INHOUD WINTER
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

JACE van de Ven - 2 verhalen

Strenge winter

Om de raarste redenen weten mensen soms waarom we een strenge winter krijgen. De een heeft gezien dat zijn kat een dikke vacht heeft, de ander dat er veel noten waren, een derde dat de blaren die normaal rond deze tijd van het jaar van rechts naar links woeien, nu van links naar rechts geblazen worden. Leuk, maar wat moet je ermee. Het is ermee als met die weerspreuken als 'Met Allerheiligen zonneschijn, geeft een winterke met pijn', of 'Als de zwaluwen vertrekken voor de noten rijp zijn, komt er een harde winter'. Komen ze uit dan zegt iedereen 'zie je nou wel', komen ze niet uit, dan wordt er niet meer naar verwezen.

Ondanks alle satellieten, kunstmanen en weerstations weten we over het weer nog steeds verrekte weinig. Er klopt gewoonweg geen hout van, van wat we erover beweren. Zelfs die zogenaamde kenners op de televisie laten ons verschrikkelijk in de steek, vooral als ze hun langere tijd slecht weer is. dan lijkt het wel of ze de verplichting hebben om niet te negatief te zijn. "Maar", zeggen ze dan, "over drie dagen wordt het beter". Zonder zichzelf ooit te corrigeren vertellen ze dat rustig iedere dag opnieuw, zodat het goede weer steeds drie dagen voor ons uit blijft schuiven.

Ach, leefde Chris Meeuwsen uit Alphen nog maar, hij zou ons aan de hand van de vlucht van het ijsvogeltje allang verklaard hebben of er veel of weinig sneeuw komt. Maar onze regionale weerprofeet is alweer een paar jaar dood en ook ijsvogeltjes zijn er zo goed als geen meer.

Zelfs de indianen weten het niet meer. Dat komt omdat ze niet meer in direct contact met de natuur staan. Ik weet dat van medicijnman 'Lever die altijd droog staat' die samen met mij deze week aan het vuurwater zat in café 'De vrolijke wigwam'. Maar 'Lever die altijd droog staat' was helemaal niet vrolijk. Zijn opperhoofd had hem gevraagd om het weer voor de komende winter te voorspellen, zodat de stam zich erop voor kon bereiden. 'Lever die altijd droog staat' weet daar net zo weinig van als u en ik, maar hij had om zijn prestige te redden met een ernstig gezicht gezegd dat het een heel strenge winter zou worden. Daarop heeft het opperhoofd de hele stam, squaws en kruipende peuters incluis, erop uit gestuurd om hout te sprokkelen. Daar zijn ze nu al dagen mee bezig.

En daarom is 'Lever die altijd droog staat' aan de drank. Want stel nou dat het weer een winter van niks gaat worden, dan hebben de indianen al dat hout voor niks verzameld en zullen ze het pas opstoken als 'Lever die altijd droog staat' thuiskomt, maar wel met 'Lever die altijd droog staat' er vastgebonden bovenop.

Geen wonder dat de man in zijn piepzak zat. Na een paar glazen Tilburgse Quadrupel uit Berkel-Enschot wist ik raad. "Ga naar Peter Timofeeff," raadde ik hem. "Dat is een goeie. Die kan je vertellen of de winter streng of zacht zal zijn. Zegt ie streng, dan hoef je niet meer zo in angst te zitten."

'Lever die altijd droog staat' was gelukkig. Hij noemde mij broeder en gaf me de indianennaam 'Lever die je ook best een beetje nat mag houden'. Met een paar flessen vuurwater voor noodgevallen, togen we naar het KNMI. Timofeeff stond net buiten met een natte vinger in de lucht te voelen waar de wind vandaan kwam.

"Ha die Peet," vielen we met de deur in huis, "wat krijgen we voor een wintertje?"

"Een hele strenge," antwoordde Peter.

"Hoera," riep 'Lever die altijd droog staat', hij deed een feestdansje en ontkurkte een nieuwe fles. Maar ik wist het nog zo net niet.

"Weet je dat wel zeker Peet," vroeg ik Timofeeff en keek hem recht in de ogen.

"Zeker," zei hij, "heel zeker! Niet dankzij satellieten, maar dankzij oude natuurwijsheid: de indianen zijn momenteel namelijk extra hout aan het sprokkelen."

"Bulk," hoorde ik achter me. 'Lever die altijd droog staat' verslikte zich in zijn vuurwater.


 

Advent

 

"Roraaate sjèèlie deesoepèèr et noebes ploe-ant joe-oestoem".

Dit is geen voorproefje op de tentoonstelling Geheimschrift die morgen in het Scryption geopend wordt, het is een regeltje dat in vroeger dagen rond deze tijd van het jaar dagelijks door de kerken galmde. De Gregoriaanse melodie zeurde zo lekker droevig door dat ze altijd in mijn hoofd is blijven hangen. Als ik me goed herinner was de zin in mijn kerkboekje vertaald met: "Dauwt hemelen van omhoog en wolken regent de rechtvaardige." Prachtig vond ik dat; dat was nog eens iets anders dan miezerregen, sneeuw of hagel.

Dus zong ik het lied mee uit volle borst en keek daarbij naar een krans van hoop, de adventskrans: vier zondagen voor Kerstmis op te hangen en er iedere zondag dat Kerstmis dichterbij komt een kaars in aan te steken, zodat er aan het eind vier kaarsen branden. Een mooi symbool en mij heel wat liever dan een vlag of wapen.

Dus zong ik mee: "....en wolken regent de rechtvaardige." En nu ik niet meer in de kerk kom, zing ik dat lied van hoop nog wel eens, want je kunt dat 'joe-oestoem' met evenveel recht vertalen door het woord 'rechtvaardigheid'. Als je dat doet kan zelfs een atheïst er geen been in zien om mee te zingen. En dan maken we op de afgeplatte toren van de Sacramentskerk een loei van een adventskrans, de takken om de hoeken gevlochten als een ooievaarsnest en op iedere hoek van de toren een elektrische kaars. En we trekken vanuit het centrum over de Spoorlaan en de Tivolistraat in optocht naar die kaarsen toe en laten de auto's wachten en hoe dichter we onze kaarsen naderen, hoe harder we zingen: "En wolken regen rechtvaardigheid!".

Regen rechtvaardigheid en niet zo'n beetje, want hoe veel landen zijn er niet waar het alleen bommen en rakketten regent, landen waar deze winter honderden mensen zullen verhongeren of bevriezen, of doodgemarteld worden of voor altijd verminkt raken. Landen waar een peuter om zijn moeder roept terwijl die moeder verderop met opengereten lijf ligt dood te bloeden.

Hallo, Wodan, Jupiter, Jehovah, Allah, Lou de Palingboer, Sai Baba: regen dit jaar met Kerstmis eens wat minder kerstmannen of engelenhaar en wat meer rechtvaardigheid. En is het niet zo te regelen dat alle mensen op de wereld, die denken dat om hun gelijk of hun zakelijk belang andere mensen gedood mogen worden, tijdens de kerstnacht spontaan in rook opgaan?

Nelson Mandela verwenste in zijn rede bij het aanvaarden van de Nobelprijs alle oude ideeën die alleen maar rampen hebben opgeleverd. Met andere woorden, zo goed als alle -ismen. Hij had hoop. Hij zag z'n prijs voor de vrede niet als een beloning maar als een aanmoediging. Laten we aantonen dat Martin Luther King geen dromer was, zei hij. Ik vond dat ontroerend.

En Mandela heeft gelijk, King was geen dromer maar een realist. Wat hij zag, dat alle mensen samen wandelen, is geen loze euforie maar pure noodzaak. En King zegt ook ergens waarom: "Nog nooit is het door te doden vrede geworden, iedere vermoorde vijand heeft wel weer een broer of vriend."

"Roraaate sjèèlie deesoepèèr et noebes ploe-ant joe-oestoem".