INHOUD JONKERGOUW
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print deze Pagina

DE PONT

 

Vijftien september 1992

 

Die middag, de eerste dinsdag na het openen van het nieuwe Tilburgse museum

"De Pont" ben ik op de fiets gesprongen en er heen gereden. Het is een oude fabriek die via allerlei bouwkundige ingrepen, tot een groot ruimtelijk museumgeheel is verbouwd. In de aankomsthal betaalde ik de entree van twee en een halve gulden.

 

Nieuwsgierig ging ik de ruimte binnen. Het is er immens groot. Op de vloer vond ik een breed tapijt van cokes. Geen vloermat, maar echte steenkolen zoals ze in de kolenhaard, terecht dienen te komen. Dit verraste mij wel.

Aan de wand hingen enkele grote ronde, gekleurde, tafelbladachtige voorwerpen al dan niet van gaten voorzien. De kleuren waren intens, zoals alles trouwens wat in strakke kleurvlakken was neergezet.

 

In de oude wolhokken van de fabriek een soort kleine kamertjes van ongeveer twee bij drie meter, was werk te zien van moderne kunstenaars. Per hok, telde ik één maker of maakster. Elk hok was afgesloten met een zwart gordijn dat de bezoeker zelf dient te openen. Ik controleerde mijn ervaring tot dan toe.

 

Mijn eerste indruk: een fabriekshal, waarbij het woord fabriek achterwege gelaten mag worden. "Hal", dus. Daarnaast de wolhokken, die meteen deden denken aan biechtstoelen. Dit werd nog versterkt doordat er steeds twee kamertjes aaneen grensden via een traliehek. Verwonderd kijk je dan naar de bezoekers aan de andere zijde ervan, die dan opgesloten lijken te zitten. De cokes op de vloer, riepen herinneringen bij me op aan de mensen die ik vroeger uit de fabrieken zag komen met hun vuil geworden overalls.

 

Tilburg was vroeger zwart en vuil, en vol rook. De presentatie van de overige kunsten, verwonderde mij alleen maar. Goede vondsten, zoals een bijna levensechte dode hond in zwart brons, voorzien van een al even zwart feestmutsje. In diverse ruimtes was er zeer gaaf abstract tekenwerk te zien. Soms alleen in grijstonen. Een ander presenteerde weer witte vlakken met structuren die me deden denken aan presentatieborden voor muurbepleistering.

Het overkwam me ook dat ik in een van de wolhokken c.q biechtstoelen een gat in de vloer aantrof dat intens diep zwart en dus héél diep leek. Een vrouwelijke suppoost waarschuwde me dat het gat 1.20 meter diep zou zijn. Ik moest er dus niet op willen gaan staan. Dat lijkt me het laatste overigens, dat ik zou willen doen met het kunstwerk van een ander! Op de vloer van twee kleinere zalen leek het of iemand wieldop-(a)chtige figuren had neergelegd. Op zich deden die dingen me niks. Het ertussendoor lopen wel.

 

Ik kreeg lol in het museum. De ruimte kreeg een heel andere dimensie dan ik gewend was. Ik proefde de spontane vrijheid waarmee allerlei kunstenaars in de gelegenheid zijn om hun eenmalige bedenksels aan anderen te kunnen tonen. Ik ben er wel wat jaloers op geworden. Bovendien was er een officiële opening. Met tweeduizend gasten en een heuse burgemeester. "Internationale allure"zegt men.

Het zij zo! Ik heb er wel wat ervaren.

 

Val me niet lastig met de vraag: was dit nou kunst, of kitsch? Voor mij is kunst iets van een drager, zoals linnen, een paneel een doek een filmscherm of een vloer. Neem daarbij uitdrukkingsmateriaal zoals verf of andere vloeibare materialen. Breng de materialen op zodanige wijze bijeen dat ze bij iemand een bepaalde vorm van emotie kunnen oproepen, en je hebt "kunst". Driedimensionale kunst dient hetzelfde vermogen in zich te hebben. Zo niet, dan is het voor mij althans, geen kunst! Ik hou het bij de uitspraak, dat échte en ware kunst enkel en alleen bestaat in de ogen van de beschouwer.

 

Voor vanmiddag betekent dit, dat alle kunst die ik onderging in "De Pont" mij emotioneel wel ergens in beweging bracht. Zowel positief als minder positief. Het leverde in elk geval genoeg inspiratie op.

 

Buitengekomen stond ik met mijn fiets in de zon. De schaduwen op de straatstenen, leken opeens het begin van een nieuw "kunstwerk" te kunnen betekenen. Welgemoed fietste ik op huis aan. Nog veel beelden in mijn hoofd en gedachten leidden mijn bijna van het verkeer af. Ik stopte en sloot aan bij een lange rij wachtenden. De brug was dicht. Maar "De Pont" was open!