CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 30-03-2022


Onze Spoorzonewandeling - Een stad in het teken van Koning Willem II? - Een stadswandeling in de vroege lente door de stad van Koning Willem II - Ontmoetingen bij het station en in onze LocHal - Bij Café-Restaurant “Zomerlust” in het vroege voorjaar


Onze Spoorzonewandeling

 

Het is een komen en gaan van reizigers en passanten bij de uitgang van ons Tilburgse station aan het Burgemeester Stekelenburgplein op een zaterdag in de vroege lente van dit jaar. Sommigen hebben plaatsgenomen op de stenen balustrades aldaar. Daar wachten ook drie heren, gekleed in het blauw-gele uniform van de Stadsgidserij op mij. We zullen vandaag gaan wandelen langs de Burgemeester Brokxlaan die als een lint van precies een kilometer lengte ligt uitgestrekt en door de doorgang bij de witte flats aan de Clarissenhof met haar Italiaans aandoende arcades. In een loods is een maquette opgesteld die de toekomstplannen van de Gemeente voor het gebied weergeeft, met veel nieuwe hoogbouw. Helemaal aan het eind van ons traject bevindt zich onze Koepelhal. Haar sterke spanten zullen zelfs onder een atoombom niet bezwijken. Onze wereldberoemde LocHal die we tenslotte bezichtigen, heeft zelfs de New York Times gehaald en hier eindigt onze wandeling…..

 

Een stad in het teken van Koning Willem II?

Mijn arme, dierbare stad verwelkomde mij opnieuw. Het zonlicht van maart glansde op de beide grijze leistenen torens van de Heuvelse Kerk en de blauwgele vlag van Oekraïne wapperde trots en fier aan haar gevel. Bonte duiven trippelden opgewekt op het plein. Het standbeeld van Koning Willem II was getooid met een schertsartikel. Een practical joke van voetbalsupporters. Toen de klok met haar gouden wijzers een uur wees arriveerden onze gids en overige belangstellenden voor de Willem II wandeling. Het was vaak “histoire bataille” wat de gids ons presenteerde, mede aan de hand van de wapenfeiten op de sokkel van ons standbeeld (Quatre Bras, Waterloo…) Vier “allegorische” bronzen maagden omringen de Koning, die ieder een andere symbolische betekenis uitdragen. De Koning had de stad, die zijn stempel nog altijd draagt, zozeer lief en in het Paleis Raadhuis dat we later betreden - zijn ontwerp volgens de Engelse landschapsstijl - getuigen nog altijd een fraai, kleurig glas-in-lood-raam, enkele schilderijen en zijn dodenmasker van zijn leven…..

Een stadswandeling in de vroege lente door de stad van Koning Willem II

 

Naast het vele dat Tilburg biedt, hebben wij tevens de “Stadsgidserij”, bemand en “bevrouwd” door enthousiaste Tilburgers die belangstellenden liefdevol rondleiden door de hun eveneens zozeer geliefde (geboorte-)stad…. Vandaag vertrekken we bij het bronzen standbeeld van Koning Willem II op de Heuvel (aan zijn martiale voeten de eveneens uit brons vervaardigde maagden die languissant tegen de sokkel van het standbeeld leunen en waarboven zijn trotse, krijgshaftige gestalte zich onvervaard verheft). Tijdens onze bescheiden wandeling zullen we de formidabele fabrikantenvilla van Van den Bergh passeren, herinneringen aan en overblijfselen uit het rijke “textielverleden” van onze stad. De gids zal vertellen over de wereld van “ons-kent-ons” die echter altijd overal bestaan heeft; over het circuit van de goegemeente, over de notabelen; artsen, pastoors en fabrikanten van wie de materiële relicten nog altijd van hun lang vervlogen levens getuigen en hij, voormalig geschiedenisleraar, zal blijken een wandelend reservoir van feiten en jaartallen te zijn. En zo zal hij de Tilburgse geschiedenis illustreren; de geschiedenis van mijn arme, dierbare stad…..

 

Ontmoetingen bij het station en in onze LocHal

 

De mannen overweldigen en overspoelen de wereld; stoer en zelfbewust, vrolijk en kordaat; allen met een andere haardracht, als het ware voor ieder van hen speciaal bestemd en gemaakt. Velen van hen tref ik aan in onze onvolprezen LocHal en op een dag, toen de automatische deur om onbekende redenen “weigerde” open te gaan verklaarde ik aan een jongeman die zich met mij en zijn metgezel voor de uitgang bevond: “Voor u gaan alle deuren open”, doelend op de ambities, de plannen en dromen die hij, jong nog, ongetwijfeld koesterde. Ik spreek de jongere en oudere heren onverkort aan met “meneer” en toon me vaak onterecht hulpeloos om hun respect, misplaatst mededogen en hun hulpvaardigheid op te wekken, zodat ze zelfs in mij, hoewel ik nauwelijks charmant of aantrekkelijk genoemd kan worden op mijn leeftijd, ondanks alles nog een vrouw zien, zij het een oudere vrouw, die de kenmerken van het geslacht draagt en zodat ze wellicht de verering en het mededogen dat hen in sommige gevallen is bijgebracht door verantwoordelijke, bezorgde ouders, kunnen opbrengen. En zo kwam ik ook bij het station een van hen tegen die, kennelijk geamuseerd, glimlachte vanonder zijn capuchon met bontrand “Are you English?” was mijn vraag. “No, I am from Roemenia” was het antwoord. “I love your country” verklaarde hij vervolgens “and I love girls with blue eyes” “Don’t you like girls with brown or green eyes?” repliceerde ik.
Mijn nieuwe vriend zou gaan werken in de logistiek en hij verklaarde voor altijd in Nederland te willen blijven…..

 

Bij Café-Restaurant “Zomerlust” in het vroege voorjaar

Café-Restaurant “Zomerlust” vormt als het ware een verlengstuk van de langgerekte Oisterwijksebaan waar mijn voorouders resideerden tot hun rampzalige doodvonnis werd geveld; in het buitengebied dat onze stad omgeeft als een groene, weelderige oase en aan de andere zijde van de oude draaibrug die het zwarte water van het Wilhelminakanaal overspant. En hier heb ik afgesproken met mijn erudiete, bejaarde vriendin….

Een wirwar van tafeltjes en stoelen op het terras, nu nog spaarzaam bezet, naast een lange houten bank bezet met planken, die tevens zitplaatsen biedt. Het voorjaar kondigt zich al aan maar er zit nog kou in de lucht. Daarom vlucht ik naar binnen, waar het is als een soort huiskamer met ouderwetse fauteuils rond een tafel. De conversatie spoedt zich voort. En als ik probeer te bespreken hoe gedurende onze voorbije eeuw de moderne kunst zich ontwikkeld heeft uit het eerdere Impressionisme, Kubisme en Dadaïsme en probeer daarbij etherische en metafysische fenomenen als de “Zeitgeist” te betrekken, arriveert mijn taxi.

Mijn kop bittere Earl Grey thee en mijn gesprekspartner moet ik achterlaten in Café-Restaurant “Zomerlust”.....