CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Pietje Wijsneus - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Pietje Wijsneus - Memoires van een vroeg-rijpen baby (12)

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 29 januari 1947

 

Zo langzamerhand was ook de tijd aangebroken, dat ik per wagen op excursie trok. Uiteraard onder de bescherming van mams, die met een niet geringe trots deze geheel in crème geschilderde "slee" door al de straten van de stad reed. Liggend op mijn rug keek ik naar het zeilen van de wolken langs de hemel, die als schepen met bolle zeilen naar de havens van verlangen dreven. Of ik amuseerde mij met het voorbijschietende groen der bomen, die bij deze tochten naar buiten voor het eerst hun intrede in mijn bestaan deden.

Lang achter mij lag reeds de tijd, dat men mij door kitteling van mijn voeten na een smulpartij een lachje meende te kunnen ontfutselen. Nu was mij het echte lachen tot een tweede natuur geworden, zodat tante Sjaan niet langer van zenuwtrekjes zou hebben durven spreken, indien zij dit al niet eerder om redenen van tactische aard achterwege had gelaten. Ik schiep een dusdanig genoegen in deze nieuwe methode tot het geven van uitdrukking aan mijn innerlijke roerselen, dat ik er een wellicht meer dan bescheiden gebruik van maakte. Intussen greep oma deze gelegenheid gretig aan om een nieuw adjectief toe te voegen aan de reeks, welke zij al voor haar kleinkind gereserveerd had wanneer het gold mijn lof te zingen. Zo kreeg ik dan nu ook nog de naam van een "vriendelijk kind" te zijn. Teneinde oma niet te beschamen heb ik mijn uiterste best gedaan deze reputatie hoog te houden, wanneer zich een of andere kennis belangstellend over mijn wagen boog teneinde mijn uiterlijk voorkomen te beoordelen.

Ongetwijfeld zou het leven in deze dagen zeer aangenaam gebleven zijn, indien mams op zekere kwade dag niet de ontstellende ontdekking had gedaan, dat het met mijn luiers lang niet in orde was. De door paps met zoveel ambitie bijgehouden groeigrafiek toonde een neiging tot stilstand en daarna zelfs tot teruggang. Er kwam een dokter bij te pas en rijstewater terwijl er een sfeer van neerslachtigheid als een drukkende wade lag uitgespreid over ons anders zo gezellig huis. Rigoureuze maatregelen werden te mijnen opzichte genomen, hierop neerkomend, dat ik botweg op een dieet van alleen maar rijstewater werd gezet, zodat ik mij met angst en beven ging afvragen, wat er van mijn reeds zo mollige beentjes en armpjes terecht zou moeten komen. Er werd dan ook gefluisterd, dat ik lelijk aan het afvallen was. Alle hieruit voortspruitende discussies over de waarde van natuurlijke tegenover kunstmatige voeding deden aan dit feit niets af... Gelukkig echter behoefde het waterdieet maar één dag te duren. Iedere volgende dag kreeg men méér medelijden met mij in die zin, dat de bijgevoegde hoeveelheid eiwitmelk voortdurend werd vergroot. Dit kon in zoverre als een vooruitgang worden aangemerkt, dat daarmede tenminste de achteruitgang tot stilstand kwam en mijn gederailleerde stofwisseling weer op het rechte spoor gezet werd. Er zou echter nog eens een nieuwe voeding op het menu moeten komen alvorens alle wantrouwen omtrent mijn voorspoed geweken en daarmede weer de zon van het huiselijk geluk was teruggekeerd...

Met ijver begon ik hierna te spurten om de niet geringe achterstand, die ik door dit avontuur had opgelopen, in te halen. En dit met zóveel succes, dat oma - na verloop van tijd - dan ook weer heel haar vocabulaire met loftuitingen zonder blozen kon gebruiken. Totdat er een nieuwe kink in de kabel kwam...

 

PIETJE WIJSNEUS