INHOUD AANVULLINGEN
INHOUD W T T
CUBRA HOME

PRINT DEZE PAGINA

 

Het Woordenboek van de Tilburgse Taal wordt mede mogelijk gemaakt door

AANVULLINGEN 26 mei 2011

- Aanvullingen uit werk van Theo de Wijs, A.J.A.C. van Delft en Pierre van Beek in letters T tot en met Z

Van Delft - "Taandpènt". Dit is: Tandpijn, en zoo zijn er meerdere dier echt dialectische woorden aan te wijzen. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

taandpènt

Van Beek - "Wè ne taotolf! Hij kan nie uit zun soepers kijken!" - Wat een sufferd is dat! Hij ziet niet, wat er om hem heen gebeurt. (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgse uitdrukkingen afl. ?; 29 augustus 1959)

taotòlf

Van Beek - 't Is geen pijp tabak waard. (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

Van Delft - "Ik heb er tabak van!" bezigt men om uit te drukken: Ik bedank er voor; 'k wil er niets mee te maken hebben, wijl het mij niet aanstaat en ik het wel ken. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

tebak

tebak

De Wijs -- Ik zeg aaltij mar dè’t veur de teebeecee is, dan geven ze ’t mist (17-08-1964)

teebeesee

De Wijs -- Teugeswoorig is ’t ammaol ‘love’ en ‘sweet’ mar zô’n ze wel wete dè ’n lèven lang kan zèn. (1965)

teegesworrig

De Wijs -- As ik ’t doe, doeket tènemekaare (04-07-1969)

tèènemekaare

Van Delft - "Hij hee z'n ègen tekort gedaon." Hij heeft zich gezelfmoord. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

tekòrt

Van Delft - "Hij is van zunnen tel" wordt gezegd van iemand die suf is. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

tèl

Van Beek - Vroeger ging men om "'n tennebruukske" klaore en "'n maotje braandewèn". (Nwe. Tilb. Courant; Tilburgse Typen afl. XIII; 28 maart 1958)

tènnebruukske

Van Delft - Het werk is "terouwste klaor" wil zeggen, dat het bijna voltooid is. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

terouwste

Van Beek - Van een losbol zegt men: "Dit is als 't varken van St. Teunis". - De verklaring zou zijn, dat enige varkens, die aan de H. Antonius toebehoorden, vrij langs de straten rondliepen. (Nwe. Tilb. Courant; Onze folklore afl. 4; 19 maart 1959)

teunis sint – tunnis

Van Beek - "Thuis zijn" betekent het (kaart)spel winnen. (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

tèùs

Van Beek - "Ge moet nie teute. Pees um!" is: Ge moogt niet treuzelen. Haast je! (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

teute

Van Beek - Een fopspeen noemt men in Tilburg "een tuitter" of een "frut" of "een tutter". Overdrachtelijk zegt men van iemand, die zich aan drank te buiten gaat, dat "hij flink tuttert". (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

tutter

Van Beek - Hij is veel te tijlijden. - (tijdlijdend) - Hij werkt iets niet af, doch schuift 't op de lange baan. (Nwe. Tilb. Courant; Dialect en spreekwijzen; 6 december 1958)

tijlije

De Wijs -- As munne tjan (ekster) in de geut blèft zitte, zei’k munne vingerhoed wir kwèt (27-12-1968)

tjan

De Wijs -- " ’t Is vandaog méér brood dan toelaog." (10-02-1963)

toelaog

De Wijs -- "Kalm aon, ’t hoeft nie ammaol toepertoe." (10-02-1963)

toepertoe

Van Delft - Zekere Dusee, een verstokt vrijgezel, zeide altijd als het op trouwen aankwam: "Ze hebben Onze Lieven Heer gemarteld en gekruisigd, mèr nog nie laoten trouwen." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

traauwe

Van Delft - - "In het veurjaor koopen wu een vèrreken, een knap vèrreke of een trappistevèrreke, en als ie het goed gedaon hee, dan gaot ie mee Korsmis op de leer en komt de buurt stuiten en 's avonds op de kaoikes."(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

trappistevèèrreke

De Wijs -- "Dè zèn zeker de trôstprèze!" (10-02-1963)

trostprèès

De Wijs -- Zij is aaltij haontje de veurste gewist, echt bèdehaand; ze vree mee d’ur zistien al thuîs en mee ’t trouwen mos ze ôk hard lôope… (10-03-1967)

Van Beek - "Trouwen breekt de huur." Dit houdt verband met de goede gewoonte, die in onze streek nog op de landbouwdorpen bestaat, om de dienstbode en de inwonende boerenknecht voor een vol jaar te huren in mei. Ook het inhuren geschiedt voor een vol jaar. Alleen als er een huwelijk tussen komt, wordt de termijn met wederzijds goedvinden verbroken. (Nwe. Tilb. Courant; Tilburgse Typen afl. XIII; 28 maart 1958)

trouwe

trouwe

Van Delft - Een geit wordt "op de tuyer gezet". Dit is zij wordt aan een touw, verbonden aan een paaltje, op een stukje grasland te grazen gezet. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

tuijere

Van Beek - "'t Is er een met stroop op d'r tongske." Zij is een mooipraatster. (Nwe. Tilb. Courant; Uit Tilburgs folklore; 18 juli 1958)

tungske

Van Beek - "Er diende nog wel een turf in de kachel", er moet nog 'n schepje bij. (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

turf

Van Delft - "Wat een ferm kindje ligt daar in de wieg", zei ik. "Ja, ja," was 't antwoord "en 't is er eene van half om half! De vrouw komt uit 't Turkenland en ik ben van de stad." Hiermede werd bedoeld, dat het ouderpaar onderscheidenlijk van benoorden en bezuiden de spoorlijn afkomstig is. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

Turkelaand

Van Delft - "Hij tutert goed" beteekent: hij drinkt nogal veel. ('t Schijnt ontleend te zijn aan 'n "tuter" of 'n "tuut", dat de Tilburgsche benaming voor een fopspeen is. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

Van Delft - Een "tuut" of "tuter" is een fopspeen. Zoo'n fopspeen wordt ook op de zuigflesch gezet, en als de kleine goed drinkt, zegt moeder: "Hij tutert goed." In overdrachtelijken zin is men dit ook op volwassenen gaan toepassen, die nogal eens misbruik van sterken drank maken of die regelmatig heel wat borreltjes gebruiken; dan zegt men ook: "Hij tutert goed." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 118; 8 juni 1929)

tuutere

tuutere

De Wijs -- (op straat gehoord, de ene vrouw tegen de ander over ’n passerend vrouw: ) ’t is ’n struise vrouw, ik geleuf wèl dettie er twaalef mee gegooid hee (13-07-1966)

Van Delft - "Hij heeft twaalf gegooid." Dit is: Hij heeft het (met zijn vrouw) niet getroffen. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

twaalef

twaalef

Van Delft - "'t Is 'n uir, zee Jan Tooten, en de kat jongde in z'n pruik", waarvoor men ook wel hoort: "'t Is frut, zee Jan van Pelt", als iets niet goed lukt. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

èùjer, èùr

De Wijs -- (Gehoord van ’n metselaar) Zedde gij vaast in dienst?-Jao, mar eigenluk mee los-vaast! (13-07-1966)

vaast

Van Delft - "Ge vangt 'm nie vur één gat" wordt gezegd als men op een slimmerik doelt. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

vange

De Wijs -- Hij is zô preuts, assie in z’n vaon stao, hangt ie unnen handdoek over de knaorrie-kooi (27-12-1968)

De Wijs -- in oew vaon staon (23-10-1963)

vaon

vaon

Van Delft - Iemand, die veel beweging over een werkje van weinig beteekenis maakt, en doet alsof hij het er zeer druk mee heeft, voegt men toe: "Hij heeft het zoo druk als de pan met vastenavond." Ook wel: "Zoo druk als een pruikemaker met één klant." - Van een onhandig iemand zegt men, dat hij is "bijdehand, als een pan zonder steel". (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

vastenaovend

Van Delft - "Hij is in de wol geverfd" zegt men, evenals: "Er vat niks op", van iemand die zich nergens aan stoort en z'n gang gaat. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

vatte

De Wijs -- Hij blaost wel hoog van de toren, mar môt ôk veege assie gedaon hee (23-02-1972)

veege

De Wijs -- Hij is nie gewôôn lillik, mar ordiniair lillik en zij is verkens-brutaol (23-10-1963)

De Wijs -- As ze jouwe kop op ’n vèèrken zette, zou’n zeggen det ’t bistje ziek was (16-01-1975)

vèèreke

vèèreke

De Wijs -- Ik zô ôk wel op vakaansie willen mar jè, toen ’t bij ons ging, gingen we nie mir (16-01-1975)

vekaansie

Van Beek - Krijg de vellen! Stik! (Nwe. Tilb. Courant; Dialect en spreekwijzen; 10 januari 1959)

vèlle

De Wijs -- ’t Waar irst Jannes van Stien, toen Kees van Doore en na wir Drieke van Hillesom, allemaol kort bij mekaare, dès volgens men verraye werk -- (3 sterfgevallen kort op elkaar) (20-07-1962)

veraoje

Van Beek - Als iemand tegen brand verzekerd is, heet hij "verastereerd" (assurantie). (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

verastereerd

Van Delft - "Men mag goeie spullen niet verbellemonte." Dit is: Men mag goed huisraad of gereedschap niet verwaarlozen en er slordig mee omgaan. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

verbèllemonde

Van Delft - "'k Waar er verèstert van." Dit is: Ik was er van geschrokken. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

verèstert (?)

Van Beek - Driemaal verhuisd is eens afgebrand. (Nwe. Tilb. Courant; Onze folklore afl. 4; 19 maart 1959)

Van Beek - Verhuizen kost bedstrooi. - Verhuizen brengt meestal vele ongedachte kosten mede. (Nwe. Tilb. Courant; Onze folklore afl. 4; 19 maart 1959)

Van Delft - "Verhuizen kost bedstroo." Dit is: Verhuizen brengt steeds kosten mee. Hetzelfde wordt uitgedrukt door te zeggen: "Driemaal verhuisd is eens afgebrand." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

verhèùze

verhèùze

verhèùze & bèd(de)strôoj

Van Delft - De duivenliefhebbers, waarvan er onze stad velen telt, zeggen "Geen vèrke thuis te hebben" om aan te duiden, dat alle duiven meevliegen in wedstrijden. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

vèrke (virke)

Van Beek - "Gif me ies unne verket". - Geef mij eens een vork (van het Franse fourchet). (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

Van Delft - "Vat is 'ne verkèt om te vuulen of de èrepels gaor zèn." Dit is: Neem eens een vork om te voelen of de aardappels gaar zijn. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

verkèt

verkèt

De Wijs -- Iets kwansuis verkwaansele (11-02-1965)

verkwaansele

Van Delft - - "As we dan goed misten, dan haolen we een vat van de roei, de zetters en verrekeseirepul nie meegerekend, nee alleen een vat eeters", zoo keuvelde een Hasseltsche huiswever(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

vèèrekesèèrepel

Van Delft - - Moeder de vrouw "legt 's Zaterdags de verschooning klaar" en als we dat schoone lijflinnen niet regelmatig aantrekken "raanden we een week". (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

verschooning

Van Delft - "Dat staat vreemd verschoren" beteekent: Dat doet voor de toekomst vreemd aan. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

verschôore

De Wijs -- Hij hee hil wè te verstouwe mar hij begaait ’t nogal is (17-08-1964)

verstouwe

De Wijs -- (Gezegd tegen iemand die alleen nog maar tijd heeft om televisie te kijken) "Praot naa is ‘ne keer mee, ge zèt himmaol aon ut verteeveejen." (15-06-1963)

verteeveeje

Van Beek - "Vet as 'n slèk (slak). "Slekvet", "Vet als olie". "Rotvet". "Zo vet as 'n mispel". (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

vèt

Van Beek - "Nou is 't vet van de romme" (melk). Er is weinig meer te verdienen. (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

vèt

Van Beek - Liefhebbers van vogels zijn het "veugeltjusprutters"; (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

veugeltjesprutter

De Wijs -- " ‘k Zôt wel wille koôpe, mar ik heb veuls te veul te wènig in m’n portmonnee" (10-02-1963)

veul

De Wijs -- menne verloofde blèft den hille aovond in z’n vuil zitte (17-08-1964)

De Wijs -- "Mar boer, wè hedde toch schôôn dochters." - "Van m’n kèr aaf meej diejen vuilen praot." (10-02-1963)

vèùl (zn)

vèùl

Van Beek - "Net zo min vies as 'n vèrken". (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

vies

Van Delft - "Hij geeft er veertien in een dozijn", hoorde ik van iemand zeggen, die graag en veel praat. (De Engelschen hebben daarvoor een soortgelijke teekenachtige uitdrukking: "Hij praat zestien woorden in het dozijn.") (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

virtien

De Wijs -- ’t is vlees van den bakker (gehakt met veel brood) mee lawaai-sju (17-08-1964)

vlêes

De Wijs -- (gehoord tegen iemand die te dik wordt) ge meugt gerust ’n voeierke afsteken (11-02-1965)

voejerke

De Wijs -- (Gehoord bij de start van de avondvierdaagse)"Denkte gij mee die vèf veur één voete, in de prèze te vallen?" (09-07-1967)

Van Beek - Als iemand er z'n gemak van neemt en zich goed laat doen (eten, drinken, enz) zegt men naderhand: "Hij ging fijn met de voeten op de stoof zitten." (Nwe. Tilb. Courant; Tilburgse Typen afl. XIII; 28 maart 1958)

voet

voet

Van Delft - Voorts was er een spel, dat slechts met twee jongens gespeeld werd en "voeten" genoemd werd. Ieder had een ijzeren bolletje. Er werd een kuiltje gemaakt en wie het kortst bij het kuiltje lag, mocht eerst. Dan trachtte men met den bol den anderen bol te raken, en lukte dit, zoo moest de afstand der bollen met de voeten afgepast worden, zóólang tot men honderd voetlengten had. Wie dit het eerst bereikt had, was de winner, en het spel werd hervat op dezelfde wijze. (Nwe Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 106; 23 maart 1929)

voete

Van Delft - "Zoolang ze vrijen, zijn het minnebroeders, doch getrouwd worden het kruisheeren." En de vader wist ter aanvulling: "Zit de vogel in de kooi, dan fluit de vogelaar minder mooi." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

voogel

De Wijs -- Snert lust ie as ‘ne grôte. Mar ‘s avonds zitten te vozen en ammaol van die sokkenlôpers, ge wit wel, die langs zunne rug omhoôg kruipe en bij z’n halsboordje de vrijheid kiezen (24-02-1966)

vooze

Van Delft - "Dè vrammes (vrouwmensch) moes d'r ège schaome." Dit is: Die vrouw moest zich schamen. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 108; 6 april 1929)

vrammes

De Wijs -- Hij hee hersens as ‘ne krentenbol en daor is dan nog van gevreete (16-01-1975)

De Wijs -- (’n Tilburger bestelde in ’n restaurant een kreeftencocktail, welke zéér matig voor de dag kwam. Z’n opmerking luidde: )- Bij ons vreete ze kreeft, dè de pôotjes uit onzen bek hangen (17-10-1966)

vrêete

vrêete

De Wijs -- ze hee wel dikke beene, mar dè vrèfde’r op den duur wel aaf. (17-08-1964)

vrèève

De Wijs -- Denkte gullie dettie kaôl zô zèn omdek zô gevrêld heb (vrellen = dwarszitten)

vrèlle

De Wijs -- ’t is as 2 druppels waoter, hij heeget van ginnen vrèmde (27-12-1968)

vrèmde

De Wijs -- Gaon we driehappelepappe of pliesieke speulen mee vreuke? (15-06-1963)

vrêûke

De Wijs -- Zij is aaltij haontje de veurste gewist, echt bèdehaand; ze vree mee d’ur zistien al thuîs en mee ’t trouwen mos ze ôk hard lôope… (10-03-1967)

vrije

Van Delft - "Dat hij niet praot, vringt me" wil zeggen: Het doet mij leed, dat hij niet tegen mij spreekt. - Een "vringer" is een doordrijver, een dwarszitter. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

vringe – vringer

Van Delft - "Ik nam m'n vroegpreek (ouderwetsche groene paraplu) onder den arm, terwijl m'n man zijn credietjas aantrok." Geen verklaring toegevoegd. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

vroegpreek

Van Beek - "'n Vrouwenhand en 'n paardetand mogen nooit stilstaan." - Een vrouw dient bedrijvig te wezen. (Nwe. Tilb. Courant; Uit Tilburgs folklore; 18 juli 1958)

vrouwehaand

De Wijs -- Ge mot nie vruute in wè was, mar in wè koomen moet (1965)

vruute

Van Beek - een "vurschot" (voorschoot) is een lage schort; (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

vurschot

De Wijs -- (gehoord bij ’n cabaretvoorstelling) - "Ons Mie hee me de waacht aongezee dèk nie mog laache en naa laach ik al en er is nog niks te zien." (15-06-1963)

waacht / ònzègge

De Wijs -- Jè, jè, ik waas me twee keer per jaor , vuil of nie vuil (11-02-1965)

De Wijs -- witte dègge mee heet waoter beter witter kunt waasse (09-07-1967)

waasse

waasse

De Wijs -- (interessante cafépraat: ) ge môt toegeve as ’t waor is en ’t is waor, d ‘es klaor! (09-04-1973)

waor

Van Beek - Water kan geen bloed worden. - Een stiefkind kan men niet als een eigen kind beminnen. (Nwe. Tilb. Courant; Dialect en spreekwijzen; 10 januari 1959)

Van Delft - Bij noodzaak moet men z'n buren een dienst bewijzen, en dit drukt men volgenderwijs uit: "Waoter en vuur en weigert men ginnen gebuur." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

waoter

waoter

Van Beek - "Iemand een watjekou geven" betekent een opstopper verkopen. - "What you call". (Nwe. Tilb. Courant; Tilburgse Typen afl. XIII; 28 maart 1958)

watjekou

De Wijs -- Hij kan nooît z’n haande tuîs kaauwe, ik geleuf dettie erg van de wèreld is (17-10-1966)

wèèreld

De Wijs -- (Horen zeggen tegen iemand die zwaar in verband zat) -- "Gij het zeker erges in de weeg gestaon" (04-07-1969)

weeg

De Wijs -- en kussen as ze kan…. ze maokt ‘r echt wèrk van (23-10-1963)

wèèrk

De Wijs -- kwô dek wies wèt waar (feb. 1962)

Van Delft - - Z'n vrouw had zich bij dit gezegde nog lachend aan de deur omgewend, toen ze sprak: "God wit alles en God wit niks." Op mijn groote vraagoogen, die het verband niet snapten, snapte zij gemoedelijk: "Jèjè ik bedoel, dat Onze Lievenheer heel veul weten kan, mèr alles wit-ie nie, want aanders zou ie onze kelder nou in de schoonmaoktijd ook wel gewit hebben." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

weete

weete

Van Beek - Hoor maar: als 't erg donker in een vertrek is, zegt 'n ouwe wever: "'t Lijkt wel dè hier ne wèver op sterven leej"; (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. ?; 22 jan. 1958)

Van Delft - - Hangen er meerdere hoeden aan een kapstok, dan vragen wij: "Wèffere ies de jouwe". (Welke is de uwe?) "Ne fijne meens" (gierig man) zou er den beste willen uitpikken.(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

wèèver

wèffer

De Wijs -- De weffere mende van die driederaande (feb. 1962)

Van Beek - "De wèffere is de jullieje?" wil zeggen: Welk is de uwe? (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

wèffere

wèffere

Van Beek - Aan huurhuizen en dienstmeiden is alles weggegooid. - Geen van beide bevorderen het belang van hem, die ze benut. (Nwe. Tilb. Courant; Onze folklore afl. 4; 19 maart 1959)

wèggooje

De Wijs -- Moeder, hedde niet unne feftiger waant de taofel stao hil de tèd te hukkele en m’n kumke stao ôk al te wiemele (rijksdaalder onder tafelpoot leggen) (13-07-1966)

wiemele

De Wijs -- Ik wil wel efkens binnen koôme, mar ik zè op z’n ’s werkendags (13-07-1966)

werkendaags

De Wijs -- as ik gao vissen, zettik aaltij munne westminster op (10-03-1967)

westminster

Van Delft - "Ik werk veur de Wuw", waarmede een firmanaam aangeduid wordt, die begint met "Weduwe N.N.". Zulke kennen de Tilburgers natuurlijk nu direct meerdere. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

weuw

Van Beek - "Dès nogal wiebus". - Dat spreekt vanzelf. (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

wiebus

Van Delft - - Z'n vrouw had zich bij dit gezegde nog lachend aan de deur omgewend, toen ze sprak: "God wit alles en God wit niks." Op mijn groote vraagoogen, die het verband niet snapten, snapte zij gemoedelijk: "Jèjè ik bedoel, dat Onze Lievenheer heel veul weten kan, mèr alles wit-ie nie, want aanders zou ie onze kelder nou in de schoonmaoktijd ook wel gewit hebben." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

witte

De Wijs -- (Twee ouwe vrijsters kopen bij de boer 4 kippetjes maar willen er (voor de orde) ook 4 haantjes bij hebben. de Boer: ) Dè is nie nodig, 4 haontjes bij 4 kiepen (Een van de vrijsters:) Jè, mar wij weten wè wochten is. (10-03-1967)

wòchte

Van Delft - "Hij is in de wol geverfd" zegt men, evenals: "Er vat niks op", van iemand die zich nergens aan stoort en z'n gang gaat. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

wol

De Wijs -- Ik zè sterk veur veurlichting, dan weten ze tenminste weraaf en weraon (23-02-1972)

wòraaf

De Wijs -- (’n laat getrouwde juffrouw is ondanks alles (of dankzij) in verwachting geraakt) "Jè, jè, nen auwen struik wil nog wel groeien, asser wè sap aon zunnen wortel komt!" (15-06-1963)

wòrtel

Van Delft - "'t Is nou goed om wortelzaad te zaaien." "'t Is stil als 't niet waait." Dit is: Allen zwijgen stil, er wordt niet gesproken. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

wòrtelzaod

De Wijs -- (gehoord bij de kapper: )höllie pa is wouws, höllie moe is appetjoek en, dè kunde wel naogaon, zellef is ie habbetjap (16-01-1975)

wous

Van Delft - "Pas op, daar komt 'n 'wout' aan." (Korvelsch Hoekje) Dit is: Een agent. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 108; 6 april 1929)

wout

Van Beek - "Wouw ligt een uur achter Roosendaal", als antwoord op 't gezegde: "Ik wou..." (Nwe. Tilb. Courant; Tilburgse Typen afl. XIII; 28 maart 1958)

wouw - wille

De Wijs -- (gehoord over ’n pijnlijke voet: ) ’t gao nie goed mee de wrééf van munne voet (09-04-1973)

wrêef

De Wijs -- Ik kan oe zakke en verkôôpe… (23-10-1963)

zakke

De Wijs -- (Moeder tegen haar kind bij de weeklijkse bad-beurt) Gij mot nie onder ’t vogelkooike gaon staon want as er ’n zaoike in oew oor valt, begient ’t te schiete (27-12-1968)

zaod / zaojke

De Wijs -- ’t Is genog, ‘k zègget zat (feb. 1962)

zat

Van Delft - - Hij die onbegrepen speelt, "spult een aander van 't zeef" of "laidt een aander van zijnen nest".(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

zeef

De Wijs -- Dès gin zinnige praot, dès geleuter (nog platter zou men in Tilburg zeggen) Des zèk op unne riek (13-07-1966)

zèèk

Van Delft - Een stelletje vroolijke biljarters kwam bij een misstoot tot den uitroep: "'t Is mis, zee Koert en hij z..k naar de maan." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

zèèke

De Wijs -- (2 jongens knoeien in ’n plas water) - Zèè’k nat?- Jao, zèèknat! (20-03-1968)

De Wijs -- (bij regenweer gehoord: ) bij deez weer zèèk zèèknat (11-02-1965)

zèèknat

zèèknat

Van Delft - - Een straatventer "kwèkt"; een kind "seevert"; een meisje "semmelt" en een arbeider "smoort" een gulden. Dat smoren is een volkskwaal.(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

zêevere

De Wijs -- Ge zèt ‘n zeeverkiep en ge lôpt op ’n kiepedrefke; den grôtste braand is er wel aaf. (04-07-1969)

zêeverkiep

De Wijs -- In hoe’n zeksken hôj ze? (20-07-1962)

zèkske

Van Delft - - "As we dan goed misten, dan haolen we een vat van de roei, de zetters en verrekeseirepul nie meegerekend, nee alleen een vat eeters", zoo keuvelde een Hasseltsche huiswever(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929)

zètter = aardappel

De Wijs -- Schaai naa is ûît mee dè zeumen, leg liever de zeum in oewen rok (09-07-1967)

zêûme

De Wijs -- Dochte gij de’k dè nie zaag, ‘k zè nie van gisteren (20-03-1968)

zaag

Van Beek - een "zimmezetje" is een slabbetje, dat de wevers als zwart zondags sieraad droegen; (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

zimmezètje

De Wijs -- (Moeder tegen onrustige kinderen op De Beekse Bergen: )Blève zitte waor ge zet gezeete (24-02-1966)

Van Delft - Blijf nog wat, "ge zit geen boer in z'n venster", wordt gezegd met de bedoeling: we zijn je niet moe. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 118; 8 juni 1929)

zitte

zitte

De Wijs -- Nao iedere kermis mot ik ‘ne nuuwe zolder in munne broek (1965)

zolder

De Wijs -- Zomedéne mende’t (feb. 1962)

zommedêene

De Wijs -- Kekt diejen meens ‘ns chagrènig kèke, die komt zeker de Zondaag afzegge (16-01-1975)

zondaag

Van Delft - "Die dienstmeid zal daar geen zak zout opeten" zegt men om aan te duiden, dat zij er wel niet lang in dienst zal blijven. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 111; 27 april 1929)

zout

De Wijs -- (Op de markt) Motte van zônne hebbe of hedde liever van zukke? (20-03-1968)

zukke

Van Delft - "Hij zuukt 't, waor tie 't nie verloren hee" zegt men voor een albedillende zoeker. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

Van Delft - Als iemand iets goeds of een goede betrekking verwaarloost, zegt men om z'n verontwaardiging uit te drukken: "Hij zal het nog mee 'n kerske (of: 'n lanterntje) gaon zuuken." Ook hoort men: "Hij zal er z'n vingers nog ooit naor afbijten." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929)

zuuke

zuuke

Van Delft - Om aan te duiden, dat het in een huishouden een kale boel was, zei [Dusee] hij: "Ge vindt er niks als een opgedirkte dochter en 'n zuurkoolkaai." (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 109; 13 april 1929)

zuurkôolkaaj

Van Beek - "Zwart als een krei (kraai)", "Zwart als een moor", "Zwart als een neger", "zwart als de duvel". (Nwe. Tilb. Courant; Typische zegswijzen afl. 5; 25 augustus 1959)

Van Delft - "Een zwarte hond wasch je nooit blank." Dit is: Van kwaadsprekerij blijft altijd iets hangen. (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 108; 6 april 1929)

zwart

zwart

De Wijs -- (Echt gebeurd: ) Pastoor: Zedde gij gevormd, Jan? Jan: Jao Pastoor, in menne bovenèrrum en ’t hee gezwoore ôôk (17-10-1972)

zwèère

De Wijs -- -"Daanste gij nie Sjaan? "Nè, waant as ik daans, dan zwéét ik en als ik zwéét dan stink ik." (15-06-1963)

zwêet

Van Beek - "zwietslaon" is zich deftig voordoen; (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958)

zwietslaon