CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Legenden leven voort in Postelse bossen

Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 30 augustus 1973

 

De mens boetseert het oppervlak van de aarde en verandert haar aanschijn. Dat realiseerden wij ons dezer dagen weer eens toen we rondzwierven langs een deel van de deze zomer volledig in bedrijf genomen Europaweg E3. Ons interesseerde daarbij speciaal het traject, dat op Belgisch gebied de Postelse bossen doorsnijdt, waardoor 500 ha ten noordwesten van de weg van het overige deel, waarin de befaamde abdij ligt, werd geïsoleerd. Met name wilden we wel eens zien hoe Postel deze amputatie heeft ondergaan... Of Postel nog altijd Postel gebleven is en het geronk van de autobaan niet de klanken van de beiaardtoren en het "eeuwige zingen" van de bossen overstemt... Het is waarachtig niet tegengevallen! Wat er dan ook veranderd mag zijn, Postel heeft zijn identiteit bewaard. Daar is hard voor gestreden met als resultaat, dat de E3 (voorlopig??!) te Postel geen oprit heeft gekregen. Daar zit nog altijd de stop in het spongat van de autobaan. De dichtstbijzijnde opritten kunt ge pas vinden tussen Retie en Arendonk en - voor wat het Nederlandse deel betreft - te Eersel. Toch heeft de komst van de E3 bijgedragen tot een verdere ontsluiting van het Postelgebied, die ook voor Tilburg en omgeving niet zonder betekenis is gebleven. Postel is namelijk een dikke tien kilometer dichter bij Tilburg gekomen en er zijn toeristische rondritten over prima asfaltwegen mogelijk geworden. Wij zullen die aanduiden en tegelijkertijd grijpen we de gelegenheid aan nog eens een duik te nemen in de "mysteries" van de Postelse bossen. Als gewoon toerist komt ge ze nooit tegen tenzij ge er door een ingewijde met de neus wordt opgedrukt. Zulke ingewijden, die het allemaal weten, lopen er echter niet zoveel rond. Maar laten we het eerst nog eens over die E3 hebben!

 

Er is rondom Postel heel wat gebeurd. Ook op Belgisch gebied werd de weg van Reusel naar Postel voorzien van een asfaltdek. Over een fors viadukt kruist deze kortste verbinding Tilburg-Postel de E3. Wie het vroegere gemartel over de abominabele zandweg heeft gekend, kan zijn ogen niet geloven als hij, als op veren voeten, per auto Postelwaarts glijdt. De beruchte keiweg van Eersel naar Postel is reeds eerder verleden tijd geworden. De Tilburger, die een ordentelijke weg voor zijn auto prefereerde, koos in het verleden zijn weg via Poppel, Arendonk en Retie. Dat betekende 45 km. Via Reusel is die afstand thans met zeker 10 km bekort. In Postel hebt ge dan de keuze tussen twee verschillende terugtochten over steeds prima verharde wegen nl. de route over Arendonk of die over Eersel en de Kempenbaan. Elk van de drie aangegeven wegen bezit zijn eigen bekoringen. Het is moeilijk voorkeur aan te geven want natuurschoon vindt ge er overal.

 

Imponerend

Wat de E3 betreft: als deze het Postelse gebied in de richting Eindhoven verlaat, ploegt hij zich ook nog eens door de Hapertse Hei, die overigens méér uit bos dan hei bestaat. Deze "hei" vormde eens één aansluitend gebied met dat van Postel en ook dit ziet zich in twee stukken gesneden. Een viadukt zorgt er weer voor de verbinding. Ge kunt dit alles betreuren maar niet te ontkennen valt, dat de nieuwe "autostrada" met alsmaar bossen aan beide kanten een imponerende indruk maakt. Vooral als het verkeer er niet zo intensief is, ondergaat ge dat sterk. En zó beleefden wij het in de periode, dat alleen nog de rijbaan Antwerpen-Eindhoven was opengesteld.

Tegen de Postelse bossen aan de ene en tegen de Hapertse Hei aan de andere kant bevinden zich twee grenskantoren, respectievelijk voor de zuidelijke en de noordelijke rijbaan. Zij staan aan de Belgische kant aangeduid als B.T.W.-kantoor. Het zuidelijke kantoorcomplex vonden we reeds vóór de officiële opening van de hele baan uitgerust met een benzinestation, een grenswisselkantoor, publieke w.c. en telefoon. De bouw van een restauratie liep te zwaar in de papieren maar enige verversing zal er straks wel verkrijgbaar zijn, vernamen wij.

 

Parkeerplaatsen

Een 600 meter verder in noordoostelijke richting (Eindhoven) bevinden zich, aan weerskanten van de autobaan, op Nederlands territoir, parkeerplaatsen. Deze zijn ruim voorzien van picknicksets met bijbehorende vuilnisbakken. Ze dragen de naam "Het Goor" naar het gelijknamige bosgebied van Bladel en Bergeijk, dat hier de E3 begrenst. Alle twee de parkeerplaatsen liggen tegen, eigenlijk kan men wel zeggen: in de bossen. Zij onderscheiden zich daardoor van heel wat parkeerplaatsen aan andere autowegen. Ge vindt er zon en schaduw en windvrije gedeelten. Kortom ze liggen er gewoon gezellig. Een afgrenzende sloot waakt er voor, dat er niet met de auto de bossen kan ingereden worden. Een wandelingetje zit er voor de automobilist echter toch wel in. En een heerlijk zitje of een "ligje" in de meegebrachte ligstoel eveneens... Het is wel plezierig u daarbij in de rug "beschermd" te voelen tegen de eindeloosheid en de stilte van de bossen, die in verachting de rug naar het snelverkeer wenden om in hun eigen ritme verder te mediteren zoals ze dat in Postel eeuwen lang gedaan hebben. En nog plezieriger wordt het als ge de verhalen kunt beluisteren, welke de rulle zandwegen en de bomen elkaar fluisterend vertellen. Zullen we eens proberen er iets van te verstaan?...

 

"Het Perk"

Het grootste deel van de Postelse bossen vormde in het verleden een afgesloten gebied. Met de komst van de E3 en de asfaltweg naar Reusel is thans een gedeelte voor wandelaars opengesteld. Het betreft hier een aantal brede en lange zandwegen, die met grote borden staan aangegeven. Ge ontdekt ze spoedig na de afdaling van het viadukt in de weg Reusel-Postel, de Postelse Dijk. Een der zandwegen, de Goorstraat, leidt in noordoostelijke richting naar een kruispunt in de bossen. Zandwegen uit zes verschillende richtingen komen op dit punt te zamen. De streekbewoners noemen dit knooppunt Het Perk, een naam die ge op de topografische kaart (57 A) niet aantreft.

Het is er stil bij Het Perk en warm als de zon te branden staat op een heuvelachtig stukje hei met laag struikgewas. Zittend op de hoger gelegen wegkant kunt ge er ongestoord in de geluiden van de stilte beluisteren, dat over Het Perk eens grote verkeerswegen elkaar kruisten. Zij vormden de verbinding van Breda naar Maastricht-Aken-Keulen. En die van Leuven naar Den Bosch-Heusden. Zij ontmoetten elkaar hier. Tot aan de komst van de Norbertijnen in Postel in 1140 schijnt, volgens E. van den Bergh, eens pastoor van Postel, als een verschansing een herberg voor reizigers in Het Perk gestaan te hebben. Als sporen van bewoning zijn er ooit resten van eik, berk en potscherven gevonden. Eind 1924 kwam er ook een handmolensteen te voorschijn.

 

Grafheuvel

In Het Perk ligt een heuvel: "de Berg in Het Perk". Er is een tijd geweest, dat ge van hieruit een mooi uitzicht had over beide zijden van de Nederlands-Belgische grens. Al was hij niet zo hoog, volgens de mensen bereikte hij tóch de hoogte van de galmgaten van de Retiese toren. Vroeger stonden er zelfs banken op die "berg" om de gast van het panorama te laten genieten. Dat genieten zou graaf Filips van Vlaanderen gedaan hebben toen hij, bij een van zijn bezoeken aan Postel in 1857 of 1867, op de "berg" gepicknickt heeft. Van dat panorama komt thans niets meer terecht daar bossen de plaats van de voormalige hei hebben ingenomen.

De Berg in Het Perk is in 1953 en 1954 onderzocht. Het bleek een uit heiplaggen opgebouwde grafheuvel uit het bronzen tijdperk van 1000 jaar voor Chr. of, volgens stuifmeelonderzoek, iets jonger. Hij mat aan de voet een doorsnee van 14 meter en bleek omringd te zijn geweest door een aaneengesloten palenkrans. Van lijkverbranding werden geen sporen aangetroffen. Bij een andere gelegenheid hebben grondwerkers in Het Perk een aarden pot gevonden, die een botje bevatte, dat vermoedelijk een menselijke rugwervel is geweest. De pot brak bij het uitgraven.

 

Afgesneden

Van de zes in Het Perk samenkomende wegen zijn er slechts drie voor het publiek opengesteld. Daartoe behoren de Goorstraat en de Bladelse Dijk. Deze laatste verbond eens Postel direct met Bladel door de eindeloosheid van de hei waarop de schaapherder ronddoolde. De weg was steeds heel slecht en werd dan ook weinig gebruikt. Die directe verbinding wordt thans door de E3 abrupt afgesneden zodat ge van Bladel uit Het Perk niet meer langs de oude route kunt bereiken. Daar waar - komende van Bladel - de dijk nu op de autobaan doodloopt, werd echter in westelijke richting een asfaltweggetje aangelegd, dat uitkomt bij het viadukt in de Postelsedijk van Reusel naar Postel. De in Postel bij een Lieve-Vrouwekapelletje aanvangende en door Het Perk gaande oude Bladelse Dijk loopt voortaan ook dood op de autobaan. Een uitwijkmogelijkheid werd daar niet geschapen.

Ten slotte gaat door Het Perk van west naar oost de Bergeijksedijk. Tussen de Bladelse Hei en het Groot Bos van Postel loopt deze liniaalrecht naar de grens in de weg Eersel-Postel op het punt waar café en ontspanningsoord Dennelucht ligt. De Bergeijkse Dijk is "Verboden Toegang" vanuit Het Perk. Nu moet ge u overigens van die "dijk" niet veel voorstellen. Van Het Perk tot Dennelucht is hij eigenlijk niet meer dan een ca. 3,5 km lang karrespoor, deels tussen dicht schaarhout dat er een tunnel vormt en bij nat weer met ook nog zeer modderige gedeelten. Kortom een wildernis, waar zelfs met de fiets aan de hand nauwelijks is door te komen. Toch bezit die dijk aan zijn zuidkant, op driekwart km vanaf Het Perk, een curiositeit in de vorm van een bron, de "drinkput" genoemd. Eertijds een verkwikking voor de reiziger, die zijn weg door Het Perk nam.

Het was ook aan deze Bergeijkse Dijk - maar dan aan de noordkant en méér oostelijk in de richting Eersel-grens - dat ene Rikus van den Brand oftewel "Rikus Pandoer", twee bijnamen voor Henricus Smets uit Retie-Brand, vermoedelijk rond 1885 met zijn schop op een pot met "scherven" stootte. Rikus die niet als erg snugger bekend stond, dacht tenminste dat het om "scherven" ging. Ze leverden hem in ieder geval een nieuw pak op. Sommigen zeggen, dat het om Spaanse munten ging. Taxandria spreekt van te Postel gevonden Romeins geld. Een navrager kreeg van de Kon. Bibliotheek te Brussel ten antwoord, dat daar van een dergelijke muntenvondst niets bekend is. Deze "Postelse schat" blijft derhalve in het duister gehuld. Zulks in tegenstelling met de werkelijke "Postelse schat" van o.a. 862 gouden munten (van 1616-1786), die op 16 april 1883 te Lage Mierde werd opgegraven. (Men zie daarvoor ons artikel in het Nieuwsblad van het Zuiden van 5 nov. 1970.) De pot met de mysterieuze schat was een zg. "mollepot", een bruin-aarden vat van ca. anderhalve liter. De arbeiders plachten hierin hun aardappelen mee naar het werk te nemen. Bij de grondeigenaren bevindt zich een kaart, waarop de plaats van de vondst staat aangeduid.

 

Roofoverval

Parallel met de Bergeijkse Dijk liep waarschijnlijk eens om Het Perk heen de zg. Lange Gracht. Het betrof een wal tussen de wegen naar Reusel en Bladel, waarvan in 1946 nog sporen waren te zien. In 1929 spitte "Fons van Trien" (Fons van Gestel, arbeider op het koninklijk domein) zeven munten uit de Gracht. Het was ook aan deze Gracht, dat het Galgeveld lag.

Op 21 maart 1612 vond - volgens Postelse archiefstukken - aan de Lange Gracht een roofoverval plaats op de huifkar van Spronck, die een wekelijkse dienst over Het Perk tussen Diest en Den Bosch onderhield. De daders waren twee Walen. Nicolaas Mariage werd tijdens een gevecht met achtervolgers tussen de Witreit en de Weebosch gedood. Willem Franck werd later in Den Bosch terechtgesteld. De eerste bandiet, die in de Witreitse hei begraven lag, werd op verzoek van Abt Colibrant: "Dat de justitie die over de vs vagebonden zou worden gedaan, mocht geschieden omtrent Postel" - naar de plaats van de misdaad gebracht. Daar werd een paal geplant, aan die paal een rad gehecht en op dat rad is het lijk lange tijd tentoongesteld "ten aanzien en exemplen van anderen"... Dit alles moet niet ver van Het Perk gebeurd zijn.

 

Moeder Kraak

En dan hebben we nog het verhaal van een legendarische of een echte "Moeier Kraak". Haar "graf" zorgt voor de romantische toets aan het "Grootbos" waarover zulke sterke verhalen leven. Zowat honderd meter van de Bosweg lag eens een kuil, omsloten door een heg op een ringwal. Daar was "het graf van Moeier Kraak", een aan de pest of wat daarvoor doorging, gestorven vrouw. Ge moet voor dat "graf" dwars door het bos. Van een heg of wal geen spoor meer. Alleen enige kuiltjes. In een van deze heeft ze gezeten!? Belze Dries (Antonis Henri uit Retie) en Frans Cauwenberghs hebben daar mensenbeenderen gevonden en daarom kan er niets aan mankeren. De auteur van "Postele op ter Heyden", pastoor E. v.d. Bergh O. Praem., aan wiens werk wij deze gegevens ontlenen, heeft eertijds met de vingers op de eerste kuil een grote kei geplaatst met het opschrift: "Hier is het graf van Moeier Kraak". Bij een bezoek van twee jaar geleden troffen wij deze kei niet meer aan.

 

Raadsel

Wie was nu die "Moeier" (Moeder)? De eerste de beste Postelnaar zal u zeggen: "Een uit de roversbende, die zich in deze contreien had gevestigd." Men schijnt zich daarbij te baseren op het in de Kempen ooit stukgelezen boek "Het Kind met de Helm" van Renier Snieders. Maar Snieders was een romanschrijver. "Moeier Kraak" zou gewoond hebben aan de "Dorenbos". Voor de localisatie daarvan komen meerdere punten bij Postel in aanmerking. We weten het dus niet.

Van den Bergh meldt in een voetnoot van zijn boek, dat in de abdij nog de herinnering voortleeft aan een "moeier" met haar dochter, "waarover het volk geen uitleg weet". Hij veronderstelt, dat die door hem met bijnaam genoemde "moeier" wel identiek kan zijn met die van "Moeier Kraak". Wij veronderstellen, dat het volk van Postel, uit preutsheid, zijn pastoor de verklaring van de naam heeft willen besparen... De eerste de beste opgeschoten Nederlandse jongen zal u een aan duidelijkheid niets te wensen overlatende verklaring geven. En dan blijkt de naam van die "tweede moeier" geen erg vleiende.

 

Zwarte Kaat

Speelt "Zwarte Kaat" hier misschien ook een rol? Die behoorde - met Rosse Bruno - immers tot de benden van het Bladelse Hellenend. Zij plunderden de Vorselse Hoeve tussen Bladel en Postel. De Rosse Bruno zou met drie bandieten zijn opgehangen aan een kastanjeboom bij de abdijpoort terwijl Zwarte Kaat razend gestorven zou zijn of liever, onder een zwaar neerploffend bed versmacht. Een in die tijd gebruikelijke executie. Maar dat is dan weer een verhaal van Snieders. Een Postelse huismoeder hutselt "Zwarte Kaat" en "Moeier Kraak" vermoedelijk door elkaar als ze vertelt: "In Bladel werd een kind van een vooraanstaand persoon met de helm geboren. Een roversbende stond daarbij op de loer en stal het kind. Kort nadien verschenen 'Moeier Kraak' en Rosse Bruno met de baby te Postel om hem te laten dopen. De prelaat was toevallig een oom van het kindje, dat om de hals een kettinkje droeg, dat de prelaat als een familiestuk herkende. Toen hij daarna van de roof hoorde, kende hij meteen de daders." "Moeier Kraak" werd opgehangen en Rosse Bruno zal het wel niet beter zijn vergaan...

 

Andere visies

Volgens een deskundige onderzoeker is dat wat als het "Graf van Moeier Kraak" gekwalificeerd werd een prehistorische grafheuvel. Een Bladelse geïnteresseerde, Nijssen, ontwikkelt op grond van de bekende gegevens een heel wat verder gaande theorie. Hij baseert zich daarbij op de ontdekkingen in 1965 van prof. Gerald Hawkins met betrekking tot Stonehenge in Engeland. Deze concludeert voor Stonehenge tot een astronomisch laboratorium uit de prehistorie en meent daarmee een 3500 jaar oud mysterie te hebben ontraadseld. Nijssen meent, dat men ook te Postel met een dergelijk laboratorium te maken heeft. Hij waagt zelfs te voorspellen wat men te Postel bij nader onderzoek zal vinden. Men zal daar vijf "bruggen" aantreffen, steunend op twee palen plus een palenkrans van zesenvijftig paalgaten binnen een ringwal, waarvan de doorsnee veertig meter is. De middelste van de vijf bruggen is gericht naar het noordoosten. Als men de bijbehorende richtpaal op een halve kilometer verder ontdekt, dan zal men op de 21ste juni vanaf het middelpunt van het observatorium langs de middelste brug de zon precies in het noordoosten zien opgaan over de richtpaal... Het graf van "Moeier Kraak" zou ook een plaats van een eredienst in de vroegere bronstijd geweest zijn. Volgens Nijssen moet Postel eens een beroemde nederzetting zijn geweest. Er zou, bij een serieus onderzoek, "wel een heel museum" te voorschijn kunnen komen.

 

Over de E3 raast het snelverkeer van oost naar west en omgekeerd. Nog heeft de autobaan Postel niet ontluisterd. Nog omarmen uitgestrekte bossen in cultuur gebrachte velden en koesteren die bossen hun onopgehelderde geheimen van waarheid en verbeelding. Ga eens naar Het Perk en bouw daar droompaleizen. Maar blijf, als ge dit tenminste beoogt, in Postel weg op zondag. Dan is Postel het toernooiveld van dagjesmensen met een paar honderd auto's en kermisachtig gedoe onder de oeroude lindebomen. Kies een doordeweekse ochtend om "Postel-puur" te genieten en de verbeelding zo hoog te laten stijgen, dat zij in haar vlucht de ijle klokkeklanken van het abdijcarillon als zilveren bellen vangt...

 

PIERRE VAN BEEK