INHOUD VAKANTIE
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

De Vakanties van Vroeger
Stuur ons uw verhaal over uw vakantie van vroeger
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl


W.A.M. van Delft (Drunen)

De Grote Vakantie

 

"De grote vakantie".Tegenwoordig: vakantie of zomervakantie. Voor mij was het vroeger "de grote vakantie", en als ik mij goed herinner, dan besloeg die de hele maand augustus. Altijd. De grote vakantie waar ik hier over vertel ligt in de periode 1954 – 1964. In mijn herinnering was het dan altijd warm weer, de hele maand lang, met af en toe een grote onweersbui...

Wat deed je toen zoal als kind in die tijd met je vakantiedagen. Zeker niet je eigen vervelen want als je dat durfde te zeggen: ik verveel m’n eige zo, ik-weet-nie-wa’k-moe-gaon-doen, dan liep er altijd net iemand in buurt die zei: gij hoeft oe eige hillemaol nie te verveele, ik heb nog zat werrek wè ge kant doen! En dè waare nou net de dingen die ge nie gère dee.

Tot ’n jaar of acht bouwden we kastelen en kabouterhuizen in de hoop wit zand, die vader op d’n dam gelost had om mee te spelen. Af en toe mochten we eens meerijden in de cabine van de vrachtwagen als er in de Drunense Duinen een vracht zand gehaald moest worden. In die zandafgraving was ook een poeltje waar je kon pootjebaden. (Niks bikini of zwempak, een katoenen gebloemde katoenen onderjurk die aan de onderkant dichtgenaaid was, gewoon je onderbroek eronder aan). Aan de rand van dat poeltje legden we ook weer tuintjes aan met slootjes, waar we met een emmertje water in bleven scheppen, takjes hei waren de boompjes.

Verder maakte vader voor ons elk jaar een grote tent op het grasveldje, onder de waslijn, van het vrachtwagendekzeil, ondersteund door "maste-bomen". Het was er altijd bloedheet onder, en het rook in de tent altijd naar kunstmest, maar wij waren er heel blij mee. We sleepten er ’n oude kokosmat in en al het speelgoed, en dronken sloten kouwe thee uit het plastic serviesje. Als we ons eigen heel goed vermaakten, zonder ruzie dus, kregen we er ook nog ’n zak "opzet-koekjes" bij. Een soort meelkoekjes, de helft van de zak bestond uit ringetjes, met een gat in het midden, de andere helft uit letters of dierfiguurtjes, die je, voor je ze opat, in de ringetjes kon zetten. Een kinderhand was gauw gevuld, in die tijd.

Op dat grasveldje stond ook een schommel en een wip eigenhandig door vader geknutseld. Niks plastic zwembad, maar een grote zinken teil met water, en dan moest het al heel erg heet zijn. Het plezier van die teil was er voor mij af toen mijn zus daar mijn lievelingspop in onderdompelde voor een zaterdagse wasbeurt. De pop, van papier maché, was verschrompeld voor ik er erg in had..

Soms speelden we schooltje, in de schuur. Daar stonden een oude lessenaar en een paar oude schoolbanken met een schoolbord.

Ook herinner ik me dat in de vakantietijd de snijbonen geoogst werden, en in de Keulse pot gingen. Ik heb uren achter de snijbonenmolen doorgebracht, een lamme arm kreeg je van dat ding, en aan die grote wasmanden met bonen, daar kwam geen eind aan. Ik duwde soms per ongeluk gauw twee bonen tegelijk in één gat zodat hij vastliep, dan had je even rust.

Later, toen ik ’n jaar of 10 was, moest er vakantiegeld verdiend worden. Dat was het bedrag om mee te mogen op het zomerkamp van het Katholiek Meisjes Gilde. Het bedrag voor een week zomerkamp lag tussen de Hfl 17,50 en Hfl 21,50 (plus nog wat zakgeld) dat werd bij elkaar gesprokkeld met allereerst aardbeien plukken, daarna kruisbessen (kriekelen), dan rode bessen, daarna zwarte bessen en kartonnen aardbeiendoosjes vouwen. De rooie en zwarte bessen waren het gezelligste, daar werd geplukt met een man of vijftien, kinderen en volwassenen, en dan werd er op zo’n dag heel veel gezongen, en verhalen verteld. Als we het bedrag niet helemaal bij elkaar hadden voor die tijd, werd de rest voorgeschoten, en "mocht" je die na het zomerkamp nog gaan verdienen om de schuld af te lossen. Het zomerkamp was een hele belevenis. Je ging "wijd" van huis. Naar Middelbeers en Heeswijk-Dinther. Dat was zo ongeveer het eind van de wereld. In die week was het ook nog ouderavond. Dan kwam er donderdagavond een hele touringcar vol vaders en moeders op bezoek, allemaal snoep of koek in de tas , soms nog een verschoning. Bijna niemand had toen al een eigen auto. Slapen deed je in de stal van een boerderij, op een strozak, die je na aankomst op het kampadres zelf mocht vullen. O wee, als je er niet genoeg in gedaan had dan was hij half in de week al zo plat als een dubbeltje en voelde je de stalvloer onder je billen. Gezellig was het wel.

Aan het einde van de vakantie was er dan nog het jaarlijkse uitstapje naar "de Bossche mèrt", en kreeg je een nieuw potlood of inktlap voor het nieuwe schooljaar en een nieuwe bloes of rok om mee naar school te gaan.

Eind augustus ging het rijpe koren van het veld en werd het opgebonden en bij elkaar gezet. Voor ons het sein om verstoppertje te gaan spelen, je kon mooi wegkruipen achter die schoven. Vader liet ons dan vliegerpapier, ’n bol vliegertouw en latjes halen. Daar maakte hij dan op zondagmiddag een vlieger van. Op zo’n groot stoppelveld kon je die mooi oplaten. De korenstoppels waren wel scherp en met sandalen en sokken aan waren aan het eind van de dag altijd wel je benen beschadigd, maar dat had je er wel voor over.

 

Met vriendelijke vakantiegroeten, W.A.M. van Delft , Drunen