"Is dood" / "Is in de hemel"
Ze hebben de verdwaasde man die mijn broer is en die met nietsziende,
verbijsterde ogen, die geenszins getuigen van intelligentie de wereld instaart, wijsgemaakt dat
zijn en mijn moeder, die hem zo trouw placht te bezoeken (in latere jaren
alleen nog in de rolstoel) "dood" is en "in de hemel". Met zijn gebrekkige
spraak, hortend en stotend, herhaalt hij de woorden van de verplegers: "Is
dood", "Is in de hemel".
Ik bezoek mijn broer regelmatig. Het merkje "Côte d'Or" van de chocolade,
zijn favoriete lekkernij, is ondanks zijn handicap nooit aan zijn aandacht
ontsnapt; vandaar zijn benaming "Olifantchocolade"; een gebruikelijk
artikel, dat we steevast voor hem meebrengen, naast het waardeloze
foldermateriaal, de puzzelboeken en de stripboeken, waaruit hij gaandeweg
een klein bibliotheekje heeft opgebouwd.
Hij moest ze zien komen en gaan; zijn ouders, de zussen, de verplegers; ze
kwamen en gingen en verdwenen in onbereikbare, onachterhaalbare verten,
terwijl hij zijn dagen en nachten, getekend door zijn ziekte, doorbracht in
wat men, eufemistisch, aanduidt als zijn "appartement", een ruimte,
nauwelijks meer dan een cel, met alleen het hoogstnoodzakelijke erin.......
|