INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Prins Christus den Urste

Mergen ist weer vendaag.

De vastelavend – of zoiets dan – is overduidelijk een natuurfeest. Net zo oud als de mensen, ge kent ze wel, ’t zijn de enigste bisten die kunnen lachen. Met mét en met zonder geluid. Toen deze vrolijke wezens in de gaten kregen dat het elke keer na de sombere winter zo lang duurde eer zon, groen en  fluitende veugelkes terug waren gekomen, zijn ze lol- en leutigheidsfeesten gaan houden. Germanen, Menapiërs, Belgen of wat het waren, kregen hier te stellen met welopgevoede Romeinse bezetters die lente en louteringsdinges in het inboorlingse zottemansgedoe deden.

De kerk palmde en psalmde het hele gebeuren in tot Pasen, Verrijzenis, Bevríjding en Verlossing. Eerst áfzien, vasten, biecht en boete en daarna schoon en lekker: ziel, paaseitjes, lam, snoep,  paas-haas, nieuw pak of andere klerigheid. De mensen lieten zich niet kisten en hielden hullie blauw Tegendraadse Zottenfeest van Overgang.

Vasten- of  Vastelavend is het masker om trubbel en getob nog niet te hoeven zien. De eerste stap naar wat doorgemaakt moet worden eer blijkt dat de belofte waar is en het graf opent, houden we efkes in. Mombakkessen op en net doen of we gek zijn.

Meestal begint het met een carnavals-mis. De Prins preekt, gardegrietjes zijn misdienaar, de Hofkapel begeleidt volkszang: nie  knie-zen, nie zeu-ren, tis hart-stk-ke fijn … In de Ruwaard, Oss, werd dat op die wijs met accordeonspel het Lied van de danser en de boerenkiel.          Aan het altaar hing groot ‘Prins Christus den Urste’. Erop stond een fleske bier, niet voor de spot, maar om de narrenkap mooi overeind te kunnen houden. Dat was in ’85. Een volle kerk boerenkielen zei te geloven dat ’Gij, Prins van altijd, den eerste bent én de leste, de grootste en den beste, die het beter vindt dat er wordt gelachen dan dat er leed is.. Wij geloven dat wij met blijheid leed kunnen  verminderen, maar dat droefheden niet kunnen worden weg geláchen. Gij, grote Prins over zotten én wijzen, geef ons saamhorigheid en blijheid, nou en altijd, in euwigheid zoveul als. Amen samen.’