme internetpublicatie, 2015)

 

Berkel-Enschot heeft De Landell die publicatie dus niet kwalijk genomen. In Ter ere van wordt het dorp aangeduid als Rennevoirt, en die (schuil)naam werd gekozen als naam voor de plaatselijke jenaplan-basisschool. In 1978 verrichtte De Landell de opening.

De opvoering van Haat en liefde had nog een ander gelukkig gevolg. Uit de cast van het openluchtspel kwam toneelvereniging De torenspelers voort, die na enige tijd naar Tilburg verhuisde en nog steeds bestaat onder de naam Teatergroep Torenspelers Tilburg.

  Wikipedia; website Teatergroep Torenspelers Tilburg; website Jenaplanschool Rennevoirt.

 

Ed Schilders

 

 

Bron: Internet 2015

 

Nico Verhoof

 

  H. Corvers op CuBra

Landeren, Leo van (4 juni 2015)

Leo van Landeren is het pseudoniem van Antonius Hurkens, die op 28 februari 1889 in Den Bosch werd geboren en op 16 februari 1948 in Tilburg overleed. Over zijn leven is ons nauwelijks iets bekend. Hij schreef toneelwerk en verhalen voor de jeugd, waarvan Kerstverhalen en Het heldinnetje Agnes (een hagiografie) gepubliceerd werden door het RK Jongensweeshuis.

Landeren, L. . (1931). Judas. Haarlem: Langendijk.

Landeren, L. . (1933). De wondere nacht: Legende-spel voor dames in 4 tafereelen. Berlicum: Grosfeld.

Landeren, L. ., & Berkel, J. . (1934). Verrijzenis: Paaschspel volgens ontwerp van J. van Berkel ; tekst van Leo van Landeren. Tilburg: Bergmans.

Landeren, L. . (1938). Uit Gods prentenboek. Haarlem: Langendijk.

Landeren, L. . (1939). 70 x 7 maal: Toneelspel voor jongens in 2 bedrijven. Antwerpen: Vink.

Landeren, L. . (1940). Van twee monnikskes: Legende-spel voor kinderen in 3 bedrijven. Haarlem: Toneelfonds "Pieter Langendijk".

Landeren, L. ., & Mark, . (1945). Kerstverhalen. Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis.

Landeren, L. . (1945). Vrede: Kerstspel in 3 bedrijven. S.l.: s.n..

Landeren, L. ., Lammers, F., & Heyn, A. (1948). Het heldinnetje Agnes. Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis.

 

Landveld, Onias (22 december 2017)

 

 

Onias Landveld werd in 1985 geboren in Paramaribo en kwam in 1998 naar Tilburg. Hij studeerde daar aan Hogeschool Avans en Tilburg University. Meer dan een dichter voelt en noemt hij zich een ‘spoken word’-artiest. In 2015 was hij de winnaar van de Van Dale Spoken Award voor Story telling. In augustus 2017 volgde hij Martin Beversluis op als stadsdichter van Tilburg. 


Latijnse school in Tilburg eind 16de eeuw


Brabantcollectie Tilburg University


De Tilburgse jeugd werd sinds het midden van de vorige eeuw onderwezen via de leerboeken van de Fraters van Tilburg. Maar wat zijn nu de oudste gegevens over leerboeken in Tilburg ?
De oudste vermelding, in het Tilburgse Gemeentearchief, van een schoolmeester in Tilburg dateert van 1532. Voor 1600 moet hier ook al een Latijnse school zijn geweest, die zich in de zuidwesthoek van de kerk aan de Markt bevond. Deze school, vermoedelijk beperkt tot twee leerjaren, heeft tot omstreeks 1650 bestaan. In bewaard gebleven voogdijrekeningen vinden we rond 1600 diverse aanschaffingen terug van schoolboeken die op de Latijnse school werden gebruikt. Daaronder zijn de eerste drie delen Rudimenta, Etymologia en Syntaxis van de leergang Grammatica Latina van Simon Verepaeus (Dommelen 1522 - 's-Hertogenbosch 1598). Verder de boeken Progymnasmata, Civilitate, Dicxionarium, Colloquia galda gilli en een Latijnschen Evangelieboeck.
P.C. Boeren, 'Tilburgs kleingoed (vervolg) III. Een boekenrekening van omstreeks 1600' en 'IV. Een Latijnse school', in: Het Boek, XXXI, 's-Gravenhage, 1952, afl. 2, p. 101-104; fr. M.D. Simons, 'De oudste Latijnse school', in: Historische Bijdragen, jrg. 1, 1970, p. 46-52 en 82-89; C.J. Weijters, Scholen en schoolmeesters in Tilburg 1532-1858, Tilburg, 1981.

Lauret, dr. A.M.
 

Dr. A.M. Lauret, geboren in 1920 in het Zeeuwse Oostburg, publiceerde in 1962 in een kleine oplage het boekje Clair Obscure over de ontstaansgeschiedenis van de Congregatie van de Zusters van Liefde. Het boekje kwam niet in de handel. In 1964 schreef zij Stroomversnelling, een gedenkboekje ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Kleine Academie te Tilburg. 

Zij promoveerde in 1967 op het proefschrift Per imperatief mandaat. Bijdrage tot de geschiedenis van onderwijs en opvoeding door katholieken in Nederland, in het bijzonder door de Tilburgse Zusters van Liefde (Tilburg, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1967). Zij was mede-auteur van All-in: van charitas tot recht op gezondheidszorg, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Nederlandse vereniging van ziekenhuiseconomen (Lochem, 1971). Bij het 60-jarig bestaan van Het Nieuwsblad van het Zuiden op 6 augustus 1977, schreef zij het uitvoerig feestartikel In liefde bloeijende ? Verkenning in de Tilburgse pershistorie. Voor het boek van P.J.M. van Gorp, Kinderarbeid in de Textielnijverheid (Tilburg, Nederlands Textielmuseum, 1979), schreef zij een hoofdstuk.
Lauret was docente aan het Tilburgse Theresialyceum en woont sinds 1983 weer in haar geboorteplaats.

1 oktober 2003: Mej. dr. A.M. Lauret overleed te Oostburg op 26 september 2003.

Ronald Peeters



Lauwers, J.M.

 

Regionaal Archief Tilburg. Lauwers wordt gelauwerd ter gelegenheid van zijn 25-jarig leraarschap in Esbeek (1927).

 

In 1924 schreef de Esbeekse schoolmeester J.M. Lauwers (1881-1965) het boekje Langs de Hilverboorden bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Landgoed De Utrecht en het gouden feest van de Harmonie Concordia te Hilvarenbeek. Hij maakt melding van de legenden van de schatten van Tilburg en van Hilvarenbeek. Over die van Tilburg schrijft hij:
 

Er zijn veel plaatsen, waar legenden voortleven omtrent verborgen schatten. Ons dorp is in dit opzicht geenszins misdeeld. Ten N. van Hilvarenbeek heet de schat van Tilburg begraven te zijn. Er is alleen van bekend, dat moet gezocht worden ongeveer op de grens van Hilvarenbeek en Tilburg bij den 'Vijfberg' en dat 'hij' zeer groot is, wel een ton gouds.


J.M. Lauwers, Langs de Hilverboorden, Hilvarenbeek, 1924, p. 70; Jan Naaijkens, 'Volksverhalen uit Hilvarenbeek', in: Hildewaren Beke, Hilvarenbeek, Heemkundige Kring, 1981, p. 117-126; Ad Lauwers, 'Meester Lauwers, een markant Esbekenaar', in: Esbeek niet van gisteren 1889-1989, Esbeek, Werkgroep Heemkunde Esbeek, 1989, p. 347-358.

Ronald Peeters

 

Lechim  (2 augustus 2015)

 

Piet van Beers

 

De schrijversnaam Lechim is een anagram van de voornaam van Michel van de Ven. Michaël (Sjel) Johannes Waltherus Adrianus van de Ven werd op 28 oktober 1923 in de Capucijnenstraat geboren als zoon van Catharina van Herwaarden en Michaël Cornelius van de Ven. Zijn vader was letterzetter van beroep en hij startte in de jaren ’30 een eigen drukkerij, De Hoop genaamd, waar Michel van de Ven eveneens als letterzetter ging werken. Vanaf 1957 publiceerde Van de Ven elke week een gedicht in het Tilburgs dialect in de Tilburgse populair. Dat zou hij blijven doen tot aan zijn dood in 1982, en het maakte hem bij het Tilburgse publiek even populair als Cees Robben met zijn Prent van de week. Niettemin is er geen enkel vers van Lechim in boekvorm verschenen, totdat Ed Schilders in 2014 ach tgedichten van Lechim opnam in de bloemlezing Ik praot nie frêet (Gianotten Printed Media; deel 5 in de reeks InTilburg).

Ed Schilders

 

Meer verzen van Lechim

 

Leeuw, Jacques de (26 juli 2015)

 

Ronald Peeters

 

Jacobus (Jacques) Johannes Adrianus Maria de Leeuw werd geboren te Tilburg in 1933, als zoon van Huub de Leeuw (1907-1989) en Cor Mutsaers. In 1935 begint Huub met de import van de Belgische krant Het Laatste Nieuws en een jaar later begint hij met de straatverkoop van lectuur. Zijn eerste kiosk richtte hij op in de Willem II straat en verhuist in 1939 naar de Zomerstraat en sticht daar de Lectura Kiosken Onderneming. Dit pand is in 1963 gesloopt voor de aanleg van de Schouwburgring. In 1944 wordt de zevende kiosk van Lectura geopend en in 1946 begint Huub uitgeverij De Vrijbuiter. Onder de naam De Vrijbuiter zijn enkele uitgaven op de markt gebracht, maar werd vooral actief als importeur van Belgische kranten.
Jacques de Leeuw was 15 jaar toen hij zijn vader ging helpen in diens winkel. Later haalde hij per fiets kranten en (sport-)tijdschriften uit België om die te verkopen bij stations, kerken en wielerwedstrijden. In militaire dienst zorgde hij voor het rollend materieel. Hier ervoer hij de mogelijkheden van logistiek en distributie. In 1958 richtte hij een uitgeefbedrijf op, aanvankelijk met leesportefeuilles, maar later legde hij zich toe op de verkoop en distributie van boeken. Vanaf 1966 maakte De Leeuw Uitgeverij De Vrijbuiter tot een succes en in 1974 richtte hij Betapress op. Zonder tussenkomst van grossiers werden tijdschriften aan verkooppunten geleverd. In het begin van de jaren zeventig bouwde hij de uitgeverij uit door onder meer het tijdschrift Weekend van NDU over te nemen. In 1988 nam De Leeuw de Verenigde Lektuurbedrijven (AKO, Van Ditmar, Van Gelderen) over. Het bedrijf werd herdoopt in Audax, gespecialiseerd in uitgeven, logistiek, en retail van mediaproducten. In Nederland en België werden nieuwe succesvolle tijschriften ontwikkeld of overgenomen. Het bedrijf is met diverse (internationale) prijzen bekroond.
In 1993 richtte hij Stichting Jacques de Leeuw op. De stichting heeft primair tot doel de continuïteit van het bedrijf Audax te waarborgen. Daarnaast heeft zij specifiek sociale doelen en ondersteunt zij culturele activiteiten in Midden-Brabant, met name in de regio Tilburg. Een voorbeeld hiervan is een subsidie van € 150.000 voor de restauratie van het Bedevaartsoord Peerke Donders. Een nog veel groter, doch onbekend bedrag werd toegekend voor de restauratie van de kathedraal in Paramaribo waar Peerke Donders CSsR begraven ligt. Tevens stelt de stichting jaarlijks de Jacques de Leeuw Jong Top Talent Prijs 2004 ter beschikking. Deze geldprijs van € 10.000 is bestemd voor studenten van Fontys Hogeschool voor de Kunsten, die zich zo kunnen presenteren aan een groot publiek en zich na hun studie verder kunnen ontplooien.
Als voorzitter van de aandeelhouders is Jacques de Leeuw nog steeds betrokken bij Audax. In 2011 schreef Joke Knoop het boek Het leven is een carrousel. Over leven en werk van vader Huub en zoon Jacques de Leeuw: van bezorger van kranten en tijdschriften tot mediamagnaat die een plaats heeft gekregen in de top 500 van Quote.

Berry van Oudheusden, Ronald Peeters, Paul Spapens en Jan Stads, Encyclopedie van Tilburg (Tilburg, 2008), p. 233 en 289; Joke Knoop, Het leven is een carrousel. Over leven en werk van vader Huub en zoon Jacques de Leeuw (Tilburg, 2011).

Ronald Peeters

 

Jacques de Leeuw

Schilderij van Joh. Rockx van het oude Lectura-pand aan de Zomerstraat.

1963: Lectura winkel na de eerste fase afbraak Schouwburgring. Het pand van de buren is al afgebroken. De Lectura winkel volgt spoedig.

 

1963: Lectura winkel na de eerste fase afbraak Schouwburgring. Het pand van de buren is al afgebroken. De Lectura winkel volgt spoedig.

 

Oktober 1963: Lectura verhuist naar Markt 1, Tilburg: H.O. Interpers – Lectura

 

Spoorlaan 450, Betapress en Publico.

 

Vader en zoon in het nieuwe hoofdkantoor van Audax aan de Burgemeester Krollaan 14, Gilze, vlak na de oplevering in 1989.

 

Regionaal Archief Tilburg

Zomerstraat, 1954

 

Aanvulling 18 mei 2016

Binnen twee maanden na de bevrijding van Tilburg (27 oktober 1944) begon ook het weekblad Groot Tilburg weer te verschijnen. Vrijwel wekelijks adverteerde Lectura daarin met aanbiedingen die in het teken staan van de bevrijding en de aflopende oorlog. Doordat de advertenties meer zijn dan een aanbieding van titels, geven ze ook een doorkijkje naar de wijze waarop de bevrijding beleefd werd.

 

Delpher

15 december 1944

 

23 maart 1945. Deze prent van Cees Robben, die pas eind 1953 zou starten met zijn Prent van de week, is tot nu toe niet aangetroffen in het archief van de Cees Robben Stichting noch in een particuliere collectie.

 

22 december 1944. Veel Tilburgers hadden in de maanden tot de nationale bevrijding te maken met ingekwartierde soldaten. Samen zingen was een goed idee.

 

8 december 1944.

 

4 mei 1945.

 

2 februari 1945.

 

26 januari 1945.

 

Leeuwen, Ivo van (25 juli 2015)

 

Detail uit het omslag van De bedenkelijk kijkende grondeekhoorn # 11

 

Graficus, beeldend kunstenaar, cartoonist, illustrator, muzikant, en one time magazijnknecht bij een toiletpapiergigant Ivo van Leeuwen, werd opgeleid aan de kunstacademies van Den Bosch, Breda en Tilburg.  Met S. Lloyd Trumpstein vormt hij yowi (Your Order We Ignore) en het Teekenkundig Genootschap door Lust tot Verveeling, Samen publiceerden zij onder meer in De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, het Brabants Dagblad, Frietkaas, en Propia Cures. Op 11 september 2005 werd hun leesroman Ontsnapt aan de vrijheid gepresenteerd bij galerie Kokon. Tegelijkertijd startte aldaar een expositie met tekeningen en schilderijen van het Genootschap.

Raak, Cees van (et al), Cultureel Lexicon Tilburg 1945-2008. Wolf Publishers, Tilburg, 2008.

Ed Schilders

 

 

Rechts: Ivo van Leeuwen. Links S. Lloyd Trumpstein.

Van Leeuwen en Trumpstein op CuBra

Jace van de Ven en Ivo van Leeuwen - Helden van de Tour de France

 

Leijer, Jeroen de (25 juli 2015)

 

Detail uit het omslag van De bedenkelijk kijkende grondeekhoorn # 11

 

Striptekenaar, beeldend kunstenaar en poppenspeler Jeroen de Leijer werd in 1964 geboren in Hilvarenbeek. In 1993 studeerde Jeroen de Leijer aan St. Joost, Breda, cum laude af, afdeling vrije grafiek. Hij is de geestelijke vader van Eefje Wentelteefje, het naïeve meisje met vlechtjes en blozende wangetjes dat in zijn strips, tv-show (bij vpro's Villa Achterwerk), in de 'hardcore poppenkast' De Eefje Wentelteefje Roadshow en in de Eefje Wentelteefje Theatershow de hoofdrol speelde. Jeroen de Leijer (Eefje) creëerde deze samen met Frans van der Meer (alias Berry van den Bebber, later Ferry van der Zaande). In 1997 verscheen het album Eefje Wentelteefje Laat de Boel de Boel (tevens in zeefdruk), in 2000 de bundel Horror Vacuï en in 2001 Hallo, hier is Eefje Wentelteefje. Eveneens in 2001 kwam In de ban van de King uit, met tekst van Hans d'Olivat. Zijn strips verschenen onder meer in het Brabants Dagblad, De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, de VPRO-gids ('Radio Bergeijk') en de Volkskrant.

Raak, Cees van (et al), Cultureel Lexicon Tilburg 1945-2008. Wolf Publishers, Tilburg, 2008.

 

Ed Schilders

Omslag van Snack-o-theek (Ruimte X, 2009) door Studio de Leijer . In uitgevouwen staat wordt de snack-plattegrond van Tilburg zichtbaar.

Bron: internet 2015

Bibliografie uit WorldCat


Begin pagina

Inhoud De Paap van gramschap

CuBra Home


Leonardus, St.


Op 26 januari 1918 werd de studentenvereniging St. Leonardus van de R.K. Leergangen in 's-Hertogenbosch opgericht. Op 28 september 1918 werd dit instituut, en dus ook St. Leonardus, naar Tilburg overgeplaatst. Bekende figuren van het eerste uur waren Jan Bechtold, p. M. Molenaar M.S.C., die als moderator optrad (opgevolgd door p. Gervasius O.F.M. Cap.), Gerard Knuvelder, Jos. Panhuijsen en Anton van Duinkerken, terwijl dr. H. Moller en later mgr. prof. dr. Th. Goossens ere-voorzitter waren. In de Lustrum jaarboeken, die vanaf 1922 verschenen, komen we vele literaire bijdragen tegen, onder meer van Anton van Duinkerken, F. Siemer en Lambert Tegenbosch. Leonardianen gaven ook het eigen literaire tijdschrift De Kangoeroe uit, waarvan F. Siemer de drijvende kracht was.

Gerard Knuvelder, 'Geschiedenis van St. Leonardus, benevens jaarverslag 1921-1922', in: Lustrum-jaarboek van de studenten aan de R.K. Leergangen 1922, Tilburg, W. Bergmans, 1922, p. 18-48.

Zie ook Oda Swagemakers
Regionaal Archief Tilburg

Studenten van St. Leonardus in café Voskens, 1940. V.l.n.r. Jo Bedaux, Luc van Hoek en Frans van der Ven.

 

De leden van studentenvereniging St. Leonardus brachten in 1924 de familie Moller een bezoek in hun huis Eik en Zon aan de Bredaseweg 371. Op de voorgrond hun erevoorzitter dr. H.W.E. Moller (1869-1940), in 1912 stichter te Amsterdam van de Katholieke Leergangen (in 1918 naar Tilburg overgeplaatst), met zijn vrouw en dochtertje in het midden van leden van de studentenvereniging.

 

Links café Voskens in 1938 aan de toenmalige Bosscheweg waar St. Leonardus thuis was.

 

Ronald Peeters

1923

 

Nr. 26

 

Nr. 26

 

Speciaal nummer van De Kangoeroe bij het gouden priesterfeest van Frans Siemer, Hilvarenbeek 1962

 

Houtsnede van Frans Siemer voor Hamlet, melotragikomedie in twee bedrijven.

 

Regionaal Archief Tilburg.

Uitgave bij het vierde lustrum. Houtsnede van Frans Siemer. 1938.

 

 Familie Van Hoek

Lidmaatschapsdiploma van St. Leonardus.Diploma op naam van A. van Hoek, 11 november 1939; vervaardigd door Luc van Hoek.

 

Siemer, Frans – Leonarduslied

Siemer, Frans – Bijdragen aan De Kangoeroe

 

De Jankert


Leopold, Stichting J.H. Nacht van het Boek


De Stichting J.H. Leopold werd op 22 mei 1980 te Hilvarenbeek opgericht door enkele literatuurliefhebbers uit Tilburg en omgeving. Doelstelling was het werk van de dichter J.H. Leopold te bestuderen en te promoten en tevens het literaire klimaat in Tilburg te verrijken met voor een breed publiek toegankelijke evenementen. Dit laatste kreeg zijn vorm in het maandelijkse Literair Café en de jaarlijkse Nacht van het Boek (sinds 1981). Deze manifestatie is uitgegroeid tot een van de grootste evenementen in de nationale Boekenweek. Ook Boekhandel Gianotten en De Vrije Boekhandel participeerden in de organisatie van de Nacht van het Boek. 
In het Literair Café, lange tijd gevestigd in café Du Commerce aan het Stadhuisplein, debuteerde veel nieuw talent, met werk dat werd gebundeld in een Café Cahier, waarvan er sinds 1983 enkele in beperkte oplagen van 150 stuks zijn verschenen. Vele bekende auteurs hebben in het Literair Café voordrachten gehouden, zoals bijvoorbeeld Jef Geeraerts, Cees Buddingh, Monika van Paemel, A.F.Th. van der Heijden en Marijke Höweler.
In 1981 werd het vertaalproject Zeg luister eens van de Tilburgse dichter/schrijver Tymen Trolsky uitgegeven, een jaar later gevolgd door het eerste Leopold Cahier. Hierin werden door de stichtingsleden artikelen over leven en werk van J.H. Leopold gepubliceerd. Er zouden nog vier uitgaven in die reeks volgen.
Een literair katern voor Brabant, bijlage bij Brabantia, jrg. 38, nr. 7, 1989.
juli 2001: Annemarie Quispel, 'Stichting J.H. Leopold', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, XII (1994), nr. 1, p. 22-23.

 

april 2015 Ronald Peeters

 

Programma van De Dag & de nacht van het boek. Linografie: Paul Bogaert - De nacht werd georganiseerd door Stichting Leopold, de dag was de eerste boekenmarkt van Tilburg, georganiseerd door de Stichting dr P.J. Cools msc. De combinatie werd niet voortgezet; vanaf 1999 heette de boekenmarkt 'Boeken rond het paleis'.


Letteren, Faculteit der


Aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg (KUB), werd in 1981 een Letterenopleiding opgericht. Sinds 27 februari 1987 is de Faculteit der Letteren een zelfstandige faculteit. De faculteit kent slechts één vakgroep, namelijk Taal- en Literatuurwetenschap. Binnen deze vakgroep is een aantal werkverbanden ingesteld: Taal en Minderheden, Vergelijking van Grammaticamodellen, Marketing en Sociologie van het Boek (voorheen Literatuursociologie), Tekstwetenschap, Taal en Informatica en Theorie en Geschiedenis van de Literatuur.
Aan de Letterenfaculteit is een aantal personen verbonden die landelijke bekendheid genieten als literaire auteurs, zoals bijvoorbeeld prof. dr. Hugo Verdaasdonk (Marketing en Sociologie van het Boek), de literatuurcriticus prof. dr. Jaap Goedegebuure (Theorie en Geschiedenis van de Literatuur) en drs. Pieter Nieuwint (Taalvaardigheid). Pieter Nieuwint heeft in 1965 met de Tilburger Ivo de Wijs het Cabaret Ivo de Wijs opgericht.
Bij de viering van het tweede lustrum van de Letterenfaculteit in september 1991, waren er zo'n vijfhonderd studenten en honderd medewerkers aan verbonden. Tijdens het lustrumfeest werd de eerste van de jaarlijks terug te keren Louis Paul Boon-lezingen gehouden (door Monika van Paemel), en werd aan het NOS-jeugdprogramma 'Het Klokhuis' de Zwijsenprijs uitgereikt. De Tilburgse educatieve uitgeverij Zwijsen stelt de prijs van 5000 gulden ieder jaar ter beschikking voor degene die zich bijzonder verdienstelijk maakt bij het op creatieve wijze doorbreken van de traditionele grenzen tussen het lezen op school en thuis. 
Studiegids 1991-1992 Faculteit der Letteren, Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 1991; HN van 25-9-1991; DTK van 26-7-1991.
juli 2001: Zie website Faculteit der Letteren.

 

Ley, Silva

 

Silva Ley is het pseudoniem van de schrijfster Johanna Adriana Maria Wilhelmina van der Aelst-Versteden. Zij werd op 17 februari 1927 in Tilburg geboren en zij woont reeds vele jaren in Breda. Zij was werkzaam in het lager onderwijs en als lerares Engels in het middelbaar onderwijs. Sedert de oprichting in 1962 tot 1990 was zij lid van de literaire organisatie en uitgeverij Opwenteling in Eindhoven. In een van de eerste bundels van Opwenteling, Springplank (1963), werd poëzie van haar opgenomen. Zij publiceerde vele gedichtenbundels: Kinderwensen (1957), Kindertoneel (1959), Grazen naar de sprong (Eindhoven, Opwenteling, 1965), Schichtig wonen (Eindhoven, Opwenteling, 1966), Ik wil het maar zeggen (Eindhoven, Opwenteling, 1968), Princiep van uitweg (Eindhoven, Opwenteling, 1976), Ontbolstering (1978) en Spechte-modus (Amsterdam, De Beuk, 1979). Het gedicht 'Galgeven' publiceerde zij in het Noordbrabants schrijversboek 1980:
 

Galgeven

Eikeheuvels tussen grove den
waar je als kind
de nachtegaal kwam horen
bevend in verboden schemering
hoewel ook jongens
aardig konden fluiten

nog schrijven talingen en eenden
op het water
lagen aa's en ee's
onrust onder de oksels
een hals vol richting

ook wij bewegen uren stap na stap
het ritme van miljoenen mensenjaren
winter ademt als een monnik tijdloos
tussen deze bomen kom je thuis

 

De laatste tien jaren is zij vooral bezig met de gedachtenwereld van vrouwen. Dit resulteerde in de bundels: Sluiers vol dukaten ('s-Gravenhage, Boekencentrum, 1982), Vazen vol balsem (Aalsmeer, Luyten, 1986), Binnenhoven vol getuigenis (Aalsmeer, Luyten, 1987) en Donna Pica, de moeder van Franciscus (Aalsmeer, Luyten, 1989). Bij haar afscheid van de literaire organisatie Opwenteling schreef zij de bundel De vrouw van de beeldhouwer (Eindhoven, Opwenteling, 1990) als nieuwjaarsgeschenk 1991/1992.
GAT, Bevolkingsregister 1921/1939, gezinskaart 8/227; Steven van Campen, Opwenteling 1962-1987, Eindhoven, Opwenteling, 1987; Noordbrabants schrijversboek 1980, 's-Hertogenbosch, 1980, p. 92-97 (waarin vijf gedichten, o.a. 'Galgeven').
Ronald Peeters


Lied van minne


Regionaal Archief Tilburg


Het oudste literaire produkt dat wij uit Tilburg kennen is het Lied van minne. Dit naamloze gedicht uit het begin van de 17e eeuw werd destijds door archivaris drs. H.J.A.M. Schurink in het Gemeentearchief aangetroffen in een bundel Varia. In 1954 heeft L.C. Michels het gepubliceerd.

 

LIET

Eelaes fortuyn gij hebt mij bedrogen
in desen tijdt
Want ick heb naer mijn vermogen
een maeght gevrijt
en die gaet mij nu verlaten
dat rouwt mij seer
dat ickse niet en can bepraeten 
naer mijn begeer.

Lestmael als ick ginck spaceren
int haegken soet
ick sach mijn lieffken comen van veren
seer wel gemoet
al met haer nichte neffen haer sijde
soo quam sij daer
waer in ick mij soo seer verblijde
ick ginck haer naer.

Ick saeghse onder haer schoon bruyn ogen
met blijde gemoet
mijn hert dat wert door lieffde getogen
als ick haer groet
maer nu soo gaet sij mij verlaten
dat rouwt mij seer
dat ickse niet en can bepraeten
naer mijn begeer.

Ick vatterse met haer sneeuwwitte handen
dat Venus dier
en haar glinsterende witte tanden
(hs. handen)
bloncken seer fier
gelijck de sonne al door haer stralen
wijt van haer scheen
Elacy sal ick nu moeten dwalen
om sulcken een.

Ick heb door langhduerich schrijven
haer seer versocht
maer sij laet haer bepraeten van wijven
dat sij niet en most
een soldatenkynt te trouwen
haer eygen sin
dwelck haer seer begost te rouwen
creegh weder min.

Mij dunckt de steenen al van der straten
springen mij voor thooft
dat icket schoone lief moet laten
had ick niet gelooft
maer als ick com tusschen wolcken en baeren
inde wilde see
soo wil mij Godt de heer bewaren
en lieffde mee.

GAT, Coll. Handschriften 3.1.01.01, doos 1; L.C. Michels, 'Oud lied van minne', in: Volkskunde, jrg. 55, N.R., jrg. 13, 1954, nr. 3, p. 107-109.

 

Liederenhandschrift uit Tilburg


In 1897 publiceerde H. Roes in het tijdschrift Dietsche Warande de vondst van een eind-zestiende-eeuws liederenhandschrift in de collectie van de Tilburgse architect Leonardus Goyaerts (1852-1918). Goyaerts was van 1896-1918 wethouder in Tilburg. Naar hem is de Wethouder Goyaertsstraat genoemd.
Het handschrift bestond aanvankelijk uit 326 bladzijden, maar de eerste 34 bladzijden ontbraken. Het bevat 66 Nederlandse en enige Franse geestelijke liederen. Er hebben verschillende (over)schrijfsters aan de bundel gewerkt, zo meldt Roes. Elf liederen zijn ondertekend door Anna de Tenniers, een door Wyvine Pieters en twee door Margriet Melis. Na het lied nummer 9 staat de tekst Dezen boek behoort aan (onleesbaar) Tilborg 1797. Na het lied nummer 38 staat het jaartal 1695, en na nummer 58 Theresa van Wesenbeek, 1654 den 2 November. Roes dateert het schrift van Anna de Tenniers op het einde van de zestiende eeuw. De liederen zijn voor het grootste deel uit de zestiende, en enkele uit de vijftiende eeuw. Zij verraden de invloed van de Rederijkers. De huidige verblijfplaats van het handschrift is onbekend.
H. Roes, 'Een liederen-handschrift', in: Dietsche Warande, 1897, p. 261-288 en 446-461 (coll. GAT, Bibliotheek, cat. nr. 4113).

 

Linde, Jacobus van der (15 juli 2017)

 

Lectuurrepertorium

 

Adrianus Jacobus van der Linde werd op 29 mei 1921 geboren op het adres Korvelseweg 237 in Tilburg als oudste van de zeven kinderen van Adrianus van der Linde en Clasina de Leeuw. Op 7 september 1934 verhuist hij naar de fraterschool in Goirle, werd novice bij de fraters van Tilburg in september 1938, en legde de eeuwige geloften af op 15 augustus 1943.

Van der Linde speelt een curieuze rol in het jeugdtijdschrift De Engelbewaarder, en wel onder de schuilnaam Elbert Vuurvlam. Voor het blad schreef hij bijdragen – met name voor de editie ‘voor de jongere lezertjes' – maar hij werd het bekendst als een van de hoofdfiguren uit de rubriek van het populaire enfant terrible Pietje Engelhaar. Die rubriek werd jarenlang getekend door Leo van Grinsven, die vaak ook verantwoordelijk was voor de teksten van Pietje, maar in sommige jaargangen wordt de tekst ondertekend door Elbert Vuurvlam, door Pietje zelf en door de speurder Foetsie. Onder hetzelfde pseudoniem schreef Van der Linde ook enige bijdragen voor het tijdschrift voor de oudere jeugd De Gouden Wiek (Tilburg, R.K. Jongensweeshuis).

Bij de laatstgenoemde uitgever verschenen van zijn hand de kinderboeken:

- De wonderlijke reis van Emie Ereprijs (RKJW, Tilburg, 1953)

- Junar, het wonderpaard (RKJW, Tilburg, 1955)

- Het verhaal van Issie en Dissie (RKJW, Tilburg, 1955)

In samenwerking met frater Lucidius en Cas Klavier schreef hij Met spel en mimiek voor het geacht publiek , een bundel toneelteksten voor de jeugd van circa 7 jaar (Uitgeverij Helmond, Helmond, 1955).

Nietemin lijkt een en ander een plezierig maar toch ondergeschikt deel van Van der Linde's arbeidzame leven als kloosterling te zijn geweest. De tekst van zijn gedachtenisprentje geeft in kort bestek weer waar zijn aandacht en arbeid hoofdzakelijk naar zijn uitgegaan:

'Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor de onderwijzersopleiding, onder andere als pedagogiekdocent aan de katholieke pedagogische akademies te 's-Hertogenbosch en Sittard, als voorzitter of lid van meerdere commissies, werkgroepen en stichtingen, en met name ongeveer vijf jaar als medewerker aan het Katholiek Pedagogisch Centrum. Daarnaast zette hij zich in voor allerlei andere sectoren van onderwijs en jeugdzorg als kleuterleidsteropleiding, lerarenopleiding, katechese, schoolradio, onderwijstelevisie   en   onderwijsfilm.'

Elbert Vuurvlam overleed op 30 augustus 1974 in het St.-Elisabethziekenhuis in Tilburg, en werd op 4 september begraven op het kerkhof van de fraters bij Huize Steenwijk te Vught.  

Lectuurrepertorium, www.worldcat, gezinskaart in RAT, De Engelbewaarder, mededelingen van Jos Naaijkens uit het archief van de fraters van Tilburg.

 

Ed  Schilders

 

 

Lindeboom, De Tilburgse

 

Regionaal Archief Tilburg - De lindeboom in 1890


In het recent verschenen Monumentale bomen in Nederland (Amsterdam, 1991) door onder anderen Bert Maes, wordt ruime aandacht geschonken aan de lindeboom op de Heuvel in Tilburg (p. 32-33 en 98-99). Volgens hem is deze Hollandse linde (Tilia x vulgaris) tussen 1600 en 1700 geplant, heeft ze een hoogte van 18 meter en een omtrek van 540 cm.
Over onze lindeboom, die haar langste tijd wel gehad moet hebben, zijn nog enkele publikaties bekend. Ook wordt de lindeboom in sommige werken genoemd en er is zelfs een titel aan ontleend. 

De wereldreiziger graaf De Monconys bezocht Tilburg in 1662 en logeerde in De Gekroonde Zwaan op de Heuvel. In het boek Voyages de Monsieur de Monconys dans la Hollande (Parijs, 1667, p. 125) staat dat de graaf vol bewondering de lindeboom aanschouwde en dat de kruin een omtrek heeft van 62 passen en dat de boom door 28 pilaren ondersteund wordt. Een andere oude vermelding in de literatuur vinden we in het boek Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman ('s-Gravenhage, uitg. Pieter van Os) van Franciscus Lievens Kersteman. In het Aanhangzel bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen, staat het verhaal van Tobias Morello, dat zich onder andere in 1669 eveneens op de Heuvel in de herberg De Gekroonde Zwaan tegenover de lindeboom afspeelt. Dit verhaal is in 1840 bewerkt door mr. J.I.D. Nepveu in zijn bundel Studie en uitspanning (Utrecht, 1852). In het boek van dr. M.G. de Boer en dr. J.C. Costerus, Brieven en dagboek van den Utrechtschen Vrijwilligen Jager Pieter Jacob Costerus 1830 en 1831 (Amsterdam, 1917), wordt de lindeboom ook genoemd. Als Elise van Calcar in 1850 een bezoek aan Tilburg brengt, geeft zij later in haar boek Tilburgsche Mijmeringen ('s-Hertogenbosch, 1851, p. 13) een uitvoerige beschrijving van de lindeboom. Ter gelegenheid van het bezoek aan Tilburg van koningin-regentes Emma en koningin Wilhelmina op 18 mei 1895, schreef de dichter H.J. Dolmans het gedicht: 
 

Aan den beroemden Tilburgschen Lindeboom:

Wuif nu, fiere en grijze Linde,
Om de slapen der beminde
En vereerde Koningin,
Strooi uw bloesem aan de voeten
Van de Moeder die wij groeten
In éénzelfde Oranje min.

Laat Haar 't frische Groen der blâren
Neêrlands Hope op Haar verklaren,
En - wat wank'len moge of vall' -
Laat haar forsche stam en takken
Leeren, dat de Trouw niet knakken,
Weif'len of vermind'ren zal.


Lambert G. de Wijs schreef voor de Nieuwe Tilburgsche Courant van 14 november 1925 het verhaal Een Maria-legende van den Tilburgschen lindeboom, waarvan een overdruk verscheen. 

De legende speelt in het midden van de zestiende eeuw, toen de beruchte legeraanvoerder Maarten van Rossum zijn strooptochten door Brabant ondernam. Op de Heuvel in Tilburg woonde een zekere Antoni die zich bij zijn plunderende troepen aansloot. Hij zou vermoedelijk gesneuveld zijn. De moeder van Antoni bleef echter in zijn behouden terugkomst geloven, en zij plaatste een Mariabeeldje tegen de stam van de lindeboom. Na jaren was het beeldje door de tand des tijds aangetast en ten slotte verwijderd. De weduwe en haar andere zoon Herman leden inmiddels aan verstandsverbijstering. Op een heldere juninacht werden beiden wakker en verlieten om onduidelijke reden het huis om onder de lindeboom te gaan bidden. Op dat moment verscheen tussen de knoestige takken Maria met het Kindje Jezus; 't beeld scheen te lachen en vreugde omstraalde 't kind op haar arm. Plotseling zagen zij ook een geknielde man zitten: de verloren gewaande maar berouwvolle zoon Antoni. Met een beetje fantasie was in de jaren dertig de beeltenis van Maria nog duidelijk te zien.

In 1937 verscheen de door De Wijs geschreven brochure De lindeboom, waarvan twee edities bekend zijn. 
In 1945 publiceerde de uit Tilburg afkomstige auteur Jan Derks zijn roman De Lindeboom (Utrecht, A.W. Bruna, z.j.), waarin onder andere ook de Tilburgse kermis wordt genoemd. In de jaren zeventig werd in het Kultureel Sentrum op het Koningsplein door het Deskundologisch laboratorium een tentoonstelling over de Tilburgse lindeboom ingericht, waarbij ook een boek werd uitgegeven.
Het Gemeentearchief heeft tien historische jaarboeken uitgegeven onder de titel De Lindeboom (1977-1986). De gemeente Tilburg ten slotte, gaf in 1980 een brochure uit: De lindeboom op de Heuvel in Tilburg. 
GAT, Collectie H.J. Dolmans, nr. 3.1.2.28.
juli 2001: Ronald Peeters schreef 'Intensive-care voor de lindeboom', in Tilburg Magazine jrg. 3, nr. 4, dec. 1992 (p.16-21) en een bewerking ervan: '"Geen dode zou ooit méér zijn betreurd" Historische achtergrond van de Tilburgse lindeboom', in Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 11, nr. 2, sept. 1993 (p.35-40).
Op 27 april 1994 werd de lindeboom gerooid. Paul Spapens schreef toen het boek De oudste Tilburger (uitgave Het Nieuwsblad) en Henk Kuiper, onder het pseudoniem Frits van de Heuvel, Gek van de Linde. Hoe een gezonde Tilburger schizofreen wordt door een boom (Tilburg, Heuvelpers, z.j. [eigen beheer, 1996]) en Tilburg vijf eeuwen rond de 'heilige' Linde (Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 2000). Ed Schilders en Luc Verschuuren publiceerden het boekje De ballade van Kees Kruik (Tilburg, Brabants Dagblad, 1994).

Ronald Peeters

Uit: deskundologie

 

Regionaal Archief Tilburg

 

Peeters, Ronald - Over de lindeboom in Tilburg Tijdschrift, 1993

 

Ronald Peeters & Ed Schilders

Uit: Tilburg, hoe het groeide

 

Uit: Groot Tilburg, circa 1940

 

 

Uit: Tilburg, hoe het groeide (links; illustratie door Frans Mandos); rechts: grafiek van H. Corvers

Tekening door Kees Koster voor Terugblik op Tilburg van Pierre van Beek

 

Uit: Gids voor Tilburg. Bron: Henk Kuiper, Tilburg, vijf eeuwen rond een 'heilige' linde (2000)

 

Gedichten en een column uit 1901 over de Lindeboom.

Bijdragen van Klaas Daamen en Flaneur.

 

  3 december 2015 Ronald Peeters

 

Lion en Zonen, Drukkerij E.


Bij E. Lion en Zonen 'Drukkerij van het Provinciaal Dagblad' te 's-Hertogenbosch, werd in 1815 het 16 bladzijden tellende Brand-reglement voor de gemeente Tilburg. Gearesteerd den 30 November 1815 gedrukt. Deze drukkerij drukte in die tijd voor de gemeente Tilburg de geboorten-, huwelijks- en overlijdensregisters. Dit drukwerk werd in 1838 door A. van der Voort en Zonen overgenomen.
Drs. W.J. Pouwelse en dr. F.J.M. van Puijenbroek, 'Kranten in Tilburg', in: De Lindeboom, III/IV, 1979-1980, p. 134; Bibliotheek KUB, PG 39 E 17; GAT, Secretarie-archief 1810-1907, inv. nr. 2097.

Literaire beeldende kunst in Tilburg

In Tilburg zijn een paar honderd kunstwerken langs de straat te vinden. Sommige kunstwerken, maar ook gedenkplaten en glas-in-lood-ramen, hebben een 'literaire' betekenis. 

Plekgedichten

Trottoirpoëzie


Regionaal Archief Tilburg - foto: Frans van Ameijde, 1990.

 

Voor de Pauluskerk in de Heuvelstraat staat het bronzen beeldje Het schrijvertje, een gehurkt kind dat op de grond schrijft. De maker is Hein Koreman en het beeldje werd in 1986 geschonken door het Tilburgse Advocatenbureau Janse Gerritse Mannaerts cs. Het is een tweede afgietsel van een uit 1974 daterend beeldje dat in de Halstraat te Breda staat.

 

In de gevel van het pand Schouwburgring 182 werd in 1935 een rode zandstenen plaquette aangebracht waarop variaties op het thema de Dodendans staan afgebeeld met een vermoedelijk 17e-eeuwse spreuk van een onbekende dichter: ick bid voor u / ick vecht voor u / ick voede u / ick stryck u algaer ghelyke / wie kant maken dat nieman t sal laken. Mogelijk is deze steen gemaakt naar aanleiding van het overlijden van wolhandelaar C.J.J. Wouters (1851-1935), de vader van de toenmalige eigenaar van het huis.
 

Ronald Peeters - Jace van de Ven bij het beeld van Franciscus van Sales aan de Bredaseweg. Foto Frans van Ameijde, 2001.


Op de hoek van de Bredaseweg en Noordhoekring staat op het hek van het kerkhof het gietijzeren beeld van Franciscus van Sales (1567-1622), de patroonheilige van de schrijvers. Hij is afgebeeld met de attributen ganzeveer en boek. Het beeld werd in 1896 vervaardigd door het Franse atelier Capitain& Salin en geschonken door P. van Damme (1812-1906) uit de Nieuwlandstraat. Dezelfde heilige, gebeeldhouwd in steen, is ook te vinden in de hoekgevel van de voormalige R.K. Basisschool voor jongens 'St. Franciscus van Sales' aan het St. Willebrordplein 6. Het beeld werd in 1923 vervaardigd door P.J.L. Custers (1867-1942) uit Stratum.
 

Regionaal Archief Tilburg - Bronzen gedenkplaat Vincent van Gogh, St. Annaplein (foto Frans van Ameijde, 2003).


In de gevel van St. Annaplein 18-19 is in 1972 een bronzen gedenkplaat van de kunstenaar Niel Steenbergen aangebracht, herinnerend aan Vincent van Gogh, die op deze plaats in het kosthuis Korvel 57 van J. Hannik van 1866-1868 heeft gewoond. De schilder Van Gogh is ook door zijn nagelaten en vaak gepubliceerde brieven bekend geworden. 
 

Ronald Peeters - Gedenkraam Paleis-Raadhuis (foto Joost Op ’t Hoog, 2010).


In het Paleis-raadhuis bevinden zich in de hal glas-in-lood-ramen van glazenier Joep Nicolas uit 1936. Er zijn gedichten van prof. dr. L.C. Michels en Joost van den Vondel in verwerkt. 
 

Ronald Peeters - Judocus Smits - foto Ronald Peeters, 2008.


Tegen de zijgevel van de Heikese kerk staat het monument van mgr. J. Zwijsen, in 1933 door Toon Dupuis vervaardigd. In de muur, uiterst links, zit het bronzen medaillon van Judocus Smits (1813-1872) bevestigd, de oprichter van het katholieke dagblad De Tijd.
 

Ronald Peeters - Gedenksteen Donders. Foto: Jan Stads, 2008.


In de gevel van Nieuwlandstraat 44, het geboortehuis van de beroemde oogheelkundige prof. dr. F.C. Donders (1818-1889), werd in 1888 een gedenksteen geplaatst. De tekst werd gemaakt door de bekende schrijver Nicolaas Beets (1814-1903). 

Naast de hoofdingang van de KUB aan de Hogeschoollaan 225 werd in 1979 door de Chileense Schilderbrigade 'Ramona Parra' een paneelschildering aangebracht, bij gelegenheid van de herdenking van de Chileense staatsgreep van 1973. Op de schildering is onder andere een boekverbranding te zien.
Paul van de Sande, Kunst onderweg. 166 kunstwerken in Tilburg, Tilburg, 1986; Ronald Peeters en Ed Schilders, Katholiek Tilburg in beeld, Tilburg, 1990, p. 178.; GAT, Kunstenaarsdocumentatie; HN van 19-1-1988.
juli 2001: In 1993 zijn er op initiatief van schouwburgdirecteur Leo Pot 28 hardstenen poëzietegels in de omgeving van de Schouwburg gelegd. Hierover schreef Cees van Raak het boekje De poëzie lacht op straat. gebeitelde gedichten in Tilburg (Tilburg, Syntax Publishers, 1999), 78 blz. Op p. 71 maakt hij nog melding van het gedicht 'Roeien ('s middags)' van Martinus Nijhoff, dat in de massieve trottoirrand rond het Wilhelminapark staat gebeiteld.
Zie: HN van 11-11-1993, TVU van 17-11-1993 en 29-12-1993, BD van 23-4-1996 en 24-4-1996 en Cees van Raak, 'Trottoirpoëzieproject', in Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 12, nr. 1, maart 1994, p. 25-26.

9 september 2015

Vanaf de doorgaande weg is het nauwelijks te zien maar dat maakt de uitvoering van het gedicht ‘Brief aan een architect II’ van de Vlaamse dichter Luuk Gruwez niet minder fraai. Het is aangebracht op de zijkant van het pand van het Tilburgse architectenbureau Luijten Smeulders, en wel in de smalle inrit die naar de parkeerplaats leidt achter het naastgelegen politiebureau (Wilhelminapark). Het concept, de fotografie en de vormgeving zijn van Tineke Schuurmans.

 

Foto's: Ed Schilders

 

Plekgedichten

Trottoirpoëzie


Literaire cafés


Ontmoetingspunten voor 'literaire uitwisselingen' zijn altijd de cafés geweest. Daar kwam men bij elkaar om naar lezingen en declamaties te luisteren. Tilburg had en heeft ook een paar van deze, laten we ze maar literaire cafés noemen.
In het vergaderzaaltje van café Marinus achter de Heikese kerk (thans parkeerplaats Stadhuisplein in het verlengde van de Monumentstraat), vond in 1924 de historische ontmoeting plaats tussen Anton van Duinkerken en Antoon Coolen. Daar kwamen toen op een letterkundige ontmoetingsdag gelijkgestemde katholieke jongeren samen uit onder andere Utrecht, Maastricht en Nijmegen. Jan Engelman hield er een lezing. Onder hen waren onder anderen Gerard Knuvelder, Albert Kuyle en Gerard Bruning. Een jaar later zouden de Utrechtse jongeren het toonaangevende maandblad De Gemeenschap oprichten, waarvan Van Duinkerken sedert 1929 redacteur werd. 
De in 1907 opgerichte Wetenschappelijke Kring vergaderde tot 1935 ook in het café van Jan Marinus. Daar werd in 1917 een lezing door Theo van Doesburg en in 1935 een voordracht met eigen dichtwerk door Jan Engelman gegeven. Waar de lezing voor de Wetenschappelijke Kring door Antoon Coolen in 1948, onder de titel 'Vertellen aan Kinderen', werd gehouden, is niet bekend. Men vergaderde sindsdien in Modern, Riche of Mulders, waar de letterkundigen A. Viruly in 1957 en F. Bordewijk in 1958 een referaat kwamen houden.

In Café-restaurant Albert Jansen op de hoek Spoorlaan-Stationsstraat, waar thans café-restaurant Central staat, werden in 1915 twee soirees gehouden door Theo van Doesburg en Antony Kok, de latere vertegenwoordigers van De Stijl.

In café Voskens (thans De Roskam) aan de Heuvel 5, kwam destijds de studentenvereniging St. Leonardus bijeen. Hier hebben zich vele literaire activiteiten afgespeeld. Er werden redactievergaderingen van het literaire tijdschrift Roeping gehouden, en je zag er bijvoorbeeld de regelmatige medewerkers zoals de dichters Frank Valkenier en Luc van Hoek.

In café Du Commerce aan het Stadhuisplein organiseerde de in 1980 opgerichte Stichting J.H. Leopold regelmatig maandelijks een Literair Café, waar met name nieuw talent kon debuteren. Sinds 1983 verschijnt hun werk in het Café Cahier. 

Literalust is een organisatie die sinds 1984 vanuit het Vrouwencafé Tilburg (Nieuwlandstraat 43) 'de vrouwelijke stem in de literatuur onder de aandacht van het publiek' wil brengen. Er werden al meer dan twintig lezingen gehouden, door onder meer Andreas Burnier, Renate Dorrestein en Monika van Paemel.
Anton van Duinkerken, Brabantse herinneringen, Utrecht/Antwerpen, 1979, 3e druk, p. 228-242; Wetenschappelijke Kring Tilburg 1907-1957; ir. Rob van Putten, 'Schetsen uit het leven van een tachtigjarige', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 5, 1987, nr. 1, p. 19-22; Een literair katern voor Brabant, bijlage bij Brabantia, jrg. 38, nr. 7, 1989.


Literaire wandelroutes (juli 2001
)

 

Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe Stadskantoor 2 op 27 maart 1992 met daarin de Openbare Bibliotheek, verscheen het boek De Paap van Gramschap. Vier eeuwen schrijven en drukken in Tilburg van Ronald Peeters, die een gelijknamige tentoonstelling inrichtte en daarbij een Literaire wandeling in het centrum van Tilburg als gelegenheidsuitgave liet verschijnen.
In 1996 publiceerden Jef van Kempen en Ed Schilders, Literaire wandelroute Tilburg ('s-Hertogenbosch, Het Noordbrabants Genootschap), eveneens een wandelroute door het centrum van Tilburg, maar dan wel uitgebreider dan die van Ronald Peeters.

 

Ronald Peeters

 

Lloyd Trumpstein, S. (25 juli 2015)

 

Detail uit het omslag van De bedenkelijk kijkende grondeekhoorn # 11

 

Illustrator, grafisch kunstenaar en cartoonist S. Lloyd Trumpstein werd als Stephan de Weert geboren in Antwerpen in 1969. Zijn werk verscheen in De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, Brabants Dagblad, Propia Cures en Univers. Hij publiceerde De Opstand Der Naakte Parkeerwachters' (1999) en Laubsagerarbeiten: ein muss für Lebensgeniesser (2001). Samen met Ivo van Leeuwen is hij het Teekenkundig Genootschap van Lust tot Verveeling. Dit genootschap publiceerde Ontsnapt aan de Vrijheid (2005), waarin cartoons, linosneden, tekeningen, schilderijen, strips, verhalen, een cursus ‘Zelf mensen maken’ en een biografie van een Bulgaarse dichter.

Raak, Cees van, et al, Cultureel Lexicon Tilburg 1945-2008. Wolf Publishers, Tilburg, 2008.

Ed Schilders

Links: Lloyd Trumpstein; rechts Ivo van Leeuwen.

 

 

 

Lommen, J.F.H. (27 juli 2015)

 

Jo(h)annes Franciscus Hubertus (alias Jean François) Lommen, geboren te Roermond op 10 maart 1828 als zoon van Hendricus Ludovicus Lommen en Anna Maria Ketels. Hij vestigde zich in 1853 met zijn vrouw Catharine Leonie Kruger (Antwerpen 1832 – Tilburg 1868) te Antwerpen, waar hun beide dochters geboren werden. In 1861 keert hij terug naar Roermond om zich op 4 november 1862 te Tilburg te vestigen. In 1865 wordt hij aangeduid als ‘practizijn’ (werkzaam in het vrije beroep), maar in Roermond stond hij in het bevolkingsregister ingeschreven als zaakwaarnemer. In 1865 is hij kandidaat-notaris te Tilburg aan de Nieuwlandstraat. Een jaar eerder was hij door het Hof van appel te Brussel veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf ‘ter zake van het zich inmengen in openbare bedieningen’ en omdat hij zich ten onrechte had uitgegeven als notaris. In 1872 verhuist hij naar Antwerpen.
Van Lommen zijn  enkele boeken bekend. In 1855 werd bij Drukkerij J. Peeters-Van Genechten te Antwerpen een bundel aforismen onder de titel Bloemtuiltje van gedachten en zedelessen (uitgegeven tot bijdrage aan de herstelling der kerk van St.-Carolus Borromaeus binnen Antwerpen) uitgegeven (109+3 pp.). In 1856 publiceerde hij te Antwerpen Grafbloemen in proza en poëzij (‘uitgegeven ten behoeve van noodlijdende weduwen en weezen’).  Zijn ervaringen met de Belgische justitie zullen aanleiding zijn geweest tot het schrijven van Heteronomisch Geding als prove van Belgische Vrijheid en Justitie op een Nederlander (Tilburg 1862). In 1863 is bij E. Goewie jr. in Tilburg zijn curieuze boekje Levensbeschrijving van Gerardus van Spaendonck uitgegeven, dat in het begin van deze eeuw door Antoine Arts te Tilburg werd herdrukt. Later schreef Lommen nog een juridisch werk onder de titel De onafhankelijkheid der regterlijke magt en het openbaar ministerie, met een inleiding over de geschiedenis van het regt (’s-Hertogenbosch 1867). Jan Lommen overleed te Brussel op 13 november 1882.

Mr. B.J. van Spaendonck, Gerard Cornelis van Spaendonck (1804-1873). Enkele facetten van de Tilburgse samenleving in het midden der negentiende eeuw (Tilburg, 1995), p. 171 en 255-256; Rob van Putten, ‘Over vernis, manufacturen en meel. Een kleine familiegeschiedenis’, in Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 30, 2012, nr. 1, p.3-11; Het boekje van Lommen over Van Spaendonck bevindt zich in de Brabant-Collectie van de UvT, nr. map 5-15. Daar wordt ook het manuscript van dat boekje bewaard. De herdruk bevindt zich in de Collectie J.A. van Spaendonckstichting (Regionaal Archief Tilburg, archief 659, inv. nr. 1426).

Ronald Peeters

 Brabant Collectie

\\

 

 

Looijkens, Frans (juli 2015)

 

Tilburger Frans Looijkens publiceerde zijn  herinneringen aan zijn jeugdjaren op het Goirke op website Cubra onder de titels Herinneringen aan de Sint Janschool van de parochie Goirke (Tilburg) en Terug naar de parochieschool van ’t Goirke.

http://www.cubra.nl/auteurs/franslooijkens/welcome.htm


Lotsij, mr. J.S.

 

Bron: internet 2015

 

Mr. J.S. Lotsij was advocaat te Dordrecht. In juni 1839 sprak hij voor de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch een pleitrede uit, welke in 1840 te Dordrecht onder de titel De Warande van Tilburg verdedigd. Eene bijdrage tot het jagtregt. Pleitrede met bijlagen werd gepubliceerd. Het bevat onder meer een historische verhandeling over de heerlijkheid Tilburg en Goirle.

Ronald Peeters

 

Lowie van Dorrus Misters (11 juli 2016)

 

Lowie [Louis] van Dorrus Misters is het pseudoniem waaronder Aloysius L.A. v.d. Heijden (11 oktober 1874 – 10 juni 1954) zijn herinneringen aan zijn leven in Tilburg publiceerde in de Nieuwe Tilburgsche Courant. Lange tijd was zijn ware naam onbekend bij de lezers maar toen hij in 1951 met zijn echtgenote, Antonia C.P. Becx,  hun gouden bruiloft vierde, doorbrak de redactie de geheimhouding en onthulde niet alleen zijn ware naam maar ook zijn adres: Hasseltstraat 254. Uit het artikel blijkt ook dat Lowie toen 76 jaar was (en Antonia 75) en dat ze dertien kinderen hadden waarvan er acht vroegtijdig overleden.

Van der Heijden werkte vanaf 1893 voor brouwerij De Posthoorn op Korvel. In 1903 trad hij als boekhouder in dienst van graanhandel Gebroeders Majoie aan de Bredaseweg. Tot het jaar 1916 wijdde hij aan dit bedrijf zijn beste krachten om vervolgens over te gaan naar het distributiekantoor van Tilburg (in de oorlogsperiode 1914-1918). Gedurende het laatste oorlogsjaar werd hij belast met de directie van het distributiekantoor te Boxtel. Na de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar De Posthoorn.

Dorrus Misters publiceerde zijn herinneringen in de Nieuwe Tilburgsche Courant, waaronder de reeks ‘Onze Tilburgse folklore’ (1950-1954). Zijn herinneringen als werknemer bij de brouwerij -- en als bierkenner -- komen daarbij uitgebreid ter sprake.

Nieuwe Tilburgse Courant - 15 februari 1951. Met dank aan Ben van de Pol.

De artikelen van Dorrus Misters op CuBra, geredigeerd door Ben van de Pol

 

Loyola, fr. (1 september 2015)

 

Bernardus Martinus Cornelis Hinten werd op 2 september 1903 geboren in Tilburg, parochie Besterd. Na de lagere school bezocht hij de fraterschool en de fraterkweekschool in Goirle. In 1920 trad hij in als novice bij de fraters van Tilburg. Hij werkte in het onderwijs in Tilburg, Eindhoven, Munsel en Den Bosch, onder andere in het Bijzonder Lager Onderwijs. Op 6 juli 1984 overleed hij in het St.-Liduinaziekenhuis in Boxtel. Op 11 juli werd hij begraven op de kloosterbegraafplaats van Huize Steenwijk in Vught.

Van frater Loyola kennen wij nauwelijks enige publicaties. Het is daarom des te opvallender dat in de Gouden Wiek van 1951 een kort toneelspel voor de jeugd opduikt van zijn hand. Te meer daar het de katholieke volksheld Pieter Jong betreft, bijgenaamd 'De held van Lutjebroek'. Over de zoeaaf Pieter Jong had frater Jos. M. Reynders in 1927 al een succesvol jongensboek geschreven, uitgegeven door het RK Jongensweeshuis.

 

Gouden Wiek, 1951. Ook in De Engelbewaarder, juni 1951.

Curriculum vitae in het archief van de Fraters CMM in Tilburg.

 

Luccioni, Maartje


Maartje Luccioni werd op 4 mei 1935 te Tilburg geboren als Maartje Agatha van der Made, dochter van de arts Hendrik van der Made en Anna Charlotte van Barneveld. De familie Van der Made woonde sinds 1934 aan de Ringbaan-West 252. Op 30 maart 1937 is dit gezin naar Nijmegen vertrokken. Maartje van der Made haalde haar doctoraal Engels, trouwde in 1961 met Jean-Michel Luccioni, toen nog leraar Engels, vertrok naar Frankrijk en woonde in Caën, twee jaar in Lille en ten slotte in Montfermeil, een voorstad van Parijs. Pas in Frankrijk is zij gaan publiceren. Bij de Bezige Bij te Amsterdam verschenen de roman Wie nu geen huis heeft (1974), de bundel Alles Anders (1976) met twee lange verhalen, de roman Het dubbele gelijk (1980), de bundel De Cézanne en andere verhalen (1982), de roman De gebalde vrouw (1986) en de novelle Het hart van Fabio Genovese (1989).

Zij vertaalde een aantal boeken uit het Frans, zoals: Emmanuelle Arsan De antimaagd Emmanuelle (Amsterdam, Bezige Bij, 1975), Roland Barthes De taal der verliefden (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1980), Roland Barthes Sade, Fourier, Loyola (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1984), Roland Barthes, De lichtende kamer : aantekening over de fotografie, (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1988, een filosofisch essay over het bekijken van foto's) en Raphaele Billetdoux Meisje in stilte, (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1990).
GAT, Bevolkingsregister, gezinskaart 1921/1939 45/1; De Volkskrant van 14-9-1974; NRC Handelsblad van 16-4-1976 en 1-8-1986; Vrij Nederland van 23-11-1974, 28-2-1976 en 22-3-1980; H.J.M.F. Lodewick, W.A.M. de Moor en K. Nieuwenhuijzen, Ik probeer mijn pen. Atlas van de Nederlandse letterkunde, Amsterdam, 1979, p. 254.
Ronald Peeters


Luijten, Drukkerij N.

 

Norbert ('Bartje') Luijten werd op 11 november 1838 te Tilburg geboren. Toen zijn ouders in 1847 kort na elkaar stierven, ging Bartje naar het Jongensweeshuis van de fraters op de Locht (Gasthuisstraat). Na zijn schooltijd kwam hij op de drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis. In mei 1865 startte hij een eigen drukkerij in de Zomerstraat; hij verhuisde in april 1871 naar de Comediestraat (later Willem II-straat genoemd), waar hij ook een boekhandel begon. In 1865 verscheen in Tilburg bij W. Bergmans de eerste katholieke krant, het Weekblad van Tilburg, een tegenhanger van de onafhankelijke krant De Tilburger Bode. De krant werd in eerste instantie in 's-Hertogenbosch gedrukt, maar deze zou vanaf juli 1866 voortaan, onder invloed van de Tilburgse geestelijkheid en mgr. Joannes Zwijsen, door Bartje Luijten in Tilburg worden gedrukt. In 1869 wordt het Weekblad van Tilburg omgezet in een twee keer per week verschijnende Tilburgsche Courant (vanaf 18 december 1911 dagelijks). In 1931 is de 'krant van Luijten' verkocht aan de firma Antoine Arts, die sinds 1879 al de Nieuwe Tilburgsche Courant uitgaf.

Drukkerij N. Luijten was ook een handelsdrukkerij die in de jaren tachtig van de vorige eeuw onder andere de jaarverslagen van de gemeente Tilburg drukte en in 1879 het Adresboek van Tilburg. Naast boek- en papierhandel had hij ook een binderij en kon men er abonnementen nemen op en advertenties plaatsen in alle binnen- en buitenlandse bladen.

Fr. Caesario Peters, 'Drukker en uitgever Bartje Luijten over de Tilburgche Courant', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 2, nr. 1, 1984, p. 17-20; drs. W.J. Pouwelse en dr. F.J.M. van Puijenbroek, 'Kranten in Tilburg', in: De Lindeboom, III/IV, 1979-1980, p. 147-167.

Peters, Caesario - Over drukker Bartje Luijten

Regionaal Archief Tilburg

Rechts de drukkerij van N. Luijten in de Willem II-straat, 1899.

 

 

 

 

 

Collectie Nederlandse Persbibliotheek

 

Fraters van Tilburg

Conceptbrief van fr. Superior de Beer aan Arts, 1879

Ronald Peeters

 

 

Bron: Delpher

Tilburgsche Courant 20 november 1902

 

Luycks, Ingrid (april 2015)

 

Ingrid Luycks schreef de monografie Tilburg absurdistan? (Tilburg, TeleXpress, 2009), een studie van de absurdistische en aanverwante elementen in de Tilburgse cultuurgeschiedenis.

 

 

Als redactrice of co-auteur werkte zij mee aan:

Tilburg theatertekstenfestival 2000, met Walter Kerkhofs; Tilburg : TeleXpress, 2000.

Theatertekstenfestival 2002, met Marcel Roelfsema; Kyra Fooy; Hans d' Olivat; Walter Kerkhofs;  [Tilburg] : TeleXpress, 2002.

De Oude Warande, Tilburg : Stichting Stadsbomen : Stads-VVV Tilburg, 2006.

Tilburgse parken. 1, De Oude Warande,  [S.l.] : MiXT 2006.

Het Wilhelminapark, Tilburg : Stichting Stadsbomen : Stads-VVV Tilburg, 2007.

Tilburgse parken. 2, Het Wilhelminapark. Uitgever: [S.l.] : MiXT 2007.

Tilburgse parken. 3, Quirijnstokpark, met Ad Kolen; et al; [S.l.] : MiXT 2008.

Niko de Wit, beeldhouwer, met Marie-Colette van Spaendonck; Peter Thoben; Niko de Wit; Karel Adrianus Soudijn;  Oosterhout : TAB Timmer art books, 2009.

 


Begin pagina

Inhoud De Paap van gramschap

CuBra Home


La Haye, Fred
Laarhoven, Jan van
Laat, Hendrik de

Laat, Ko de
Laerhoven, Baptista van
Landell, Olaf J. de

Landeren, Leo van

Latijnse school in Tilburg eind 16e eeuw
Lauret, dr. A.M.
Lauwers. J.M.

Lechim (ps. van Michel van de Ven)
Leeuw, Jacques de

Leeuwen, Ivo van
Leijer, Jeroen de

Leonardus, St.
Leopold, Stichting J.H. / Nacht van het Boek
Letteren, Faculteit der
Ley, Silva
Lied van Minne
Liederenhandschrift uit Tilburg

Linde, Jacobus van der
Lindeboom, de Tilburgse
Lion en zonen, Drukkerij E.
Literaire beeldende kunst in Tilburg
Literaire cafés
Literaire wandelroutes

Lloyd Trumpstein, S.

Lommen, J.F.H.

Looijkens, Frans

Lotsij, mr. J.S.
Lowie van Dorrus Misters

Loyola, fr.

Luccioni, Maartje
Luijten, Drukkerij N.

Luycks, Ingrid