HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Fons Mommers’ analyse van Koks gedicht Jabadada.

 

Klik hier voor het Essay van Fons Mommers

 

Klik hier om dit artikel en het aansluitende essay te downloaden als PDF

 

www.antonykok.nl

 

©Brabant Cultureel – februari 2014

Essay werpt nieuw licht op Antony Kok

 

De Tilburgse filosoof en componist Fons Mommers hield zich het afgelopen jaar intensief bezig met de levensbeschouwing én de muziek van Antony Kok, experimenteel schrijver en medeoprichter van het legendarische tijdschrift De Stijl. Resultaat van die zoektocht: een essay dat een nieuw licht tracht te werpen op de nalatenschap van Antony Kok.

 

door Rinus van der Heijden

 

Toen Antony Kok in 1917 met Theo van Doesburg tijdschrift De Stijl oprichtte, was hij al in de weer met (piano)muziek en klankpoëzie. Kok was daarmee een van de eersten die experimentele klankgedichten ging schrijven. In deze zogenaamde atonale poëzie doet de betekenis van woorden niet ter zake en speelt alleen de klank een rol. Deze dichtvorm was de drijfveer van Fons Mommers om werk en leven van Antony Kok (1882-1969) nader te onderzoeken. Hoe komt iemand er toe dit soort poëzie te gaan schrijven en wat zit daarachter, zo vroeg hij zich af.

‘Toen ik ongeveer een jaar geleden begon aan het lezen van Koks beschouwingen in De Stijl, zijn zogeheten ‘Denkextracten’, kon ik die niet rijmen met zijn experimentele klankgedichten. Er zat naar mijn aanvankelijk gevoel een wereld van verschil tussen. Van de ene kant een ontoegankelijke, nagenoeg ondoordringbare, filosofische tekst en van de andere kant een soort minimal art, die op zichzelf al veel te denken gaf,’ verklaart Fons Mommers.

 

 

Fons Mommers. foto Gemma van der Heyden

 

‘Koks beschouwingen komen voort uit een filosofie die past in een andere tijd dan de onze, maar om iets van die filosofie te begrijpen moest ik veel overhoop halen En, zo bleek steeds duidelijker, een persoonlijk standpunt ontwikkelen. Niet alleen of in hoofdzaak historisch gaan beschrijven, maar proberen te begrijpen en te interpreteren. Dat betekende de vraag stellen naar de actuele betekenis.’

 

Denkextracten

Nadat Fons Mommers uitgebreid kennis had genomen van Koks ‘Denkextracten’, groeide bij hem de idee om een essay te schrijven. Zijn verzameling aantekeningen was zo uitgebreid geworden, dat het noodzakelijk werd ze te ordenen. In dat stadium gingen ze allang niet meer alleen over de ‘Denkextracten’. Het eindresultaat van die aantekeningen is volgens de schrijver meer dan een essay. ‘Het is vooral ook het verslag van een persoonlijke zoektocht,’ zo analyseert hij zijn inspanningen.

Op de tweede plaats was het Fons Mommers uit de geschriften rond en over Kok duidelijk geworden dat Kok een soort selfmade filosoof was. De bevriende schilder-mysticus Janus de Winter (1882-1951) noemde hem een ‘middeleeuws wijsgeer’. ‘Geen slechte typering als je voor ‘middeleeuws’ leest: in hart en nieren religieus. Dit laatste was mij ook al opgevallen in een aantal conventionele gedichten van Kok, waaruit een zekere hang naar het religieus-mystieke spreekt.’

Ook naar dit aspect wilde Fons Mommers zich in zijn essay richten en het daarmee laten afwijken van de vele andere geschriften die er liggen rond Antony Kok. ‘In de mij bekende geschriften over Kok ben ik deze focus van filosofie en religie niet of nauwelijks tegengekomen. Het is vooral Kok als vriend van Theo van Doesburg, Kok als experimenteel dichter, Kok als één van de ondertekenaars van het Stijl-manifest, of Kok als Tilburgse spoorwegbeambte, dat de klok slaat. Ik denk dat enkele vragen rond de levensbeschouwing van Kok door mijn insteek een ruimere belichting hebben gekregen.’

 

 

 

foto Gemma van der Heyden

 

 

Levensbeschouwing

‘Het is niet zo dat ik veel gemist heb in andere teksten. Die zijn denk ik over het algemeen wat feitelijker, biografischer, historischer. Mijn “wat grotere greep” als ik het zo mag zeggen, is speculatiever. Ik vind het buitengewoon interessant om te kijken hoe er toen werd gedacht. Kok was daarbij mijn ingang. Wat is of was de betekenis van levensbeschouwing en religie voor de avantgardistische kunst, toen en nu? Dat was een uitdaging voor mij, een andere lag op het filosofische vlak, namelijk het “betrappen” van de tijdgeest toen en nu.’

‘Ook heb ik me bezig gehouden met de muzikale kant van Kok. Een van de vragen die ik mijzelf stelde was: wat speelde hij als verdienstelijk pianist zoal? Ook heb ik – tevergeefs overigens – geprobeerd een partituur te achterhalen van de pianomuziek die werd gespeeld op de zogeheten soirees die De Stijl belegde of bij andere gelegenheden. Kok moet, gezien de titel van één van zijn gedichten, ook de Kinderszenen van Robert Schumann uit 1838 hebben gespeeld. Maar uiteindelijk was deze weg voor mij niet interessant genoeg. Dat waren wel zijn klankgedichten, vanwege hun ondubbelzinnige toespitsing op de klank van de woorden, de ritmiek en last but not least de herhalingen.’

Fons Mommers studeerde tussen 1965 en 1975 theologie en filosofie aan de Universiteit van Tilburg en muziek aan het Brabants Conservatorium. Tussen 1975 en 1990 deed hij onderzoekswerk voor de economische faculteit van de Universiteit van Tilburg naar filosofie en voor de theologische faculteit naar godsdienstsociologie. Hij is componist, pianist, docent piano en filosoof. Vanuit die laatste hoedanigheid kon hij de verbinding maken tussen de musicus Kok en de filosoferende schrijver Kok. Hij is daarbij de eerste die toegeeft dat zijn essay ‘Ja-ga-dada! Antony Kok op het spoor’ ‘erg zware kost zal zijn voor de niet filosofisch of religieus geïnteresseerde lezer.’

 

 

Fons Mommers. foto Gemma van der Heyden

 

 

Tijdgeest

Wie echter de moeite neemt om het essay te lezen, krijgt een verrassend nieuwe kijk op de kunstenaar Antony Kok en zijn visie op het leven. En daardoor ook op een aantal van de beweegredenen die ten grondslag liggen aan De Stijl, die zo aparte en toonaangevende Nederlandse kunstbeweging in de eerste helft van de vorige eeuw.

In het najaar (van 2014) brengt Fons Mommers een compositie met beeld en muziek in première die hij schreef op basis van dialogen voor twee acteurs. Ook hier is Antony Kok de spil waar het om draait. In deze ‘Apprehensie der Eeuwigheid’ heeft de componist/schrijver een heel andere bedoeling dan in zijn essay. ‘Ik wil iets van de achterliggende filosofie uit die tijd – zeg maar de tijdgeest – voelbaar, hoorbaar en zichtbaar maken via een tamelijk professoraal gesprek tussen twee heren. Zelf moet ik denken aan een soort van ‘Twee heren’ van Cherry Duyns, dat indertijd door de VPRO werd uitgezonden. Het deftige en archaïsche taalgebruik in ‘Apprehensie der Eeuwigheid’ doet humoristisch en relativerend aan en spiegelt meteen onze eigen tijd. Als je het zo wilt zien tenminste.’

 

Voor de tekst van het essay ‘Ja-ga-dada! Antony Kok op het spoor’ klik hier.