AANVULLINGEN 18-12-2019
Aanvullingen, verzameld door Hans
Hessels, opgetekend uit zijn familiekringen Hessels en Marinus
tussen 1960 en 1980.
addergebroed
zelfstandig naamwoord
addergebroed
- 2019 – stuk
addergebroed; ondeugd
aopeglaot
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit apen +
gelaat
- 2019 - apengelaat,
apengezicht
bèdzèèkersgezicht
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit bed +
zeiker + gezicht
beddenzeikersgezicht
- 2019 - bleek, ongezond
gezicht, zoals van een bedlegerig, bedzeikend persoon.
biejeskoopzakke
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit bioscoop
+ (broek)zakken
- 2019 - broekzakken
zonder dichtgenaaide onderkant ten behoeve van bepaalde seksuele
handelingen in de bioscoop (en waarschijnlijk ook elders).
blôotebillegezicht
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit bloot +
billen + gezicht
blotebillengezicht
- 2019 - bol, glad gezicht
boezjievonke
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit bougie +
vonken
bougievonken
- 2019 – Onmogelijke
opdracht, vaak als 1-aprilgrap in werkplaatsen. Hòlt vur mèn es en
duske rôoj boezjievonke öt de graazie!!!
botram
zelfstandig naamwoord
boterham
- 2019 – Gezegde: gif me
en stuk botram, namelijk: dat is/jij bent me er eentje
briek
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 - een schriel,
houterig figuur
brillejood
zelfstandig naamwoord,
spotwoord
samenstelling uit bril+
jood
brillenjood
- 2019 – eigenlijk een
joodse handelaar die brillen verkocht. Door Hessels opgetekend in de
betekenis ‘brildrager’.
dròl
zelfstandig naamwoord
drol
- 2019 – gezegde: stront
wie heetoe gescheete, dròl wie heetoe gedraajd?; Wat stel je
eigenlijk voor? Waar kom je vandaan? Tegen een verwaand,
omhooggevallen figuur gezegd
dröllekes
zelfstandig naamwoord,
meervoud en verkleinwoord
drol, drolletje,
drolletjes
- 2019 – Gezegde - Die
heej zen vètste dröllekes gedraajd; die heeft er zijn beste tijd
opzitten
dròsserd
zelfstandig naamwoord
drossaard
- 2019 – lamzak
fieliesjeefkien
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit
Philishave + kin
- 2019 – rechthoekige kin
zoals in Philishave reclames
foep
zelfstandig naamwoord
foep
etymologie onbekend
- 2019 – uitdrukking:
luije foep; luie, dikke meid
genòjeg
bijvoeglijk naamwoord
- 2019 – deugddoend (van
“genadig”)
geriffemeerd
snötje
bijvoeglijk naamwoord
gereformeerd
- 2019 – een zuinig,
streng gezicht (zoals dat onder gereformeerden veelvuldig zou
voorkomen...)
grôote
zelfstandig naamwoord
volwassen persoon
- 2019 - Gezegde: As ene
grôote - als klein kind iets kunnen zoals een volwassene.
haajbaaj
zelfstandig naamwoord
- 2019 – vlotte,
bijdehante meid
haozevraoge
zelfstandig naamwoord,
meervoud
samenstelling uit hazen +
vragen
- 2019 – vragen die je
niet kunt beantwoorden
hart
zelfstandig naamwoord
hart
- 2019 – gezegde: Et hart
hèbbe; het lef hebben
hêetbroek
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit heet +
broek
- 2019 – driftkikker
hèffer
zelfstandig naamwoord
heffer
- 2019 – gezegde in
combinatie met ‘lègger’: De hèffer èn de lègger: de
regelaar/organisator
hiese
werkwoord, zwak
- 2019 – opschieten
hieskont
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit hiesen +
kont
- 2019 – iemand die aan
het doordoen is
hoempit
bijwoord
horendol; etymologie niet
bekend
- 2019 – gezegde: Erges et
hoempit van krèège, ergens horendol van worden
hòfjes
zelfstandig naamwoord
alleen in meervoud
hofjes
- 2019 – schooiersvolk
hölleke
zelfstandig naamwoord,
verkleinde vorm
holletje
- 2019 – uitdrukking: zen
hölleke dicht(k)nèèpe; overlijden
huuzele
werkwoord, zwak
etymologie onzeker
- 2019 – druk doen en druk
bezig zijn (van “husselen”?)
kabienèt
zelfstandig naamwoord
kabinet
- 2019 – uitdrukking:
kabienèt op pôote; vrouw met erg lange benen
klèdderke
zelfstandig naamwoord,
verkleinde vorm
kleddertje, kliekje
- 2019 – restje (van
kooksel)
klèùtert
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 – keel, borst; et
zit op mene klèùtert; het eten zakt niet, blijft steken in keel
klontjesvingers
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit klont +
vinger
- 2019 – vieze vingers
(zie ook sausdèùme)
kwiep
zelfstandig naamwoord
- 2019 – zot (van kwiebus)
lègger
zelfstandig naamwoord
legger
- 2019 – gezegde in
combinatie met ‘hèffer’: De hèffer èn de lègger: de
regelaar/organisator
loeder
zelfstandig naamwoord
- 2019 – gemene, hatelijke
meid
loeter
zelfstandig naamwoord
- 2019 – gemene, hatelijke
meid
lòtweet
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 – griet die van
niets weet, onnozele meid
lui
bijvoeglijk naamwoord
lui
- 2019 – uitdrukking:
luije foep; luie, dikke meid
maogdekespies
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit maagd,
maagden + pis
- 2019 –
slappe, kleurloze drank
mèèlpèèr
zelfstandig naamwoord
meelpeer
- 2019 – letterlijk melige
peer, figuurlijk ‘halve zachte’
mörmeleere
werkwoord, zwak
- 2019 – mompelen,
murmelen (zie mörmereere)
nèùlerd
zelfstandig naamwoord
verlenging van ‘uil’
- 2019 – sufferd;
waarschijnlijk een samentrekking van ‘[ene]n èùlerd’
ongelukkige
zelfstandig naamwoord
ongelukkige
- 2019 – iemand met een
lichamelijke of geestelijke beperking
onheus
bijwoord
onheus
- 2019 – werkwoordelijke
uitdrukking: onheus doen = valsspelen
onthaand
bijwoord
onthand
- 2019 – werkwoordelijke
uitdrukking: onthaand zèn, geen gereedschap meer hebben
ôomzègger
zelfstandig naamwoord
oomzegger
- 2019 – zoals het neefje
de oom aanspreekt; neefje
ordêel
zelfstandig naamwoord
oordeel
- 2019 – gezegde: Et gaot
er tekeer/Et spant er as en ordêel; het is er een hels kabaal
paoternòsterwèèrk
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit
paternoster + werk
- 2019 – precisiewerk
pènnekeslêed
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit pannetje
+ leed
- 2019 – klein huiselijk
leed
pielieje
werkwoord, zwak
pieliën
- 2019 – prutsen
pienas
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 – bretels; mogelijk
een merknaam
porteg
bijvoeglijk naamwoord,
bijwoord
etymologie onbekend
- 2019 – humeurig, knorrig
schietkien
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit schiet +
kin
- 2019 – vooruitstekende
kin
sjappie
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 – verlopen figuur,
schooier
sjêes
zelfstandig naamwoord
sjees
- 2019 – vrouw die steeds
de straat in gaat
sluusie
zelfstandig naamwoord
solution (merknaam)
- 2019 – solution;
bandenplak
snötje
zelfstandig naamwoord,
verkleinwoord
snuit, snuitje, snoetje
- 2019 – geriffemeerd
snötje; een zuinig, streng gezicht (zoals dat onder
gereformeerden veelvuldig zou voorkomen...)
sòkkerijer
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit sokken +
rijder
- 2019 – zachte scheet
(zie ook sòkkelôoper)
sondagse
zelfstandig naamwoord
zondagse
- 2019 – iemand die alles
graag netjes en op regel heeft
splèèt
zelfstandig naamwoord
etymologie onbekend
- 2019 – vrouw die hard-
en grofgetaald is
stal
zelfstandig naamwoord
stal van het paard
- 2019 – Gezegde: De stal
ruuke; de stal ruiken. Met ‘stal’ als metafoor voor hetgeen waar
men naar op weg is. Haast maken om snel thuis te zijn. Afgeleid uit
het idee dat paarden uit zichtzelf versnellen als ze de stal ruiken
waar ze thuis staan.
stalbêene
zelfstandig naamwoord,
altijd meervoud
samenstelling uit stal +
benen
- 2019 – vormeloze benen
(zie stalpôote)
stang
zelfstandig naamwoord
stang
- 2019 – gezegde: stang
zèèk wòraon zeuven aope kunne rèkstòkke; een hele hoop onzin
bij elkaar
stiel
zelfstandig naamwoord
stijl, beroep
- 2019 – gezegde: Erges
ene stiel bijdoen; iets met mate gebruiken
stront
zelfstandig naamwoord
stront
- 2019 – gezegde: stront
wie heetoe gescheete, dròl wie heetoe gedraajd?; Wat stel je
eigenlijk voor? Waar kom je vandaan? Tegen een verwaand,
omhooggevallen figuur gezegd
swiks
bijvoeglijk naamwoord
wekelijks; des weeks,
doordeweeks
- 2019 – doordeweekse dag
taantenunneke
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit tante +
nonnetje
- 2019 – tante die non is
trubbel
zelfstandig naamwoord
trubbel
van het Engelse trouble
- 2019 – gedoe, onrustig
persoon
uur
zelfstandig naamwoord
uur
- 2019 – gezegde: Goej uur
= 65 à 70 minuten
walgènd
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit walg +
eind
- 2019 – verveeloor
wènddröppel
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit wind +
druppel
- 2019 – verwaaide
regendruppel
zèèkstròltje
zelfstandig naamwoord
samenstelling uit zeik +
straaltje
- 2019 – dun straaltje
zwaore
zelfstandig naamwoord
zware
- 2019 – iemand die wat
licht in het hoofd is.
|