Molenschot bezit eeuwenoude kapel
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 26 oktober 1973
Wie in
staat is een halve eeuw terug te blikken en een
vergelijking te maken tussen toen en nu, komt - na vele
tochten door het Brabantse land - op zeker moment voor
de vraag te staan: Zijn er nog wel kleine dorpen?
Plaatsen, welke eens het odium droegen van
negorij-bij-uitstek te zijn, waar de tijd stilstond en
de wereld met krantepapier was dichtgeplakt, blijken in
de naoorlogse jaren geducht uit de kluiten gewassen. Men
is er aan het industrialiseren geslagen ten bate van de
economische vooruitgang en ten koste van eigen karakter.
Het resultaat blijkt vaak: te groot voor servet en te
klein voor tafellaken, plus vervreemding van het
oer-eigene milieu. Op zoek naar het oer-eigene kunt ge
in tal van dit soort dorpen - al zijn er dan ook
gunstige uitzonderingen - eigenlijk niet meer terecht.
Een verademing betekent het dan wel eens er in een grote
boog omheen te draaien om in bijbehorende buurtschappen,
gehuchten of kerkdorpen tóch weer het oude land te
ontdekken. Als de ruilverkaveling er tenminste geen huis
heeft gehouden. Wie alles geconsumeerd heeft wat
toeristische industrie ingeblikt ter tafel brengt, zich
daaraan heeft zat gegeten en... er zichzelf in verloren
heeft, moge dit simpele recept worden aanbevolen. Het
betekent de terugkeer tot de bron en het hervinden van
zijn verloren ik. Tenminste voor degene wiens huid niet
te dik is!...
De
hierboven geventileerde gedachten vormden de neerslag
van een "expeditie" buiten de dorpskom van Gilze. Wat
evenwel niet inhoudt, dat Gilze daardoor meteen nu ook
model staat voor de oprispingen van onze inleiding. Het
tegendeel is zelfs waar. Juist Gilze valt op die manier
niet te typeren omdat het wél karakter bezit, met
wortels in een diep liggende historie. Het komt daar
onder verschillende namen voor, waarvan Gillelijela in
een stichtbrief van de abdij van Thorn van 992 wel de
mooiste is.
Ongekunsteld
Van
oudsher heeft Gilze een sterk agrarisch karakter gehad
en het verraadt dit nog steeds in ver buiten de kom
liggende buurtschappen met twee kerkdorpen. Die twee
kerkdorpen zijn Hulten en Molenschot. En om van de
buurtschappen de voornaamste te noemen: Vossenberg,
Berkeind, Heikant aan de oostkant. Wellenseind en
Bolberg in het zuiden. Langereit, Horst, Biestraat,
Verhoven en Raakeind in het westen. In het noorden ten
slotte Nerhoven, niet te verwarren met de buurtschap,
waarvan de naam alleen met een beginletter verschilt.
Deze
gehuchten zijn niet tot de eer van de toeristische
altaren verheven. Hun verdiensten schuilen daarin, dat
zij met hun willekeurig neergeplante boerderijen, de
uitgestrekte, daar omheen liggende akkers en weilanden,
het agrarische karakter duidelijk accentueren. Wijd
waart hier de blik over de groene velden, wijd ook staat
de hemel er boven. Het is alles imponerend en van een
ongekunstelde, volkomen natuurlijke schoonheid, die de
ziel onbewust tot luisteren dwingt. En het is niet
zonder weemoed, dat ge u afvraagt hoeveel grootser het
landschapsbeeld hier moet geweest zijn toen de nieuwe
autoweg naar Breda, die er aan de noordkant van Gilze
dwars doorheen gaat, nog geen afbreuk aan de
onberoerdheid en de rust deed.
Gilze's
buurtschappen zijn rijk aan oude boerderijen en schuren
met strooien daken. Eigenlijk moeten we zeggen:
restanten van zulke boerderijen. Ge vindt er nauwelijks
één, die niet totaal verknoeid is onder het motto: "Maar
wij moeten er wonen!"... Een vleug van hun landelijke
adeldom van weleer is er toch nog vaak blijven hangen,
juist genoeg om te kunnen treuren om wat er verloren
ging... Er bevinden zich boerderijen onder van honderd
tot driehonderd en méér jaar oud.
Monument
Gelukkig
heeft Monumentenzorg geen verstek laten gaan bij de
voormalige kerkschuur bij de dorpskom, hoek Alphense
Baan achter de woning van J. Oomen. Een juweel van een
langgerekte schuur met een sierlijk golvend rieten dak
en een orgie van kleur in de stenen muren. Die muur
draagt het jaartal 1647. Ofschoon Gilze's dorpskom ligt
ingebed in het agrarische land, bezit de gemeente ook
veel natuurschoon in de vorm van bossen. Een deel van de
befaamde "Chaamse" bossen neemt het zuidelijk deel van
haar territoir in. In het westen beroept het zich op het
landgoed Valkenburg en in het noordwesten op de bossen
van de Molenschotse heide.
Argeloos
Molenschot is één van de twee kerkdorpen der gemeente.
Een typisch landelijk geval met als centraal punt de St.
Annakapel op een driehoekig pleintje, geflankeerd o.a.
door de parochiekerk en pastorie. Veenstraat,
Broekstraat, Kapelstraat en Schoolstraat - ze vinden
elkaar allemaal op het intieme pleintje. Molenschot ligt
slechts weinige kilometers van de Bredaseweg verwijderd.
Maar ge moet net doen of ge dat niet weet en het door de
"achterdeur", dat wil zeggen komende van Gilze,
binnenvallen om het op heterdaad in zijn isolement en
zijn gewone doen te betrappen.
Misschien moet ge wel lang wachten voordat er iemand
voorbijkomt, die ge een inlichting kunt vragen. Van het
hondje, dat er rondsnuffelt en ten slotte besluit een
pootje op te heffen tegen de beukenheg rond de kapel,
wordt ge niet wijzer. Er loert ook niemand achter een
gordijntje. En toch hebt ge het gevoel of er ogen in uw
rug priemen als ge méér dan gewone belangstelling voor
de kapel aan de dag legt. Er wordt ergens gedacht: "Wat
moet die vreemde vent daar?"... Geen Molenschottenaar,
die op een doodgewone dag als het geen St. Anneke is
naar zijn kapel gaat kijken!...
16de-eeuws
Deze St.
Annakapel hebben we "het enige gave monument" van
Gilze-Rijen horen noemen. En de kerkschuur van 1647
dan?... Van der Aa maakt bij Molenschot melding van een
kapel, die "volgens oorkonden" uit de 9de eeuw zou
stammen. Jongere geschiedschrijvers durven daar
blijkbaar niet aan. Daar lezen we alleen, dat de
bewoners van Molenschot in het midden van de 16de eeuw
een kapel laten bouwen. Aanvankelijk was zij toegewijd
aan de H. Maagd Maria doch later kreeg Moeder Anna de
voorkeur. In de 80-jarige oorlog (1627) liep die kapel
zware averij op. Vele jaren was zij aan verval
prijsgegeven daar geld voor herstel ontbrak en de tijd
er trouwens ook niet naar was omdat de protestanten de
lakens in Brabant uitdeelden. In 1816 was de wind om.
Negenenvijftig rond de kapel staande bomen werden
gerooid en met de opbrengst hiervan kon de kapel uit
haar ruïne herrijzen. Tijdens de Belgische Opstand van
1830 en volgende jaren gebruikte de Rotterdamse
Schutterij de kapel als wachthuis. Daaronder kreeg ze
weer veel te lijden.
Restauratie
Een
grondige restauratie onderging zij in 1842. We lezen
ergens, dat zij toen o.a. haar torentje gekregen zou
hebben. Wat dan niet klopt met G. Schraauwens
"Beschrijving van het dorp Gilze" (1828), die daar
spreekt van het klokje in het torentje, dat gebarsten
is.
Sedert
1842 werd er eens per jaar, op de feestdag van St. Anna,
een H. Mis opgedragen en kwam de pastoor van Gilze er
van tijd tot tijd preken want Molenschot had nog geen
eigen pastoor. In 1852 echter werd Molenschot tot een
van de parochie Gilze afhankelijk rectoraat verheven.
Van toen af aan konden de gelovigen in hun kapel iedere
zondag de Mis bijwonen. Een uitkomst, want Molenschot
ligt een heel eind van Gilze's parochiekerk verwijderd.
De nu geasfalteerde weg zal in die dagen ook wel niet te
best geweest zijn. Het zou nog tot 1855 duren alvorens
Molenschot een zelfstandige parochie werd. Tot 1887
diende de kapel als parochiekerk. In genoemd jaar nam de
tegenover de kapel gebouwde huidige kerk die taak over.
De kerk had echter aanvankelijk bescheidener afmetingen.
In 1953 werd zij vergroot met twee zijbeuken.
Bedevaart
Lang van
te voren had de kapel zich tot een druk bezocht
bedevaartsoord voor plaatsen tot in de verre omgeving
ontwikkeld. Op wat voor gebedsverhoringen daar o.a.
gehoopt werd, verklappen misschien de versregels, welke
ons van kinds af aan zijn bijgebleven: "En dan gaan we
naar St. Anneke, Al voor een ander manneke"... Sindsdien
hebben wij altijd met de mening rondgelopen, dat de
jeugd zich in devotie niet onbetuigd liet... Alleen dat
"ander manneke" kunnen we niet zo best plaatsen!
De
huidige St. Annakapel is het resultaat van de jongste
restauratie. Ze doet het met haar kittig torentje goed
in de schaduw van drie eiken en een beuk en in de
omarming van een ouderwetse beukenheg, welke de
afsluiting vormt van het oude kerkhofje. Ze liggen hier
knus bijeen die Molenschotse doden. Vooral ook
ongestoord sinds de vrees voor overgraving, die een paar
jaar geleden beroering deed ontstaan, geweken is door de
ingebruikname - dit jaar - van een geheel nieuw kerkhof
op een hoog gelegen akker aan de Veenstraat. Nog slechts
één dode heeft daar zijn rustplaats gevonden.
Weldadig
Molenschots kapel is vrij groot van afmeting, weldadig
van lijn en kleur in het eerbiedwaardige muurwerk, dat
door steunberen aan weerskanten gestut wordt onder een
schuin dak van grijze Hollandse pannen. Opvallend is de
voorgevel met een uit de toon vallende klassiekerige
hoofdingang. Een onder het torentje overgebleven
akkoladeboogje van een dichtgemetseld raampje
vertegenwoordigt er weer een ander stijlelement. Er is
in de loop der jaren nogal aan de kapel geknutseld. Dit
neemt echter niet weg, dat zij een waardevol monument
vormt, waar ge graag bij mediteert. We dachten, dat
Moeder Anna(?) dat ook doet vanaf haar met klimop
begroeide rots tegenover het ijzeren toegangshek, dat
een "Zij rusten in vrede" uitspreekt.
Een
belangrijk element bij de bepaling van de sfeer rondom
de kapel vormt de oude boerderij annex café "De drie
Linden" op de hoek van de Broekstraat. Naar de herkomst
van de naam behoeft ge niet te raden, want die linden
staan er nog altijd. "Eindelijk nog eens een echt
ouderwetse boerenherberg!" denkt ge, "waarbij alleen de
voerbak voor de paarden ontbreekt"... Ge wilt er zó
binnenstappen. Helaas, de schijn bedriegt. Het café
bevindt zich in een moderne aanbouw achter de boerderij.
En het is daar, dat ge achter een pilsje troost moet
zoeken voor een verloren illusie...
Bossen
Een
groot deel van het gebied van Molenschot wordt in beslag
genomen door de bossen van de Molenschotse Heide. Deels
prachtige dennebossen, die noordwaarts oprukken tot aan
de oude weg Breda-Tilburg. Zij kenmerken zich vooral
door de sterke geaccidenteerdheid van het terrein, die
haar tot een golvend heuvelland maken, waar de bezadigde
wandelaar maar ook de ravottende jeugd volop aan haar
trekken komt. Voor zover ge tenminste niet te maken hebt
met verboden militair oefenterrein. Vanaf de Bredaseweg
valt dat wel vast te stellen. Wie echter vanaf de
zuidkant, bij de uitgebreide camping "Heidelust"
binnendringt, komt voor verrassingen te staan.
Waarschuwingsborden ontbreken hier en als ge u dan
verlokken laat door mysterieuze weggetjes langs woeste
complexen, dán kan het u overkomen, dat ge bij de
uitmonding van zo'n weggetje op een hoofdweg pas tot de
ontdekking komt op "verboden terrein" te hebben
rondgezworven.
De
Molenschotse Heide wordt aan de zuidwestkant begrensd
door de oude verbinding met Gilze, de Molenschotse Dijk.
Een deel hiervan blijkt het prototype van een echte
ouderwetse Brabantse zandweg: veel mul stuifzand en een
smal fietspad tussen ruige bermbegroeiing. Herinnering
aan een welhaast feodaal tijdperk, waaraan de nieuwe
tijd achteloos is voorbijgegaan. Niet meer in gebruik
zijnde gedeelten van het door de Duitsers aangelegde
vliegveld, een in de lucht geblazen betonnen bunker of
stelling van het afweergeschut, leunen er aan de
noordkant tegenaan, zodat ge er zonder er op berekend te
zijn - bij slechts weinige schreden terzijde van de dijk
- plotseling voor een geasfalteerde, buiten dienst
gestelde startbaan staat.
Het
ging voorbij...
Puinblokken van gewapend beton, ondergrondse spelonken
en asfaltbanen door de bossen... Trieste herinneringen
aan grote activiteiten in trieste tijden. Maar nu
woekert het onkruid over de relieken. Klandestiene
stortplaatsen van vuil, daar waar eens het grote geweld
tempeestte, getuigen zwijgend van betrekkelijkheid en
hoe het al voorbijgaat. Zó zagen wij de Molenschotse
Dijk, die geen enkele pretentie heeft en zich alleen
maar verbazen kan, dat bij even in zijn slaap werd
gestoord. Hoewel de bewoonde wereld ver lijkt, is dit
slechts schijn. Na het verlaten van de bosrand loopt de
Dijk tussen wei- en akkerland, over de nieuwe autoweg
Tilburg-Breda heen, naar het gehucht Verhoven. Via de
Ridderstraat komt ge dan weer in de kom van Gilze
terecht, na een landelijke odyssee, waaraan elk
traditioneel toerisme met verplichte nummers vreemd
is...
PIERRE
VAN BEEK