PRINT DEZE PAGINA

Het Woordenboek van de Tilburgse Taal wordt mede mogelijk gemaakt door

Bijlage

mölder - meikever

► mölder

1. Jan Naaijkens - Het dorp van onze jeugd; 1999

De tuinen waren afgesloten door hoge, fraai onderhouden beukenhagen. Daarin nestelden blauwpieperkes en schrèèverkes. Het wemelde er van de mölders (meikevers). Je schudde aan de takken en ze vielen er met bosjes uit. Ze vormden een geliefd speelgoed. Je bond een touwtje aan een pootje en zette hem op je hand en je zong

"Mölderke, mölderke telt oe geld

en go dan nog es vliegen".

En daar pompte de bruine "kappesien" of de meelbestoven "bekker" zijn vleugels op. De dekschilden vouwden zich open en daar zoemde hij in het rond in een machteloze cirkel, tenzij hij ten koste van zijn poot de vrijheid hervond.

Ill. uit: Prentjes-almanak voor kinderen; 1801

2. Rolf Janssen – We hebben gezongen en niks gehad; 1984

Wanneer de meikevers weer te vinden waren in de buurt van de beukenhagen, werden deze door de kinderen gevangen. Ze werden opgeborgen in een lucifersdoosje met een blaadje sla.

Vervolgens bonden de kinderen een draadje garen aan de poten van het dier en begonnen dan te zingen tot hij ging vliegen:

3. Ed Dalderop – Pro Memorie – www.cubra.nl

In de schoolfase was er nauwelijks een periode waarin niet bijna iedereen een flink stuk van de dag bezig was met het spel-van-die-tijd: de knikkertijd, de hoepeltijd, de touwtjes- of elastiekjestijd, de meikevertijd, de vliegertijd, de eikels-en-kastanjestijd, de tollen-tijd, de blaaspijpjestijd, enzovoort.

4. Sjef Paijmans – Herinneringen – www.cubra.nl

Mevrouw Hagens begreep het wel en verontschuldigde zich, half Nederlands, half Duits "dass sie dieses Kleid nicht mehr brauchte aber bei der Gartenarbeit noch nutzlich war!" Heini was dol op meikevers en als hij er een gevangen had, bond hij een draadje aan een van de pootjes en zong dan:

"Maikaefer flieg."

"Mein Vati ist im Krieg".

"Meine Muttie ist im Boehmerland"

"Das Boehmerland ist abgebrannt".

"Maikaefer flieg".

Totdat het beestje of door het zingen of om andere redenen zijn vleugeltjes openvouwde en aan dat draadje brommend rond begon te vliegen.

4. Pierre van Beek – ‘Berkel-Enschot opnieuw ontdekt’ (Het Nieuwsblad van het Zuiden - maandag 25 mei 1970 & www.cubra.nl )

Nooit rijden we nog over dat Lovense industrieterrein, want dat vormt een slechte introductie om Enschotwaarts te tijgen. Ge kunt beter over de Bosscheweg en door de Oud Lovenstraat gaan. Daar komt ge tenminste direct reeds iets in de sfeer door een aardige boerderij met een nogal oud gedeelte, die daar schilderachtig te vegeteren zit onder vier hoge lindebomen terwijl een lange arm van een beukenhaag, "waarin ge de beste mulders zuukt", om een vervallen bakhuis slaat.