INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Bal


D’r stonden twije mannekes een bietje verlegen aan de hoog’ gouwe poort. Van Petrus, den hogen baas van den himmel – alles was daar hoog, zíedewel? En ze waachtten al zeuchtend tot de poort eens open zou gaan.
Dat waren héél gelijerde perfesters, die twije, dat konde zó aan ze zien. Perfesters in de ruimtevaart. Uit Iran.
Toen Petrus eíndelijk zijne koffie uit had en naar de gang was gesloeft um den oogst binnen te halen, toen ging efkes later de poort vur die twije ruimtegeleerden eindelijk open. 
Maar Petrus had ne verdomd goeie mensenkennis en ie zag al mee het soort vlees da tie in de kuip had. 
Ruimtegeleerden, ist niet ?
Ze kníkten.
Die heb ik hier nog nooit egeen erin gelaten, en dat doe ik nou ook niet. Wij hebben daar veuls te weinig plaats vur. En gullie geleuft zeker ook niet in Onze Lieven Heer? 
Nije, zeen hullíe, maar daar ging ‘t ze niet um,daar waren ze niet vur gekommen.
???
Wij willen hillemol niet dizzen himmel in. We willen asteblieft allenig maar onzen bal terug.