INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

Van den holladiejee

Mergen wordt het weer vandaag
Wie nooit ene knoeris heeft gezien of meegemaakt, en niet over dat rare woord heeft hoeven nadenken, veronderstelt misschien dat het zoiets is als in mijn dorp ’foemperd’ heet, een beest of ene mens, die grof en groot is, wat lomperig, rauw en vooral slordig. Ene foemperd.
Maar ne knoeris, wat wijdterop heurde ge dat zeggen, is de naam voor verken, niet een uitzonderlijk vet, vies of wat-ook-verken, nee álle verkens, en daar ook alle mensen. Behalve de vrouwen, want die zijn daar Mieneke. Ällemaal. Tis nen erenaam, want een mieneke is een geitje, en geleuft mij gerust, er zijn geen aanhankelijker, zachter, liever, aai-echtiger beestjes als krek mienekes.
Knoerissen en Mienekes kommen uit Van den Holla Diejee, het al heel aauw durpslied van Uujen (Uden) Dat gaat over hoe ze metmekaar een schoon toffel volk zijn: zes hebben er de boks on en zeuven ja de scholk. Het lied noemt den eenvoud en de blijheid, Holla Diejoo: Onze vadder was er ene van Fielpsen komaf - en smoeder is wijdweg femilie van den Daf - Diejee Diejoo – Over het bidden en tierewijlen de pap roeren. En dat bij onweer of weetewel zo’n haaúwmaauw* we alle dertien zitten te rèren onder de schaaúw, Holla-die. Svadder die hee me toch zo’n grote haand’, maar smoeder hee jok wa: haar op d’r taand’ … En al zijn ze werkersvolk van Daf en Phielps, ze boeren zijn best met ne knoeris en een mieneke int hok, en dat rijmt op kiepen op stok.
Ze zeggen daar knoeris tiggen de vetjanus en nie kuus zoals ergend anders, dat voorkomt verwarring, want ginds is ne kuus een verken en dáár ’n koei. Weette waarum knoeris zo lekker eruit knoepert? Ik heb eens iemend nen uitleg horen doen, waar ik het helemaal mee eens kon zijn. Dat komt door de KN, legde hij uit Woordjes beginnend met kn- zijn knuffelwoordjes: knus, knuf, kneup, knupsgetje, knötje al ons soma had, met al die haarspeldbochten er in, kníkkerkuuleke, knibbel knabbel knuisje, knaal, knijn, knarie. 
Knoeris. Nie Knuus inplatsvan kuus, daar houen ze niet zo van in Schon-toffel-land, want da is dan ’n knoei. 
Excuus na de slacht

Haauwmaauw.
Hou mouw. Rond-draaiend wervelwindje dat strootjes, los droog zand en zo meer mee de hoogte ín neemt en verplaatst. Alleen bij windstil weer op hete middagen. De aanduiding wordt ook, zeldzamer weliswaar, gebruikt – dikwijls met de toevoeging scrhikkelijke, ontiegelijk sterke of iets dergelijks - voor sterke draaiwind,, tormentatie, tornado.