Pieter de Laat
Zingen
INHOUD
HET LIED
Het mooiste lied
Wordt op
poëzie gewacht
Het lied
waaraan hij lijdt
Stemming
Het smachten
Iets van
altijd
DE NAWEE
De nawee
Opgewonden
Onbevredigd
Op de tast
Neurie
Ervaren
IN DE LUREN
In de luren
Moederdagen
Van voren af
Werk en ik
Stapels
Vergaderingen
HORIZONNEN
Moe
Terras
Hij moet
langer werken
Horizon
Opgebrand
Reistas
SOMS,
ACHTELOOS
Liedjes vangen
Lek
Knispervers
Soms,
achteloos
Gist
Gedichten
vragen moed
HET LIED
Hoe mooi
is moois dat niet in woorden
uit te
drukken is, hoe verzeilt een
gevoel
dat ik bedoel bij jou?
*
Het mooiste lied
Het
mooiste lied is nog niet gezongen,
de
veelzeggendste tekst hangt in de lucht,
het
verwachten loopt niet af.
Stil broeden kleuren verzadigd
op
het verlossende woord.
Wachten is een wereld
die
een
vinger aan mogelijkheden af likt,
stem streelt keel even niet, gedachte
zit
vast bij opstarten, doek valt niet
op
te halen vanwege defect systeem,
ondertussen gaat een zinderende zaal
er
vanuit dat de voorstelling begint ~
*
Wordt op poëzie gewacht
die
een
ondoorgrondelijke
taal schreeuwerig
overbelicht
en zich uitgeeft voor
iedereen?
Welk publiek verwacht
een zingen dat het gemis
uitlicht en de leegte
verzwaart?
*
Het lied waaraan hij
lijdt
Dit is het leed waaraan
hij lijdt: een
afbrokkelend muurtje om
zijn integriteit.
Zijn lied dreigt te
verzanden
in meedeinen.
Een gedicht hierover
ontluistert.
Veel bespeelde snaren doen
vingertoppen zeer.
Dit is het leed waaraan
hij lijdt:
dat hij versmelt met zijn
lied,
zijn rijk van onbegrensde
mogelijkheden ~
*
Stemming
Bij een
donker gestemd zingen
over de zon
smelten scherpe
grieven
boterzacht weg.
Een flard
muziek is een dier.
Het beademt
de stemming.
Het likt
wonden heel ~
*
Het smachten
Het
smachten steekt schril af
tegenover pure beleving,
een
opdringerige muzikant ergert
me
meer dan de kutvogeltjes
en
loopse kat van vijf uur.
Nog irritanter
de dichter die ongevraagd
opdraaft met een gedicht dat niet zingt.
*
Iets van altijd
In
een historisch gebouw leven geheimen.
Een
klassiek boek poetst het menselijke op.
In dit licht
lijkt toekomst op een lesbrief
en
smaakt iets
van gisteren naar ingedikte pap.
Voelt het daarom zo ingeblikt wanneer
men
dingen voorzet om van te genieten?
DE NAWEE
Hoe stemt poëzie
zich op het ontbrekende af?
*
De nawee
Wat
zong, zingt
en
misschien
wel
zingen blijft
is
de nawee
van
het
liedje dat
voor het rapen lag,
ik
het liggen liet
en
waar het ook
weer lag, vergat ~
*
Opgewonden
Met
weinig verweer
door alles en nog
wat (moe,
regen, koud, fiets kleddernat),
toch naar
Tom Lanoye toe in de stad,
de
voordracht bruist, zijn stem
dringt door,
kan thuis aan slaap
gaan denken
wanneer ik weer kalmeer ~
*
Onbevredigd
Een flard
van het lied wacht
in diepe
kelders tot het daagt
dat een
gehoor niet verzadigt.
Ook een
dichter als Rimbaud
die een
genageld zijn aan het kruis
van bange
gewoonten wou ontstijgen,
kon zich
niet verlossen van een na
de
dadendrang onbevredigd gevoel ~
*
Op de tast
Zo
vaak ik tegen
me
zeg
dat
het kan zingen,
kan
het ook niet.
In
de grond van mijn hart
tasten vingertoppen
warme wanden af,
een
steenrijke vrucht
speelt doodleuk
verstoppertje ~
*
Neurie
Levert een
toets in die lukte.
Fietst
vrolijk naar huis.
Loopt binnen
om te leren.
Nestelt zich
op de bank met
eten, chips
en iets dat afleidt.
Een liedje
neuriet onvoldaan ~
*
Ervaren
Lag
het aller alertste moment
maar op de loer
waarin alles en iedereen
begint en eindigt bij mij ~
IN DE LUREN
Het nut
zondert
zinderende dagen
van me af.
*
In de
luren
Wist niet
wat ik
liever wou zijn:
geadresseerde of postbesteller,
iemands
lievelingsgedicht of bestseller,
wist ook niet hoe een snaar
in de luren ligt
van bijgedachten
die erop
zinspelen
dit voor een kostje
in een orkestje te doen ~
*
Moederdagen
Jaren onverschillig en roekeloos levend
raakte ik keer op keer van de weg, werd
verwijderd van school, had een neiging
richting extreem, rare fratsen bij drank,
was
ongelukkig in liefde, kreeg een
rotbaan in kelders van een groot bedrijf.
Toen daar een bureau daagde
met
alles erop en eraan en
uitzicht op meer, wilde ik weg.
‘Nooit doen’, zei iedereen.
Mijn moeder: ‘als jij dat wilt,
dan
moet je dan doen’.
Nog
duwt die zin me vooruit. Door
liefde is er geen dood. Na liefde wel.
*
Van voren af
Mijn jong
overleden vader banjert met een gaffel door
de koestal
terwijl hij hooi zonder omhaal met één beweging
links en
rechts de voedergoot in spreidt en plakken dampende
mest met
een riek uit de groep de kruiwagen in licht. Vanuit de
ronkende
Massey Ferguson ziet hij op glanzende voren terug.
Ik deel
opdrachtbladen per rij van twee, haal die einde les op
en kijk ze
na. Ben passant met een labyrint aan geheugen.
Hoe
lang ik lessen ritueel voorbereid, me eraan over geef
en er
onverwerkt op terug zie moet blijken, in elk geval tellen
de dagen
zelf wel uit hoelang dit ploegen van voren af duurt ~
*
Werk en ik
We
liepen naar huis, het hoofd met werk en ik.
We
praatten bij over hoe een en ander liep.
Thuis schroefde ik de ene af
en
plaatste een gewilliger kop.
‘Wat is er’ vroeg mijn vrouw.
‘Je
hoofd is niet bij. Is het je werk.’
‘Nee hoor, niks aan de hand, zou het niet weten.’
Zei
dit oprecht, al miste ik wat.
Met
een scheef oog zag ik het werkhoofd vragen
om
de aandacht die het dacht te hebben verdiend ~
*
Stapels
‘Zorg dat je boven drijft’, hamert de binnenstem.
‘Onder liggend val je niet op, zo werkt dat bij stapels.’
Schrikbeeld: zo weinig belangrijk zijn dat
er
ternauwernood iemand op me wacht.
Zou
willen zeggen: ‘ik kom terug, desnoods als
doodsbericht onder vermelding van dappers’.
Dit
dichterlijk roesje jaagt me hondstrouw
door scherpe wind, het werk wacht in stapels ~
*
Vergaderingen
Bij
veel vergaderingen denken
in
een complot tegen het gezond
verstand te zijn verzeild geraakt.
Hoe
vaak wordt een ferm besluit
door niemand opgepakt en lost op
in
de notulen-brei van een heel jaar?
Gebeurt het dat zo’n vergadering ontvlamt,
ontnuchtert iemand die overmoed resoluut:
‘we zijn
by
the way
pas bij agendapunt twee’ ~
HORIZONNEN
Waar je nooit was
is niet te komen?
Waar je niet bent
kun je niet zijn?
*
Moe
Zag, zou en was moe.
De
meest uiteenlopende boeken
en
muziek schreeuwden om aandacht.
Had
nog veel te schrijven.
Zou
leerlingenwerk hebben nagezien,
me
in een nieuw onderwerp hebben verdiept.
Ben
blijkbaar verslaafd en hoe daarmee te dealen
zonder dopamine die me naar hoogten
stuwt waar ik anders niet kom.
Denkende ik heb alles in de hand
want kan op elk gewenst moment stoppen
schuif ik alweer een vermoeidheidsgrens over.
Het vooruitzicht van verte fokt meer dan ooit op ~
*
Terras
Alweer een dag die niet
over kan,
alweer is honger te
stillen van een onrustig gemoed,
ben in deze stemming op
een gezellig vol terras
en ril, een windvlaag
scheert de golven glad,
iemand zegt dat ik
verwilderd kijk ~
*
Hij moet langer werken
Volgens statistieken worden mensen ouder en
daardoor te duur. Een wet laat langer werken.
Zonder dat harde garanties worden gegeven
gaat men van een lang en levenslustig leven uit.
Ondernemend plak ik er dan 2-3 jaar aan vast
al
oogt de tape vergeeld en brokkelt lijm wat af ~
*
Horizon
Met de horizon in mijn
getinte ruit
jakker ik dorstig over vergane sporen
een onbestemde droom achterna.
Het
resultaat: een zooi ongerijmd geapp
(spagaat van de overtreffende trap) bezet
de
flexplek achter mijn overbezette ogen.
Had
ik, ja had ik emotionele bezinksels
uit
de ogen gelicht à la Spinoza, dan was
het
universum mijn centraal zenuwstelsel nu
en
schoten onverminderd bereidwillig
sterren in ramen de gezichtsvelden open
die
ik kende als kind, lichtjaren terug ~
*
Opgebrand
Bij die en die heb ik het vermoeden van een chip.
Ze sloven zich net als ik zolang uit vrije wil uit
tot het hen sloopt. Dat kan niet natuurlijk meer zijn.
Ze gaan door tot ze totaal zijn opgebrand.
Wanneer vanuit hogerhand wordt verzocht om kalmer
aan te doen zetten ze een tandje bij en blazen zich op.
Er moet een moment zo onbewaakt
geweest zijn dat een gevoel van ‘op weg zijn’
om kon slaan in een hartstocht verhullende vaart.
Het brein ondervindt het effect van crack,
na kort intensief high volgt zwaar depressief.
Vandaar de vergeefse troost van vakanties.
De herinnering staat op alarmstand door
wat moet. Een humeurig geheugen
lijdt aan achtervolgingswaan ~
*
Reistas
Spons
die zich vol
inspiratie zoog
ligt vandaag
uit te
lekken
in de
reistas
waar gist
van gisteren
in stoft ~
SOMS, ACHTELOOS
De verloren gewaande gratie van een stem
die verrassend verrijst uit het niets?
*
Liedjes vangen
Doe
ik mij open, dan drijft het oeverloos geweeklaag
uit
koffiekamers, werkterreinen, wachtruimtes
en
media binnen waar geen
gewencode voor is.
De
ene deur in, de andere uit, gaat alleen
bij
polonaises. De hang naar afsluiten werkt
averechts.
Word overrompeld door theorie,
uitlaatklep, mening, frustratie, feit, achterklap.
Poëzie plukt dit zootje geregeld uit het verpakte,
laat licht bij wildgroei toe, strooit lenig met
in-
en uitwaaierende wolken van spreeuwen
die
rakelings langs elkaar scheren tot het klapt,
vangt liedjes
uit wind die
de wereld nog was ~
*
Lek
Die
dag sla ik lek, vloeken en tieren
eens lieftallige herderinnetjes het uit,
zweert Geert Wilders bij hoog en laag
dat
zijn leven een leugen is, denk ik aan
brak water bij belangrijke boeken, kweelt
mijn stem dat het kwelt dat ik meer krijg
dan
verdien, lekt hartenbloed uit de
verbeterpen in de zin: welk zingen
vergezichten uit hun deugdelijke schemer verlost!
*
Knispervers
Herinner
een
knispervers beleven
van
ver in tijd terug
en
om daarbij te komen
sla
ik blad na blad om
dat
laag na laag
stukje bij beetje verborg ~
*
Soms,
achteloos
Soms,
achteloos,
komt bij
gedichten
een zingen
vrij,
uit bedompte
sferen doemt
een verte op
die je
vergat
of geen adem
voor had ~
*
Gist
De
mooiste dagen zijn geringd,
het
mooiste zingen verzilverde,
een
groeizame regen lijkt geplengd,
het
kijken meet afstanden,
in
luisteren sluipt gevaar dichtbij,
de
betovering lijkt verbroken,
zij
breekt steen na steen
om
klei te weken, zet
gist in lamgeslagen deeg ~
*
Gedichten vragen moed
Nooit loopt een gezang uit
in
de tekst die het beloofde.
Scheur verwoed geliefde zinnen kapot,
vermager ze tot op het bot, neem
een
zwaar gemoed op de koop toe,
zolang ik in zingen geloof ~
|