Informatie over mijn werk en studie
Op het ogenblik dat ik dit schrijf ben ik al een
aantal jaren gepensioneerd. Ik ben mijn loopbaan begonnen als
onderwijzer, daarna werd ik leraar Nederlands aan het
Sint-Odulphuslyceum, hoofddocent aan het Mollerinstituut en
tenslotte rector aan het Cobbenhagencollege, genoemde instellingen
bevinden zich in Tilburg.
Ik ben getrouwd met Greet Welten, we hebben vier
kinderen: m m j j en drie kleinkinderen: j m m.
Ik heb Nederlands gestudeerd aan de Katholieke Leergangen en aan de
Katholieke Universiteit Nijmegen. Daar ben ik gepromoveerd op een
proefschrift getiteld Terminologie van riviervissers in Nederland,
promotor prof. dr. A.A.Weijnen.
Poëzieanalyse heeft mij vooral prof.dr. Karel Meeuwesse geleerd,
mij is vooral bijgebleven zijn analyse van ons volkslied. Zijn
persoonlijke invloed en de invloed van zijn publicaties zijn nog
duidelijk aanwezig in mijn verhaal over het Wilhelmus. Ik heb er
vooral naar gestreefd zijn gedachten en geschriften over het
Wilhelmus zo leesbaar en gestructureerd mogelijk weer te geven voor
een breder publiek.
Ik heb gedurende een aantal jaren voordrachten gehouden over ons
volkslied ongeveer 32 keer door heel ons land. Nu ben ik het reizen
een beetje beu en hoop via internet veel mensen te bereiken die
belangstelling hebben voor ons volkslied.
Inleiding
De kern van mijn site over ons volkslied het Wilhelmus is de
structuur en de boodschap van dit lied. Maar we moeten eerst samen
weten wat er staat in dit rederijkersgedicht nota bene uit de
zestiende eeuw.
Onder de volksliederen van alle Europese landen is het Wilhelmus het
mooiste en het oudste volkslied. Van alle Europeanen kennen
Nederlanders hun volkslied het slechtst. Ik mag dat zo hard stellen,
omdat er onderzoek naar verricht is, op kleine schaal in het
basisonderwijs, op grote schaal via de NIPO-enquête in 1992. Door
een zevental leden van de Tweede Kamer is de minister van Onderwijs
uitgenodigd, om opnieuw een initiatief te nemen in de richting van
het onderwijs, omdat de kennis van het Wilhelmus daar te wensen
overlaat. De minister, de heer Ritzen, reageert per brief van 9 juli
1993 als volgt:
"Er zijn mij geen gegevens bekend, waaruit blijkt dat de kennis
van het Wilhelmus te wensen over laat". Een argument voor de
stelling dat die kennis wel meevalt, zou kunnen zijn, dat het
Wilhelmus in onze eeuw is opgenomen in 22 kerkelijke liederenbundels
en in 13 lied- en gezangboeken voor zondagsschool en vereniging. Er
zijn meer dan 500 publicaties verschenen over het Wilhelmus.
De laatste jaren neemt de belangstelling voor het Wilhelmus nog meer
toe. In 1994 haalde een kamerlid de pers, omdat hij zijn ergernis
uitsprak over de geringe kennis van ons volkslied onder sportlieden
en jongeren. De minister van onderwijs Ritzen verzocht leraren
Nederlands aan het Wilhelmus meer aandacht te besteden. Nog niet zo
lang geleden verscheen er een tv-spotje van Postbus 51 waarin koeien
het Wilhelmus loeien en waarin de mensen kijken van: "Nooit van
gehoord." Vorig jaar is er een cd verschenen met het Wilhelmus
erop, en twee jaar geleden een bierblikje van Grolsch met strofe 1
en 6 erop als spiekbriefje te gebruiken. Doven "zongen"
het Wilhelmus in gebarentaal. Het waren de bewoners van De
Gelderhorst in Ede. (Tv, Brabants Dagblad 23 april 1998.)
In de NRC van 29 maart 2004 beargumenteert E.Hofman de stelling: dat
het Wilhelmus een van de kerndoelen zou moeten worden in het
lesaanbod op de basisscholen en cursussen voor inburgering. Hofman
bedoelt met het Wilhelmus niet alle 15 strofen, maar strofe 1 en 6.
Niet minder dan 64 % van de Nederlanders is van mening dat kinderen
het Wilhelmus verplicht moeten leren. Het is te hopen dat de
overheid snel maatregelen neemt om de achterstand op dit gebied in
te halen.
( E.Hofman, Inburgeren met het Wilhelmus, NRC 29 maart 2004.)
Het Wilhelmus is verschenen als gelegenheidsgedicht in de vorm van
een pamflet, in deze website staat de versie uit Een nieu Geusen
Lieden Boecxken van 1581. In 1996 heeft neerlandica Martine de Bruin
in de Parijse nationale bibliotheek een geuzenboekje gevonden van
1578. En in 2001 ontdekte zij er nog een. Op inhoudelijke gronden
vermoedt De Bruin, dat het verschenen is te Antwerpen 1576-77. In
totaal kent het geuzenliedboek en dus ook het Wilhelmus 32 drukken.
Tekstueel vertoont elke druk kleine verschillen. Hofman constateert
na grondige vergelijking, dat er tussen de verschillende uitgaven
van de geuzenliedboeken tientallen spelling- en
interpunctieverschillen bestaan. Ze betreffen hoofdzakelijk de
hoofdletters, de spelling ‘ghe’ of ‘ge’ en de leestekens aan
het slot van de versregels. "De spellingpraktijk is in de
zestiende eeuw zo divers, dat daaruit nauwelijks conclusies te
trekken zullen zijn over de verhouding van de verschillende versies
onderling". (Hofman blz. 32)
Het Wilhelmus is ook opgenomen in de Nederlandtsche Gedenckclanck
van Adriaan Valerius (1625). De melodie die in de Gedenckclanck is
afgedrukt, zingen we nu nog, alleen wat trager.
Het is koningin Wilhelmina geweest die het Wilhelmus heeft gekozen
tot ons volkslied in plaats van het toenmalige Wier Nederlands bloed
door d'aderen vloeit van de negentiende-eeuwse ridder dichter
Hendrik Tollens en op muziek gezet door de componist J.W.Wilms. Het
Wilhelmus is tegenwoordig ons officiële volkslied, maar is dat niet
altijd geweest. Toen het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 werd
geproclameerd, moest een nationaal volkslied worden gekozen. Het
Wilhelmus viel eigenlijk af. Dat was het 'strijd'lied van de
patriottische/oranje partij en was dus niet objectief Nederlands.
Maar al vóór 1932 werd het Wilhelmus bij officiële gelegenheden
regelmatig ten gehore gebracht onder meer bij de inhuldiging van
Koningin Wilhelmina in 1898. 'Wien Neerlands bloed' is nooit
uitgegroeid tot het Nederlandse volkslied. Iedereen bleef het
Wilhelmus gebruiken. Vooral tijdens de strubbelingen tussen de
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden (met de onafhankelijkheid van
Belgie in 1831 als gevolg) werd het lied mateloos populair in het
noorden. Op 10 mei 1932 werd bij besluit van de ministerraad het
Wilhelmus tot enig officieel volkslied verklaard.
We vierden dan ook o.a. op tv, radio en met studenten
van de universiteit Leiden het 75 jarig bestaan van het Wilhelmus
als ons volkslied. Gewoonlijk zingen
we het eerste en het zesde couplet.
Als u de tekst van het Wilhelmus uit het Geuzenliedboek zou
vergelijken met die in Valerius Gedenck-clanck dan vallen u de vele
wijzigingen op: Valerius verbeterde het rijm (zie hoofdstuk Datering
en Auteurschap, scroll naar Onzuivere rijmen), veranderde plaatsen
die kennelijk onduidelijk waren, of wat hij niet welluidend vond.
Majesteit,
wat lees ik nu weer…
Saida Erahoutan stelde mij telefonisch enkele vragen over de
uitspraken van Koningin Beatrix over wanneer het Wilhelmus mag
worden gespeeld. Saida schreef onderstaand artikel over dit
onderwerp in de Haagsche Courant van 8 juni 2004.
JUIST OM NEDERLAND TE BEATRIX DRIJFT BAND ORANJES EN NEDERLANDSE
VOLK UIT ELKAAR WILHEMINA KOOS WILHELMUS VERENIGEN
Koningin Beatrix eist dat bij staatsontvangsten het Wilhelmus alleen
in haar bijzijn mag worden gespeeld. Het volkslied is van haar,
vindt de koningin. Louis Grijp, onderzoeker van het Meertens
Instituut en co-auteur van het boek 'Wilhelmus en de anderen' vindt
het opmerkelijk. Beatrix gaat lijnrecht in tegen haar oma, wijlen
koningin Wilhelmina, die het Wilhelmus tot volkslied bombardeerde om
het verdeelde volk en de Oranjes te verbinden.
Van wie is het volkslied nu eigenlijk?
"Het volkslied, dat niet altijd het Wilhelmus is geweest, heeft
altijd twee functies gehad; het was vroeger het lied van de
Nederlandse republiek en van de Oranjevorst. Als een Nederlands
schip in een ander land aanlegde, dan hoorde je het Nederlandse
volkslied.
Het Wilhelmus is dus van ons allemaal?
"Het is zowel van haar als van het Nederlandse volk. Het is wel
bijzonder dat de koningin zich het volkslied zo toeeigent. Zij is
echt de eerste die dit zo zegt. Koningin Wilhelmina, de grootmoeder
van Beatrix, heeft in 1932 officieel het Wilhelmus als volkslied
naar voren geschoven. Je had toen namelijk ook nog het volkslied 'Wien
Neerlands bloed in d'aderen vloeit'.
Waarom?
"Omdat Wilhelmina het Wilhelmus mooier vond. Het Wilhelmus
moest in Nederland voor eenheid zorgen omdat er verschillende
groepen waren. Zoiets moet natuurlijk wel groeien. Dat gebeurt
meestal in tijden van nood, zoals een oorlog. Aan het eind van de
negentiende eeuw werd het volkslied door iedereen aanvaard, de
katholieken, de socialisten, maar ook de protestanten omarmden het
lied.
Wat zou Wilhelmina hier van vinden?
"Ik denk dat koningin Beatrix ruzie had gekregen over deze
kwestie met haar grootmoeder, als die nog had geleefd. Het is wel
gek dat Hare Majesteit de band die tussen Oranje en het Nederlandse
volk is ontstaan uit elkaar wil drijven. Het lijkt me niet het werk
van een koningin om dat tegen te werken.
Moeten de ministers niet gewoon zeggen: 'Majesteit, het volkslied is
niet alleen van u'?
Dat is wel de zaak van de ministers, ja. Stel dat een minister een
collega uit Duitsland ontvangt, dan wordt wel het Duitse volkslied
ten gehore gebracht, maar niet het Nederlandse. Onze minister staat
dan gewoon voor aap. Misschien kijkt de koningin gewoon hoe ver ze
kan gaan.
Waarom zou de koningin dit zo graag willen?
"Ik weet het niet. Misschien dat zij haar aanwezigheid op deze
manier extra waarde wil geven. Ik heb een tip voor Hare Majesteit.
Misschien moet er een nieuwe versie van het volkslied komen. Een nog
majesteitelijker Wilhelmus met een groot orkest. Dan doen wij het
wel met een eenvoudig Wilhelmus".
Een soortgelijk artikel en waarschijnlijk van dezelfde hand,
verscheen er in Brabants Dagblad op 9 juni 2004. Nieuwe informatie
was de paragraaf:
Tattoo-koning
Ook
tattoo-koning Henk Schiffmacher protesteert tegen het feit dat
Beatrix het Wilhelmus voor zichzelf claimt. Hij zoekt
33
Nederlanders die zondagmiddag op het terras van café Hesp in
Amsterdam één woord van het Wilhelmus op hun lijf willen laten
tatoeëren. Schiffmacher benoemt hen daarmee tot de ware beschermers
van ons volkslied. Het eerste couplet van het Wilhelmus bestaat uit
33 woorden. Zeven mensen hebben zich inmiddels aangemeld. De
Kunstenaar Albert Mandje neemt 'Wilhelmus' voor zijn rekening. Het
woord 'getrouwe' heeft Schiffmacher gereserveerd yoor zijn vrouw.
Koningin
Beatrix heeft nooit gezegd dat het Wilhelmus van haar is
In
het Brabants Dagblad van 16 juni 2004 las ik onderstaand berichtje,
ik was daar heel blij mee. Ik kon me ook niet goed voostellen dat de
Koningin zo iets gezegd zou hebben.
"Koningin
Beatrix heeft nooit gezegd dat het Wilhelmus van haar is. "En
dat vindt zij ook niet." Dat staat sinds gisteren te lezen op
de site van het Koninklijk Huis.
Op
5 juni kwam het bericht de wereld in dat de koningin zou hebben
gezegd: "Het Wilhelmus is van mij." Dat heeft ze nooit
gedaan aldus de RVD in de rubriek Veel gestelde vragen. In een
mondelinge toelichting zegt de RVD dat het iedereen vrij staat het
Wilhelmus te zingen en te spelen. "Hoe meer mensen het
volkslied uit het hoofd kennen. hoe beter." De dienst vindt het
doodnormaal dat het Wilhelmus voorafgaand aan een interland tussen
Nederland tegen -pakweg- Duitsland wordt gespeeld al is er geen lid
van het Koninklijk Huis op de tribune te bekennen".
Voorgeschiedenis van deze webpagina's
Voordat de webpagina's van Theo van Doorn over zijn
gedetailleerde studie van het Wilhelmus op CuBra verschenen (10
april 2005) waren ze een zelfstandige, door Theo van Doorn zelf
onderhouden website. Theo van Doorn zal ook op CuBra de website nog
steeds inhoudelijk blijven beheren; CuBra neemt slechts de
technische kant van het onderhoud van hem over.
Aan het vorige adres van Het Wilhelmus, brachten 36.800
fans van ons volkslied een bezoek. We hopen dat er nog vele zullen
volgen.
|