CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Oude fabriek kan monument zijn

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 20 juni 1978

 

"Kan een oude fabriek een monument zijn?" Er zijn ongetwijfeld Tilburgers die - niet zonder enig scepticisme - zichzelf deze vraag wel eens hebben gesteld. In onze stad is deze vooral actueel geworden vóór, tijdens en na de afbraak van de fabriek van Pieter van Dooren op de Koningshoeven. Een antwoord wordt gegeven in een artikel in het jongste nummer van "Actum Tilliburgis", het tijdschrift van de Heemkundekring "Tilborgh", dat voor deze gelegenheid de titel "Industrie en Monument" heeft meegekregen. Drs. A.C.M. Kappelhof geeft hierin een nogal uitvoerige beschouwing over wat hij noemt de "Industriële Archeologie in Noord-Brabant". We hebben hier te maken met een jonge loot aan de archeologische stam én monumentenzorg, waarvan de ontwikkeling in Nederland en Noord-Brabant de laatste tijd in een stroomversnelling is geraakt zodat er binnen korte tijd een heel andere toestand kan zijn ontstaan. Verschil van mening bestaat er nog genoeg maar men schijnt het dan toch wel eens te zijn over het werkterrein. Daarbij komt men terecht bij de definitie van de Engelsman R.A. Buchanan. Volgens deze is industriële archeologie het opzoeken, opmeten en registreren en in sommige gevallen het conserveren van industriële monumenten. In Tilburgs licht bezien verdienen de woorden "sommige gevallen" en "conserveren" een onderstreping. Het gaat dus niet om het behoud van élke oude fabriek. Er is méér voor nodig dan alleen oud zijn.

De studie van Kappelhof dankt haar ontstaan aan de Contactdag Industriële Archeologie, die 20 mei in Geldrop werd gehouden door de Stichting tot Behoud van monumenten van bedrijf en techniek in het zuiden van ons land. Zij omvat dus een heel gebied en beroert in dit kader tal van interessante zaken. Voor Tilburg wordt daarbij o.m. herinnerd aan de "in ijltempo" afgebroken fabriek van Pieter van Dooren en daaraan wordt de conclusie verbonden, dat er sedertdien wel een en ander is veranderd. Op de Monumentenlijst werden inmiddels geplaatst: de Lancierskazerne van Willem II, beter bekend als de Beka-fabrieken, en het "Duvelhok", ook een oude textielfabriek, aan de St. Jozefstraat. Oisterwijk kreeg zijn spoorwegstation genoteerd.

De auteur komt tot de volgende conclusies: er dient op zo kort mogelijke termijn voor onze provincie een globale inventarisatie tot stand te komen. Op het onderhavige terrein zijn betere samenwerking en coördinatie dringend vereist om enige kans te maken bij de overheid. Huidige meningsverschillen dienen te worden bijgelegd. Nog méér aandacht voor de acquisitie van bedrijfsarchieven is hard nodig. Men moet daarbij geen afwachtende houding aannemen maar zelf op zoek gaan. De belangstelling voor de industriële archeologie stoelt op een nog te smalle basis. Derhalve moet men meer belangstelling bij het publiek wekken om voldoende vrijwilligers te krijgen voor inventarisatie, conservatie en documentatie.

 

De resterende bladzijden van "Actum Tilliburgis" neemt Martin de Bruijn in beslag met een artikel over "Aspecten van het Monumentenbeleid van Tilburg". Eigenlijk een soort aansluiting aan het voorafgaande. In dit kritisch gestelde artikel wordt stilgestaan bij de totstandkoming van de Tilburgse Monumentencommissie en de daartoe ontwikkelde initiatieven. De commissie kwam er, maar de initiatiefnemers meenden zich daarbij zó slecht ideëel gehonoreerd te zien, dat zij uiteindelijk in de raad tegen de commissie stemden. Zó gaat dat!

Inmiddels is er een gemeentelijke monumentenlijst. Daarop staan tien panden: negen in de "Bokhamer" (dat oude Tilburgse buurtje daar onder aan de westkant van het viaduct in de Ringbaan West en waarvan ook reeds verschillende panden op de landelijke lijst voorkomen). Verder nog het pand Goirkestraat 13. De auteur acht uitbreiding van deze lijst noodzakelijk. Ter illustratie daarvan voert hij het kleine pandje nummer 49 aan het Piusplein op; een 18de-eeuws huisje, opgedrongen tussen moderne bebouwing. Ook wij hebben een paar jaar geleden hierop al eens de aandacht gevestigd. Dit huisje staat op de sloopnominatie en het ziet er niet naar uit, dat dit voorkomen wordt. De Monumentencommissie heeft zich erover beraden en zich althans niet tegen de sloop uitgesproken. Uit andere voorbeelden blijkt, dat des schrijvers "begeestering" voor de commissie maar op een laag pitje staat. Dat geldt ook voor stedebouwkundige opvattingen in Tilburg.

 

Tot slot nog één opmerking. We kunnen ons voorstellen, dat de Heemkunde de "industriële archeologie" tot haar terrein rekent maar bij dit nummer komt toch de vraag op of het gros van de heemkundemensen hier zijn verwachtingen over de inhoud van het eigen orgaan vervuld ziet. Maar ja, deze aflevering, die met een tiental foto's van J. Brieffies is verlucht, kwam tot stand door "een samenloop van omstandigheden". Dat zegt een "Ten geleide". Daar houden we het dan maar op!

 

PIERRE VAN BEEK