Print deze Pagina

Bijgaande foto is afkomstig uit het fotoboek 'Tilburg gezien door Harrie Janssens' een prachtige collectie zwartwitfoto's met de stad en het leven in de jaren vijftig en zestig als onderwerp.

Harrie Janssens

Het verhaal speelde in de laatste oorlogsjaren. We woonden in een van de volksbuurten in Tilburg. In d’n hof was een hondenkooi, een vuilnishoop en een afdak, waaronder de fiets van pa stond. In de hondenkooi huisde ons varken dat luisterde naar de naam Knor. In ’t schop stond onze geit Mieke. We schooiden bij de groenteboer, die toen nog langs de deur kwam, altijd om groenteafval voor Mieke en Knor. Met het fijngesneden afval en etensresten werd onze Knor van een biggetje een stevig varken.

Op een dag kwam een of andere buurman met een leren koker vol met grote messen aan de huiskamertafel zitten. Ik moest met pa de leer van de overloop halen. De leer kon je aan een grote beugel haken en dan kon je langs die steile ladder de vliering op, als je het zware houten luik eerst optilde en naar achteren duwde. Ik heb dikwijls koppijn gehad omdat ik niet sterk genoeg was om dat luik op te tillen. De leer werd schuin tegen de schopdeur gezet. Pa en de buurman vingen Knor en brachten hem naar het putje, dat buiten tegen de keukenmuur zat. De buurman pakte een grote hamer en sloeg heel hard tegen de kop van Knor. Die zakte als door de bliksem getroffen door de voorpoten. De buurman sleurde Knor met de keel boven de put en stak een vlijmscherp mes in de keel van ons varken. Pa hield een geëmailleerde emmer bij het putje en de buurman tilde de kop van Knor omhoog en liet het bloed in de emmer lopen. Daarna werd Knor op de stoep gelegd en met emmers kokend water overgoten en met een grote harde borstel schoon geschrobd. Met een scherp mes werden de haren zo goed mogelijk weg geschrobd. Na enige tijd werd Knor met de achterpoten boven aan de ladder vastgebonden en wel zo dat de buik naar voren was gericht. Nog steeds liep er bloed uit Knor, zoveel dat nog een emmer gebruikt moest worden. Toen nam de buurman een scherp mes en sneed de buik van Knor open. Een weeë zoete lucht kwam uit de buik, terwijl de darmen er uit puilden.

De darmen werden er uitgesneden,die werden later leeg gedrukt, gewassen en een paar werden in stukken gesneden. Na uitbakken hield je dan een paar pannen vol spekvet over. We geloofden onze ogen niet dat er zoveel darmen in één varken konden zitten. De longen, het hart en andere dingen werden ook losgesneden om later voor worst gebruikt te worden. Ik weet nog goed dat de buurman de galblaas heel voorzichtig lossneed en meteen in de vuilnisbak gooide. "Als die doorgesneden zou worden kun je het hele varken weggooien", zei ie. De blaas werd naar ons toe gegooid. Als je die leegdrukte en liet drogen kon je die opblazen. Dichtbinden en je had een voetbal.

Intussen was Knor leeg en werd in twee helften gehakt. Ook de kop werd in twee helften gehakt, dat was wel een gek gezicht, het ene oog keek naar linksboven en het andere keek naar onder. De buurman begon toen stukken vlees van de helften af te snijden. Hammen, ribstukken, grote stukken spek met het vel er nog aan. De pootjes werden er alle vier af gesneden, zelfs het krulstaartje werd apart bewaard! Alles werd in grote witte lappen gewikkeld en in de wasmand gelegd. Al die tijd stonden wij, kinderen van zes tot twaalf jaar, als aan de grond genageld en meestal huilend, verbijsterd toe te kijken.

Van de kop werd zult gemaakt, de pootjes gingen later in de snert, het staartje in de soep en de hammen en stukken spek werden in de schouw gehangen. In het hele huis was maar één stopcontact, maar in de woonkamer hadden we een schouw waarin de hammen en zijden spek gerookt konden worden! De andere grote stukken vlees werden met veel zout in een Keulse pot gestopt. Nog een dikke laag zout er bovenop en toen werd er een houten deksel op gezet. Hierop werd een grote kinderkop gelegd. Pa zei dat we nooit dat deksel mochten oplichten anders zouden we een pak slaag krijgen. En of we luisterden want pa had hele grote en harde handen.

Van het bloed en stukjes spek werd bloedworst gemaakt, ik zie die buurman nog met een grote houten lepel in de volle emmer bloed kloppen!

Van andere stukken vlees werden worsten gemaakt, eerst fijnsnijden, met meel opkoken en dan in de overgebleven darmen persen. Wanneer een stukje darm niet helemaal schoon was dan sneed je er dat later gewoon uit de worst uit! Sommige worsten werden ook in de schouw gehangen, andere werden in de keuken te drogen gehangen. We hebben die week veel moeten huilen om onze Knor, maar als we uitgebakken spek en boterhammen met spekvet kregen waren we Knor toch even vergeten.