CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 24-04-2020


 

Merkwaardige flyers en lege bussen
Op de trappen van het oude Paleis-Raadhuis.....
Meizoentjes
Avondstemming
Aan de esdoorn aan mijn venster...


 

Merkwaardige flyers en lege bussen

 

De felrode bussen passeren nog steeds op de snelweg naast mijn huis, zoals al sinds jaar en dag en ik observeer ze vanuit mijn hooggelegen raam. Sinds kort zijn ze leeg maar wegens het maatschappelijk belang voeren de chauffeurs onverminderd hun taak en diensten uit ten behoeve van de weinigen die er eventueel nog gebruik van maken. Allerlei instanties en organisaties hebben razendsnel een alternatief tot stand gebracht voor de gevoelens van plotselinge leegte of zinloosheid, eenzaamheid of gebrek aan zingeving die de bevolking nu overvallen alsof zij nooit alleen zijn geweest met zichzelf, alsof het überhaupt niet altijd al meer reëel zou zijn geweest zich in alle stilte en afzondering filosofisch te bezinnen op ons eenmalige, zo korte en wonderbaarlijke leven in plaats van te vluchten voor de zinloosheid, de eindigheid en de leegte in het “banencircus” waar alles bij voorbaat al voorgekauwd en ingevuld wordt, waar men bij het handje genomen wordt en afgehouden  wordt van de meer reële en wezenlijke vraagstellingen.....

Het geduld is ook snel op alsof de “Corona-Crisis” niet een momentopname is, een stip, een fractie, een waan van de dag, een nieuwe nationale obsessie bij gebrek aan ander nieuws in het licht van de eeuwigheid, alaof het in het leven niet gaat om meer diepgaande processen op het gebied van de zelfkennis en de bezinning en de verwondering die een leven lang kunnen duren en die oneindig veel meer diepgang, geduld en wijsheid vergen.

Dan is er de poster op de helgroene toegangsdeur van onze portiekflats die eveneens razendsnel gedrukt is en die nu ineens zorg schijnt te bieden van de kant van de welzijnsorganisatie die het hele jaar door achterwege blijft voor die personen die nu eenmaal geen sociaal netwerk, geen mantelzorg, geen partner, geen kleinkinderen hebben. Want dat bestaat ook, dat komt ook voor...

 

 

Op de trappen van het oude Paleis-Raadhuis.....

 

Aan de voet van het oude Paleis-Raadhuis, in het hart van onze stad, zijn rotsblokken opgestapeld als in een berglandschap, waarop we zij aan zij zaten en ik met jou mijn wederwaardigheden deelde. Je droeg bij uitzondering een bontgekleurde zomerjurk die je tengere gestalte strak omhulde, mijn vriendin van lange jaren. Met zoveel hartelijke belangstelling volgde je me op de voet op mijn kronkelende, bochtige levenspad en behoedde je me voor de spelonken en valkuilen aan weerszijden.....

 

Meizoentjes

 

Het is sinds jaar en dag het geval geweest dat ze hun wit-met-gele kopjes verhieven in de grasstroken die de Tilburgse Ringbanen, die de stad omcirkelen, flankeren; de meizoentjes en zo was het ook in 1955. Met buurmeisjes Gabie en Inge plukte ik ze ook in “ons parkje” aan de Ringbaan Oost en Inge, die ouder was dan wij, vermaande ons ze laag bij de grond af te plukken. Dan maakten wij een inkeping in de tengere, mosgroene steeltjes en staken er de steeltjes van andere bloemetjes doorheen en zo vlochten wij een krans die we in ons haar droegen. Zestig jaar zijn voorbij gegaan en nog zie ik, neerkijkend vanuit mijn hoge raam, de meizoentjes in het plantsoen.....

 

Avondstemming

 

Het avondlicht van een dag in de vroege lente voert haar grillige spel uit op de houten lijsten die mijn vensters omringen...Ik bekijk een oude foto....

Daar is tante Resi, de echtgenote van oom Gerard met mij in het kleine tuintje achter mijn ouderlijk huis. Tante omarmt me beschermend en liefdevol.Ik draag het jasje dat ze voor me naaide.

Haar moest ik verliezen, zo vroeg al. Ik moest eens vernemen dat zij wegteerde in verre, witte ziekenkamers aan een ongeneeslijke en onheilspellende ziekte. Mijn dappere moeder moest tenslotte haar lichaam in ogenschouw nemen in een “Chapelle Ardente” in Goirle. Nog siert het kinderboek getiteld “Barend en het Hongaartje” met afbeeldingen uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw, een geschenk van tante Resi, mijn boekenkast.....

 

Aan de esdoorn aan mijn venster...

 

Jouw naam kende ik nooit, trouwe wachter aan mijn raam, die weer groen draagt, alsof de zomer al voortijdig haar intrede heeft gedaan.... (De namen van de botanische soorten zijn mij altijd al onbekend geweest). Je draagt blad, je draagt vrucht en je bent trouw zoals de wrede trouweloze mensensoort nooit is geweest. Je takken breiden zich machtig, krachtig en welwillend uit alsof je kruin mij wil beschermen, als degene die ik voor altijd moet missen, die in het verre land osn bondgenootschap is vergeten.....