INHOUD JONKERGOUW
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print deze Pagina

DIERENDOKTER

 

Daar ik me mijn hele leven al voor dieren interesseer, heb ik me er ook altijd enigszins mee beziggehouden. Van het internaat waar ik destijds werkzaam was, kwamen de kinderen altijd met hun zieke beesten naar me toe.

Eén keer lukte het me om een kip die naar adem hapte van haar te volle krop, af te helpen door ze met wat alcohol te verdoven een klein sneetje in haar hals te maken waardoor veel te lange en tot een bol geperste gras, naar buiten kon. Met wat wit naaigaren gedicht, kon ze weer voort.

Onze buurman van twee deuren verder, wist ook dat ik een beetje kundig was op dat terrein en kwam me daardoor voorzichtig vragen of ik eens naar zijn konijnen wilde komen kijken. Hij wilde mettertijd graag met ze naar een boer om ze te laten dekken. Het geslacht van zijn beestjes wist hij niet. Of ik maar eens wilde kijken. Ik deed mijn uiterste best om dat bij deze eigenlijk toen nog veel te jonge dieren, te zien. Ik waagde het erop. Een mannetje en een vrouwtje! Ofwel een "fooi" en een "ram" dus.

Toen ze een halfjaar later zover waren, toog hij met het vrouwtje naar de boer met wie hij vroeg in de morgen afgesproken had. Zenuwachtig als hij was meldde hij zich bij de konijnenberg. "Rotte gij eens gauw op met oew konijn!" zei de man. "Mèn knèène

zijn gin flikkers!"Beschaamt toog hij naar huis om mij mededeling te doen over het feit dat hij twee "rammetjes" bezat.

Toch bleef hij in mijn kundigheid geloven.

Enkele weken later stond hij weer bij me aan de deur. Eén van zijn konijnen lag stil in het hok, met een strakgespannen buik. Maar het konijn in het hok ernaast toonde zich springlevend. Hoe komt dat? Ik liep met hem mee tot vóór de beide hokken. Ik had het zo, gezien. Het gezonde konijn had een hok vol keutels. Het stille konijn had gewoon droog stro en wat ik al dacht, een erg bolle buik. Obstipatie dus! Ik opende het hok om eens aan de buik te voelen. Maar wat gebeurde er? Het konijn strekte zich onder mijn handen met zijn poten languit en was dóód! Méér kon ik niet doen.

"De dokter is geweest, de patiënt is overleden!" Zei ik maar.