INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Vriespunt 

Stolpunt en dooipunt (van dooien, niet van doodmaken) zijn onsgeveer gelijk aan het vriespunt en ze liggen krek honderd gradens van het kookpunt af. 
Maar daar komt Drieka d‘r heundje door de straat gesnuft, en Drieka zelf ook. En daar wou ik het krek over gaan hebben. Tis zo’n wiskieheundje, blek-en-wait heten die, er zijn er ook in zwart, maar dat van Driekas is wit-achtig, Wait dus, zo is de naam van dat ding. Die heeft zo’n rechtop-staartje van ne vinger lang, en níe gekoepeerd. Ze fokken die zo, ok de blekze, ok de vierkantige snuutjes, die dit soort heundjes altijd hebben, zijn eraan gefokt.
Ik zeg alle keren als ik haar tegenkom tegen Driekas dat heur heundje toch zo’n schoon gezeglijk staartje heeft, zo kwiek rechtop, en ...
En wat? vraagt ze dan En ge ziet dan dat dat staartje – nu het aandacht krijgt - meteen - heen-en-her gaan in een poging tot kwispelen. 
Ge zult er ook niet veul werk mee hebben, zeker, want het bevriest immers nooit! 
Dat is sterk, zegt ze dan, dat gij dat weet! 
Maar het komt gewoon doordat ik haar dat altíjd zeg, van dat nooit bevriezen. Maar zij vergeet dat gewoon. Ik zeg altijd dat heur hondenstartje nooit bevriest: omdat die soort van dingen gewoonlijk boven nul zijn, chie chie. 

Willem Iven