Zwanger
Nu het
roodborstjesvrouwtje bevrucht is gaat ze zich anders gedragen.
Hoewel ze nog heel goed voor zichzelf kan zorgen begint het vrouwtje om
voedsel te bedelen bij het mannetje.
De verbale communicatie tussen beide roodborstjes is: “piep!”, niets meer
en niets minder.
“Piep” van het vrouwtje betekent:”Ik heb honger, kom me eens gauw wat
brengen!”
Het mannetje, steeds al druk in de weer voor haar, antwoordt vanaf enige
afstand met dezelfde piep: “Okee, ik kom er aan!”
Door dit zachte maar doordringend hoge geluid vinden ze elkaar steeds. Zo gaat
het de hele dag door.
Als het mannetje eraan komt spert ze haar snaveltje wijd open.
|
Met
trillende vleugels en doorgezakte pootjes stoot ze hoge kreetjes uit op het
moment dat het mannetje het voedsel in haar opengesperde snavel propt.
Meteen daarop begint ze opnieuw te bedelen en vliegt het mannetje weg om weer
iets eetbaars te halen.
Het vrouwtje steekt inmiddels geen poot meer uit, zit voornamelijk laag op of
bij de grond te wachten en laat het mannetje van ’s morgens vroeg tot ’s
avonds laat voor haar draven.
Ook wil zij niet meer dat ik haar te eten geef, maar ondertussen bedelt ze wel
luid bij mij om voedsel. Het is haar bedoeling dat ik het mannetje voer
aanbied, dat hij dit aanneemt en vervolgens in haar bekje stopt. Ook al leg ik
de kruimels voor haar voeten neer en hoeft ze enkel maar haar nek uit te
steken, dan nog vertikt ze het en piept luidkeels naar mij en naar het
mannetje. Het is blijkbaar een noodzakelijk ritueel. Wat later in het jaar als
het roodborstjesvrouwtje op het nest zit te broeden, voedt het mannetje haar
deze hele periode. De verzorging van de jonge roodborstjes nemen ze samen voor
hun rekening.
|