CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

 "Oranjebond" open voor publiek

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 20 april 1968

  

Jarenlang heeft er het bekende bordje "Verboden toegang" gestaan. Het is een gunstig tijdsteken, dat dit onlangs vervangen werd door het meer sympathieke groene bord met de twee poppetjes, een mannetje en een vrouwtje, en de éénlijnige suggestie van wandelen. Maar die poppetjes - men vindt ze in Tilburg o.a. bij de Warande - gaan ook vergezeld van het litanietje van de dingetjes, die wél en niet mogen. Het zijn de voorwaarden waarop het aangeduide terrein voor de recreatie van het publiek wordt opengesteld. Deze bordjes zijn nu ook verrezen bij de bossen van de voormalige "Oranjebond", thans eigendom van de Nederlandse Heidemaatschappij. Dat betekent de ontsluiting van een tot heden bij het ontspanning zoekend publiek niet alleen onbezocht, maar ook totaal onbekend gebied. In de contreien van Hilvarenbeek en Esbeek is "Oranjebond" evenwel een bekende klank. Daar is men er een halve eeuw mede opgegroeid. Het was immers al omstreeks het jaar 1900, dat deze naam vanuit Den Haag in het Brabantse land viel, daar waar de aarde nog "woest en ledig was" en haar weliswaar niet de wateren maar in ieder geval toch de heiden overdekten. Dit ietwat bijbelse beeld dient ruwweg gelokaliseerd te worden in het gebied tussen Hilvarenbeek, Esbeek, De Roovert, Thulden en de Belgische grens. Men bereikt het van meerdere kanten. Het eenvoudigst vanuit Hilvarenbeek door de Koestraat over het Hoog Spul, steeds over een asfaltweg tot daar, waar vóór een open hooischuur een kort klinkerwegje rechts afbuigt.

"Oranjebond van Orde" luidde bij de oprichting de wel heel nationaal klinkende officiële naam, die eigenlijk als een veer de windrichting tekende van de geest, waaruit hij was ontsproten. De bond was een "vrouwenvereniging" en werd opgericht door een aantal adellijke en aan diplomaten verwante dames, die zich o.a. tot taak hadden gesteld geld en goed te besteden aan beplanting der woeste verlatenheid in die uithoek van Nederland. Er werd jarenlang een landelijke "Stuiversactie" gevoerd en met die stuivers en de toen wel uiterst goedkope arbeidskrachten groeiden door de decenniën heen de jonge boompjes uit de kluiten. Maar de tijden veranderden en met hen de mensen, die wel een betere boterham wilden verdienen. De lasten stegen, de opbrengsten van de bosbouw waren niet navenant en zo achtte men het een jaar of vijf geleden dienstig het enorme complex, dat verscheidene honderden hectaren beslaat, te verkopen aan de Nederlandse Heidemaatschappij, die wel meer met dit bijltje gehakt heeft.

De "Oranjebond" is verdwenen uit de Beekse landouwen maar zijn naam leefde er voort. Daarvoor zorgen o.a. ook weinig fraai, in kleuren uitgevoerde, geglazuurde tegels tegen de voorgevel van de boswachterswoning, die fier en trots de woorden "Oranjebond van Orde" vermelden. Men heeft het erg mooi willen maken en blijkbaar een beetje rijk uit den hoek willen komen. Maar het is niet mooi, het detoneert in de omgeving. Mooi was volgens onze zegsman de boerderij, die een zestig jaar geleden op dezelfde plaats heeft gestaan doch die - zoals in het verleden reeds zovele afgelegen boerderijen - aan het vuur ten offer is gevallen.

 

Aardig hoekje

We hebben geen reden aan de appreciatie van onze zegsman te twijfelen, want ze wordt onderstreept door de thans nog aanwezige relieken. Dat zijn dan een bakhuisje, een open (weliswaar met cement besmeerde) put maar waarbij toch nog de putmik en wat daarbij hoort aanwezig is en dan zeker niet op de laatste plaats een paar kolossale koningslinden en de traditionele noteboom. Ook deze noteboom is zo enorm dik als we nooit eerder gezien hebben. U moet het zien als alles in het blad staat en de kronen een overhuiving vormen.

Bij ons bezoek zat de lengte nog onder de knoppen te dringen. Als u dit leest, is hij er al uitgebarsten. Het meeste loofhout staat nog kaal maar de berk veegt reeds zijn groen over de geëtste takken alsof er met een halfdroog penseel overheengestreken is. Het grote feest gaat beginnen. Maar het dennnenbos is altijd mild voor de mens want 't verliest nooit zijn tooi. Daarom is het daar zelfs in de winter heerlijk wandelen. De bossen van de "Oranjebond" zijn wel groot maar niet spectaculair. Volgens een kenner zijn ze zelfs eentonig en uit een oogpunt van bosbouw lang geen honderd procent. Wat malen u en ik echter om deskundige bosbouw. We nemen er die graag bij als het niet anders kan - voor schilderachtigheid zonder meer is de natuur nog altijd de beste meester!

We zouden kunnen wijzen op de merkwaardige hoge beplante wal, waar verwrongen knoeststammen om het bestaan vechten, direct gelegen achter de boswachterswoning. Toch wel uniek in deze omgeving. Men denkt aan de restanten van een weerwal. Volgens een zegsman betreft het hier een oude zandverstuiving. We zouden een grote sprong kunnen maken, ver weg, geheel naar wat men in Hilvarenbeek Roovertse Bergen noemt. Het is een zanduitgraving langs de Roovertsedijk, een geliefde, hoewel niet geheel ongevaarlijke (instortingen bij holen graven) speelplaats voor de Beekse jeugd. Het laatste water in de dalkommetjes zal wel spoedig verdwenen zijn. En ergens ligt nog een kunstmatig vennetje, dat we op onze laatste dooltocht zelf niet eens meer hebben kunnen terugvinden. Allemaal niet bijzonder - niet om over naar huis te schrijven.

 

Het accent

Het accent, dat wij op de bossen van de voormalige "Oranjebond" zouden willen leggen is - naast de uitgestrektheid - de stilte en de onberoerdheid. Ze hebben dat te danken aan hun afgelegen ligging en hun onbekendheid. In de toekomst zal daar die stilte hopelijk blijven, want er zijn een aantal dingen, die niet mogen. Op het terrein zelve worden geen auto's toegelaten, evenmin bromfietsen en ruiters. Ook spelende transistors zijn er taboe. Zo wordt de door lawaai geteisterde stadsmens tegen zich zelf beschermd. Wie dat niet wenst, moet er maar wegblijven, evenals degene, die zich niet wenst te houden aan de andere voorschriften, die betrekking hebben op vernieling en vervuiling van de natuur en roken voor brandgevaar. Het ligt blijkbaar in de bedoeling de rust de rust te laten en de zoekende en dromende mens tenminste ergens zichzelf te doen zijn, losgemaakt van en uitgeheven boven de dagelijkse beslommeringen maar op retraite bij zichzelf. Misschien gaat het - na het verschijnen van dit artikel - op een mooie zondag ineens wel stormlopen. Dit is voor ons geen reden deze woorden in de pen te houden. We zijn niet zelfzuchtig genoeg om wat wij meenden te ontdekken onder de korenmaat te houden. Bovendien bezitten we de overtuiging, dat de natuur voor wat zijn vrienden en zijn vijanden betreft hier wel selecterend te werk zal gaan.

 

Ontvankelijkheid

Er zullen nu ongetwijfeld nieuwsgierigen-zonder-meer komen opdagen. Zij zullen er nauwelijks iets zien. Omdat het meer beleefd dan enkel gezien moet worden. Het gaat om de innerlijke, subjectieve, zeer persoonlijke ervaring. Voor wie daarvoor openstaat, ligt het geluk overal. Hij zal hier urenlang kunnen dwalen door de dreven zonder een mens tegen te komen, zijn vreugden beleven aan de rulle zandwegen, die van ouderwetse zomers verhalen, de golvingen van het terrein, een open plek in het bos omdat er pas de bomen gekapt zijn en eens als brandsingel geplante witte berken die nu zo markant afsteken tegen de donkere dennen. Een eekhoorn speelt verstoppertje aan de achterzijde van een boomstam, een haasje huppelt, zich van geen kwaad bewust, met opgestoken oren voor hem uit op de weg, er wandelt een kleurige fazantenhaan langs de bosrand, er schiet een lawaaierige patrijs de lucht in, er zingt een merel zijn hoogste lied en als hij geluk heeft steekt er een verrast reeënpaar - altijd vóór en nooit achter hem - de dreef over. Alles - behalve het laatste dan! - echt niet zo uitdagend maar wel dingen, die het leven fleur geven in zachte pasteltinten. Maar dan moet je niet kleurenblind zijn!...

 

PIERRE VAN BEEK