INHOUD MISJE SPELEN
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

 

MISJE SPELEN - REACTIES

Jeanny Tolboom-Wagenmakers (Moergestel)
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Vandaag las ik in het Brabants Dagblad dat er reacties werden gevraagd over het fenomeen 'misje spelen'. Ik ben een vrouw van 51 jaar, (oorspronkelijk uit Udenhout) en mijn herinneringen gaan terug naar de jaren vijftig. Mijn broer, die bijna 2 jaar ouder is dan ik en van plan was om frater te worden, was misdienaar. Uiteraard moest hij steeds de priester zijn als wij misje gingen spelen. Waarschijnlijk bij gebrek aan beter (ik weet niet waar mijn andere broers uithingen) mocht ik misdienaar zijn.
De houten bank waarop een gedeelte van het gezin aan tafel zat te eten (ons gezin had 8 kinderen) fungeerde als altaar. In die tijd heb ik alle Latijnse teksten wel zo'n beetje geleerd en ik vond het heel interessant. Jammer dat die emancipatie (ook vrouwen als priester of misdienaar) zo lang op zich heeft laten wachten. Uiteraard bestonden de hosties uit pepermuntjes en als we niks kregen gebruikten we ook wel stukjes papier.
Als er een dood beest gevonden werd, werd dat met grote eer begraven.
Hetzelfde houten bankje werd omgedraaid, versierd met paardebloemen en ander groen, en het dode beestje werd (met of zonder doosje?) in het midden gelegd. Onder het luide 'tingelingelingelingling' (het luiden van de klokken) van alle aanwezigen werd het slachtoffer ten grave gedragen. Dit was altijd een ernstige, plechtige gelegenheid.