INHOUD PIETER DE LAAT
CUBRA HOME

 

Colofon

 

De bundel 'Zingen' werd door de auteur samengesteld voor website CuBra, en werd niet eerder gepubliceerd. De illustratie werd gemaakt door Ria van de Ven.

 

©

Copyright 2020 Pieter de Laat, Ria van de Ven en Stichting Cultureel Brabant.
 

 

Pieter de Laat

Zingen

 

 


 

INHOUD

           

                        HET LIED

            Het mooiste lied

            Wordt op poëzie gewacht

            Het lied waaraan hij lijdt

            Stemming

            Het smachten

            Iets van altijd

                        DE NAWEE

            De nawee

            Opgewonden

            Onbevredigd

            Op de tast

            Neurie

            Ervaren

                        IN DE LUREN

            In de luren

            Moederdagen

            Van voren af

            Werk en ik

            Stapels

            Vergaderingen

                        HORIZONNEN

            Moe

            Terras

            Hij moet langer werken

            Horizon

            Opgebrand

            Reistas

                        SOMS, ACHTELOOS

            Liedjes vangen

            Lek

            Knispervers

            Soms, achteloos

            Gist

            Gedichten vragen moed        

 


 

 

HET LIED

 

 

Hoe mooi is moois dat niet in woorden

uit te drukken is, hoe verzeilt een

gevoel dat ik bedoel bij jou?

 

 

*

 

 

Het mooiste lied

 

Het mooiste lied is nog niet gezongen,

de veelzeggendste tekst hangt in de lucht,

het verwachten loopt niet af.

 

Stil broeden kleuren verzadigd

op het verlossende woord.

 

Wachten is een wereld die

een vinger aan mogelijkheden af likt,

 

stem streelt keel even niet, gedachte

zit vast bij opstarten, doek valt niet

op te halen vanwege defect systeem,

 

ondertussen gaat een zinderende zaal

er vanuit dat de voorstelling begint ~

 

 

*

 

 

Wordt op poëzie gewacht

 

die een ondoorgrondelijke

taal schreeuwerig overbelicht

en zich uitgeeft voor iedereen?

 

Welk publiek verwacht

een zingen dat het gemis

uitlicht en de leegte verzwaart?

 

 

*

 

 

Het lied waaraan hij lijdt

 

Dit is het leed waaraan hij lijdt: een

afbrokkelend muurtje om zijn integriteit.

 

Zijn lied dreigt te verzanden

in meedeinen.

 

Een gedicht hierover ontluistert.

Veel bespeelde snaren doen vingertoppen zeer.

 

Dit is het leed waaraan hij lijdt:

dat hij versmelt met zijn lied,

 

zijn rijk van onbegrensde mogelijkheden ~

 

 

           *

 

 

Stemming

 

Bij een donker gestemd zingen

over de zon smelten scherpe

grieven boterzacht weg.

 

Een flard muziek is een dier.

Het beademt de stemming.

Het likt wonden heel ~

 

 

*

 

 

Het smachten

 

Het smachten steekt schril af

tegenover pure beleving,

 

een opdringerige muzikant ergert

me meer dan de kutvogeltjes

en loopse kat van vijf uur.

 

Nog irritanter de dichter die ongevraagd

opdraaft met een gedicht dat niet zingt.

 

 

*

 

 

Iets van altijd

 

In een historisch gebouw leven geheimen.

Een klassiek boek poetst het menselijke op.

 

In dit licht lijkt toekomst op een lesbrief en

smaakt iets van gisteren naar ingedikte pap.

 

Voelt het daarom zo ingeblikt wanneer

men dingen voorzet om van te genieten?

 

 

 

DE NAWEE

 

 

Hoe stemt poëzie

zich op het ontbrekende af?

 

 

*

 

 

De nawee

 

Wat zong, zingt

en misschien

wel zingen blijft

 

is de nawee van

het liedje dat

voor het rapen lag,

 

ik het liggen liet

en waar het ook

weer lag, vergat ~

 

 

*

 

 

Opgewonden

 

Met weinig verweer door alles en nog

wat (moe, regen, koud, fiets kleddernat),

toch naar Tom Lanoye toe in de stad,

 

de voordracht bruist, zijn stem

dringt door, kan thuis aan slaap

gaan denken wanneer ik weer kalmeer ~  

 

 

*

 

 

Onbevredigd

 

Een flard van het lied wacht

in diepe kelders tot het daagt

dat een gehoor niet verzadigt.

 

Ook een dichter als Rimbaud

die een genageld zijn aan het kruis

van bange gewoonten wou ontstijgen,

 

kon zich niet verlossen van een na

de dadendrang onbevredigd gevoel ~

 

 

*

 

 

Op de tast

 

Zo vaak ik tegen me zeg

dat het kan zingen,

kan het ook niet.

 

In de grond van mijn hart

tasten vingertoppen

warme wanden af,

 

een steenrijke vrucht

speelt doodleuk

verstoppertje ~

 

 

*

 

 

Neurie

 

Levert een toets in die lukte.

 

Fietst vrolijk naar huis.

Loopt binnen om te leren.

 

Nestelt zich op de bank met

eten, chips en iets dat afleidt.

 

Een liedje neuriet onvoldaan ~

 

 

*

 

 

Ervaren

 

Lag het aller alertste moment

maar op de loer

 

waarin alles en iedereen

begint en eindigt bij mij ~

 

 

 

 

IN DE LUREN

 

 

Het nut

zondert

zinderende dagen

van me af.

 

 

*

 

 

In de luren

 

Wist niet  

wat ik liever wou zijn:

 

geadresseerde of postbesteller,

iemands lievelingsgedicht of bestseller,

                    

            wist ook niet hoe een snaar

            in de luren ligt

 

            van bijgedachten

die erop zinspelen

                    

            dit voor een kostje

            in een orkestje te doen ~

 

 

*

 

 

Moederdagen

 

Jaren onverschillig en roekeloos levend

raakte ik keer op keer van de weg, werd

verwijderd van school, had een neiging

richting extreem, rare fratsen bij drank,

was ongelukkig in liefde, kreeg een

rotbaan in kelders van een groot bedrijf.

 

Toen daar een bureau daagde

met alles erop en eraan en

uitzicht op meer, wilde ik weg.

 

‘Nooit doen’, zei iedereen.

Mijn moeder: ‘als jij dat wilt,

dan moet je dan doen’.

 

Nog duwt die zin me vooruit. Door

liefde is er geen dood. Na liefde wel.

 

 

            *

 

 

Van voren af

 

Mijn jong overleden vader banjert met een gaffel door

de koestal terwijl hij hooi zonder omhaal met één beweging

links en rechts de voedergoot in spreidt en plakken dampende

mest met een riek uit de groep de kruiwagen in licht. Vanuit de

ronkende Massey Ferguson ziet hij op glanzende voren terug.

 

Ik deel opdrachtbladen per rij van twee, haal die einde les op

en kijk ze na. Ben passant met een labyrint aan geheugen. 

Hoe lang ik lessen ritueel voorbereid, me eraan over geef

en er onverwerkt op terug zie moet blijken, in elk geval tellen

de dagen zelf wel uit hoelang dit ploegen van voren af duurt ~

 

 

           *

 

 

Werk en ik

 

We liepen naar huis, het hoofd met werk en ik.

We praatten bij over hoe een en ander liep.

 

Thuis schroefde ik de ene af

en plaatste een gewilliger kop.

 

‘Wat is er’ vroeg mijn vrouw.

‘Je hoofd is niet bij. Is het je werk.’

 

‘Nee hoor, niks aan de hand, zou het niet weten.’

Zei dit oprecht, al miste ik wat.

 

Met een scheef oog zag ik het werkhoofd vragen

om de aandacht die het dacht te hebben verdiend ~

 

 

*

 

 

Stapels

 

‘Zorg dat je boven drijft’, hamert de binnenstem.

‘Onder liggend val je niet op, zo werkt dat bij stapels.’

 

Schrikbeeld: zo weinig belangrijk zijn dat

er ternauwernood iemand op me wacht.

 

Zou willen zeggen: ‘ik kom terug, desnoods als

doodsbericht onder vermelding van dappers’.

 

Dit dichterlijk roesje jaagt me hondstrouw

door scherpe wind, het werk wacht in stapels ~

 

 

*

 

 

Vergaderingen

 

Bij veel vergaderingen denken

in een complot tegen het gezond

verstand te zijn verzeild geraakt.

 

Hoe vaak wordt een ferm besluit

door niemand opgepakt en lost op

in de notulen-brei van een heel jaar?

 

Gebeurt het dat zo’n vergadering ontvlamt,

ontnuchtert iemand die overmoed resoluut:

‘we zijn by the way pas bij agendapunt twee’ ~

 

 

 

HORIZONNEN

 

Waar je nooit was

is niet te komen?

Waar je niet bent

kun je niet zijn?

 

 

*

 

 

Moe

 

Zag, zou en was moe.

De meest uiteenlopende boeken

en muziek schreeuwden om aandacht.

Had nog veel te schrijven.

Zou leerlingenwerk hebben nagezien,

me in een nieuw onderwerp hebben verdiept.

Ben blijkbaar verslaafd en hoe daarmee te dealen

zonder dopamine die me naar hoogten

stuwt waar ik anders niet kom.

Denkende ik heb alles in de hand

want kan op elk gewenst moment stoppen

schuif ik alweer een vermoeidheidsgrens over.

            Het vooruitzicht van verte fokt meer dan ooit op ~

 

 

*

 

 

Terras

 

Alweer een dag die niet over kan,

alweer is honger te stillen van een onrustig gemoed,

ben in deze stemming op een gezellig vol terras

en ril, een windvlaag scheert de golven glad,

iemand zegt dat ik verwilderd kijk ~

 

 

*

 

 

Hij moet langer werken

 

Volgens statistieken worden mensen ouder en

daardoor te duur. Een wet laat langer werken.

 

Zonder dat harde garanties worden gegeven

gaat men van een lang en levenslustig leven uit.

 

Ondernemend plak ik er dan 2-3 jaar aan vast

al oogt de tape vergeeld en brokkelt lijm wat af ~

 

 

*

 

Horizon 

 

Met de horizon in mijn getinte ruit

jakker ik dorstig over vergane sporen

een onbestemde droom achterna.

 

Het resultaat: een zooi ongerijmd geapp

(spagaat van de overtreffende trap) bezet

de flexplek achter mijn overbezette ogen.

 

Had ik, ja had ik emotionele bezinksels

uit de ogen gelicht à la Spinoza, dan was

het universum mijn centraal zenuwstelsel nu

 

en schoten onverminderd bereidwillig

sterren in ramen de gezichtsvelden open

die ik kende als kind, lichtjaren terug ~

 

 

*

 

 

Opgebrand


Bij die en die heb ik het vermoeden van een chip. 
Ze sloven zich net als ik zolang uit vrije wil uit 
tot het hen sloopt. Dat kan niet natuurlijk meer zijn.

Ze gaan door tot ze totaal zijn opgebrand.
Wanneer vanuit hogerhand wordt verzocht om kalmer 
aan te doen zetten ze een tandje bij en blazen zich op.

Er moet een moment zo onbewaakt
geweest zijn dat een gevoel van ‘op weg zijn’ 
om kon slaan in een hartstocht verhullende vaart.

Het brein ondervindt het effect van crack, 
na kort intensief high volgt zwaar depressief. 
Vandaar de vergeefse troost van vakanties.

De herinnering staat op alarmstand door 
wat moet. Een humeurig geheugen 
lijdt aan achtervolgingswaan ~

 

 

*

 

 

Reistas

 

            Spons

            die zich vol

            inspiratie zoog

 

ligt vandaag

uit te lekken

in de reistas

 

waar gist

van gisteren

in stoft ~

 

 

 

SOMS, ACHTELOOS

 

 

De verloren gewaande gratie van een stem

die verrassend verrijst uit het niets?

 

 

*

 

 

Liedjes vangen

 

Doe ik mij open, dan drijft het oeverloos geweeklaag

uit koffiekamers, werkterreinen, wachtruimtes

en media binnen waar geen gewencode voor is.

 

De ene deur in, de andere uit, gaat alleen

bij polonaises. De hang naar afsluiten werkt

averechts. Word overrompeld door theorie,

uitlaatklep, mening, frustratie, feit, achterklap.

 

Poëzie plukt dit zootje geregeld uit het verpakte,

laat licht bij wildgroei toe, strooit lenig met

in- en uitwaaierende wolken van spreeuwen

die rakelings langs elkaar scheren tot het klapt,

vangt liedjes uit wind die de wereld nog was ~

 

 

*

 

 

Lek 

 

Die dag sla ik lek, vloeken en tieren

eens lieftallige herderinnetjes het uit,

zweert Geert Wilders bij hoog en laag

dat zijn leven een leugen is, denk ik aan

brak water bij belangrijke boeken, kweelt

mijn stem dat het kwelt dat ik meer krijg

dan verdien, lekt hartenbloed uit de

verbeterpen in de zin: welk zingen

vergezichten uit hun deugdelijke schemer verlost!

 

 

*

 

 

Knispervers

 

Herinner

een knispervers beleven

van ver in tijd terug

en om daarbij te komen

sla ik blad na blad om

dat laag na laag

stukje bij beetje verborg ~

 

 

*

 

 

Soms, achteloos

 

Soms, achteloos,

komt bij gedichten

een zingen vrij,

 

uit bedompte

sferen doemt

een verte op

 

die je vergat

of geen adem

voor had ~

 

 

*

 

 

Gist

 

De mooiste dagen zijn geringd,

het mooiste zingen verzilverde,

een groeizame regen lijkt geplengd,

 

het kijken meet afstanden,

in luisteren sluipt gevaar dichtbij,

de betovering lijkt verbroken,

 

zij breekt steen na steen

om klei te weken, zet

gist in lamgeslagen deeg ~

 

 

*

 

 

Gedichten vragen moed

 

Nooit loopt een gezang uit

in de tekst die het beloofde.

 

Scheur verwoed geliefde zinnen kapot,

vermager ze tot op het bot, neem

een zwaar gemoed op de koop toe,

 

zolang ik in zingen geloof ~