INHOUD MISJE SPELEN
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

MISJE SPELEN - REACTIES

Mia Savenije (Enschot)
Inzendingen via: leed@brabantsdagblad.nl

Ik kom uit een groot R.K.-gezin – acht kinderen – en woonde in Den Haag. Begin jaren vijftig (ik ben van 1940) speelden wij ook zeer fanatiek Misje. We hadden een echt kinderkazuifel, een kelk, kandelaartjes, en zelfs een monstrans. Mijn broer Jan was de pastoor, en voor de communie hadden we stukjes ouwel (wit snoeppapier?) Mijn moeder gebruikte dat ouwel ook als ze cocoskoek of boterkoek bakte. We hadden ook een witte albe, en het tabernakel was een kindernachtkastje. Er waren ook nog kerkboekjes.

De mis duurde nooit zo lang, want wij kregen steevast ruzie over de verdeling van de ouwel; echt eerlijk was de pastoor nog niet. Preken bestonden meestal uit waarschuwingen, zo in de trant van ‘O wee als je broer Jan pestte, dan kon je een lel om je oren krijgen.’

Je leest het al: het had niet zo veel met de geheimen van de eucharistieviering te maken. Maar ja, het was spannend en veel ander speelgoed hadden we niet op een regenachtige middag.