|
Gaten
Haast
alles begint met een gat. Het ergens binnengaan, koffie zetten,
gaan praten, weer naar buiten gaan. Het gaan bloeien, bevruchten, zaad verspreiden,
geboren worden, overwinteren en uit de winterslaap kruipen, kiemen en
ontluiken, opendoen, ontwaken en opstaan: steeds is er eerst een gat. Het
gat is er soms al. Heel dikwijls moet eerst iets opengaan en een gat zijn
ontstaan voor er iets anders
kan gebeuren. Mensen maken heel veel gaten. Als het oorlog is, schieten ze
overal gaten in en het kan pas vrede worden als er aan weerskanten handen
worden geopend. Bakken van stenen, bouwen van huizen, poten en planten:
eerst gaten graven. Het
maken van verbindingen en contacten begint dikkels ook met het graven van
een gat. Ne
KPN-er is neven de weg
een gat aan het graven. Ene voorbijgangerd
staat daar met interesse naar te zien.
Na een wijltje zegt ie de graverd Goeie morgen en ook Dat ie vindt
dat hum daar onderin zijn
bewondering krijgt voor diens kwaliteit van graven. Hij zegt dat hij
verrekte veel kennis van gaten heeft opgedaan in de welhaast dertig jaren
dat hij gaten collectionneert, euh verzamelt. Gaten obsederen hem, hij kan
van geen gat afblijven, zegt ie. Hij is er vol van, terwijl de gaten zelf
leeg zijn. De
passant vertelt dat er behalve sleutel-, knoops- en muizengaten ook gaten
in zijn collecties zijn bevobbeld in gatenkazen, en in sokken, schoenzolen
en rotte kiezen, dat ie een zeldaam gat in de markt heeft en een
bizonderlijk koppel armsgaten. ‘Gegraven
gaten heb ik ook diverse. Die zet ik allemaal achter het huis in mijnen
hof. Ik heb ene grote schonen hof met veel diepte (sic)
'In de gaten' heet mijn huis en het staat ergend in een gat van een
durpke achter Ravenstein. En nou zou ik
willen vragen ofde gij voor mijn niet enkelde gaten zoudt willen
maken, want ik zie dat gij het vak verstaat; ik zal u goed betalen." De
telecommunist wil hendig wat bijbeunen en zal
aanstaande zaterdeg al met het eerste gat aanvangen. Zo
gezeed, zo gedaan. De verzamelaar komt tegen den avend van die zaterdeg
met de vrachtwagen van Toon Beerens en met Toon Beerens eigens aan het
stuur aan het adres in Grave waar de gatgraverd woont. Die heeft een
schitterend groot gat gemaakt, een juweel met keurige rechte kanten en in
de hoeken zo haaks als maar
wat. Het
kost verrekte veel kruim en moeite om het fris
naar nieuwheid geurende gat op de vrachtwagen te kriegen, want tis ook
zo'n groot gat,
tjonge-jonges. Maar het
gelukt en als de KPN-mens zijn.beuncenten heeft gekregen, rijdt Beerens
met gat en al aan en weg, naar waar de gatengek woont. Maar
het gaat goed fout, het gat komt
veuls te hoog boven de vrachtwagen uit en oei-oei al onder teerste viedukt
van den A 50 raakt de bovenkant van het gat de onderkant van de
weg. en... het gat velt van de wagen
af! Tis gelukkig nog wel
alling* heel gebleven en ze zullen het omdaarom weer oplaaien. Ne
wegenwachter helpt met het zware werk en ne motorpliesie
zal aanwijzings geven. Toon
Beerens rijdt teruguit en stuurt zoals de pliesie gebaart: bietje rechts,
nou links, achteruit, nog wat zus en zo. Maar deze pliesie is nog
onervaren en kan er niks af. Hij gebaart verkeerde seinen en dan oe jee
toch! dan rijdt Toon Beerens met vrachtwagen en al achteruit
in het nieuwe fris geurende gat van de verzamelaar! Willem
Iven
|