|
Herinnering aan
Kerstmis en Oudjaar 2011
De mannen- en vrouwenstemmen hebben weer het
lied aangeheven; het oude, oude lied dat in zo
lang voorbije tijden mijn moeder, mijn
onvergetelijke moeder, voor wie ik een
standbeeld heb opgericht in mijn hart, mij
geleerd heeft:
"Stille nacht, heilige nacht" en de sonore
mannenstemmen op de achtergrond "droegen" als
het ware de vrouwenstemmen die hoog, licht en
ijl als het ware een dans uitvoerden, als waren
de vrouwen lichte ballerina's in de armen van de
sterke heren.
De Kerstbomen in de huizen die ik passeerde
getuigden eveneens voor mij van een zo verre,
verre tijd, van een thuis en een land waaruit ik
verdreven ben, voorgoed verdreven; dat ik nooit
meer het mijne zal kunnen noemen; het verre,
voorgoed verloren ouderlijk huis, de geur van
dennentakken, het kribje met het Kindje, de
vredige standbeelden van herders en os en ezel.
Fonteinen van kleurig licht hebben in de nacht
een nieuw jaar aangekondigd en ingeluid.
Mijn wakkere, wijdopen ogen zullen nog een
nieuwe dag aanschouwen; de nieuwe dag zullen zij
nog zien, hoezeer die dag ook getekend zal zijn
door de taferelen van het noodlot, dat in zijn
onverbiddelijke razernij mijn leven zal kleuren.
|
|