CuBra

P.D.M. Pijnenburg

Vrolijke versjes van Pepijn


 

VISCALE PROBLEMEN

 

Een hoofdinspecteur van de fiscus

At staand bij de kar een paar viskes

Ging hoopvol naar huis

Maar zijn vrouw gaf niet thuis

Die was niet gesteld op een viskus.

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

TWO LIPS FROM AMSTERDAM

 

A fair English dealer in tulips

Thinks “Tulips from Amsterdam” foolish  

Since he got a kiss

From an Amsterdam miss

He doesn’t sing “tulips” but “two lips`.

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

REDERIJKER

 

Een arme rederijker zat neder

Met perkament, inktpot en veder.

Hij schreef: “Goede God

Gebrek is mijn lot

Ach, was ik maar een rijke reder”,

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

NATUURBEHOUD

 

Er stond bij Breda een oud oerbos

Van beuken, van varens en moermos.

Voor behoud van het bos

Brak een hels oordeel los

Het is nu nog slechts een ouw oerbos

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

HIJ DE LUST

 

Toen “Heidelust”’s Heer was gestorven

Heeft zijn Vrouwe het landgoed georven..

De last viel haar zwaar

Zodat het daarnaar

De naam “Zijdelast” heeft verworven.

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

DE SCHOONHEID DER NATUUR

 

Er stond bij De Moer in een voerwei

Een prachtboom, een heel oude moerbei.

De hele dag stond

Met geopende mond

Er de duvel en zijn ouwe moer bij.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

TROPENKOLDER

 

In een van de tropische staten

Heb ik bijna het leven gelaten.

De zon scheen zo fel

Dat ik de hele boel snel

In de zonnesteek heb moeten laten.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

BLAUWTJE IN AFGANISTAN

 

Eens zag president Nagiboula

Een prachtmeid, zo’n heerlijke troela.

Hij vroeg: ”Ga je mee?”   

Maar zij zei: “Nee, nee.

Je kunt het me doen! Ammehoela!

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

JAGERSLUST

 

Een slipjacht duurde bij Maasbracht

Veel korter dan men had verwacht.

Ter aanvulling heeft men bedacht

Het houden van een slipjesjacht.

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

PARKEERPROBLEEM

 

Naar een parkeerplaats in de stad

Heb ik een uurlang moeten speuren.

Goed dat ik mijn auto had.

Het zal je maar te voet gebeuren!

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

TECHNISCH PROBLEEM

 

Door een stroomstoring in ’s-Gravenhage

Is last en ellende ontstaan

Een man zat een uur in een lift vast.

Zijn vrouw heeft een uur op een roltrap gestaan.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

LIEFDE I

 

Twee mensen vielen in elkaar

Dat is hun jarenlang bevallen.

Inmiddels zijn ze oud en grijs

En in elkaar gevallen.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

LIEFDE II

 

Ik kan je wel opvreten

Sprak Willem voldaan.

Het speet hem, veel later,

Dat hij het niet had gedaan.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

  

KINDERZEGEN

 

Ik hou van mijn kinderen

Zei Jan van de Wetering.

Ik sla ze alleen maar

Uit zelfverdediging.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

MUSIS SACRUM

 

James Gallway gaf een fluitconcert.

De uitvoering was echter snert,

Zodat hem het publiek alert

Trakteerde op een fluitconcert.

 

 

 

 ¤¤¤¤¤

 

 

FAALANGST

 

Aan het bridge ben ik gehecht.

Ik zou vaker willen spelen,

Maar wie wil de schande delen

Met zo’n kluns denkt men terecht.

 

Het is voor mij niet weggelegd

Met Krijns te spelen, die zo groot was

Of  Frits Goudsmit voor die dood was.

Daarvoor speel ik veel te slecht.

 

Sterke sans, reele klaver

Lees maar in het boek van Haver

Of de bridgehoek in de krant.

 

Laat me denken. Hou je wafel!

Speel ik nou de femme-fa-tafel

Of die heer-bloot uit de hand?