CuBra


Varkensrubriek

Uit: ‘Speeldoos - 50 Schetsboekbladen’ van Ch. A. Cocheret

Rotterdam, 1937

Oorspronkelijk verschenen in NRC van 26 juli 1930

Illustratie Ch. A. Cocheret

 

 

OPEN BRIEF

aan het Meteorologisch Instituut

Mijnheer van de Bilt,

Ik zoek vergeefs naar een hoffelijk begin voor dezen brief, want laat
ik het u maar aanstonds toevoegen... toesnauwen...: „Wij zijn hoogst
ontevreden over u in uw hoedanigheid van weer-leverancier". Wij,
dat, zijn alle stedelingen, die in dezen gebenedijden tijd des jaars hun
vacantie verluieren in de dorpen bij bosschen en stranden... dat zijn
ook alle dorpelingen, die de urbane en rumoerige geneugten der stede-
lingen deelachtig trachten te worden.

Wij zijn gezamenlijk en eendrachtiglijk van meening, dat de weer-
distributie niet langer veilig is in uw handen.

Herinner u, Mijnheer van de Bilt, in welke liedjes-neuriënde stem-
ming wij vroeger aankwamen op de plaats onzer vacantie-bestemming
en hoe gichelig wij plachten aan te zitten, op den eersten dag, aan
't eerste ontbijt, waar 't tafelgoed nog vrij van eigeel was. Wij hingen
vervolgens gelukzalig in hangmatten, die aan hoofd- en voeteneinde
met vele ondeskundige landmensch-knoopen aan een solide dennestam-
metje waren bevestigd, wij doken in kleurige badpakken in plas of
zee... wij wandelden, fietsten, tuften door heien, weien, door domme-
lige stadjes... door imposante bergpassen en waren gelukkig met de
uren zonneschijn, die u ons daags te voren in 't weerbericht hadt toe-
gemeten. In stede van al dit matelooze heerlijks, Mijnheer van de Bilt,
staan wij nu een tikkeltje humeurig in conversatiezaaltjes te kijken,
dat u den wind westelijk, naar verkiezing noord- of zuidwestelijk laat
waaien en zonder respijt met uw regen-sproeiwagen blijft rijden. Een
enkele maal meent ge, dat de vooruitzichten „onzeker" zijn, hetgeen
wij gewoon zijn uit te drukken met „'t kan regenen of 't kan droog
blijven". Hebt u geen „zekerder" vooruitzichten in voorraad? On-
zekere vooruitzichten zeggen ons zoo weinig. Wij dachten zelfs dat
de onzekerheid inhaerent was aan de toekomst, mede op grond van ons
hoogst elementair meteorologisch inzicht.

Nee, meneer van de Bilt, wij kunnen u de leverantie van 't klimaat
niet langer gunnen... tenzij... gij in 't eerstvolgende weerbericht uw
onaardige manier van doen ten goede wilt wijzigen... wabblief? Wij
zijn niet met vacantie... vacantie meneer van de Bilt, verstaat u dat
woord van teramboemdijé... wij zijn onze verblijfplaats niet naar al
uw voorradige windstreken ontvloden om korzelig te doen tegen onze
parapluies.

Er is hier een boer, Meneer van de Bilt, die mij vertrouwelijk heeft
meegedeeld, dat we mooi weer zouden krijgen, als 't varken, met per-
missie, z'n achterend tegen het hek schuurt. Welnu meneer... ik heb tijd voor rustieke observatie en 't stomme dier hééft, met uw verlof,
z'n achterbouten, z'n aanstaande ham, welbehaaglijk geschuurd tegen
het nog altijd natte hek. En ziet, meneer, 's anderen daags heeft de
zon (hoed af) een uur geschenen. Moet ik hieruit de conclusie trekken,
dat er in 't achterend van 't opgemelde varken meer meteorologisch
vernuft steekt, dan in... in uw... uw instituut, dat van geen zonne-
schijn meer rept...? zoodat dit uurtje zonneschijn u dus in een oogen-
blik van onnadenkendheid ontglipte? En zult ge voortgaan ons voor-
loopig op neerslag en nadien op onzekerheid te tracteeren?

Maar we zullen een Liga stichten en met beschilderde lappen gaan...
demonstreeren, heet dat geloof ik: Wij, vacantiereizigers, zijn regen-
jassen, lekkende goten en grauwe luchten beu. We hebben genoeg van
serretjes, waar 't tegen klettert, waar de kinderen baldadig en de men-
schen muzikaal worden... Onverschillig of we Edelweiss plukken in
Tyrol of pootjebaden in Scheveningen of elders en anders de natuur
ontluisteren... wij eischen, dat gij water in uw wijn en niet in onze
vacantie doet... wij eischen: „Vacantiegangers aller landen vereenigt
u... en op voor den acht-urigen-zomerdag!"

Knoop dit in uw oor, meneer van de Bilt, en geloof mij nochtans,
met de beste wenschen voor 't weer als u soms zelf op reis gaat —
maar reken er op, dat we dat in de gaten houden —,

Uw onderdanigen dienaar,
Schetsboekenier.