CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 23-06-2021


De penning van Sint Christoffel - Fragiele schijfjes, een ongelukkige manoeuvre en een goedgunstig gebaar - Mijn eerste schooldag en wat volgde - Het Testament - Een gelukbrengende dag in onze levens…..


 

De penning van Sint Christoffel

 

In de zaak van “Pleïade” aan de Nieuwlandstraat in Tilburg beschikt men over een uitgebreid assortiment “fijnzinnige” artikelen, dan wel prullaria die geschikt zijn voor vele gelegenheden en waarmee men iemand met zich kan verzoenen en waarmee men figuurlijk gesproken kan “strelen” of “kussen”....

 

De verkoopster achter de toonbank spreidt haar schijnbaar charitatieve en menslievende, doch in feite op winst beluste glimlach ten toon en zij fungeert als een alternatief soort weldoenster van de mensheid of als een verkapt soort hulpverleenster. Van haar diensten maak ik niettemin gebruik; “Mevrouw, mijn beste vriend gaat naar het buitenland. Weet u een geschikt cadeau om hem mee te geven en hem te beschermen op zijn reis?”

 

“Wat vindt u van een penning of een sleutelhanger van Sint Christoffel?” stelt ze voor. In een bakje liggen zilverkleurige penningen met de beeltenis van de heilige met het kind op de schouders, de beschermheilige van de reizigers erop, waarvan ik er een uitzoek.

 

De penning wordt omwikkeld met een goudkleurige verpakking en er gaat een beschrijving van de heilige bij. Thuisgekomen luister ik nog eens naar Vera Lynn en naar haar wellicht in de ogen van sommigen melodramatische, maar meeslepende en indrukwekkende woorden:

 

“From the time you say goodbye, from the time you say “Cheerio”, will you take a handshake too, for your journey as you go? Keep a prayer within your heart, that the time will surely fly, till the day that we shall meet again; from the time you say goodbye…”

 

En ik breng de penning naar mijn vriend; de onnozele penning die niets kan bezweren, niets kan uitrichten, niets kan bezegelen, niets kan voorkomen….Ik geef deze mijn vriend in handen met een machteloos, nutteloos en wanhopig gebaar…

 

Spoedig zal de intercontinentale afstand niet meer te overbruggen zijn en zal ik het Noodlot vrij spel gegeven hebben te regeren, toe te slaan, te overweldigen…..

 

Fragiele schijfjes, een ongelukkige manoeuvre en een goedgunstig gebaar

 

Contactlenzen zijn kleine, fragiele, doorzichtige schijfjes; optische instrumenten die in mijn geval zelfs de naam “genius” dragen, wat toch niet toepasselijk kan zijn en ze corrigeren mijn forse bijziendheid perfect. Echter, door een ongelukkige manoeuvre verloor ik een schijfje dat vervolgens onvindbaar was. Dankzij een bijzondere en buitengewone coulance van de leverancier mocht ik voor de tweede lens die na korte tijd was kwijtgeraakt de halve prijs betalen…. Mijn “gedeeltelijke blindheid” was dus van korte duur; spoedig bracht de postbode de gewraakte lens in een elegant doosje met mijn naam erop en de respectabele aanduiding “mevrouw”, eveneens niet van toepassing.

En nu ontvouwt de wereld zich na mijn “blindheid” opnieuw voor mijn ogen; het prille groen aan de bomen, de majesteitelijke bloesems en het vele en wonderlijke dat de Natuur in haar fantastische “museum” uitstalt….

 

Mijn eerste schooldag en wat volgde

 

Op de eerste schooldag had mejuffrouw H. in de cognackleurige trui alle kinderen en ook mij de hand gereikt en had ik in het speelkwartier gebivakkeerd tegen de gelaagde muur van het houten gebouw dat onze lagere school huisvestte, Om het mooie, gehaakte bolerootje dat ik droeg, zouden klasgenoten mij mijden, dus dat zou ik in de daaropvolgende tijd thuislaten en hoe dan ook mijn positie tegen de wand handhaven en van daaruit het wilde, tomeloze spel van mijn medescholieren gadeslaan zonder er zelf ooit aan deel te nemen.

Hoe dit ook zij, al te snel zou het mij duidelijk worden dat de blonde tweeling H. en M. die door de nonnen wel als een regelrecht Godswonder beschouwd werd, hun bijzondere uitverkiezing genoten; zij mochten schrijven met de gouden inkt; voor hen werd de prachtige, kleurige wol gereserveerd, terwijl voor mij het lelijke, dunne, lila garen werd opgediept uit een lade om wanten van te breien. En zo droeg ik ook al die jaren de tweedehands kleding die we kregen van een nichtje; zo droeg ik mijn bril en mijn bloempotkapsel en werden mijn scheve tanden nooit gec.orrigeerd en was ik aangewezen op de hoge “Forma Natura” orthopedische schoenen die mijn platvoeten zo perfect zouden corrigeren.

Dit alles tot mijn tiende verjaardag toen ik de vrolijke, bonte rok mocht uitzoeken bij C&A en toen ik de “flatjes” kreeg en mocht trakteren en trots paradeerde met mijn nieuwe verworvenheden op het schoolplein. Nu zou ik er ook bij gaan horen…..

 

Het Testament

 

Altijd als zij het papier tevoorschijn haalde met daarop de details van het testament; de opsomming van de erfstukken, geschreven in haar elegante, keurige en wellicht “flamboyant” te noemen handschrift, dat nooit veranderd was tijdens haar leven, sprongen de tranen mij in de ogen….

Het was, juridisch gezien, in de juiste vorm gegoten, zo beweerde ze altijd met trots, terwijl zij slechts een “huishoudelijke carrière” gemaakt had, dit op de half-afgemaakte Mulo-opleiding nooit geleerd had en terwijl om het met een cliché te zeggen “haar enige recht altijd het aanrecht geweest was”

“De damessecretaire” zo stond daar zwart op wit “is voor mijn dochter Ineke” Het bureautje dat sinds vijftien jaar, sinds de fatale dag, mijn woonkamer siert, had altijd haar grootste trots en liefde uitgemaakt. Nu laat ik mijn ogen erover dwalen. Tevens staat nog de zilvercassette te verstoffen in mijn muurkast. Ze gaf hem mij als “appeltje voor de dorst” maar ik heb deze nooit te gelde kunnen maken.

Toch heb ik tegen het decor van mijn grootste verdriet opnieuw geluk mogen ervaren…..

 

Een gelukbrengende dag in onze levens….

 

In die tijd had ik een baantje als typiste (via een uitzendbureau) bij Recreatiepark “De Beekse Bergen” (wegens mijn van nervositeit trillende handen belandden al mijn brieven de eerste dag in de prullenbak) en vanaf mijn plaats aan het venster had ik de hele dag uitzicht op de stroom bezoekers die het park met een bezoek wensten te vereren)

 

In de avond toen ik op de fiets de terugtocht naar mijn ouderlijk huis aanvaardde door een bosrijk gebied, merkte ik dat een mokkabruine hond mij volgde. Ik vroeg mij af waar de hond vandaan kwam (was hij ontsnapt uit een kennel of asiel uit die omgeving?). Hoe dit ook zij, ik lokte de hond die gedwee en misschien hoopvol achter mijn fiets aanhuppelde….

 

We hadden in die tijd thuis geen hond en ik had bedacht dat het mogelijk “dak- en thuisloze” dier in ons huis welkom zou zijn. De hond bleek lichtbruine vlekjes bij zijn poten te hebben en een grillige witte vlek op de borst. We zouden hem nog aangeven bij de politie, in de vurige hoop en verwachting dat zijn baasje niet zou komen opdagen en dat we hem zouden mogen behouden, die bewaarheid werd en we zouden hem inderdaad inlijven…...

 

Hij werd onze trouwe en zoals bleek, zo intelligente “Driekus” die gedurende dertien jaar bij ons is gebleven tot de dag is gekomen dat zijn poten hem niet meer konden dragen en hij is gestorven in de armen van onze ouders; onze “Driekus” die getuige was van al het bittere leed en van al de vreugde in onze familie, die verschrikt wegdook achter ons bankstel als er eens een scène was, die zo intelligent was dat hij op mijn moeders verzoek haar pantoffels ging halen op de tweede verdieping; “Driekus” de mokkabruine hond met de lichtbruine en witte tekening op zijn vacht; “Driekus” die door een wonderbaarlijk toeval in onze levens kwam; onze vriend, huisgenoot en onvergetelijke kameraad om wie mijn tranen soms nog vloeien en die staat afgebeeld op de foto naast mijn bed, zittend vóór de bakstenen muur van mijn ouderlijk huis…..