|
Brugske
Dat
brugske daar achteraf. Het was maar een wiebelig ding. Int geheel niet
degelijk, versleten onderkomen, niet bijgehouen, ja
gevaarlijk was het, levensgevaarlijk mischien wel. Er stond wel een
bordje bij, dat had er nog wel afgekund. Voor de sekurigheid stond er dat
bordje: -Gevaar! niet meer dan een (1) persoon-. Dus de mens die naar den
andere kant wilde omdat daar meer bos was en hij wilde zo graag woudloper
worden (want landlopen was ie muug
geworren, nou, die liet maar gewoon zijn vrouw staan en ging allenig dat
wiebelding op. Het
brugske piepte en wiebde, kapseiselde, brook deurdemidden en de mens kon
nat en gehavend en heel alleen op zijne zo gewenste kant klimmen. Eigenlijk
was het humme eigen schuld, riep de vrouw. Naar den andere kant. Ge weet
toch, Jan: 'een gewaarschouwd
man telt voor twee'...
|