|
|
Ronald Peeters & Ed Schilders
Fred La Haye - Ingrid Luycks
Bron: www.CuBra
Vloeiblad met reclameopdruk
Als gespecialiseerde boekbinder voor bibliotheken gaf Van Laarhoven
jaarlijks een boekje uit voor relaties onder redactie van Riki
Slenders, als monografie of als thematische bundel met bijdragen van
diverse Brabantse auteurs. Deze uitgaven kwamen niet in de handel.
Auteurs die aan de reeks meewerkten zijn onder anderen:
Jan
Naaijkens, Cor Swanenberg, Cornelis Verhoeven, Michel de Koning,
Paul Spapens, Jan Carstens,
Ed Schilders, A.F.Th. van der Heijden,
Jace van de Ven. De uitgaven werden geïllustreerd door Nelleke de
Laat.
Laat, Hendrik de / graficus (9 december 2015)
Bron: website Hendrik de Laat
Graficus Hendrik de Laat (Den Bosch 1900 – Den Bosch 1980) werd vooral bekend door zijn talloze tekeningen en etsen van Nederlandse stadsgezichten, met name van zijn geboortestad Den Bosch. Er is één bijzondere gemeentelijke opdracht bij, namelijk van Tilburg. In 1927 boden raadsleden aan F.N. Mannaerts een in perkament gebonden verzamelband aan met daarin elf etsen van verschillend formaat ingebonden. De rug van het album is van rood leer met blindstempel versiering en de band kan gesloten worden door twee zeemlederen sluitbandjes. Voorin het album zit een fraai gekalligrafeerd titelblad met de tekst: ‘Huldeblijk in dankbare herinnering aangeboden aan den heer F.N. Mannaerts door de leden van de RK Raadsfractie ter gelegenheid van zijn 25 jarig lidmaatschap van den Gemeenteraad van Tilburg. Tilburg 25 Augs. 1927’.
Franciscus (Frans) Norbertus Mannaerts (Tilburg 1852 – Tilburg 1937)
was naast raadslid ook schoenfabrikant op het Lijnsheike
(Schoenfabrieken J. Mannaerts), bestuurslid van het College van
Zetters, secretaris-penningmeester van de RK Kiesvereniging, lid van
de Voogdijraad en voorzitter van de commissie van toezicht op de
exploitatie van gemeentewoningen. In 1924 werd hij gekozen tot
voorzitter van de Tilburgse Gezondheidscommissie. Ook was hij regent
van de Stichting Het RK Gasthuis. Mannaerts was in 1896
medeoprichter en firmant van steenfabriek Stevens & Co.
De Leij met fabriek van Pieter van Dooren,
molen Boomstraat,
Kloosterstraat,
Zomerstraat,
Heuvelstraat,
Wilhelminakanaal (Piushaven),
Emmastraat (straatje van Bronsgist),
(Oude) Markt gezicht op stadhuis,
(Oude) Markt richting Heuvelstraat (met De Gruijter),
Laarstraat (door De Laat Laagstraat genoemd)
Deze elf
etsen zijn gedrukt in een oplage van 50 stuks. De Mannaerts-set is
van uitzonderlijk goede kwaliteit en de etsen daarin zijn van de
7de, 8ste, 10de en 11de staat (drukgang).
en in 1927 een ets van de Hasseltse kapel, die overigens in het album van Mannaerts ontbreekt.
De etsen
van de Emmastraat en de Hasseltse kapel zijn in de jaren zeventig
door de zoon van De Laat herdrukt, wat eigenlijk niet gebruikelijk
is omdat de oplage op 50 stuks al was gedrukt. Maar Hendrik de Laat
heeft ze uit commercieel oogpunt nog wel eigenhandig gesigneerd.
Ko de Laat (Goirle, 1970), woont in Tilburg en is student Nederlands aan het Moller-Instituut. Hij noemt zich performer-dichter en treedt onder andere op in literaire cafés en in de hal van het Noorderligt. Geeft sinds 1989 in eigen beheer het handgeschreven kwartaalblad Tegengas uit, dat hij overigens ook zelf vol schrijft. In kleine oplages verschenen eveneens in eigen beheer de dichtbundels Dichter in Las Vegas en Alle dagen van de week, beide in 1991. Hij laat zich vooral inspireren door de dichters Vinkenoog, Deelder en Van Doorn.
Landell, Olaf J. de (12 oktober 2015)
Bron: Lectuurrepertorium
Olaf J. de Landell werd op 16 mei 1911 geboren in Cirebon op Java (Nederlands-Indië) en overleed op 26 april 1989 in Hilversum. Zijn schrijversnaam is het pseudoniem van Jan Bernard Wemmerslager van Sparwoude. Hij debuteerde in 1935 met Wij moderne menschen maar brak pas na de Tweede Wereldoorlog door naar een groter publiek toen in 1951 zijn roman De porseleintafel werd uitverkozen tot Boekenweekgeschenk. Sindsdien schreef De Landell een groot oeuvre dat vooral in de smaak viel bij katholieke lezers in het zuiden van het land en in Vlaanderen. Daarnaast schreef hij verhalen voor populaire tijdschriften als Margriet, Libelle, Katholieke Illustratie, Revue, Vrouw en haar huis. De Landell verwierf ook bekendheid als auteur van toneelstukken en hoorspelen (uitgezonden door de Avro), en dat is waarschijnlijk de reden waarom hij in 1960 werd uitgenodigd om in Berkel-Enschot-Heukelom te komen adviseren bij de productie van een openluchtspel dat opgevoerd zou worden ter afronding van de restauratie van de ‘Oude Toren’: Haat en liefde, een bewerking van twee verhalen uit zijn boek Nachtfluistering (1944). In die tijd verbleef De Landell dus enige tijd in Berkel-Enschot, en dat is niet onopgemerkt gebleven. Op zijn pagina in Wikipedia lezen we: ‘Het was voor een Brabants dorp in die tijd een hele cultuurschok toen De Landell daar verbleef.’ Over zijn belevenissen in Berkel-Enschot publiceerde hij in 1966 Ter ere van (De Boekerij, Baarn, zes drukken).
Deze lezing van de gebeurtenissen vinden we gedetailleerder, en misschien beter, terug op een anonieme website, waarin de feiten als volgt luiden: 'Ter gelegenheid van de opening van de geasfalteerde Berkelseweg in 1958 hadden A. Elissen en J. Korthout een openluchtspel gemaakt. Burgemeester Panis wilde daarna ook een openluchtspel nadat de oude toren gerestaureerd zou zijn en de Mariakapel geopend kon worden. Op basis van de novelle Nachtfluistering van Olaf J. de Landell schreven Korthout en Elissen in 1960 het toneelstuk Haat en Liefde. Met steun van Landell werd het spel opgevoerd bij de inhuldiging van de oude toren als gedachteniskapel. Na deze succesvolle uitvoering werd een 'comité openluchtspel' opgericht. Landell werd aangezocht als regisseur voor het in 1961 op te voeren Maria-spel De duivel in het dorp. Als buitenstaander en (toendertijd) niet-katholiek kwam Landell terecht in een wereldje waar boeren, middenstanders en arbeiders elkaar naar de strot vlogen als het ging om de samenstelling van het comité en de rolverdeling. Die rolverdeling werd na ampele overwegingen tenslotte uitgebalanceerd naar tien arbeiders, tien boeren, negen middenstanders en twaalf kinderen. De boeren gaven Landell echter te kennen dat zij vonden dat ze meer dan tien rollen moesten krijgen, omdat ze getalsmatig ver uitstaken boven de arbeiders en middenstanders. In zijn in 1966 uitgegeven boek Ter ere van doopte Landell Berkel-Enschot om tot 'Rennevoirt' en deed hij op kostelijke wijze verslag van de met het toneelstuk gepaard gaande dorpsrel. Het boek beleefde in 1980 reeds een zesde druk. De dorpsrel kon niet verhinderen dat het openluchttoneel vaste voet aan de grond zou krijgen in Berkel-Enschot. In 1965 ontving toneelvereniging De Torenspelers gemeentelijke subsidie.' Uit: De geschiedenis van Berkel-Enschot / XIII. (anonieme internetpublicatie, 2015)
Berkel-Enschot heeft De Landell die publicatie dus niet kwalijk genomen. In Ter ere van wordt het dorp aangeduid als Rennevoirt, en die (schuil)naam werd gekozen als naam voor de plaatselijke jenaplan-basisschool. In 1978 verrichtte De Landell de opening.
De
opvoering van Haat en liefde had nog een ander gelukkig gevolg. Uit
de cast van het openluchtspel kwam toneelvereniging De torenspelers
voort, die na enige tijd naar Tilburg verhuisde en nog steeds
bestaat onder de naam Teatergroep Torenspelers Tilburg.
Bron: Internet 2015
Landeren, Leo van (4 juni 2015)
Leo van
Landeren is het pseudoniem van Antonius Hurkens, die op 28 februari
1889 in Den Bosch werd geboren en op 16 februari 1948 in Tilburg
overleed. Over zijn leven is ons nauwelijks iets bekend. Hij schreef
toneelwerk en verhalen voor de jeugd, waarvan
Kerstverhalen
en Het heldinnetje Agnes (een hagiografie) gepubliceerd
werden door het RK Jongensweeshuis.
Landeren, L. . (1931). Judas. Haarlem: Langendijk. Landeren, L. . (1933). De wondere nacht: Legende-spel voor dames in 4 tafereelen. Berlicum: Grosfeld. Landeren, L. ., & Berkel, J. . (1934). Verrijzenis: Paaschspel volgens ontwerp van J. van Berkel ; tekst van Leo van Landeren. Tilburg: Bergmans. Landeren, L. . (1938). Uit Gods prentenboek. Haarlem: Langendijk. Landeren, L. . (1939). 70 x 7 maal: Toneelspel voor jongens in 2 bedrijven. Antwerpen: Vink. Landeren, L. . (1940). Van twee monnikskes: Legende-spel voor kinderen in 3 bedrijven. Haarlem: Toneelfonds "Pieter Langendijk". Landeren, L. ., & Mark, . (1945). Kerstverhalen. Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis. Landeren, L. . (1945). Vrede: Kerstspel in 3 bedrijven. S.l.: s.n.. Landeren, L. ., Lammers, F., & Heyn, A. (1948). Het heldinnetje Agnes. Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis.
Landveld, Onias (22 december 2017)
Onias Landveld
werd in 1985 geboren in Paramaribo en kwam in 1998 naar Tilburg. Hij
studeerde daar aan Hogeschool Avans en Tilburg University. Meer dan
een dichter voelt en noemt hij zich een ‘spoken word’-artiest. In
2015 was hij de winnaar van de Van Dale Spoken Award voor Story
telling. In augustus 2017 volgde hij Martin Beversluis op als
stadsdichter van Tilburg.
Dr. A.M. Lauret, geboren in 1920 in het Zeeuwse Oostburg, publiceerde in 1962 in een kleine oplage het boekje Clair Obscure over de ontstaansgeschiedenis van de Congregatie van de Zusters van Liefde. Het boekje kwam niet in de handel. In 1964 schreef zij Stroomversnelling, een gedenkboekje ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Kleine Academie te Tilburg. Zij
promoveerde in 1967 op het proefschrift Per imperatief mandaat.
Bijdrage tot de geschiedenis van onderwijs en opvoeding door katholieken
in Nederland, in het bijzonder door de Tilburgse Zusters van Liefde
(Tilburg, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1967). Zij was
mede-auteur van All-in: van charitas tot recht op gezondheidszorg,
ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Nederlandse vereniging
van ziekenhuiseconomen (Lochem, 1971). Bij het 60-jarig bestaan van
Het Nieuwsblad van het Zuiden op 6 augustus 1977, schreef zij het
uitvoerig feestartikel In liefde bloeijende ? Verkenning in de
Tilburgse pershistorie. Voor het boek van P.J.M. van Gorp,
Kinderarbeid in de Textielnijverheid (Tilburg, Nederlands
Textielmuseum, 1979), schreef zij een hoofdstuk.
In
1924 schreef de Esbeekse schoolmeester J.M. Lauwers (1881-1965) het
boekje Langs de Hilverboorden bij gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van het Landgoed De Utrecht en het gouden feest van de Harmonie
Concordia te Hilvarenbeek. Hij maakt melding van de legenden van de
schatten van Tilburg en van Hilvarenbeek. Over die van Tilburg schrijft
hij:
Lechim (2 augustus 2015)
De schrijversnaam Lechim is een anagram van de voornaam van Michel van de Ven. Michaël (Sjel) Johannes Waltherus Adrianus van de Ven werd op 28 oktober 1923 in de Capucijnenstraat geboren als zoon van Catharina van Herwaarden en Michaël Cornelius van de Ven. Zijn vader was letterzetter van beroep en hij startte in de jaren ’30 een eigen drukkerij, De Hoop genaamd, waar Michel van de Ven eveneens als letterzetter ging werken. Vanaf 1957 publiceerde Van de Ven elke week een gedicht in het Tilburgs dialect in de Tilburgse populair. Dat zou hij blijven doen tot aan zijn dood in 1982, en het maakte hem bij het Tilburgse publiek even populair als Cees Robben met zijn Prent van de week. Niettemin is er geen enkel vers van Lechim in boekvorm verschenen, totdat Ed Schilders in 2014 ach tgedichten van Lechim opnam in de bloemlezing Ik praot nie frêet (Gianotten Printed Media; deel 5 in de reeks InTilburg).
Leeuw, Jacques de (26 juli 2015)
Jacobus (Jacques) Johannes Adrianus Maria de Leeuw werd geboren te
Tilburg in 1933, als zoon van Huub de Leeuw (1907-1989) en Cor
Mutsaers. In 1935 begint Huub met de import van de Belgische krant
Het Laatste Nieuws en een jaar later begint hij met de
straatverkoop van lectuur. Zijn eerste kiosk richtte hij op in de
Willem II straat en verhuist in 1939 naar de Zomerstraat en sticht
daar de Lectura Kiosken Onderneming. Dit pand is in 1963 gesloopt
voor de aanleg van de Schouwburgring. In 1944 wordt de zevende kiosk
van Lectura geopend en in 1946 begint Huub uitgeverij De Vrijbuiter.
Onder de naam De Vrijbuiter zijn enkele uitgaven op de markt
gebracht, maar werd vooral actief als importeur van Belgische
kranten.
Schilderij van Joh. Rockx van het oude Lectura-pand aan de Zomerstraat.
1963: Lectura winkel na de eerste fase afbraak Schouwburgring. Het pand van de buren is al afgebroken. De Lectura winkel volgt spoedig.
1963: Lectura winkel na de eerste fase afbraak Schouwburgring. Het pand van de buren is al afgebroken. De Lectura winkel volgt spoedig.
Oktober 1963: Lectura verhuist naar Markt 1, Tilburg: H.O. Interpers – Lectura
Spoorlaan 450, Betapress en Publico.
Vader en zoon in het nieuwe hoofdkantoor van Audax aan de Burgemeester Krollaan 14, Gilze, vlak na de oplevering in 1989.
Zomerstraat, 1954
Binnen twee maanden na de bevrijding van Tilburg (27 oktober 1944)
begon ook het weekblad Groot Tilburg weer te verschijnen.
Vrijwel wekelijks adverteerde Lectura daarin met aanbiedingen die in
het teken staan van de bevrijding en de aflopende oorlog. Doordat de
advertenties meer zijn dan een aanbieding van titels, geven ze ook
een doorkijkje naar de wijze waarop de bevrijding beleefd werd.
15 december 1944
23 maart 1945. Deze prent van Cees Robben, die pas eind 1953 zou starten met zijn Prent van de week, is tot nu toe niet aangetroffen in het archief van de Cees Robben Stichting noch in een particuliere collectie.
22 december 1944. Veel Tilburgers hadden in de maanden tot de nationale bevrijding te maken met ingekwartierde soldaten. Samen zingen was een goed idee.
8 december 1944.
4 mei 1945.
2 februari 1945.
26 januari 1945.
Leeuwen, Ivo van (25 juli 2015)
Graficus, beeldend kunstenaar, cartoonist, illustrator, muzikant, en one time magazijnknecht bij een toiletpapiergigant Ivo van Leeuwen, werd opgeleid aan de kunstacademies van Den Bosch, Breda en Tilburg. Met S. Lloyd Trumpstein vormt hij yowi (Your Order We Ignore) en het Teekenkundig Genootschap door Lust tot Verveeling, Samen publiceerden zij onder meer in De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, het Brabants Dagblad, Frietkaas, en Propia Cures. Op 11 september 2005 werd hun leesroman Ontsnapt aan de vrijheid gepresenteerd bij galerie Kokon. Tegelijkertijd startte aldaar een expositie met tekeningen en schilderijen van het Genootschap.
Rechts: Ivo van Leeuwen. Links S. Lloyd Trumpstein. Van Leeuwen en Trumpstein op CuBra Jace van de Ven en Ivo van Leeuwen - Helden van de Tour de France
Leijer, Jeroen de (25 juli 2015)
Striptekenaar, beeldend kunstenaar en poppenspeler Jeroen de Leijer werd in 1964 geboren in Hilvarenbeek. In 1993 studeerde Jeroen de Leijer aan St. Joost, Breda, cum laude af, afdeling vrije grafiek. Hij is de geestelijke vader van Eefje Wentelteefje, het naïeve meisje met vlechtjes en blozende wangetjes dat in zijn strips, tv-show (bij vpro's Villa Achterwerk), in de 'hardcore poppenkast' De Eefje Wentelteefje Roadshow en in de Eefje Wentelteefje Theatershow de hoofdrol speelde. Jeroen de Leijer (Eefje) creëerde deze samen met Frans van der Meer (alias Berry van den Bebber, later Ferry van der Zaande). In 1997 verscheen het album Eefje Wentelteefje Laat de Boel de Boel (tevens in zeefdruk), in 2000 de bundel Horror Vacuï en in 2001 Hallo, hier is Eefje Wentelteefje. Eveneens in 2001 kwam In de ban van de King uit, met tekst van Hans d'Olivat. Zijn strips verschenen onder meer in het Brabants Dagblad, De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, de VPRO-gids ('Radio Bergeijk') en de Volkskrant.
Omslag van Snack-o-theek (Ruimte X, 2009) door Studio de Leijer . In uitgevouwen staat wordt de snack-plattegrond van Tilburg zichtbaar.
|
►
Zie ook Oda
Swagemakers
Studenten van St. Leonardus in café Voskens, 1940. V.l.n.r. Jo Bedaux, Luc van Hoek en Frans van der Ven.
De leden van studentenvereniging St. Leonardus brachten in 1924 de familie Moller een bezoek in hun huis Eik en Zon aan de Bredaseweg 371. Op de voorgrond hun erevoorzitter dr. H.W.E. Moller (1869-1940), in 1912 stichter te Amsterdam van de Katholieke Leergangen (in 1918 naar Tilburg overgeplaatst), met zijn vrouw en dochtertje in het midden van leden van de studentenvereniging.
Links café Voskens in 1938 aan de toenmalige Bosscheweg waar St. Leonardus thuis was.
1923
Nr. 26
Nr. 26
Speciaal nummer van De Kangoeroe bij het gouden priesterfeest van Frans Siemer, Hilvarenbeek 1962
Houtsnede van Frans Siemer voor Hamlet, melotragikomedie in twee bedrijven.
Uitgave bij het vierde lustrum. Houtsnede van Frans Siemer. 1938.
Lidmaatschapsdiploma van St. Leonardus.Diploma op naam van A. van Hoek, 11 november 1939; vervaardigd door Luc van Hoek.
Siemer, Frans – Bijdragen aan De Kangoeroe
Programma van De Dag & de nacht van het boek. Linografie:
Paul Bogaert - De nacht werd
georganiseerd door Stichting Leopold, de dag was de eerste
boekenmarkt van Tilburg, georganiseerd door de
Stichting dr P.J.
Cools msc. De combinatie werd niet voortgezet; vanaf 1999 heette de
boekenmarkt 'Boeken rond het paleis'.
Silva
Ley is het pseudoniem van de schrijfster Johanna Adriana Maria
Wilhelmina van der Aelst-Versteden. Zij werd op 17 februari 1927 in
Tilburg geboren en zij woont reeds vele jaren in Breda. Zij was werkzaam
in het lager onderwijs en als lerares Engels in het middelbaar
onderwijs. Sedert de oprichting in 1962 tot 1990 was zij lid van de
literaire organisatie en uitgeverij Opwenteling in Eindhoven. In een van
de eerste bundels van Opwenteling, Springplank (1963), werd
poëzie van haar opgenomen. Zij publiceerde vele gedichtenbundels:
Kinderwensen (1957), Kindertoneel (1959), Grazen naar de
sprong (Eindhoven, Opwenteling, 1965), Schichtig wonen
(Eindhoven, Opwenteling, 1966), Ik wil het maar zeggen
(Eindhoven, Opwenteling, 1968), Princiep van uitweg (Eindhoven,
Opwenteling, 1976), Ontbolstering (1978) en Spechte-modus
(Amsterdam, De Beuk, 1979). Het gedicht 'Galgeven' publiceerde zij in
het Noordbrabants schrijversboek 1980:
De
laatste tien jaren is zij vooral bezig met de gedachtenwereld van
vrouwen. Dit resulteerde in de bundels: Sluiers vol dukaten
('s-Gravenhage, Boekencentrum, 1982), Vazen vol balsem (Aalsmeer,
Luyten, 1986), Binnenhoven vol getuigenis (Aalsmeer, Luyten,
1987) en Donna Pica, de moeder van Franciscus (Aalsmeer, Luyten,
1989). Bij haar afscheid van de literaire organisatie Opwenteling
schreef zij de bundel De vrouw van de beeldhouwer (Eindhoven,
Opwenteling, 1990) als nieuwjaarsgeschenk 1991/1992.
Liederenhandschrift uit Tilburg
Linde, Jacobus van der (15 juli 2017)
Adrianus Jacobus van der Linde werd op 29 mei 1921 geboren op het adres Korvelseweg 237 in Tilburg als oudste van de zeven kinderen van Adrianus van der Linde en Clasina de Leeuw. Op 7 september 1934 verhuist hij naar de fraterschool in Goirle, werd novice bij de fraters van Tilburg in september 1938, en legde de eeuwige geloften af op 15 augustus 1943. Van der Linde speelt een curieuze rol in het jeugdtijdschrift De Engelbewaarder, en wel onder de schuilnaam Elbert Vuurvlam. Voor het blad schreef hij bijdragen – met name voor de editie ‘voor de jongere lezertjes' – maar hij werd het bekendst als een van de hoofdfiguren uit de rubriek van het populaire enfant terrible Pietje Engelhaar. Die rubriek werd jarenlang getekend door Leo van Grinsven, die vaak ook verantwoordelijk was voor de teksten van Pietje, maar in sommige jaargangen wordt de tekst ondertekend door Elbert Vuurvlam, door Pietje zelf en door de speurder Foetsie. Onder hetzelfde pseudoniem schreef Van der Linde ook enige bijdragen voor het tijdschrift voor de oudere jeugd De Gouden Wiek (Tilburg, R.K. Jongensweeshuis). Bij de laatstgenoemde uitgever verschenen van zijn hand de kinderboeken: - De wonderlijke reis van Emie Ereprijs (RKJW, Tilburg, 1953) - Junar, het wonderpaard (RKJW, Tilburg, 1955) - Het verhaal van Issie en Dissie (RKJW, Tilburg, 1955) In samenwerking met frater Lucidius en Cas Klavier schreef hij Met spel en mimiek voor het geacht publiek , een bundel toneelteksten voor de jeugd van circa 7 jaar (Uitgeverij Helmond, Helmond, 1955). Nietemin lijkt een en ander een plezierig maar toch ondergeschikt deel van Van der Linde's arbeidzame leven als kloosterling te zijn geweest. De tekst van zijn gedachtenisprentje geeft in kort bestek weer waar zijn aandacht en arbeid hoofdzakelijk naar zijn uitgegaan: 'Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor de onderwijzersopleiding, onder andere als pedagogiekdocent aan de katholieke pedagogische akademies te 's-Hertogenbosch en Sittard, als voorzitter of lid van meerdere commissies, werkgroepen en stichtingen, en met name ongeveer vijf jaar als medewerker aan het Katholiek Pedagogisch Centrum. Daarnaast zette hij zich in voor allerlei andere sectoren van onderwijs en jeugdzorg als kleuterleidsteropleiding, lerarenopleiding, katechese, schoolradio, onderwijstelevisie en onderwijsfilm.'
Elbert
Vuurvlam overleed op 30 augustus 1974 in het St.-Elisabethziekenhuis in Tilburg,
en werd op 4 september begraven op het kerkhof van de fraters
bij Huize Steenwijk te Vught.
De
wereldreiziger graaf De Monconys bezocht Tilburg in 1662 en logeerde in
De Gekroonde Zwaan op de Heuvel. In het boek Voyages de Monsieur de
Monconys dans la Hollande (Parijs, 1667, p. 125) staat dat de graaf
vol bewondering de lindeboom aanschouwde en dat de kruin een omtrek
heeft van 62 passen en dat de boom door 28 pilaren ondersteund wordt.
Een andere oude vermelding in de literatuur vinden we in het boek
Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman ('s-Gravenhage, uitg.
Pieter van Os) van Franciscus Lievens Kersteman. In het Aanhangzel
bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen, staat het
verhaal van Tobias Morello, dat zich onder andere in 1669 eveneens op de
Heuvel in de herberg De Gekroonde Zwaan tegenover de lindeboom afspeelt.
Dit verhaal is in 1840 bewerkt door mr. J.I.D. Nepveu in zijn bundel
Studie en uitspanning (Utrecht, 1852). In het boek van dr. M.G. de
Boer en dr. J.C. Costerus, Brieven en dagboek van den Utrechtschen
Vrijwilligen Jager Pieter Jacob Costerus 1830 en 1831 (Amsterdam,
1917), wordt de lindeboom ook genoemd. Als Elise van Calcar in 1850 een
bezoek aan Tilburg brengt, geeft zij later in haar boek Tilburgsche
Mijmeringen ('s-Hertogenbosch, 1851, p. 13) een uitvoerige
beschrijving van de lindeboom. Ter gelegenheid van het bezoek aan
Tilburg van koningin-regentes Emma en koningin Wilhelmina op 18 mei
1895, schreef de dichter H.J. Dolmans het gedicht:
De legende speelt in het midden van de zestiende eeuw, toen de beruchte legeraanvoerder Maarten van Rossum zijn strooptochten door Brabant ondernam. Op de Heuvel in Tilburg woonde een zekere Antoni die zich bij zijn plunderende troepen aansloot. Hij zou vermoedelijk gesneuveld zijn. De moeder van Antoni bleef echter in zijn behouden terugkomst geloven, en zij plaatste een Mariabeeldje tegen de stam van de lindeboom. Na jaren was het beeldje door de tand des tijds aangetast en ten slotte verwijderd. De weduwe en haar andere zoon Herman leden inmiddels aan verstandsverbijstering. Op een heldere juninacht werden beiden wakker en verlieten om onduidelijke reden het huis om onder de lindeboom te gaan bidden. Op dat moment verscheen tussen de knoestige takken Maria met het Kindje Jezus; 't beeld scheen te lachen en vreugde omstraalde 't kind op haar arm. Plotseling zagen zij ook een geknielde man zitten: de verloren gewaande maar berouwvolle zoon Antoni. Met een beetje fantasie was in de jaren dertig de beeltenis van Maria nog duidelijk te zien. In
1937 verscheen de door De Wijs geschreven brochure De lindeboom,
waarvan twee edities bekend zijn.
Uit: deskundologie
Uit: Tilburg, hoe het groeide
Uit: Groot Tilburg, circa 1940
Uit: Tilburg, hoe het groeide (links; illustratie door Frans Mandos); rechts: grafiek van H. Corvers
Tekening door Kees Koster voor Terugblik op Tilburg van Pierre van Beek
Uit: Gids voor Tilburg. Bron: Henk Kuiper, Tilburg, vijf eeuwen rond een 'heilige' linde (2000)
Bijdragen van Klaas Daamen en Flaneur.
Voor de Pauluskerk in de Heuvelstraat staat het bronzen beeldje Het schrijvertje, een gehurkt kind dat op de grond schrijft. De maker is Hein Koreman en het beeldje werd in 1986 geschonken door het Tilburgse Advocatenbureau Janse Gerritse Mannaerts cs. Het is een tweede afgietsel van een uit 1974 daterend beeldje dat in de Halstraat te Breda staat.
In
de gevel van het pand Schouwburgring 182 werd in 1935 een rode
zandstenen plaquette aangebracht waarop variaties op het thema de
Dodendans staan afgebeeld met een vermoedelijk 17e-eeuwse spreuk van een
onbekende dichter: ick bid voor u / ick vecht voor u / ick voede u /
ick stryck u algaer ghelyke / wie kant maken dat nieman t sal laken.
Mogelijk is deze steen gemaakt naar aanleiding van het overlijden van
wolhandelaar C.J.J. Wouters (1851-1935), de vader van de toenmalige
eigenaar van het huis.
Vanaf de doorgaande weg is het nauwelijks te zien maar dat maakt de uitvoering van het gedicht ‘Brief aan een architect II’ van de Vlaamse dichter Luuk Gruwez niet minder fraai. Het is aangebracht op de zijkant van het pand van het Tilburgse architectenbureau Luijten Smeulders, en wel in de smalle inrit die naar de parkeerplaats leidt achter het naastgelegen politiebureau (Wilhelminapark). Het concept, de fotografie en de vormgeving zijn van Tineke Schuurmans.
Foto's: Ed Schilders
Literalust is een organisatie die sinds 1984 vanuit het Vrouwencafé
Tilburg (Nieuwlandstraat 43) 'de vrouwelijke stem in de literatuur
onder de aandacht van het publiek' wil brengen. Er werden al meer dan
twintig lezingen gehouden, door onder meer Andreas Burnier, Renate
Dorrestein en Monika van Paemel.
Ter
gelegenheid van de opening van het nieuwe Stadskantoor 2 op 27 maart
1992 met daarin de Openbare Bibliotheek, verscheen het boek
De Paap van
Gramschap. Vier eeuwen schrijven en drukken in Tilburg
van Ronald Peeters, die een gelijknamige tentoonstelling inrichtte en
daarbij een Literaire wandeling in het centrum van Tilburg als
gelegenheidsuitgave liet verschijnen.
Lloyd Trumpstein, S. (25 juli 2015)
Illustrator, grafisch kunstenaar en cartoonist S. Lloyd Trumpstein werd als Stephan de Weert geboren in Antwerpen in 1969. Zijn werk verscheen in De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn, Brabants Dagblad, Propia Cures en Univers. Hij publiceerde De Opstand Der Naakte Parkeerwachters' (1999) en Laubsagerarbeiten: ein muss für Lebensgeniesser (2001). Samen met Ivo van Leeuwen is hij het Teekenkundig Genootschap van Lust tot Verveeling. Dit genootschap publiceerde Ontsnapt aan de Vrijheid (2005), waarin cartoons, linosneden, tekeningen, schilderijen, strips, verhalen, een cursus ‘Zelf mensen maken’ en een biografie van een Bulgaarse dichter.
Links: Lloyd Trumpstein; rechts Ivo van Leeuwen.
Lommen, J.F.H. (27 juli 2015)
Jo(h)annes
Franciscus Hubertus (alias Jean François) Lommen, geboren te Roermond op
10 maart 1828 als zoon van Hendricus Ludovicus Lommen en Anna Maria
Ketels. Hij vestigde zich in 1853 met zijn vrouw Catharine Leonie Kruger
(Antwerpen 1832 – Tilburg 1868) te Antwerpen, waar hun beide dochters
geboren werden. In 1861 keert hij terug naar Roermond om zich op 4
november 1862 te Tilburg te vestigen. In 1865 wordt hij aangeduid als
‘practizijn’ (werkzaam in het vrije beroep), maar in Roermond stond hij
in het bevolkingsregister ingeschreven als zaakwaarnemer. In 1865 is hij
kandidaat-notaris te Tilburg aan de Nieuwlandstraat. Een jaar eerder was
hij door het Hof van appel te Brussel veroordeeld tot vijf jaar
gevangenisstraf ‘ter zake van het zich inmengen in openbare bedieningen’
en omdat hij zich ten onrechte had uitgegeven als notaris. In 1872
verhuist hij naar Antwerpen.
Looijkens, Frans (juli 2015)
Tilburger Frans Looijkens publiceerde zijn herinneringen aan zijn jeugdjaren op het Goirke op website Cubra onder de titels Herinneringen aan de Sint Janschool van de parochie Goirke (Tilburg) en Terug naar de parochieschool van ’t Goirke.
http://www.cubra.nl/auteurs/franslooijkens/welcome.htm
Bron: internet 2015
Mr. J.S. Lotsij was advocaat te Dordrecht. In juni 1839 sprak hij voor de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch een pleitrede uit, welke in 1840 te Dordrecht onder de titel De Warande van Tilburg verdedigd. Eene bijdrage tot het jagtregt. Pleitrede met bijlagen werd gepubliceerd. Het bevat onder meer een historische verhandeling over de heerlijkheid Tilburg en Goirle.
Lowie van Dorrus Misters (11 juli 2016)
Lowie [Louis] van Dorrus Misters is het pseudoniem waaronder Aloysius L.A. v.d. Heijden (11 oktober 1874 – 10 juni 1954) zijn herinneringen aan zijn leven in Tilburg publiceerde in de Nieuwe Tilburgsche Courant. Lange tijd was zijn ware naam onbekend bij de lezers maar toen hij in 1951 met zijn echtgenote, Antonia C.P. Becx, hun gouden bruiloft vierde, doorbrak de redactie de geheimhouding en onthulde niet alleen zijn ware naam maar ook zijn adres: Hasseltstraat 254. Uit het artikel blijkt ook dat Lowie toen 76 jaar was (en Antonia 75) en dat ze dertien kinderen hadden waarvan er acht vroegtijdig overleden. Van der Heijden werkte vanaf 1893 voor brouwerij De Posthoorn op Korvel. In 1903 trad hij als boekhouder in dienst van graanhandel Gebroeders Majoie aan de Bredaseweg. Tot het jaar 1916 wijdde hij aan dit bedrijf zijn beste krachten om vervolgens over te gaan naar het distributiekantoor van Tilburg (in de oorlogsperiode 1914-1918). Gedurende het laatste oorlogsjaar werd hij belast met de directie van het distributiekantoor te Boxtel. Na de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar De Posthoorn.
Dorrus Misters publiceerde zijn herinneringen in de Nieuwe
Tilburgsche Courant, waaronder de reeks ‘Onze Tilburgse
folklore’ (1950-1954). Zijn herinneringen als werknemer bij de
brouwerij -- en als bierkenner -- komen daarbij uitgebreid ter
sprake.
Loyola, fr. (1 september 2015)
Bernardus Martinus Cornelis Hinten werd op 2 september 1903 geboren in Tilburg, parochie Besterd. Na de lagere school bezocht hij de fraterschool en de fraterkweekschool in Goirle. In 1920 trad hij in als novice bij de fraters van Tilburg. Hij werkte in het onderwijs in Tilburg, Eindhoven, Munsel en Den Bosch, onder andere in het Bijzonder Lager Onderwijs. Op 6 juli 1984 overleed hij in het St.-Liduinaziekenhuis in Boxtel. Op 11 juli werd hij begraven op de kloosterbegraafplaats van Huize Steenwijk in Vught. Van frater Loyola kennen wij nauwelijks enige publicaties. Het is daarom des te opvallender dat in de Gouden Wiek van 1951 een kort toneelspel voor de jeugd opduikt van zijn hand. Te meer daar het de katholieke volksheld Pieter Jong betreft, bijgenaamd 'De held van Lutjebroek'. Over de zoeaaf Pieter Jong had frater Jos. M. Reynders in 1927 al een succesvol jongensboek geschreven, uitgegeven door het RK Jongensweeshuis.
Gouden Wiek, 1951. Ook in De Engelbewaarder, juni 1951.
Zij
vertaalde een aantal boeken uit het Frans, zoals: Emmanuelle
Arsan De antimaagd Emmanuelle (Amsterdam, Bezige Bij, 1975),
Roland Barthes De taal der verliefden (Amsterdam, De
Arbeiderspers, 1980), Roland Barthes Sade, Fourier,
Loyola (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1984), Roland Barthes, De
lichtende kamer : aantekening over de fotografie, (Amsterdam, De
Arbeiderspers, 1988, een filosofisch essay over het bekijken van foto's)
en Raphaele Billetdoux Meisje in stilte, (Amsterdam, De
Arbeiderspers, 1990).
Norbert ('Bartje') Luijten werd op 11 november 1838 te Tilburg geboren. Toen zijn ouders in 1847 kort na elkaar stierven, ging Bartje naar het Jongensweeshuis van de fraters op de Locht (Gasthuisstraat). Na zijn schooltijd kwam hij op de drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis. In mei 1865 startte hij een eigen drukkerij in de Zomerstraat; hij verhuisde in april 1871 naar de Comediestraat (later Willem II-straat genoemd), waar hij ook een boekhandel begon. In 1865 verscheen in Tilburg bij W. Bergmans de eerste katholieke krant, het Weekblad van Tilburg, een tegenhanger van de onafhankelijke krant De Tilburger Bode. De krant werd in eerste instantie in 's-Hertogenbosch gedrukt, maar deze zou vanaf juli 1866 voortaan, onder invloed van de Tilburgse geestelijkheid en mgr. Joannes Zwijsen, door Bartje Luijten in Tilburg worden gedrukt. In 1869 wordt het Weekblad van Tilburg omgezet in een twee keer per week verschijnende Tilburgsche Courant (vanaf 18 december 1911 dagelijks). In 1931 is de 'krant van Luijten' verkocht aan de firma Antoine Arts, die sinds 1879 al de Nieuwe Tilburgsche Courant uitgaf. Drukkerij N. Luijten was ook een handelsdrukkerij die in de jaren tachtig van de vorige eeuw onder andere de jaarverslagen van de gemeente Tilburg drukte en in 1879 het Adresboek van Tilburg. Naast boek- en papierhandel had hij ook een binderij en kon men er abonnementen nemen op en advertenties plaatsen in alle binnen- en buitenlandse bladen.
Peters, Caesario - Over drukker Bartje Luijten
Rechts de drukkerij van N. Luijten in de Willem II-straat, 1899.
Collectie Nederlandse Persbibliotheek
Conceptbrief van fr. Superior de Beer aan Arts, 1879
Tilburgsche Courant 20 november 1902
Luycks, Ingrid (april 2015)
Ingrid Luycks schreef de monografie
Tilburg
absurdistan?
(Tilburg, TeleXpress, 2009), een studie van de absurdistische en
aanverwante elementen in de Tilburgse cultuurgeschiedenis.
Tilburg theatertekstenfestival 2000, met Walter Kerkhofs; Tilburg : TeleXpress, 2000. Theatertekstenfestival 2002, met Marcel Roelfsema; Kyra Fooy; Hans d' Olivat; Walter Kerkhofs; [Tilburg] : TeleXpress, 2002. De Oude Warande, Tilburg : Stichting Stadsbomen : Stads-VVV Tilburg, 2006. Tilburgse parken. 1, De Oude Warande, [S.l.] : MiXT 2006. Het Wilhelminapark, Tilburg : Stichting Stadsbomen : Stads-VVV Tilburg, 2007. Tilburgse parken. 2, Het Wilhelminapark. Uitgever: [S.l.] : MiXT 2007. Tilburgse parken. 3, Quirijnstokpark, met Ad Kolen; et al; [S.l.] : MiXT 2008. Niko de Wit, beeldhouwer, met Marie-Colette van Spaendonck; Peter Thoben; Niko de Wit; Karel Adrianus Soudijn; Oosterhout : TAB Timmer art books, 2009.
La Haye, Fred
Laat, Ko de
Latijnse school in Tilburg eind 16e eeuw
Lechim
(ps. van Michel van de Ven)
Leeuwen, Ivo van
Leonardus, St.
Linde,
Jacobus van der
Lotsij, mr. J.S.
Luccioni, Maartje
|
|||||||||||||||||||||||||||