INHOUD MISJE SPELEN
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

 

MISJE SPELEN - REACTIES

Loes Ackermans (Tilburg)
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Het kazuifel

Ja, eigenlijk heb ik vroeger ook wel zoiets meegemaakt: "misje spelen".
Als meisje van zo'n jaar of zeven. Zo rond 1950. Wij woonden op Theresia in een bovenhuis.
Ik had thuis niks als 'n platje met vlonders. Echt spelen kon je daar niet.
Daarom mocht ik zo nu en dan, alleen, naar het Groeseind lopen waar een "dubbele" oom en tante van mij woonde. Mijn oom was een oudere broer van mijn vader en mijn tante een oudere zus van mijn moeder.
Zij hadden drie jongens en twee meisjes en wel een plaats met kleine tuin, en bovendien was een van die neefjes, de jongste, ongeveer van mijn leeftijd.

Wanneer het weer niet zo best was mochten we binnen spelen in de bijkeuken of keuken.

Ik was altijd geïnteresseerd in wat mijn oudere neven en nichtjes deden in hun vrije tijd. Soms gingen we ook naar de zolder om te spelen.
Wat daar allemaal stond!!!  Een compleet altaar met tabernakel, ook kaarsen en een kruisbeeld, en een hele kast vol met allerlei andere attributen die onontbeerlijk waren voor het doen van de mis. Een altaarkleed, een kelk, zo'n bekleed stukje karton en een mooi doekje voor over de kelk.

Ik keek mijn ogen uit. Het meest interessante vond ik de manier waarop je je als priester moest aankleden.

Allereerst een zwarte toog, waarschijnlijk een ouwetje  van een van onze vele ooms die frater waren,  vermaakt tot een passend kledingstuk.
En alles ging even precies, het juiste knoopje in het koord, de vouwen en plooien in het witte onderkleed met kant en dan nog het kazuifel.

Ook de driedubbele bel was prachtig, die moest ik op aanwijzing gebruiken tijdens de consecratie.
De hosties bestonden toen dikwijls uit ouwel die in de bakkerij gebruikt werd onder sommige soorten gebak.

Als die er niet waren werden er ook wel eens worteltjes in ronde plakjes gesneden.
En als het een "hoogmis" betrof werd er ook een heus wierookvaatje aan een driedelige ketting voor de dag gehaald. Met zo'n apart bakje waar je dan de wierook uit moest scheppen en op het vuur moest doen. Daar werd heel zorgvuldig mee omgegaan want dat was "duur spul".

Later, heel veel jaren later, toen mijn eigen kinderen op de lagere school zaten is er op een of andere manier, een van die kazuifels, eigenlijk meer een lange cape, want die waren er ook in diverse soorten, bij mij beland en hebben mijn kinderen die nog gedragen bij het driekoningen zingen.

Het was er een in het geel, met rood afgebiesd en over de schouders en de rug liep ook nog een stuk stof met een rood kruis erop en met een kwastje eraan.
Zes jaar geleden, toen ik weer terugverhuisde naar Tilburg, ben ik die nog op mijn zolder tegengekomen en heb hem opgeruimd omdat de gaten erin vielen.