Een
tweede Kerstverhaal
Geen verzoening met Kerstmis.....
We schrijven december 2010. Kerstmis nadert. Ik loop
door de duistere,
donkere straat en kijk op naar een verlicht raam,
gesierd door een lichtend
kunstwerkje van glas; het is het raam van de woning van
mijn vroegere
vriendin, een woning die eens mijn tweede thuis was.
Door onherroepelijke en onoverkomelijke ruzies en
conflicten hadden we ons
van elkaar verwijderd, maar gedurende drieëndertig jaar
had ze aan mijn
zijde voortgesjokt, als een trouwe goedmoedige dombo.
Vaak had haar lusteloze stem tot me gesproken, met een
lusteloosheid en
neerslachtigheid waartegen, tot mijn groeiende ergernis,
van de kant van haar
wilskracht nooit enig krachtig verweer kwam.
Samen hadden we het Bloemencorso aanschouwd en een
lieflijk Oostenrijks
dorpje dat we nooit terug zouden zien; geen middelen die
iets vermochten
tegen haar allesoverheersende depressie.
Op een dag was ik kruipend haar kamer binnengekomen en
kruipend had ik deze
weer verlaten: figuurlijk gesproken dan, want ze had me
gedwongen excuses
aan te voeren voor vrijwel ieder woord dat tussen ons
gevallen was; voor
iedere opmerking die er gemaakt was.
Onvoorstelbaar dat in haar zwakzinnige brein begrip zou
kunnen ontstaan voor
wat de Vergeving werkelijk inhoudt en nooit heeft zij
kunnen begrijpen wat
haar aanwezigheid en gedrag vergden van mijn
verdraagzaamheid gedurende al
die jaren.
|