CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Gedurfd initiatief sloeg in als bom

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 10 januari 1976

 

Uit perspublikaties is ons gebleken, dat er maar weinig bekend is over wat in de twintiger jaren bekend stond als "de beste wieler- en motorbaan van Europa". Het betrof hier een gedurfd Tilburgs en Goirles initiatief, dat enige jaren nationaal en internationaal furore heeft gemaakt onder de naam T.W.E.M., een handige samenvatting van de mondvol "Tilburgsche Wieler- en Motorbaan". Voor menig niet meer te jonge sportman zijn hieraan prettige herinneringen verbonden maar voor jongere generaties vormen die letters een raadsel. Zoals men ook in de knoop blijkt te zitten met het grootste stayerfenomeen van die tijd, de Antwerpse duivel Victor Linart, die we verward zagen met de Italiaan Linari uit een andere generatie. Het lijkt ons daarom niet ondienstig hier eens een en ander op te rakelen uit de historie van die T.W.E.M. Ter herinnering van hen, die het allemaal "zelf hebben meegemaakt" en ter lering van de sportliefhebbers, die na hen gekomen zijn toen de T.W.E.M. allang historie was geworden. Daar gaan we dan: beginnende bij het ei, dat in Tilburg werd gelegd!

 

Wereldoorlog nummer 1 was slechts twee jaar voorbij doch de wielersport in Nederland beleefde reeds bloei. Niet alleen voor wat de fiets maar ook wat de motor betreft. Had de Motorclub "Brabant" met haar races te Boxtel immers op een zondag niet 5.000 bezoekers getrokken, waarvan de meeste Tilburgers? In Tilburg plannen broedende sportlui vonden hierin mede een stimulans nu maar eens spijkers met koppen te slaan om tot een in alle opzichten moderne wielerbaan te komen. Toen een voorlopig comité op 27 januari 1920 op een vergadering in L'Industrie in de openbaarheid trad onder voorzitterschap van de heer Schreinemacher bleek al direct, waar men naar toe wilde. De naam had men al klaar. Dat zou zijn "Tilburgsche Wieler- en Motorbaan", afgekort tot T.W.E.M.

Met groot enthousiasme kwamen er globale plannen op tafel. Men had goedkope terreinen in optie langs de rijksweg naar Goirle onder de gemeente Goirle met een oppervlakte van 45.000 vierkante meter. Daar zou een cementen baan komen van 333 meter met grote staantribunes aan de buitenkant en met allerhande accommodatieruimten, parkeerruimten, zwembassin in het middenterrein en des winters een schaatsbaan. Vergunning voor een café was gegarandeerd en men behoefde aan Goirle geen vermakelijkheidsbelasting te betalen. Wat dat allemaal wel niet ging kosten? f 125.000 waarvan men er nu reeds f 25.000 bij elkaar had. De rest moest komen uit aandelen en obligaties van de op te richten N.V. Aandelen van 1.000, 500 en 250 gulden en obligaties van f 25,- tegen 6% rente. Als men op die manier nog 30 tot 40 duizend gulden bijeen kreeg, zou tot uitvoering van de plannen besloten kunnen worden. Ter vergadering werd door sportliefhebbers reeds voor 6.000 gulden ingetekend. Men dacht dan ook gemakkelijk aan het benodigde geld te zullen komen en straks rendabel met de baan te kunnen draaien.

 

Wie het deden

Wie er allemaal achter die T.W.E.M. zaten, leert ons het resultaat van de verkiezing van een voorlopig bestuur op deze bijeenkomst. Met algemene stemmen werden gekozen de heren: M. Schreinemacher, Nic. Olthaus, Van Arendonk, F. Schreinemacher, mr. P.M. Arts, Zanen, Jos van der Schoot, P. Mutsaers en J.B. Rens, de burgemeester van Goirle. Op een vergadering van dit comité van 30 juli bleek, dat het aantal aandeelhouders sinds de laatste bijeenkomst reeds was verdubbeld. Daardoor kon men al tot aankoop van het beoogde terrein besluiten want de bouw der baan achtte men nu wel verzekerd. Tevens werd de inschrijving opengesteld op de geplande obligatielening. Op een aandeelhoudersvergadering van 21 september in café "Neuf" te Tilburg o.l.v. M. Schreinemacher kwam men o.a. tot de verkiezing van een definitief bestuur. Dat zag er als volgt uit: Fred. Mutsaers jr., Nic. Olthaus, Ed. van Puyenbroek, J.B. Rens, F. Schreinemacher, M. Schreinemacher en C.C. Vogel.

Het optimisme duurde onverminderd voort evenals het enthousiasme en de voortvarendheid. Men dacht het komend seizoen reeds te kunnen draaien, er was contact opgenomen met buitenlandse architecten en een propagandacommissie opgericht met N. Olthaus als voorzitter. Rond april 1921 besloot een Raad van Beheer tot definitieve oprichting en bouw van de baan. Men bleek in de voorbije wintermaanden niet te hebben stilgezeten. Er was al heel wat in kannen en kruiken.

 

Duits architect

Een Duitse ingenieur, Edm. Hellner, uit Dresden zou onder zijn eigen directe leiding en naar zijn plannen de bouw der baan uitvoeren. Hij was een specialist, die zo'n karwei in het buitenland al meerdere malen had verwezenlijkt. Het ging nu om een baan met een lengte van 400 meter met een breedte van 9,5 meter, geheel uit gewapend beton. Op het middenterrein zou een voetbalveld komen en in de winter een ijsbaan. Over een zwembad wordt niet meer gesproken. De baan is berekend op een gemiddelde snelheid van 80 km per uur, wat betekent, dat er snelheden tot 150 km gemaakt kunnen worden zonder gevaar voor de deelnemers. De baan is geschikt voor sprintwedstrijden, motorgangmaking (stayers) en racemotoren. Rondom komen staantribunes voor ruim 12.000 toeschouwers. Voorts bestaan er plannen voor een overdekte tribune in drie etages, een café-restaurant, rennerscabines enz... Verder zal de uitvoering afhangen van het beschikbare kapitaal. De baan zelf is gedacht op het achtergedeelte van het 45.000 vierkante meter grote terrein. Daardoor kan aan de voorkant een wandelpark en een concerttuin worden aangelegd. Kortom het wordt een baan zoals Nederland er nog nooit een gezien heeft.

In april 1921 trekt menig wandelaar van Tilburg en Goirle naar de rijksweg om met grote ogen gade te slaan wat daar in hoog tempo en ook letterlijk hoog in het akkerland uit de grond gestampt wordt. Men denkt aan een openingswedstrijd in juli en mikt op de Nederlandse kampioenschappen voor de aanmelding waartoe men aan een bepaalde termijn gebonden is. De pogingen tot het aanwerven van aandeel- en obligatiehouders gaan noest voort. Hun vallen verschillende faciliteiten voor de wedstrijden ten deel.

 

Winstverdeling

Uit de statuten van de N.V. T.W.E.M. blijkt, dat het maatschappelijk kapitaal bestaat uit 50.000 gulden, verdeeld in 50 aandelen van 1.000, halve aandelen van 500, en kwart aandelen van 250 gulden. De N.V. wordt bestuurd door een Raad van Beheer, van minstens drie en hoogstens negen personen. Die raad benoemt onderling een gedelegeerd lid, een voorzitter en een secretaris. Wel interessant eens te zien hoe men zich de winstverdeling had gedacht. Dat zat zo: Na aftrek van alle kosten en rente 5% voor de aandeelhouders. Het resterende saldo zou als volgt verdeeld worden: 10% voor de directeur-administrateur als die er een is aangesteld. 10% naar de te vormen reserve, 15% aan de houders van obligaties, rentende 4% (eerder was er van 6%-obligaties sprake geweest), 25% voor aflossing obligaties. En wat er dan nog overschoot zou aan de aandeelhouders komen.

Midden mei 1921 staat het met de T.W.E.M. zover, dat de Raad van Beheer de pers voor een bezichtiging van het werk uitnodigt. Die raad blijkt dan als volgt samengesteld: Nico Olthaus, voorzitter; Fred. Mutsaers jr.; F. Schreinemacher; J.B. Rens; Ed. van Puyenbroek; M. Schreinemacher en A. Rutgers. De persmensen konden daar horen en met eigen ogen zien wat ir. Hellner, die ook reeds banen bouwde te Antwerpen, Parijs, New York en de Berlijnse Olympiabaan, in Goirle zou neerplanten. Dat was een ellipsvormige betonnen kolos met de langste zijde nagenoeg parallel met de rijksweg, welke door een breed voorterrein een eind van de baan afbleef.

 

Bochten van 50 graden

De twee steile bochten bleken een helling van niet minder dan vijftig graden te bezitten. Niet meegerekend de "veiligheidsbaan", die nagenoeg plat lag, had de eigenlijke baan een breedte van 7 meter en een lengte van 400 meter, 200 grote en 200 kleine pijlers van "Belgische steentjes", op betonnen fundament en paarsgewijze verbonden door betonnen ribben, waartussen gewapend metselwerk, bepleisterd met cement, zouden haar steunen. Het geheel werd omgeven door een houten tribune voor 15.000 man met daaronder een rijwielbergplaats. Midden op het vóórterrein kwam een kiosk met terzijde daarvan een voorlopig in hout opgetrokken restaurant. Drie wegen leidden naar de baan met aan de zuidzijde nog een vierde weg van 6 meter breedte, speciaal bestemd voor het autoparkeerterrein. Aan de voorkant (westzijde) liep een tunnel onder de baan door naar het 11.000 vierkante meter grote middenterrein, dat van rechts en links uit de tunnel bereikbaar was. Men had nog wel geruime tijd nodig om de laatste hand aan de accommodatie te leggen maar hoopte toch midden juli aan de draai te geraken.

De financiële steun van Tilburgse sportliefhebbers bleef intussen beneden de verwachtingen. Hoewel de Ned. Wielrijders Bond alle medewerking verleende, was deze toch van mening, dat Nic. Olthaus zijn functie van president-commissaris van de T.W.E.M. niet kon verenigen met zijn bestuursfunctie in de N.W.B. als de baan ook voor wielerwedstrijden zou worden gebruikt. De commissarissen besloten toen voorlopig alleen wedstrijden voor motoren te organiseren. Dat betekende een tegenvaller maar in de praktijk bleek, dat alles toch op zijn pootjes terecht was gekomen. Er is van begin af aan ook door gewone renners gereden.

 

Arbeidslonen

Toen rond midden juli de laatste hand aan de onderneming werd gelegd voor wat de bouw betreft, ging er plotseling het gerucht: staking op de T.W.E.M.! Van officiële zijde werd dit ontkend: geen staking, wél ontslagen! Met de trammelant zat het zó: de verschillende soorten arbeid werden telkens door groepen arbeiders aangenomen. Timmerlieden konden daarmee gemiddeld 55 gulden in vijf dagen verdienen. Er waren zelfs timmerlui, die 62 tot 64 gulden haalden. Het gemiddeld uurloon lag 1,20 gulden boven het loon in de stad. Op zekere morgen nu eiste een groep méér loon dan waarvoor was aangenomen. Toen 37 arbeiders, waaronder 13 timmerlieden (meestal halve krachten, aldus de mededeling) om één uur niet aan de slag waren, werden ze door de ingenieur uitbetaald en ontslagen. Verschillende arbeiders kwamen zich des avonds weer aanbieden. "We waren door een paar mensen bedreigd", zeiden ze. Daarop ging het werk op de normale voet voort.

Intussen had de T.W.E.M. ook een directeur gekregen in de persoon van F.H.M. Verbeek uit Den Haag, een vooral in militaire kringen bekende figuur. Verder prepareerde men zich op de officiële opening van de baan, die op zondag 7 augustus was bepaald. O.a. dacht men daarbij aan een hele kermis op het vóórterrein. Bij nader inzien beperkte men zich echter tot een poffertjeskraam, welke al eind juli haar verleidelijke geur over het T.W.E.M.-vóórterrein verspreidde. Men liet het kermisplan schieten "om geen afbreuk te doen aan de goede verhoudingen tussen Tilburg en Goirle". De Tilburgse gemeenteraad had eind juli nl. besloten de Tilburgse kermis dit jaar niet te laten doorgaan vanwege de malaise in de textielindustrie. "Geen kermis in de stad maar wél op de T.W.E.M. in Goirle kon niet anders dan kwaad zetten!" zo redeneerde men.

In stad en dorp verschenen grote, kleurige reclameplaten met de zeer spectaculaire afbeelding van twee stayers achter grote motoren boven elkaar in hardnekkige strijd gewikkeld. Aanlokkelijker kon het al niet! Men dient daarbij te bedenken dat het gros van het publiek uit onze streken nog nooit een stayer achter zijn gangmaker had gezien. Er was fantasie voor nodig om zich dat grote geweld tegen die o zo steile bochten van de baan te kunnen voorstellen. En dan die aangekondigde motorraces op Amerikaanse, speciale racemachines, vliegende duivels, die met een vaart van boven de honderd kilometer (dat was toen heel wat!) "hun leven op het cement in de waagschaal zouden stellen". Daarnaast kwam dan nog een keur van gewone renners, profs en amateurs. Het zou daveren daar op die nieuwe T.W.E.M.

De zomer van 1921 was uitzonderlijk mooi. Helaas kletterde kort vóór de opening de regen op de baan. Daar het echter verder slechts bij dreigende lucht bleef, betekende die bui zelfs verademing want de toegangswegen bleken daardoor minder stoffig dan na de droogteperiode. De bezoekers stroomden van heinde en verre toe. Nooit nog had de rijksweg zóveel mensen bijeen gezien en voor de loketten was het een gedrang van je welste. Een ca. 8.000 man bevolkten de tribunes en een kracht juichte de volgende dag: "Eerste stap gezet op weg naar een renderende baan!" Maar daarmee lopen we al vooruit op de opening en haar wedstrijden. Dat bewaren we dan voor de volgende keer. We hopen dan ook te beginnen met de confrontatie met de namen van renners, die ook in Tilburg en Goirle wielerhistorie gemaakt hebben en waardoor bij velen herinneringen zullen worden wakker geroepen.

 

PIERRE VAN BEEK