|
Ik
wist dat de Russische dichter
Poesjkin verbannen was door de tsaar vanwege zijn steun aan linkse
idealisten, dat hij doorging voor de grootste dichter van zijn
eeuw en op jonge leeftijd om het leven kwam bij een duel. Toen ik
op een dag las dat hij ook verklaard had dat hij verliefd was op
elke mooie vrouw die hij in zijn leven was tegengekomen, was mijn
belangstelling voor hem en de Russische literatuur voorgoed
gewekt. Ik zal een jaar of achttien geweest zijn, toen. De
verklaring van Poesjkin onderging ik als pikant, omdat hij ook
liet doorschemeren dat hij met `verliefd zijn' bedoelde `in bed
willen beminnen'. De openhartigheid en het gebrek aan gêne waarmee
Poeskjin gevoelens uitsprak die in mijn omgeving als uiterst
discutabel te boek stonden, was ik nog niet eerder tegengekomen en
wonnen me voor hem.
In Poesjkins leven
en lot proefde ik ook de aangeboren melancholie en het tragisch
levensbesef van de Rus, karaktertrekken die me niet vreemd waren -
en in die jaren een grote bloei doormaakten in mij - . Over een
passage die voorkomt in De kleine jongen en de rivier
schreef een criticus: 'Een kind, en dan al zuchtend onder
melancholie.' Nou ja, het is maar literatuur.
Toen ik van
middelbare school was, begon ik doelbewust Russische dichters en
prozaïsten te lezen. Mijn belangstelling voor de Russische
literatuur leidde ertoe dat ik een Slavisch klinkend pseudoniem
koos en een bontmuts liet maken. Deze foto is niet scherp, maar ze
is van de twee waarop de muts prijkt, de aardigste. Vind ik
tenminste. |