|
Een bezoek aan de Abdij van
Koningshoeven.
("Er is geen
betere vriendin dan een zus")
De Abdij van Koningshoeven met haar ranke,
spitse, neogotische torens die ten hemel wijzen
alsof zij het onbereikbare, onbekende Opperwezen
de hand willen reiken, heb ik een plaats
toebedeeld en toebedacht, een onvervreemdbare
plaats, in verre, magische regionen van mijn
geest, bewustzijn en herinnering.
Achter op de fiets bij Vader of Moeder volgden
we ééns het smalle zandpad langs de Abdij, langs
het ivoorwitte, marmeren beeld van de gemartelde
man, voor wie ik de ogen sloot en die
terugkeerde in mijn nachtmerries en vaag staat
het me nog bij hoe ik aan de hand van Vader eens
daar de Hoogmis bezocht en het hele panorama van
feestelijke, gouden parafernalia gadesloeg
alsmede de monniken die in bruin-witte pijen
voortschuifelden tussen de koorbanken en als
schimmige gestalten in een plechtige, sacrale
optocht aan onze ogen voorbijtrokken.
Met mijn zua, met de liefste, die me vooralsnog
is gebleven, de gezellin die aan mijn zijde
stond in een verre, voorbije jeugd, met wie ik
ouders deelde, met wie ik een zolder deelde in
het goede, oude, ouderlijke huis, met mijn arme
zus, wiens hart en ziel, zoals die van mij,
gevormd zijn als koper onder de handen van een
smid en als glas door de adem van een glasblazer
door dramatische en onomkeerbare gebeurtenissen
in onze levens; met die liefste gezellin en
bondgenote, heb ik opnieuw de Abdij bezocht,
laat in onze levens, in de mistige, nevelige
herfst van het jaar 2011, die vooraf was gegaan
door een onverwachte, verrassende en uitbundige
"Indian Summer".
We zijn naar binnen gegaan door het oude
poortgebouw, bekroond door de stenen gestalte
van een ons onbekende heilige en via de
cipressen- en de beukenlaan die een rechte hoek
met elkaar vormen en die doorkijkjes bieden op
het hoog oprijzende, majesteitelijke gebouw met
het grijze leistenen dak dat zich over haar hele
lengte uitstrekt en op de kerk met het
roosvenster die een welhaast middeleeuwse indruk
maakt, konden we de kerk binnengaan.
De tentoongestelde objecten van moderne kunst,
die het "Labyrint van het Leven" schenen te
moeten uitbeelden vielen mijns inziens erg uit
de toon bij de middeleeuws aandoende inrichting
van de Abdij en bij het enorme Christusbeeld dat
welhaast één wand van de "Kapittelzaal"
domineert.
Tot besluit van de dag heeft mijn arme zus bij
een glimlachende monnik een klein tegeltje
gekocht met een welluidend, mooi adagium: "Er is
geen betere vriendin dan een zus en geen betere
zus dan jij"
|
|