CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Veel drukte om twee Tilburgse schoolmeesters in Franse tijd

Het Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 5 maart 1976

 

In de verwarring die te Tilburg ontstond bij de nadering van de Franse troepen eind augustus 1794 deelde ook het onderwijs. Twee van de vier schoolmeesters zagen het niet langer zitten en namen zonder meer de benen. Het betrof hier het hoofd van de school in de wijk Kerk, ene Gerard Willem Boon, en een meester van de Veldhovense school Johannes Baldus. Toen het met die Fransen, naar het inzicht der deserteurs, nogal meeviel, kwamen ze met hangende pootjes terug en probeerden ze in hun ambt hersteld te worden. Nou, dat kon je net denken! Ze hadden de helft van Tilburgs schoolkinderen in de steek gelaten en nu zouden ze doen of hun neus bloedde! Dan hadden ze toch buiten de toorn van de ouders en van de gemeente gerekend. Er ontstond nu juridische wringerij, waarbij de gemeentelijke overheid ondanks alles het been stijf hield. Wat die verwikkelingen allemaal inhielden kan men lezen in een artikel van C.J. Weijters, getiteld "Veel drukte om twee Tilburgse schoolmeesters (1794-1796)", welk artikel het jongste nummer opent van "Actum Tilliburgis", het orgaan van de Heemkundekring "Tilborch". En om nu nog even te vertellen hoe het met die meesters eindigde: Baldus kwam niet meer als meester op de Veldhoven terug. Hij verviel tot volslagen armoede en bleek in 1819 in Deventer te wonen. Boon behaalde bij hogere instanties wél een formele "overwinning" maar genoot daar niet veel van want hij had intussen uit zichzelf Tilburg alweer verlaten. Hij had een baan als "binnenvader" aan het publiek Armhuis te Kralingen gekregen.

 

Drama's

Dank zij de speurijver van de auteur maken we hier weer eens kennis met een detail van plaatselijke historie, waaraan de grote geschiedschrijving noodgedwongen voorbijgaat. Niettemin bezitten dergelijke details toch hun betekenis en vermogen zij boeien omdat er vaak - zoals ook weer hier - menselijke drama's aan ten grondslag liggen. Het is toch immers zo, dat al hetgeen, waarbij mensen betrokken zijn, de mens aanspreekt. Deze uitspraak geldt ontegenzeglijk voor de hele verdere inhoud van "Actum Tilliburgis". Ook daar worden een paar zeer menselijke details uit de vergetelheid van het Tilburgse leven uit de 18de eeuw opgedolven.

Wim van Hest vertelt wat "commies van de toll" J. Weber, die in 1750 "aan de kerk" woonde, al niet met zijn vrouw beleefde. En hij niet alleen, zoals uit getuigenverklaringen bleek. Het Tilburgs Gemeentearchief heeft er de stukken van bewaard. Dezelfde auteur heeft uit dat archief nog een schokkend verhaal opgeduikeld. Het vertelt wat de jood Isaac Abraham Gomperts, die bij "Jan Botermans aan de kerk" logeerde, in dat logement van een aantal met name genoemde Tilburgers te verduren kreeg. De plagerijen en de spot gingen waarlijk alle perken te buiten en de lezer van vandaag kan zich een dergelijke situatie in Tilburg niet eens meer voorstellen. Men schreef 6 september 1756 toen de Israëliet zijn wedervaren aan de Tilburgse schepenen vertelde. Van de consequenties vernemen we niets.

 

P.J. van Berkel kijkt om naar mensen en dingen, die voorbijgaan. In casu betreft het hier zijn eigen jeugd in Tilburg. Ge verneemt daarbij tal van bijzonderheden die vooral de hedendaagse jeugd zeer onwerkelijk in de oren moeten klinken. Zo kwam bijv. het hele lager onderwijs de ouders voor elk kind in een periode van acht jaar maar op f 9,60 te staan - aldus de schrijver. De auteur heeft gevoel voor het anekdotische met als gevolg dat zijn artikel van tijd tot tijd een stille glimlach afdwingt. Zo wilde bijv. de ironie van het lot, dat een "progressieve" politieagent door de commissaris verboden werd in uniform op een fiets te rijden maar dat enige tijd daarna de gemeente dienstfietsen voor agenten kocht...

 

Oude namen

Een postuum artikel van Ferd. Smulders voert ons terug naar het middeleeuwse Tilburg (rond 1450). Het houdt zich daarbij bezig met Korvel, Het Laar en de Berkdijk, méér specifiek met de zeer oude veld- en akkernamen. Gezien de algemeen erkende deskundigheid van de te vroeg overleden schrijver - mededelingen, waarop men bouwen kan! Voor de leek uit de genoemde contreien aardig eens na te gaan, wat er vanuit die middeleeuwse tijd tot ons is gekomen.

Op Korvel kunnen ze de borst vooruit steken als ze lezen, dat rond 1450 op "'t Korvel" zeker veel meer huizen dan aan den Heuvel stonden". Ook had Korvel veel meer akkergebied rondom de heerdgang dan de Heuvel. We stippen ook aan, dat "heyningen" een typisch Tilburgse benaming is voor een omheind stuk. Elders in de Meijerij van Den Bosch gebruikte men dit woord zo goed als nooit. Het is ontstaan uit "hagening" en hangt samen met de woorden "haag" en "heg". Kijk, dat weten we dan ook weer!

 

Emancipatie

De aflevering besluit met een door Martin de Bruijn ten tonele gevoerde "Geëmancipeerde vrouw uit de zeventiende eeuw" (rond 1600). Overigens wel een weinig verheffend voorbeeld van "emancipatie", die o.a. bestaat uit buitenechtelijke kinderen, echtelijke ruzie en scheiding van tafel en bed. De vrouw kreeg twee en misschien wel drie kinderen van een notoire herrieschopper waardoor zij ongetwijfeld de verachting van de Tilburgse goegemeente trotseerde. Daarnaast komt zij uit de verf als een vrouw, die - ondanks alles - haar eigen weg ging en bij de juridische verwikkelingen en testament het klaarspeelde de erfenis voor haar buitenechtelijke kinderen te redden. Alweer zo'n menselijke tragedie van de kleine luyden, die alleen maar de historie via gerechtelijke archieven halen en die leert, dat er niets nieuws onder de zon is.

 

Enige illustraties verluchten dit lezenswaardige nummer van "Actum Tilliburgis".

 

PIERRE VAN BEEK