INHOUD WERNER MOONEN
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

 

K O P V O E T E R - T E K S T E N

 

ik wil je iets zeggen

het zou krachtig zijn

en kernachtig

het is me niet gelukt

 

 

 

bewaar de stem

in de stilte

van mijn mondholte

 

 

lezen

een vergezicht

dat ik voorzichtig benader

plotseling

ligt het achter mij

verbrijzeld

 


 

en tussen de oren

hecht zich

het slachtoffer

zoekt naarstig

naar een betekenis

de mijne

de zijne

tracht haar

te begrijpen

tot ze onschadelijk is

 

en tussen de oren

splits zich

hecht zich aan de woorden

zoekt naarstig

naar een betekenis

de mijne

de zijne

tracht haar

te begrijpen

tot ze onschadelijk zijn

 

voortdurend voorafgaande

 

en verlaat het huis tot mijn aanwezigheid

 

ontsnappen

en wat als er niet een

maar twee uitgangen zijn

in een poging

ik verzet mij altijd of nooit

en ik verdwijn zoals ik gekomen ben

door twee uitgangen

 

 

 

 

en zoek in mijn geheugen in de jouwe naar een leugen

 

de gedachte beoogt het materieel, gewicht, het surplus,

berekent hoeveel dichter, zwarter, het geschreven woord

uit haar stomheid verlost, toevoegt

 

in de waan erop te tekenen

werkt erachter

weerbarstig papier

verweert zich omwille van eenzaamheid

zonder enige toelichting om zwerver te blijven

de glans van de lijn de glans van het papier

wat verdwenen is verschijnt

het gewicht van het object en toch van

de lijn kunstig behaaglijk

 

de stilte bestaat niet

zij moet dus

veranderd worden

met geweld afgedwongen

haar stomme aanwezigheid

ik besta mijn hand

gelezen

is niet gesproken

 

nog had ik geen tijd

verzameld

30 stappen scheiden mij

ervan

maar dan onderwater

gemeten

had ik al droog moeten zijn

daar staan minutenvoor

maar waarom dan

achtervolgen mij

nog altijd, net iets

vertraagd

natte voetvormige sporen

is dat tijd genoeg!

 

stel deze ruimte


 

 

het wachten

vergrijpt zich

aan haar eigen duur

haar traagheid

haar eigen inwendige

een gezicht

dat opdoemt

zich terugtrekt

 

 

 

 

ik trek mij terug in mijn romp

en laat voor de goede orde

mijn kind een kopvoeter achter

 

 

en keer terug

verreis in de richting

van de dag

tot tenslotte

de nacht

ons in deze poging

achterhaalt

 


 

er ligt mij

een gedachte

zo kortstondig

op de lippen

dat ze sterft op

mijn tong

en keelzang

blijft

 

 

tussen de pagina’s

alles losgelaten

een universum

gedroogd natuurlijk

 

 

mijn dromen passen

bij mij

zoals een paar

vreemde schoenen

passen onder mijn bed

 

 

woorden kunnen

niet spreken

ze zijn zoals een

dag met niets verbonden

de vorige

de volgende

of als een punt dat

zwaar en licht tegelijk schijnt

ergens te zijn

nergens

of vloeibaar

als een massa

continu buitenkant

binnenkant

als een sculptuur

gebiedt te zwijgen

 

 

 

de aarde vulde zich geheel met water

de meeste mensen waren reeds

goede zwemmers

anderen leerden het

juist voor sommige

verdronken

 

 

 

op het einde

ontdek ik

twee uitgangen

waardoor

ik verdwijn

 


 

stel deze ruimte

geheel duister

geheel verlicht

staand

of kruipend op handen

en voeten

richt haar op

richt ze in

bekleed haar

neem ze uiteen

of laat haar instorten

 

 

 

de lijn bevrijden uit de ruimte

de limiet van het papier

 

twee sporen

het een niet zonder het ander

 

de stem de delen spreken

tot ze geheel is

 

tirannie van namen

 

over een minuut zul je bestaan

 

en zult niet verbreken

de stemmen

en uw schaduw

niet toestaan

en niet

 

herbegin de reis

de stemmen

en uw schaduw

niet toestaan

en niet

 

herbegin de reis

het licht en het donker

in haar gescheiden

 

het wachten

beweegt zich traag

deze zijde

gene zijde

 

methode van verdwijnen

 

 

 

zwijgen een zwelling in de mond in een voortdurende staat van opwinding

 


 

 

en ineens vielen mij de woorden in

verdraaid natuurlijk

 

als mij nu de juiste woorden

zouden invallen

wat had ik nog dan vrees

 

 

 

 

de huid bedekt mij met

hooghartig zwijgen

word ik zichtbaar

spraakzamer

naarmate mijn kostuum

beter past

 

 

 

 

 

 

 

voor de angst

voor de stilte

ben ik anders

ben jij anders

en de angst

ik probeer zo weinig mogelijk te zeggen

dat het onmogelijk schijnt

 

 

 

en kijk naar dat ene punt juist boven de horizon

 

overal water iedereen zwemt zorg dat je niet aanspoelt

 

schrijven

tandknarsen

de kramp gaat

aan de schreeuw vooraf

en

aan de stilte

van schrijven

kramp

 

 

 

 

komen woorden

in je mond

of eruit

 

 

 

 

en stel mijn honger uit tot later

 


TERUG NAAR BEGIN PAGINA