CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Kelderruimte van historisch Hof ter Brake gevonden?

Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 22 mei 1969

 

Wat zit daar bij de Prinsehoef te Alphen in de grond? Dezer dagen ontdekten gravende kinderen op het erf van de hoef fundamenten. Al verder gravende kwam er een van bakstenen gemetselde keldertrap te voorschijn, die maar liefst uit zeven treden bestond en dus een aardig eind de grond inschoot. Is men hier wellicht gestuit op restanten van het historische Hof ter Brake, waarvan de historieschrijvers spreken, of heeft men te maken met fundamenten van een jonger, nog niet bekend gebouw? Nadere onderzoekingen zullen dit moeten uitmaken. Vast staat in ieder geval, dat wat daar in de grond zit, niet tot deze keldertrap beperkt blijft. Een voorlopige peiling wees uit, dat er ook doorlopende muren aanwezig zijn, die vermoedelijk een vierkant vormen met zijden van een meter of negen.

 

Tempelieren

Wat behelst eigenlijk dat Hof ter Brake, dat ook vermeld wordt als landhoeve Ten Braake? Volgens J.B. Krüger, die in het laatste kwart van de vorige eeuw schreef, betrof het hier een vroegere hofstede van de Tempeliers, die daarmee in 1100 door Hendrik II, heer van Breda, begiftigd waren. Nadat de "beruchte" ridderorde in 1312 door Paus Clemens V in de kerkvergadering van Vienne in Frankrijk ontbonden was, werd de hofstede bezeten door de Orde van Malta, die hier een kommanderij had met kapel. Deze kapel was toegewijd aan Johannes de Doper en werd rond het midden van de vorige eeuw afgebroken. Toen men bij die kapel tien jaar later opgravingen deed, vond men daar verschillende mensenbeenderen en "doodshoofden van een buitengewone grootte, naar men aanneemt overblijfselen van de Tempelieren", aldus Krüger.

 

Onder Nassau

Bij de kommanderij behoorden veel land en tienden onder Alphen, Oosterhout, Dongen en elders gelegen. Deze werden later door de heer van Breda bezeten, die ze door afzonderlijke rentmeesters deed besturen. Later behoorden deze goederen, als bezitting van het huis van Nassau, tot de nalatenschap van Willem III, koning van Engeland. Daaruit kwamen ze aan Willem Karel Friso, prins van Oranje. Dit gebeurde pas na 'n geschil tussen de ridder Fourneuse, die zich "kommandeur van de Braake" noemde, in naam van de ridderorde van Malta en de Raden der Domeinen, door de voornoemde koning van Gr. Brittannië nagelaten. Dit geschil werd bij verdrag beslist op voorwaarde, dat de heer van Breda aan de ridderorde van Malta, of wel in haar naam aan de zogenaamde kommandeur van de Braake, een jaarlijkse vergoeding zou betalen. Men weet op de cent af hoeveel dat was, nl. 3666 gld. 11 st. en 8 penn.

Oud-pastoor W. Binck van Alphen geeft in zijn "Omzwervingen in de Alphense prehistorie" als zijn oordeel, dat 't Hof ter Brake eens 't hart en het centrum van de bewoning van Alphen is geweest. Zoekend naar het versterkte herenhuis, dat Frank Engelbert in 709 aan St. Willibrordus schonk, gaan de gedachten van genoemde schrijver ook weer naar het Hof ter Brake uit. Hij baseert zich daarbij op de ligging en de sporen van twee grachten, in één waarvan veel scherven uit alle perioden zijn gevonden. Niets is er van de oude heerlijkheid overgebleven, weggevaagd is alle glorie der gebouwen, verzucht de pastoor, die er aan toevoegt, dat Van der Aa, die omstreeks 1840 schrijft, vermeldt dat in zijn tijd nog bouwvalresten te zien zijn geweest van de cellenkloosters der Tempeliers. Het hof der Maltezer ridders verdween, de kapel werd afgebroken en de verbouwde hoeve gesloopt...

 

Spoorloos

Ja, één ding was er toch overgebleven. Een schoorsteensteentje van hard terracotta. Dit werd ingemetseld in de buitenmuur van een pand op het gehucht Ter Over. Het stelde voor Judith bij haar bloedig werk in de tent van Holofernes, die zij - zoals bekend - het hoofd afsneed. Op een onopvallende plaats had de vervaardiger het jaartal 1560 vermeld. We wilden onlangs eens naar dit steentje gaan kijken. Het was spoorloos verdwenen...

Sinds een honderd jaar ligt in de buurt van de oude kommanderij nu de Prinsehoef, een naam, die na het voorgaande wel geen verklaring meer behoeft. Ze wordt thans bewoond door Gerard Hendriks. Het is een landelijk complex van hoeve met bijgebouwen, waaronder een grote, rietgedekte schuur als een ark van Noë op het land en een van het huis verwijderd bakhuisje, dat van oudere datum dan de boerderij zou moeten zijn.

 

Wel iets vermoed

Het is tussen dit bakhuisje en de zuidelijke zijgevel, dat de kelderresten gevonden werden, die nu weer nagenoeg geheel zijn dichtgeworpen al bleven er nog enige treden en wat muurstukken zichtbaar. Voor de bouw werden zg. kloostermoppen gebruikt, waarvan enige losse exemplaren aan de kant liggen. Gerard Hendriks vertelt, dat men eigenlijk altijd wel vermoed had, dat hier iets in de grond zat. Men is namelijk al vroeger, bij het laten zakken van de kelder van de Prinsehoef en het bouwen van een kelderraam - dat was een vijftien jaar geleden - op een stenen trap gestuit, eenzelfde als de nu gevondene. Hij zat onder de toen bestaande boerderijkelder. Hendriks vertelt trouwens ook, dat pastoor Binck en zijn mannen vroeger, hier vlak bij het erf, al een oud kerkhof hebben opgegraven, waarin zich 35 tot 36 kisten met skeletten bevonden, die alle keurig in rijen naast elkaar lagen. Onze zegsman heeft zelf aan de opgraving meegewerkt.

Ziende, dat we wel in de streek geďnteresseerd zijn, beschrijft hij, wijzend over de velden, met een arm een bijna halve cirkel. "Ziet u daar niet de laagte van het terrein in de vorm van een halve maan en daar plotseling die lichte verhoging? Daar heeft vroeger een gracht gelegen en die verhoging duidt op een later aangelegde weg." Die gracht is er onmiskenbaar geweest. De vader van onze zegsman, Gust Hendriks, heeft er nog een deel van gezien met water er in. Hij was het ook die dit laatste grachtdeel heeft gedempt. Nog altijd ligt daar die bodeminzinking als een stille getuige van eeuwen her.

 

Boom als vuilnisvat

Tot de verdwenen curiositeiten van de Prinsehoef behoorde eens een eeuwenoude lindeboom, die op een afstand van tien meter voor de boerderij stond. Dat was zo rond 1927. Die boom had een omvang van zeven meter. "Het was de dikste boom van heel Noord-Brabant", werd er gezegd. Men heeft hem gerooid omdat er gevaar bestond, dat hij nog eens op de boerderij zou vallen. Hij was namelijk helemaal hol en had lange tijd dienst gedaan als... vuilnisvat. "In dat hol zat wel een kar vol vuiligheid." "Wel jammer van zo'n boom!" Onze blijkbaar niet van humor of ironie gespeende zegsman repliceert met: "Ja, tegenwoordig zouden ze de boom laten staan en de boerderij afbreken." En dat is dan de veer die de windrichting tekent...

 

Intussen houden de keldermuren nog hun geheimen verborgen. Niet voor Gerard Hendriks, die er hier en daar de schop eens heeft ingestoken. "Ik weet wel wat er in zit: puin, allemaal puin van vroegere afbraak!" Is het afbraak van Ter Braake?...

 

PIERRE VAN BEEK