CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

"Goolse tram" betaald met Belgisch geld

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 4 november 1975

 

"Eigenlijk ben ik beschaamd, dat deze lijn geheel met Belgisch kapitaal tot stand moest komen en dat in een streek als deze het geld in buitenlandse ondernemingen wordt gestoken." Dit zei Tilburgs burgemeester G.R.C.M. Raupp op een feestdis in "De Souvenir" ter gelegenheid van de ingebruikstelling van wat in de toekomst in de volksmond "de Goolse tram" zou heten. Doelde onze magistraat op beleggingen in "Russen", papiertjes die misschien thans nog wel ergens in Tilburg "gekoesterd" worden in de ijdele hoop nog ooit centen te zien voor wat in 1917 als vodjes werd weggevaagd? Na deze kritische noot was het al optimisme wat er uit de mond van de verschillende sprekers te beluisteren viel op die voor Tilburg en een drietal dorpen onmiskenbare belangrijke dag van de openstelling van de stoomtramlijn Tilburg-Goirle-Hilvarenbeek-Esbeek. Die dag was 23 september 1907. Andere data, welke wij in minstens twee publicaties aantroffen, zijn derhalve gegarandeerd fout. "Maatschappij der Hollandsche Buurtspoorwegen" luidde de officiële naam van de onderneming. In het Frans schreef men graag: Vicinaux Hollandais. Een goede kwart eeuw heeft de Goolse tram in een behoefte voorzien, leven en ook kleur gebracht in plaatsen, die hij bediende. Maar in 1934 was dan toch zijn laatste uur geslagen. Tot in 1937 zouden echter rails de herinnering levend houden aan de dagen van zijn glorie.

 

Het baantraject besloeg bij de opening een lengte van 17 km. Er kwam bij de aanleg nogal wat kijken, want er moest een route worden aangelegd langs rijks-, provincie- en gemeentewegen. Men kwam echter toch in een half jaar klaar. Het traject door Tilburg zag er als volgt uit: Station Tilburg, Heuvel oostkant, Piusplein, Van Gilsstraat, Varkensmarkt, Nieuwstraat, Korvelseweg, Korvel. Op de Heuvel wrong zich de tram door een smal gangetje tussen twee hoge herenhuizen naar het Piusplein. Beide panden werden in 1913 afgebroken om plaats te maken voor de latere Julianastraat.

Oorspronkelijk ging onze tram door het verlengde deel van de Nieuwstraat, dat de niet zo fijngevoelige volksmond algemeen placht aan te duiden met een weinig welriekende betiteling, verbonden aan de naam van een eerbare winkelierster ter plaatse. De tram kwam dan uit tegenover de Capucijnenkerk en café Fons Jongen. In latere jaren werd dit trajectdeel omgelegd door de Korvelse Dwarsstraat. Over een speciaal daarvoor aangelegde "dijk" tufte de tram - na de Laarstraat - achter hoge eikebomen aan de westkant van de nieuwe Goirleseweg naar Goirle. Daar reed hij door de hoofdstraat, Tilburgseweg, destijds populair "de Kaaien" genoemd vanwege de keibestrating.

In Goirle kroop hij weer door een eng pijpje met een gevaarlijke hoek tussen het muurtje van de St. Janskerk en het woonhuis van smid Jan Croonenburg door, het hellend dal van de Ley tegemoet. Een extra zware stalen brug, waaraan de Goolse smid Jan Hoogendoorn ook zijn beste krachten had gewijd, zorgde voor de overtocht van de beek. Het Leydal vergde een nogal vrij hoge dijk, die ten slotte uitmondde op de Beekse Dijk. Ook daar waren voor de tram extra voorzieningen rechts van de weg getroffen.

Eerste halte te Hilvarenbeek vormde het boerencafé Den Hemel, sinds lang verdwenen. Het lag tegenover het huidige, moderne café-restaurant dat dezelfde naam draagt. Van hier af werd spoedig de Vrijthof van Beek bereikt aan de noordkant van het plein, echter niet zonder een paar gevaarlijke hoeken gepasseerd te zijn. Dwars door de hei ging het daarna naar Esbeek-Dorp. De geplande doortrekking van het baanvak Esbeek-Belgische grens werd eerst op 1 mei 1909 een feit.

 

Groot vertoon

Nadat de tram een week van te voren een proefrit had gemaakt, geschiedde op 23 september 1907 met veel vertoon de officiële opening van de lijn Tilburg - Esbeek-Dorp. Zo'n vijftigtal genodigden uit Nederland en België nam daaraan deel. Het feest begon des morgens om 10 uur aan het Tilburgse station. Daar stond de nieuwe lokomotief van Backer en Reub uit Breda, versierd onder stoom met achter haar twee rijtuigen. Een blauwe salonwagen voor de 1ste klas en een soberder rijtuig voor de 2de klas. Machinist op de "eretram" was C. de Jong, de "oudste en de beste" onder de collega's. Als conducteur fungeerde Louis van de Pas, een figuur die later grote populariteit bij de clientèle van de Goolse tram zou verwerven. Bij het verlaten van de dienst begon hij het nieuwgebouwde café De Korenbloem aan de Bredaseweg te Tilburg, in de dagen dat de Ringbaan West richting noord niet meer was dan een zandige akkerweg.

Namen van autoriteiten laten we maar achterwege. Wel willen we iets laten proeven van wat er bij al die gelegenheids-"spietserij" aan optimisme ten beste werd gegeven in de uitbundigheid van de feestvreugde. Het gedelegeerd lid van de Hollandsche Buurspoorwegen A. van Ingelhem krijgt van ons de eerste prijs. Te Goirle sprak hij de wens uit, dat men daar nu voortaan wel van "stad" in plaats van over "dorp" zou spreken... Tijdens de gemeentelunch te Hilvarenbeek hoopte genoemde heer, dat Beek - dankzij de tram - zou uitgroeien tot een gemeente van 40.000 inwoners...

Overal waar de tram zich vertoonde, was het enthousiasme der bevolking groot. Er waren versieringen, opschriften, borrels, welkomstwoorden en dankbetuigingen, ovaties en muziek. Kortom de hele reutemeteut, die zo'n gebeurtenis wettigt. In Goirle stopten de fabrieken zelfs een poosje.

 

Daar gaat-ie!

En toen dit alles achter de rug was, de officials des avonds "in opgewekte stemming" vanuit de Tilburgse "Souvenir" naar hun woonplaatsen togen (wij citeren met die stemming de verslaggever, die het echter zonder de aanhalingstekens deed), kregen de volgende dag de kandidaatreizigers gelegenheid hun tram te testen met hun eerste rit. Op 20 september had de Maatschappij die mogelijkheid al per advertentie aangekondigd. De tram reed vijf keer per dag Tilburg-Beek v.v. en Tilburg-Esbeek v.v. vier keer daags. Niet gek, vindt U wel?! Via een grote advertentie vestigde de directie de aandacht op de mogelijkheid tot een bezoek aan De Utrecht te Esbeek, o.a. met de woorden: "Thans is de stoomploeg werkzaam, zeer interessant voor ieder, die belangstelt in beploeging van woeste gronden. Vier maal daagse gelegenheid per tram naar Esbeek en terug."

Waar is die tijd gebleven! Aanvankelijk ploegde men op De Utrecht met ossenspannen. Het bekende kruispunt van vijf wegen op het landgoed wordt nog wel "de ossenstal" genoemd omdat daar de ossen eens gestald stonden. Dat stoomploegen betekende echter een nieuwigheid van je welste. Daarbij werden twee stoommachines gebruikt, die de ploeg over een kabel heen en weer trokken. Duitsers voerden dit werk uit. Ze leven bij de oudste generatie van Esbeek voort om hun liefde tot de Hollandse jenever. "Ze lustten er wel soep van", aldus een zegsman...

 

Even rekenen

Een Tilburger, die zich "Wandelaar" noemt en een aantal maanden na de opening van de lijn het baanvak eens wilde bezichtigen, deed de volgende ontdekking. Kaartje Goirle-Beek vanaf kerk kost 15 cent. Vanaf Jans Ansems (eerste halte Goirle) naar Beek 25 cent. Kaartje richting Tilburg zowel vanaf kerk als vanaf Ansems naar station Tilburg kost 15 cent. De vijf minuten (lopend) van Ansems naar de kerk komen derhalve op een dubbeltje. Hij vindt dat maar een rare manier van "landmeten". Daarom maakte hij nooit een uitstapje naar Beek... In het algemeen vond "men" de tram nogal duur! Er werden nadien wel speciale kaartjes voor vrijdagen en marktdagen ingevoerd maar van een directe tariefverlaging waarop de handelsvereniging Tilburg aandrong, wilde de maatschappij niet weten.

De "primeur" van het eerste ongeluk deed zich voor op de mistige avond van 7 november 1907 achter op de Korvelseweg bij de halte van Van Gorp. Conducteur André Beeris, die op de Hasselt woonde, wilde van het 1ste klas rijtuig naar dat van de 2de gaan om het stopsein te geven. Tussen de twee wagons bevond zich geen lijnrechte verbinding, als gevolg van de afwijkende plaatsing van de banken in beide rijtuigen. Mede misleid door de mist stapte hij boven de buffers mis en viel tussen de rails en onder de wielen. Na alarm reed de tram nog honderd meter alvorens de machinist kon stoppen. Het rechterbeen van de conducteur werd boven de enkel geheel verbrijzeld, afgezien nog van enkele lichte kneuzingen. Beeris was 14 jaar bij de maatschappij in dienst, gehuwd en had zes kinderen.

 

Kind doodgereden

Grote indruk in Goirle maakte het ongeluk, waarbij aldaar het bijna 8-jarige knaapje Jantje Smulders op 21 mei 1917 beide benen werden afgereden. Het jongetje stierf nog dezelfde dag in het Tilburgse ziekenhuis. Dat de tram ergens uit de rails liep, kwam nogal eens voor. Bij zo'n deraillement op de scherpe hoek van de Korvelseweg en de Korvelse Dwarsstraat reed hij pardoes de woonkamer van bakker Van Pelt binnen en nam de hele hoek van het huis mee.

Jarenlang heeft "onze" tram zich in grote populariteit mogen verheugen. De aankomst in de dorpen betekende iedere keer weer een attractie. Mensen, die niets beters wisten te doen of erg nieuwsgierig waren uitgevallen, hadden het "naar de tram gaan kijken" bij zijn aankomst tot een meermalen daags beoefende cultuur ontwikkeld. Men wilde wel eens weten wie "op reis" ging of op reis geweest was. In de dorpen kende immers ieder iedereen. Goirle bv. had in 1910 nog maar net 3000 inwoners...

Men mocht trots zijn op de tram. Hij had immers geen sjieke eerste klas met rode pluche zitplaatsen, lagen er des winters in de wagons geen grote warmwaterstoven voor de koude voetjes en staken bij het invallen van de duisternis de conducteurs niet netjes één voor één de petroleumlampen aan zodat men kon zien wat men zei?...

 

Conducteurs

Die conducteurs kondigden ook de zomer aan. In die zin, dat zij dan hun zware, donkere uniformen voor lichte katoenen pakken verwisselden. Namen van die conducteurs? Behalve de reeds twee vermelde noemde men ons Kees de Lange die in de Leliestraat woonde en met een Beekse getrouwd was, en ook nog een zekere Pasveer. Op het traject Esbeek-Hilvarenbeek kregen ze, voor vijf cent per rit, regelmatig met uitgelaten schooljeugd te maken, die een lied op het pas uitgevonden margarinemerk "Lotus" tot plaatselijke hymne scheen verheven te hebben. Dat klonk dan zo:

O margarien, die nagemaakte boter

O, margarien, de omzet wordt steeds groter

O, margarien, blijf jij nog lang bestaan

Dan zal de echte boter naar de bliksem gaan.

Het ging in die dagen allemaal gemoedelijk. Zo kon het gebeuren, dat op zekere dag bij Den Hemel in Hilvarenbeek de tram vertrok terwijl de conducteur aan de toog nog rustig aan zijn borreltje nipte. De geschiedenis vertelt, dat de tram een heel stuk achteruit terug moest rijden om de baas op te halen...

 

De tram speelde herhaaldelijk een rol in plaatselijke revues en cabaretvoorstellingen. Kort na de openstelling van de lijn gebeurde dat, in positieve zin, waarbij o.a. Van Gend en Loos en het voermanswezen maar direct naar de maan verwezen werden. Latere generaties bezongen hem in meer negatieve zin zoals bv. in 1931 in de revue "Hoera, we leven nog". Daar luidde het:

De Goolse tram, dat is me voor Gool een groot gevaar.

Hij kijkt gewoon naar niemand, rijdt alles in elkaar.

Hij rookt, hij stookt, hij stoomt maar, hij rijdt gewoon maar raak.

En zet heel Gool als ie komt finaal in enen blaak.

 

Fikkie

Ja, de tijden veranderen, zoals de ouden zeiden, en de mensen met hen. Men zou ons zeker aan de jas trekken als we geen melding maakten van het factotum, het manusje-van-alles van de Goolse tram. "Fikkie", alleen in de Burgerlijke stand van Beek bekend als Willem Smulders. Hij gooide met grote toewijding de krantepakken en andere goederen uit de bagagewagen, schrobde de beestenwagens schoon en knapte tal van andere klusjes op. Een tram zonder Beekse Fikkie er in was eigenlijk niet kompleet. Zijn verschijningsvorm trok in meer dan één opzicht de aandacht en droeg mede bij tot de populariteit van deze kleine sympathieke vrijgezel. Hij mocht dan met zijn tram opstaan - mee naar bed gaan deed hij niet. Daarin was de tram in de Tilburgse remise hem vaak voor. Maar dat maakte voor Willem niets uit. Hij zag er geen been in om, in het holst van de nacht, te voet van Tilburg over Goirle naar Beek te marcheren. Door het pikkedonker want hij had de wijde hemel en de sterren lief.

Hoe verknocht hij aan zijn tram is, ervoeren we nog enige jaren geleden toen hij ons, op de Vrijthof te Beek, vol trots verklaarde: "Ik ben nog altijd bij de maatschappij." Op onze vraag waaruit zijn werk dan bestond, verklaarde hij: "Ik verkoop dienstregelingen..." Fikkie werd toen verpleegd in het bejaardentehuis van zijn woonplaats. Als men niet vergeten heeft ons in te lichten, leeft hij daar nog. Hij moet dan de leeftijd der sterken zeker bereikt hebben...

 

Sic transit

We zeiden het hierboven al, dat de tijden veranderen. Ook voor de tram, die concurrentie kreeg van het autobusvervoer. Ge kunt natuurlijk niet schrijven, dat de Hollandsche Buurtspoorwegen haar "Goolse tram" aan de wilgen hing maar verdwijnen deed hij wel. Dat gebeurde 15 september 1934. Volgens de concessievoorwaarden was de maatschappij verplicht de rails op te ruimen en de weg weer in goede staat te brengen. Daar kwam voorlopig niets van want de Hollandsche Buurtspoorwegen was intussen overgegaan naar de BBA. Oud ijzer was niets waard en voor herstel van het wegdek ontbraken de centjes. Tot 1937 vormden de rails in onze stad, hoewel men de richels wel eens met teer volgegoten had, een gevaarlijk obstakel, vooral voor fietsers. In genoemd jaar wierp echter in de oud-ijzerhandel Wereldoorlog nummer II al zijn schaduw vooruit terwijl wij allemaal nog rustig gingen slapen. De schrootprijzen vlogen de hoogte in met het gevolg dat die oude rails nog even zes ton (f 600.000) opbrachten. Alles wat aan de tram, die zovele jaren in een behoefte had voorzien, herinnerde, was nu verleden tijd geworden. In een nostalgische periode als de hedendaagse kunnen alleen de oudere generaties zich nog vermeien in vergulde herinneringen van hoe het eens was en ook wel niet was. Dat gaat zo met herinneringen...

 

PIERRE VAN BEEK