

De
natte koning
Toen
hij water zou gaan halen
ging
de koning van je ras ras ras
over
bergen en door dalen
en
daar reed hij door een plas
Zelf
was ie hoofd van de waterleiding
nooit
liet ie een ander daar iets aan doen
ook
wilde hij ras ras ras senscheiding
geen
geel bluumkes in ‘n gruun plantsoen
Zijn
speakerbox zat vol mee spetters
dat
kwam nou van dat ras ras ras
meestal
droeg hij iets veel netters
nou
eerst water koken op het gas
Zijn
water kookte al bij honderd graden
gemalen
koffie wordt koffiedras
voor
wie hij dat deed kun je wel raden
alleen
voor zijn eigen een volle tas
De
koning reed toen snel nog even
weet-je-wel
van tjerk tjerk tjerk
met
een vaart van honderd-en-zeven
te
paard door de sint-jozefkerk
Van
je een-twee-drie hoorde men zingen
en
de koning spartelde in het nat
hij
wilde over de doopvont springen
maar
kwam terecht int wijwatervat
De
koning kwam levend eruit gekropen
liep
plets plets plets door’t middenpad
doordat
zijn kleren nogal dropen
wier
dat pad onbehoorlijk nat
De
koning kreeg toen op zijn mieter
godverjuu
wa deed dat zeer!
kuster
sloeg koning met ne zinken gieter
de
koning beloofde toen de Lieven Heer:
In
de kerk nooit meer zo hard te rijden
en
uit zijn broek druipen ook al niet
maar
den Here God toen luide zeide:
die
mooie koningsbeloften geloof Ik niet!
|